Fanatisme

Sporten! Momenteel is het mijn grootste hobby (of eigenlijk al jaren). Ik geniet er van, het maakt me blij. Boven aan staat het sociale stuk, sporten met anderen. En toch heb ik bij het sporten altijd een soort duiveltje bij me, die maakt dat ik snel ga, diep ga. Dat ik alles wil geven, moet geven, dat ik eigenlijk die ander wel voorbij wil. Als ik eenmaal bezig ben, word ik ontzettend fanatiek.

Vanmiddag zouden we mee gaan doen met Hornbach hammerrun. Een obstacleparcours waarbij je een uur lang de strijd aan mag gaan met alle obstakels. Ik zou samen met vrienden en mijn oudste zoon mee gaan doen. Sinds twee weken heb ik de bootcamp opgeschroefd naar twee keer in de week. Ook om wat fanatieker te kunnen sporten, ik ben dol op de bootcamp. De zondagochtend is mijn bootcampochtend, de groep is gezellig en het is altijd keihard knallen (meeste weken duurt de spierpijn tot woensdag). En nu was er dus een dilemma.. wel of geen bootcamp. Aangezien de hammerrun pas vanmiddag was, besloot ik toch naar de bootcamp te gaan. Ik zou op halve kracht mee gaan doen, dan kon ik er toch nog van genieten. Ik voel dat mijn lichaam steeds wat moe blijft, van het vele sporten, slecht slapen en vooral van de kettlebell challenge. Een paar mensen op de bootcamp zouden dit gaan doen en stiekem leek het mij natuurlijk ook wel een leuke uitdaging (iets met fanatiek). Het streven is 10000 kettlebell swings in de maand maart met een 16kilo kettlebell. Ik doe er steeds 25 en ben de 3000 inmiddels ruim gepasseerd. Maar ja, het doet wel iets met m’n lichaam. En daar komt bij dat ik mijn rechteronderbeen steeds iets voel, begon bij mijn scheen en trekt nu naar mijn kuit. Wat eigenlijk mijn rem is of hoort te zijn. Dus de bootcamp op halve kracht leek een goed idee. Maar ja, daar bleef het ook ongeveer bij. Ik heb mijn plannen nog genoemd bij het rondje hoe gaat het met iedereen. De eerste ronde ging de rem er iets op.. en toen was dat fanatisme er weer. In de tweede ronde ging ik met de snelste mee en uiteindelijk liep ik de 750meter (eerste onderdeel van een ronde) van het vierde rondje nog als enige. De andere kant is dat het ook echt wel lekker ging! Ik merk dat ik steeds wat vooruitgang boek. Als de trainer donderdag bij de bootcamp tegen mij en de andere deelnemer zegt dat we fit zijn, kan ik het niet aannemen. Ik mompel iets van het kan altijd fitter. En zo voelt het ook, ik ben lekker bezig, maar wil nog graag veel verder vooruit.

