Zin!!!

Vanmorgen liep ik terug naar huis. Hardlopend. Of wat daar voor door moest gaan. Ik was ’s ochtends op tijd van huis vertrokken. Of eigenlijk al iets later dan ik van plan was, met kinderen komt er altijd wel iets tussen. Het maakte ook niet uit, ik moest gewoon wat sneller gaan lopen. 5 Kilometer hardlopen voor de bootcamptraining, stond op de planning. Ondanks spierpijn en een gevoelige kuit, liep ik lekker. En makkelijk. Ik gooide het tempo na een rustige kilometer iets omhoog en ik kon doorlopen. Een extra lusje om de 5 te halen, binnen het half uur. Mijn hartslag verraadde me dat het toch niet zo makkelijk ging als ik hoopte, maar het voelde goed. De bootcamp was, zoals altijd, pittig en lekker. We mochten zelf oefeningen kiezen en aangezien ik met mezelf had afgesproken om me te blijven uitdagen, werden het in ieder geval push ups en jump lunges. Burpees, kettlebell swings en wat buikspieroefeningen zijn ook fijn. Tussendoor sprinten en daarna de hele rits oefeningen waarbij we zelf het aantal mochten kiezen. Dan maar maximaal. We sloten af met jumpsquats wallsit, waar ik geen fan van ben. Maar ja, ik wilde uitdaging, dus ik klaagde niet. En daarna liep ik dus terug naar huis.

De trainer vroeg nog wat ik ging doen, ik wist het eigenlijk niet precies. Richting huis lopen en dan onderweg maar kijken hoe het gaat. Bij de eerste afslag besloot ik daar al voor te gaan, het zonnetje scheen en ik had er gewoon zin in. Ik bedacht me dat ik jaren geleden samen met mijn loopmaatje iedere zondag een lange duurloop liep. Dit werd steeds verder uitgebreid, wat resulteerde in monstertrainingen. We liepen over de Lonnekerberg naar de achterkant van het Hulsbeek, 10km onverhard met hoogteverschillen. Op het Hulsbeek deden we samen met anderen een pittige intervaltraining. En daarna liepen we weer terug. Wat meestal niet vanzelf ging, ik heb wat lopen mopperen. Meestal was het ontzettend afzien. Soms daagden we elkaar uit met een sprintje, wat ik dik verloor en waar ik bij de aanzet al spijt van had dat ik hem was begonnen. Slechts één keer had ik meer over dan mijn loopmaatje. Ik was gemeen genoeg om dat er goed in te wrijven en om een feestje te maken van de terugweg. Wat werden we sterk van deze trainingen, zowel mentaal als fysiek. Ik had het gevoel de wereld aan te kunnen.

En terwijl ik vanmorgen terug liep en mezelf overtuigde dat mijn plannen haalbaar moeten zijn, moest ik opeens aan deze trainingen denken. Aan wat er toen allemaal lukte. Hoe mijn lichaam toen altijd moe voelde. Hoe ik zo vaak op mijn grens liep. Maar ook aan hoe ik progressie boekte. En hoe het mij lukte om lange afstanden te lopen.

Ik liep verder en ik merkte hoe ik nu eindelijk weer echt aan het genieten ben van het lopen. Ik heb zin om sportkleren aan te doen. En er stiekem iets eerder tussenuit te knijpen om wat extra te lopen. En zin om er naderhand wat extra’s aan te plakken. Ik kijk op inschrijven.nl welke wedstrijden er de komende tijd zijn, veel van de kalender van 11 jaar geleden is er nog. Ik krijg zin om op snelheid te gaan trainen. En ik kan mezelf regelmatig overtuigen om korte stukjes diep te gaan. Ik merk dat mijn basistempo omhoog gaat. En ik krijg weer zin om echt lange afstanden te gaan lopen, de kriebel is terug!

Afgelopen week las ik iets over marathontraining, dat je dat niet moet combineren met krachttraining. De twijfel sloeg even toe. Ik wil niet kiezen, ik wil het beide. Ik breng mijn omgeving voorzichtig op de hoogte van mijn plannen. Ik weet dat het veel vraagt van mijn gezin. Lange afstanden trainen, en dat naast de bootcamp, mijn werk, Running Miracle en dus naast mijn gezinsleven met vier kleine kinderen. Ik noem dat ik eerst ga trainen en dat ik dan ga kijken wat het wordt in april. De halve of de hele. Maar stiekem heb ik de keus al gemaakt. In mijn hoofd krijgen mijn plannen steeds meer vorm. En ik deel het met mijn man. Ergens weet hij wel dat hij me toch niet kan tegenhouden. Ik spreek met hem af dat ik veel loopkilometers ga koppelen aan onderweg zijn naar de trainingen. Zelf weet ik dat het zwaar wordt. Maar ik weet ook dat ik het kan en dat het me heel sterk gaat maken. Misschien kan ik mijn lange duurlopen doen als de kinderen op school zijn, of als we een keer een zaterdag niks hebben.

Ik besluit nog een extra lusje toe te voegen, dan kan ik nog net een stukje bos mee pakken. Het is er prachtig! De zon tussen de takken door, ik weet niet of ik er überhaupt mag lopen. Maar ook dat heeft charme. Ik ren tussen de dichte begroeiing door en voel de krassen op mijn benen, als vanouds. Het laatste stukje naar huis door de kuil, waar ik veel intervaltrainingen heb gedaan. Ik loop door tot mijn horloge 6.5km aangeeft. Bij de bootcamp kwam ik op 1,5 wat het totaal op 13km brengt. Heerlijk voldaan kom ik thuis.

In bad check ik de loopkalender nog eens, mijn oog valt op de 24km Posbanktrail eind oktober. Deze heb ik altijd al eens willen lopen, het lijkt me een mooi punt om van daaruit mijn lange afstanden verder uit te breiden. Ik heb er zo veel zin in!!

Lieve groet, Cobie

Soms doet het pijn

Als ik vanmiddag ons huis binnen wandel, voel ik een hoofdpijn opzetten. tegelijkertijd valt er een pak van me af. Mijn kinderen zijn druk, enthousiast. En daar hebben ze alle reden toe. Ik kan het even niet hebben. Ik vlucht de tuin in met mijn telefoon. De appjes blijven komen, ik post wat berichten op social media en ik bekijk alle foto’s. Foto’s van het weekend. Foto’s vol tegenstrijdigheden. Het was goed. Het was zoals het moest zijn. Alles pakte precies zo uit. Ik heb mijn hart gevolgd. En dat voelt nu goed.

Mijn loopmaatje, een goede vriend is ernstig ziek. In het voorjaar gingen we samen naar een veel te lange trail. Hij liep keihard. Hij trainde wekelijks mee bij de groep. Altijd voor aan, altijd keihard. Halverwege juli gaf hij aan zich niet helemaal fit te voelen, maar ook toen liep hij ons er allemaal met gemak uit. Een week later zit hij in het ziekenhuis, de onderzoeken volgen elkaar op en de uitslag wordt steeds negatiever. Als mijn dochter jarig is en zijn vriendin (wat ook een erg goede vriendin van mij is) en dochter bellen, dringt het pas echt tot mij door. De artsen zeggen dat ze hem niet meer beter kunnen maken. Dat nieuws hakt er in. Als ik hun na de vakantie bezoek, komt steeds de vraag omhoog hoe het toch kan. Hij krijgt bestralingen en die zijn zwaar. Veel van zijn kracht en energie verdwijnt. Zo graag wil ik wat voor hem doen. En als ik hem vraag of ik iets kan doen, is zijn antwoord: “Een extra rondje lopen”. Ik app met de loopgroep en met elkaar besluiten we dat te doen. Hij is voor ieder van ons steeds een motivator geweest. We besluiten voor een sponsorloop te gaan. Er worden shirtjes gemaakt en we trommelen familieleden op om te helpen. En afgelopen vrijdag was het zo ver. Helaas was hij zelf op donderdag weer opgenomen in het ziekenhuis, onverwachts staat zijn vriendin wel bij de loop. Familieleden filmen en zij gaat live voor hem. Met elkaar hebben we er een bijzondere avond van gemaakt. Alle kinderen hielpen met rondes bijhouden, motiveren en water aangeven. En met z’n zessen komen wij tot 87 rondjes. We sluiten af met een gezamenlijke ronde; Een extra rondje voor Patrick. Zijn vriendin heeft de tranen in de ogen als we elkaar lang omhelzen en vasthouden. Ze praat met iedereen en vertelt hoe het gaat. Ze krijgt een shirt wat we voor hem hebben gemaakt, dezelfde tekst met daaronder: we geloven in jouw kracht. We richten nog een paar woorden tot hem. Later die avond stuurt hij ons vanuit het ziekenhuis allemaal lieve appjes. En als hij de volgende dag het shirt krijgt, is hij helemaal ontroerd. Hij hangt het shirt op zijn kamer, zodat hij er steeds naar kan kijken.

Als ik op zaterdag op facebook kijk, zie ik een herinnering. Ik ben slecht in datums onthouden. Ik zie dat het een jaar geleden is dat ik me heb ingeschreven bij de kamer van koophandel. Wat voelt dat dubbel op dit moment. Natuurlijk is het een mooi moment om bij stil te staan, maar dat dat precies nu moet zijn, tussen twee beladen dagen in. We passen op de dochter van mijn vrienden, zodat ze niet de hele dag in het ziekenhuis hoeft te zijn en even lekker kan spelen met haar vriendin. En we krijgen bezoek die dag en wat is dat fijn. Lieve mensen met wie ik de hele middag klets, we hebben heel wat in te halen. De kinderen zijn blij. Met z’n allen bakken en eten we pannenkoeken, even heerlijk loslaten en ontspannen.

En vanochtend gaat de wekker veel te vroeg. Ik weet niet of ik op zal staan of dat ik de dag liever oversla. Ik ga voor het eerste. Een paar maanden geleden sprak ik met mezelf af om wat gezonder te gaan leven en om wat af te vallen. Het doel werd 5 kilo minder bij de Singelloop. De weegschaal gaf toen 83,2kilo aan en eerder deze week 75,9kilo. Een klein euforiemomentje. Onder het ontbijt zie ik appjes in de loopgroep langskomen. De Singelloop staat vandaag op het programma. Samen met mijn loopvriendin heb ik afgesproken om naar het park te fietsen. Zij vraagt advies in de appgroep en vanuit het ziekenhuis wordt geappt dat ze alleen maar keihard moet lopen. Die luchtigheid doet goed. Als ik bij haar kom, blijkt zij nog meer last te hebben van de zenuwen dan ik. We fietsen naar het park en we hebben tijd genoeg om nog 3x langs de wc’s te gaan. We kletsen met een collega, ik kom een oud loopmaatje tegen en we treffen iemand van de loopgroep. Als we het startvak inlopen treffen we een ander loopmaatje en met z’n drieën gaan we richting start. Hij is sneller dan wij zijn, we lopen de eerste kilometers samen. Het gaat hard! Ik heb veel kilometers gemaakt, maar weinig op snelheid. Ik weet dat ik me in moet houden. Het voelt te hard. Ik geef mijn loopvriendin aan te gaan, vertwijfeld loopt ze door. Ik kan het tempo redelijk vasthouden. Ik zie ontzettend veel bekenden, die allemaal lieve woorden roepen. Een collega, een moeder van school, een loopmaatje van vroeger, een vader van school, een buurvrouw, nog een loopmaatje en bij kilometer 3 mijn gezin. Wat doet dat goed! Elke twee kilometer staat er water, ik wandel een paar passen, neem twee slokken en gooi veel water over me heen. Net voorbij de helft ben ik bij het punt waar mijn vrienden vorig jaar stonden. Nu zijn ze er niet, zij is bij hem in het ziekenhuis. Hij had zo graag mee willen doen. En hij had zo keihard willen lopen. Het doet pijn. Steeds zie ik mijn loopvriendin een klein stukje voor me lopen. Bij kilometer 5 haal ik haar bij. Ik besluit met haar te lopen. Ze geeft mij nu meermaals aan te gaan, dat wil ik niet. We delen samen in de zwaarte van alles. Bij kilometer 6 slik ik opnieuw. Mijn loopmaatje van vroeger, hij is vorig jaar net voor de Singelloop overleden. Twee jaar geleden stond hij hier, bij kilometer 6. Totaal onverwachts, voor mij. En ook dit doet pijn. Samen lopen we verder. De zwaarste kilometers van 5 tm 7. Ik vraag me af of ik alles geef. Ik probeer haar te motiveren, ik kan nog praten. Het voelt slap, aan de andere kant is dit wat ik wil. Mijn hart volgen, dat is het belangrijkste. In de laatste kilometer begint zij er weer in te geloven. Ik krijg het nu zwaar. Samen trekken we door. Vlak voordat we het park indraaien hoor ik mijn naam weer, de eigenaar van de bootcamp. Ik sluit me op in mijn bubbel. Zij gaat voor de eindsprint, bij mij is het echt op. Ik voel me misselijk, duizelig en onderweg ook steeds rillingen gehad. Ach en eigenlijk weet ik dan wel dat ik op de grens loop. Mijn hartslag bevestigt dat naderhand ook, halverwege ga ik van een gemiddelde van 165 naar boven de 170 met een piek op 186. En gezien de temperatuur is dat hoog. Ik pers er nog iets van een eindsprint uit en passeer met 44.13min de finish. Ik ben tevreden! We vliegen elkaar in armen. We treffen nog twee van de loopgroep en we regelen voor ons zieke loopmaatje ook een medaille. We maken foto’s en als we later samen zijn, besluiten dat het mooi is om ’s middags samen de medaille bij hem langs te brengen. Ik begeleid eerst mijn kids nog bij kidsrun, wat vooral veel frustratie is. Nog nooit zo veel ouders bij elkaar gezien. Er was geen ruimte meer voor de kinderen. En als ik mijn zesjarige dochter in tranen terugvindt bij de finish, ben ik boos, wat een wereld, wat een mentaliteit! De oudste twee lijken er gelukkig minder last van te hebben. Als de kids klaar zijn, tref ik nog een loopmaatje van vroeger. Als ik vraag hoe het gaat, lees ik in zijn ogen het antwoord al. Hij is vorig jaar zijn vrouw verloren en staat daar bij de kidsrun met zijn twee kinderen. Ik weet niet goed wat ik moet zeggen. Ik voel zijn pijn. We lopen naar de fiets, ik zeg mijn gezin gedag en fiets door naar het ziekenhuis. Voor de ingang tref ik mijn vriendin en al stinkend en in sportkleding bezoeken we ons loopmaatje en zijn vriendin. De medaille betekent veel voor hem en krijgt een plekje bij het shirt. Het was zo’n fijn bezoek, het voelde zo goed om daar even zo met elkaar te kunnen zijn. Een uurtje later fietsen we samen naar huis. De knoop in mijn maag van ’s ochtends is weg, de zenuwen bij mijn vriendin zijn weg. We kijken elkaar aan en we weten dat we het goed hebben gedaan. We hebben ons hart gevolgd. Thuis voel ik een hoofdpijn en komen de tranen. Sport helpt…

Lieve groet, Cobie