En vanmiddag stonden we dus aan de start bij de hammerrun. Mijn zoon vindt het ontzettend spannend, we hebben strijd over zijn kleding, schoenen, de modder en het feit dat hij nat gaat worden. Met tranen in zijn ogen stapt hij in de auto, maar hij gaat toch! Bij de start treft hij zijn vriendje, hij laat zich niet kennen. De muziek vindt hij te hard, hij houdt zijn handen op zijn oren. De warming-up vindt hij verschrikkelijk. Uiteindelijk laat hij toch zijn oren los en doet hij voorzichtig mee. We starten, mijn vriendin geeft aan wel bij hem te willen blijven. Ze kent mij en ergens geeft ze me een vrijbrief voor mijn fanatisme. Ik besluit bij hun te blijven. Dat is wat ik wil, wat moet en ik zet de knop in mijn hoofd om. Bij de meeste hindernissen voert mijn zoon een innerlijk gevecht. Hij wil niet kruipend door de modder, dus gaat hij hurkend. Hij wil de sloot niet in, wij trekken hem subtiel mee. Onder het prikkeldraad door tijgeren slaat hij de eerste ronde over. Bij de hoge muur ga ik hem voor. Als ik achterom kijk is hij boven. De paniek spat van zijn gezicht. Ik praat op hem in, mijn vriendin ook. Hij krijgt hulp van twee mannen en uiteindelijk doet hij het toch. We komen bij een waterbak waar betonmatten overheen liggen. We moeten er op onze rug onderdoor. Naïef ga ik het aan. Het is verschrikkelijk. Het water is zou koud dat je ademhaling op hol slaat en dan moet je je aan die betonmatten naar achteren trekken terwijl je je hoofd boven water houdt. Als ik er ben, wil ik gaan gillen. Maar ik zie mijn zoon er vertwijfeld staan. Ergens wil hij wel, maar hij voelt hoe spannend het is. We praten op hem in. Mijn vriendin gaat bij het einde staan. Ik loop naar mijn zoon. We gaan eerst samen in het koude water zitten en rustig ademen. Samen gaan we eronder door. Mijn vriendin trekt hem er bij het einde snel uit. Zo knap hoe hij deze grens verlegt! We gaan nog van een hoge glijbaan. Alle hangonderdelen zijn te hoog voor hem, die slaat hij over. Als laatste onderdeel springen we over vuur, daar heeft hij zich op verheugd. Dat doet hij dan ook stoer en zelfverzekerd. In de volgende ronde gaat hij kruipend door de modder, huppelt hij het water in en twijfelt hij bij het prikkeldraad. Een mevrouw ziet zijn twijfel en gaat met hem mee, dit geeft hem de kracht om het te doen. De waterbak doen we nog een keer samen. Hij geniet steeds meer, straalt en maakt plezier met zijn broertjes en zusje aan de kant. We lopen drie rondes en krijgen na een dikke 50 minuten de medaille. Ik denk nog bij mezelf, kom we gaan verder. Aan mijn zoon en vriendin zie ik de voldoening, het is goed zo. Met z’n allen genieten we na. We maken foto’s. En het gevoel, het is onbeschrijfelijk. Dit is sporten op zijn mooist! Dit geeft meer voldoening dan het keihard voor mezelf gaan. Dit delen met mensen die zo dicht bij je staan, dat is een fantastische ervaring. Ik heb op dit gebied nog zo veel te leren. Ze zeggen zo vaak dat kinderen je spiegel zijn. Ze houden je dat voor wat je nodig hebt. Mijn oudste zoon kan me op dit stuk heel veel leren. En ik laat het me ook door hem leren.

Dit stuk komt steeds vaker terug. Ik geef trainingen en ook daar merk ik dat ik voldoening kan halen uit het helpen van anderen bij het sporten. De doelen van iedereen zijn heel verschillend. Ik sluit daar bij aan en van daaruit coach ik de ander, soms fanatiek en soms geef ik juist mee dat plezier en ontspanning voorop moet staan. Ik kan er van genieten en dan is het duiveltje even weg. Zoals hij vanmiddag ook weg was. Wel komt hij daarna weer terug. Hij laat me verder gaan met de kettlebell swings en hij vertelt me dat er donderdag weer bootcamp op het programma staat. Ook begint hij zicht te bemoeien met de trail die ik volgende week zondag ga lopen. De voorbereiding is slecht, de langste duurloop is weken geleden en dat kwam tot 14km. Ik heb me opgegeven voor de 25km trail, het verstandige stukje in mij roept al weken, zet de afstand om. Het duiveltje in mij raakt meer en meer overmoedig… Ik ga nog wat innerlijke gesprekken voeren deze week. Voor nu ga ik mijn zoon nog tig keer vertellen hoe trots ik op hem ben, hoe knap hij het heeft gedaan.

Lieve groet, Cobie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *