Life is a journey not a destination

Dat is lang geleden… nee, niet dat ik niets te melden heb, het kwam er gewoon even niet van. In mijn vorige blog refereerde ik naar een uitdrukking: “als je denkt dat je niet meer kan, zit je nog maar op 40%” Die heb ik daarna meermaals terug gehoord. En niet op de momenten dat alles zo lekker makkelijk ging 😉

Begin maart was er de eerste oriëntatie loop. Samen met een loopmaatje liepen we 19km over de posbank waarbij we zelf moesten navigeren. We zijn niet een keer verdwaald en hadden een mooie lange duurloop in de benen, al ging het bij mij niet vanzelf. Om wat kilometers in de benen te krijgen, liep ik eind mei samen met Afra naar een bootcamptraining op de UT en liepen we na de training met andere loopmaatjes een trailrondje. En werd de terugweg naar huis wat stiller, dat mag ook na 26,5km en een uur bootcamp.

Er waren verschillende hyroxtrainingen. Tegenwoordig iedere dinsdagavond bij de bootcampclub. Ik kan je vertellen dat dat trainingen zijn waar je u tegen zegt. Hardlopen wordt afgewisseld met allerlei oefeningen, en wat het vooral heel zwaar maakt, is dat het tempo zo hoog ligt. De trainer doet erg zijn best om iedereen wel tot het uiterste te laten gaan. Mijn horloge heeft mijn maximale hartslag bij deze trainingen al meerdere keren aangepast (naar 190). Ik loop als enige vrouw tussen allemaal sterke en snelle mannen, waarbij ik mezelf steeds toespreek dat ik mezelf niet gek moet laten maken. Ik bungel achteraan. Soms is het verstandiger om het iets in te korten en ook nog iets van pauze over te houden. Aan de andere kant wil ik ook graag mijn grenzen opzoeken en deze verleggen. Bij mezelf blijven dus! Twee keer met een loopmaatje een hyroxtraining gedaan en ook die waren pittig! Eind maart werd er vanuit de bootcamp een generale geregeld. Deze deed ik samen met een andere vrouw als dubbel. Gezellig samen geknald en we maakten afspraken om in oktober samen in Amsterdam aan de vrouwen dubbel mee te doen. Om mijn zwakke onderdelen te verbeteren, deed ik wekenlang burpee broadjumps door de woonkamer en regelmatig ook nog overhead walking lunges. Het harde trainen wierp zijn vruchten af. Bij de hyrox Maatstricht begin april wist ik 7,5min van mijn tijd af te halen. De burpees bleven een hel! Wel haalde ik daar de grootste winst, met een kotsmisselijk en duizelig gevoel als gevolg. Ook bij de lunges pakte ik behoorlijk winst, net als bij het lopen. Bij de wallballs vervloekte ik mezelf, tig waren niet diep genoeg en dat is zo zonde tijd. Zeker een leerpunt voor de volgende keer.

Eind april was de Iron Viking, een obstacle run van 42km. Ik wist op voorhand dat de tijdslimiet erg krap was. Toch voelde ik me zo ontzettend teleurgesteld toen ik na 34km moest stoppen, omdat ik de cut off tijd niet had gehaald. Na het eerste uur wist ik het eigenlijk al, ik moest zeker dat tempo doorlopen en om zeker te zijn, zelfs nog versnellen. Er lag zo ongelofelijk veel modder en hoe meer mensen er overheen waren gegaan, hoe minder begaanbaar het werd. Hardlopen lukte amper nog. Maar toch.. daar ergens rond 30km verandert er iets in je gemoed. Emoties gaan opspelen en het enige wat ik wilde was doorgaan, de finish halen. Daar kwam bij dat ik net die dag ongesteld was geworden. Dus op het moment dat de man van de organisatie me gebaart dat ik moet stoppen, voel ik alleen maar tranen. Ik verbreek het oogcontact en wil alleen maar huilen. Hoe lief alle woorden ook waren van de mensen om me heen, die dag en de dagen erna, het voelde voor mij anders. Ik had gefaald. Eerst was ik ook boos, en dacht ik, dit nooit meer. Dat veranderde wel in dat ik ooit revanche wil. Ik heb zelf nog nooit hoeven opgeven in wat voor wedstrijd dan ook. En nu werd ik gedwongen om te stoppen. In de vijfde klas van het wvo ben ik blijven zitten. Er gebeurde veel dat jaar, ik was vooral met mezelf in gevecht. Mijn cijfers waren niet eens zo slecht; twee vijven, een zeven en de rest allemaal zessen. Een bespreekgeval, noemden ze me. Mijn mentor had me gevraagd wat ik wilde. Ik heb hem genoemd dat ik de beslissing aan hun liet, ik gaf eigenlijk mijn lot weg met die keuze. Het voelde als het beste. Maar toch, die middag dat het telefoontje kwam; “je bent gedoubleerd”, dat gevoel, het falen. En precies zo voelde ik me ook na de Iron Viking. Ik ben heel snel naar de auto gegaan. Op de terugweg hoorde ik het liedje van Meau; stukje van mij en zong ik keihard mee. Thuis huilde ik nog even uit bij mijn man, hij liet me gaan en vertelde later dat ik mezelf wel degelijk had overwonnen door er alleen met de auto naar toe te gaan. Ik had verder gereden dan ooit. En nu.. het voelt nog steeds als falen en dat zal ook zo blijven. De teleurstelling is wel weg. Ik accepteer dat het er soms bij hoort, het maakt me sterker, ik trek er mijn lessen uit. Op het vwo wist ik al dat ik niet naar de universiteit wilde. Toch wist ik toen ik de tweede keer de vijfde deed, ook dat ik het hoe dan ook ging halen. Niks zou me nog weerhouden. En waar wiskunde eerst een van die vijven was, pronkte op mijn eindlijst een mooie 8! En zo is het nu ook! Ik ben strijdlustiger dan ooit! Ik ga keihard trainen. Bedenken waar ik blij van wordt en daar ga ik vol voor. En ooit sta ik weer aan de start van de Iron Viking en loop ik weg met die medaille om mijn nek!

De dag na de deceptie was er de Enschede Marathon. Veel lopers van Running Miracle liepen mee met een afstand. Afra en Niek liepen hun eerste halve, samen met Vera deelde ik mee in hun blijdschap bij de finish. Met hun en de andere lopers vierden we ’s middags een feestje bij mij thuis. Wat een blijheid!

Dan is er nog een ander stuk waar ik me de afgelopen weken mee bezig heb gehouden; blueprint bodyplan. Na een boks training raakten we met een paar vrouwen en de trainer aan de praat over ooit eens een periode in je leven heel bewust bezig zijn met voeding/ lifestyle en alles in het teken stellen van doelen. De trainer gaf aan dat ze dit kunnen bieden met het blueprint bodyplan en met elkaar besloten we dit aan te gaan. Ik stelde drie doelen op; mijn bloedsuikerspiegel stabiel krijgen, 60km of meer lopen bij de 12 uur van Deventer en meer kunnen bij de Ultimate Warrior dan afgelopen jaar. 1 April was de kickoff. We werden gemeten, gewogen en er werd van alles ingevuld. We kregen uitleg over de voedingsapp. En aan de hand van onze gegevens werd voor iedereen persoonlijk bepaald hoeveel hij of zij mag of moet eten. Ja moet, het voelt soms wel als heel veel. We zijn nu een week of zes/zeven bezig en gaat erg goed! Ik ben inmiddels 5kg kwijt, ik durf te zeggen dat mijn bloedsuikerspiegel stabiel is. Ik voel me fit en ik barst van de energie. Ik heb geen honger, met feestjes is het echt wel opletten en ik weet inmiddels ook waar mijn valkuilen liggen. De terugweg van vakantie vond ik een ramp. En weet je waarom, dan zit je in de auto en heb je niks te doen. Ik heb vroeger een jaar of 9 gerookt, ieder loos momentje werd opgevuld met een sigaret. Toen ik stopte, waren het ook die momentjes waar ik moeite mee had. Wat resulteerde in dat ik gewoon niet meer stil ging zitten. Later vulde ik deze momenten op met koffie drinken en eten/snaaien. Koffie drink ik ook al een tijd niet meer, en dus bleef alleen het snaaien over. Ik hoor anderen die van eten houden, moeite hebben om geen tweede bord op te scheppen. Dat ken ik dus helemaal niet. Mij maak je niet blij met eten. Uit eten gaan, doe ik voor anderen. Maar ja, die loze momenten dus. Ik heb de terugweg overleefd zonder snaaien, dus het zal vast goedkomen. We hebben inmiddels de tweede bijeenkomst gehad en daarbij werd ook duidelijk dat ik 10cm kwijt ben bij mijn buik en evenredig ben afgevallen bij mijn armen, borst, benen en heupen. Ik kreeg als opdracht mee om wel echt het aantal calorieën wat moet, te gaan eten. De tip om dagelijks een eiwit shake te nemen. En ik werd geconfronteerd met waar ik al bang voor was, of eigenlijk al wist: rust! “Als je sneller wil gaan met alles, zul je meer rust moeten nemen”. En dat blijft een puzzel! Momenteel heb ik geen vaste rustdag meer in de week, elke dag heb ik wel iets en regelmatig ook wel meerdere trainingen op een dag. En nou wil ik zeggen: mijn lijf kan het prima aan. Maar dat is ook niet helemaal waar. Mijn kuiten voelen regelmatig stijf, gespannen en er zit een soort diepe spierpijn in. Wel een teken dat ik op de grens balanceer… maar ja, rust? Ik vind de trainingen bij de bootcamp erg leuk, bij de survival wil ik veel (techniek) leren en het is ook handig om met de trainingen die ik geef, zelf mee te doen. Daar komt nog bij dat ik voor Deventer eigenlijk mijn loopkilometers moet uitbreiden. Maar ja, hoe? Ik ben dit traject ook aan gegaan om het maximale eruit te halen en dus vind ik wel dat ik er iets mee moet. Het wordt een grote puzzel, maar wekelijks een rustmoment wordt er vanaf nu bij ingepland.

Met alles wat ik onderneem, merk ik dat ik vooruit ga. Korte stukjes lopen, gaan regelmatig sneller. Ik wordt sterker, ik merk vooruitgang met de pullup. En met de burpees en lunges dus. Bij de survival lukt steeds meer. Ik klim in de hoogste touwen, durf de bandenswingover alleen, de monkeybars lukken achter elkaar. Bij de laatste run, lukte het net onderlangs. En vandaag heb ik wederom mijn grenzen verlegd; de borstwaartsom lukte, ik kwam boven bij de wall (gelukkig dat ik wat sterker ben in mijn armen;-) en ik kwam bij de triangels tot halverwege. Ik heb het eten goed op de rit. En bovenal ik: ik voel me fit en energiek!

De komende weken staat het sporten met mijn kinderen centraal. Samen met Felix en mensen uit de loopgroep, loop ik de 7,6km bij de Bommelasloop. Met Willem en Felix doe ik mee met een 5uurs adventure race. En met Vera, Midas en Felix doe ik mee met een survivalrun. En weet je, misschien moet dat wel het uiteindelijke doel zijn van alles: dit samen met je kinderen kunnen doen. Dat is pas echt genieten!

Lieve groet, Cobie

Ps en de titel; bij de hyrox kreeg ik een armbandje van iemand met deze tekst. Te mooi om goed te onthouden!

“Als je denkt dat je niet meer kan, zit je nog maar op 40 procent”- kamp van Koningsbrugge

Bij ons thuis kijken we Kamp van Koningsbrugge. Mijn oudste beide zonen zijn echt fan en de bovengenoemde uitspraak komt dan ook met regelmaat voorbij. Laat ik het zo zeggen: aanstellen wordt niet meer getolereerd 😉 Al is dat natuurlijk wel net hoe het uitkomt…

Het mentale stuk is bij sporten vaak zo belangrijk. Regelmatig heb ik het er met lopers van de groep over. Het ene moment doet het lichaam niet wat je wil; pijntjes, het tempo is laag, vermoeid, wat ziekjes of een blessure. En vaak is het moeilijk de vinger er precies op te leggen hoe het komt. Het andere moment loop je de sterren van de hemel, je loopt verder dan ooit, sneller, vaker of je kan die ene persoon die steeds net voor je loopt, bijhouden. En ook dan blijft het gissen hoe dit nu ineens kan. Ik weet zeker dat het mentale stuk hier een grote rol in speelt! Hoe zijn je gedachten? Hoe kijk je aan tegen de training? Hoe denk je over jezelf? Het is zo belangrijk dat je gedachten en gevoelens positief zijn. En dat je bereid bent om dat te doen wat nodig is. En soms is het nodig dat je gedachten om kan zetten van negatief naar positief. Hardlopen, en ik denk ook heel veel andere sporten, is voor voor een groot gedeelte mentaal. Het succes wordt in je hoofd bepaald.

En hoe is dat dan in de praktijk? Vaak is het makkelijker gezegd dan gedaan. Het ene moment lukt het om een knop om te zetten, weet je hoe je dat kan doen. En het andere moment krijg je het niet voor elkaar. En weet je, het is goed, ook dat hoort bij het sporten en moet je soms gewoon accepteren. Ook al is het absoluut niet leuk. En soms gaat het in periodes. Loop je een periode heerlijk, makkelijk en kun je de wereld aan. En een andere periode blijft het zwoegen, hoe hard je ook je best doet.

Blijf bij je plan, houd je doel voor ogen. Weet waar je het voor doet. En weet ook dat het weer beter zal gaan.

Wat ik hier omschrijf, zie ik terug bij de lopers uit mijn loopgroep. De euforie als er stappen worden gemaakt. Als het lukt, als alles op zijn plek valt. Het doel wordt gehaald. En de moed die in de schoenen zakt als het even niet lekker gaat. De vraag die wordt gesteld: hoe kan dat nou. En het antwoord wat vaak ergens in het midden blijft. Hoe frustrerend ook, het hoort erbij. Het is onderdeel van het lopen, onderdeel van het sporten.

En natuurlijk loop ik er zelf ook regelmatig tegen aan. Ik heb geen geduld. En dat breekt me vaak op, ook met het sporten. Ik kan keihard trainen, wil ook keihard trainen voor mijn doelen. Maar ergens verwacht ik dan ook succes. En snel ook. En hoe frustrerend is het als dat succes niet (meteen) komt. Balen van een training die niet lekker gaat. Ik ga alles waar het aan zou kunnen liggen, analyseren. Ik wil er van leren voor een volgende keer. Ik heb het sporten nu wat omgegooid, survivaltraining erbij, power hour bij de bootcamp en een iets andere weekindeling. Rationeel weet ik dat mijn lichaam er aan moeten wennen, fysiek en ook mentaal. Maar toch, wat knaagt het dan dat ik met de survivaltraining maar kleine stapjes zet en het meeste nog lang niet kan. En wat is het vervelend als mijn lijf tegensputtert, omdat het moe is, omdat het moet wennen. Mijn reactie opdat alles nog niet gaat zoals ik graag wil, is nog harder trainen. Werken aan wat nog niet goed gaat. Terwijl er ergens op een gegeven moment toch dat stemmetje wel komt en me vertelt dat het komt, dat dit erbij hoort. En natuurlijk zijn daar ook de mensen om me heen. De mensen die me kennen, die me zien vechten. Die weten wat ik altijd tegen anderen zeg. En zij zeggen datzelfde nu tegen mij. Het hoort erbij, het is onderdeel van het sporten. Houd je doel voor ogen. Weet waar je het voor doet!

En dus leg ik me neer bij de training die niet lekker gaat, ben ik blij met iedere kleine stap die ik zet bij de survival, accepteer ik de frustratie en ook de vermoeidheid die zo logisch is. Zet samen met mijn zonen een nieuwe aflevering van Kamp van Koningsbrugge aan. En zie hoe heldhaftig de deelnemers doorgaan tot 100 procent. Of hoe ook zij wel tegen hun mentale en fysieke grenzen aanlopen.

Lieve groet, Cobie

Ga je mee naar buiten je comfortzone?

De afgelopen tijd begeef ik me weer eens vaak buiten mijn comfortzone. Ik heb doelen, plannen en als ik me iets bedenk, dan ga ik er vol voor. Ook als dat inhoudt dat het spannend is. Dat het dus buiten mijn comfortzone ligt. Uit het verleden weet ik dat het me veel oplevert, doen wat je leuk lijkt en je niet laten weerhouden door angst.

Zo is Running Miracle ontstaan! Ik hielp twee vriendinnen met opbouwen en wilde eigenlijk wel meer. De ene vriendin gaf aan dat ik een bedrijf moest starten, het professioneel aanpakken. Ik zag alleen maar beren op de weg. Gelukkig was zij er om me te helpen en wist ook mijn man de beren wel aan de kant te zetten. Een bedrijf benaderde me met de vraag of ik trainingen voor hun wilde verzorgen. Ik riep altijd dat ik nooit trainingen zou gaan geven. Alle cursussen en workshops die op mijn werk gegeven moesten worden, wist ik handig te omzeilen. Maar ja nu deze vraag.. als ik wat wilde.. Impulsief zei ik ja. Wat vond ik het eng! Ik had geen idee, geen idee van alles. Buikpijn, misselijk, wat voelde ik me beroerd toen ik naar de eerste training reed. En toch heb ik het gedaan! Ik schreef me in bij de kamer van koophandel en zo ontstond stapje voor stapje Running Miracle. En spijt van al die stappen buiten mijn comfortzone? Nee nooit!! Het heeft me zo ontzettend veel gebracht!

Dan was er het terugkomen op de marathon, de mudmasters marathon, de ultimate warrior 57km, de wampex. Allemaal evenementen waarbij ik ook wel een stap (of meer) buiten mijn comfortzone moest zetten. En allemaal staan ze op het lijstje van wat gaaf, wat goed dat ik het gedaan heb. En dat deed me beseffen dat je vaak echt blij wordt als je dat doet wat je graag wilt, ook al is het heel eng!

Dat beseffende maakte ik nieuwe plannen; de hyrox, survival(trainingen), werken aan hardloopsnelheid, wedstrijden om snel te lopen en een lange ultra run. En als ik aan deze doelen denk, dan voel ik de spanning in mijn lijf.

Ik stel mezelf vragen als: kan ik dat wel? Heb ik wel genoeg tijd? Train ik wel goed genoeg? En soms dan weet ik het zeker: het lukt nooit! Het is onbegonnen werk! Je bent weer eens overmoedig! Of je bent knettergek met al je plannen!

Maar weet je wat ik me laatst bedacht, alles valt of staat met je veilig voelen. Grote doelen deel je op in kleine stappen. En als je het alleen niet overziet, dan zijn daar de mensen om je heen om je te helpen. Bij de trainingen die je doet, laat je een bepaalde kwetsbaarheid zien. Je geeft impliciet of expliciet aan waar je grens ligt. Soms zijn onderdelen eng om te doen, om te leren. En dan is het belangrijk dat je je veilig voelt. Veilig om je te laten zien, veilig om je te laten helpen. Soms zul je je bekeken voelen. Of veroordeeld. En ook dan is het fijn als je dat om kan zetten in een gevoel van veiligheid. Door je veilig te voelen, durf je jezelf te laten zien. Laat je anderen toe. Kun je geholpen worden. Ga je in je kracht staan, ga je stralen. En krijg je vertrouwen. En weet je, als je buiten je comfortzone wilt stappen, is dat zo belangrijk. Belangrijk dat je er vertrouwen in hebt. Belangrijk dat je je veilig voelt. Want buiten je comfortzone is zo veel moois te vinden! Ga je mee naar buiten je comfortzone?

Lieve groet, Cobie

“Hard work and training. There’s no secret formula”- Ronnie Coleman

Spierpijn, vermoeidheid, zere handen, frustratie. Allemaal deze week. Maar ook plannen, doelen, kriebels in mijn buik. En zo veel zin! Terwijl ik bij de zwemtraining van mijn dochter wacht, zet ik de evenementen waarvoor ik me heb ingeschreven vast in mijn garmin agenda. Dat zijn er 9. Een paar trainingsloopjes, een paar fun runs, een survivalrun, vooral om mijn zoon te kunnen helpen en twee uitdagingen voor mezelf. De 42 km strong viking in april. En het 12uursfestijn van Deventer in juli. De agenda geeft ook meteen aan dat het nog 12 weken is tot de strong viking. Ik slik een keer, shit, dat betekent dat ik nu toch echt serieus moet gaan trainen. Ik heb de afspraak met mezelf gemaakt om er ook echt goed voorbereid te staan. En dus rest me niets anders dan hard te gaan trainen, veel ook. En vooral die stukken waar ik me eerder tekort voelde komen, aan te gaan. En ik hoef vast niet uit te leggen dat dat ook de onderdelen zijn, die moeizaam gaan. Die niet altijd leuk zijn. Of absoluut niet leuk zijn. Die frustratie opleveren. En die pijn doen. Maar ja, die kriebel in mijn buik wint het. En dus tijd om het aan te gaan…

Drie dagen gigantische spierpijn na de hyrox, ik hield de muren vast als ik op de wc ging zitten. Maar wat voelde ik me goed, trots, blij, tevreden. Ik gebruikte de trainingen van maandag voor mezelf als hersteltrainingen. Woensdag was de spierpijn verdwenen en dus weer tijd om serieus te gaan trainen. Een uur bootcamp en een uur boksen. Grappige discussies over burpees en een motivatiedip, die ik toch verloor. En wat resulteerde in tig burpees. Als ik mijn zwaktes wil verbeteren, zal ik ze toch moeten oefenen de komende tijd (daarover later meer). In beide lessen zaten pittige buikspieroefeningen wat er voor zorgde dat ik donderdag, na de spierpijn in mijn benen, behoorlijk spierpijn in mijn buik had. Donderdag ochtend een uurtje intuïtief hardlopen en ’s avonds weer bootcamp. Door de spierpijn werd me een alternatief geboden voor de 100 v-situps, maar ja ook iets met eigenwijs zijn. Verder stonden nu de pull ups centraal. Het ging om de juiste techniek en dus kreeg ik tig elastieken. Ik gaf nog aan dat ik er weinig van voelde en me afvroeg of het zo wel effect had. Daar kom ik achteraf op terug. De spierpijn in mijn buik was vrijdag nog erger en nu had ik er ook hele zware, moe-e armen, schouders en een rug bij. Toch ging de sprint interval ’s avonds erg goed en was het geen reden om dat als excuus te gebruiken. Ik blijf het verschrikkelijk vinden, al bij de eerste serie denk ik dat ik beter kan stoppen. We liepen 4 series en de voldoening naderhand was groot. Zaterdag begon de dag vroeg, mijn jongste zoon was jarig. En ik voelde me belabberd. Net ongesteld geworden, hoofdpijn, moe en mijn spieren voelden alles behalve soepel. Ik weet dat deze dagen er ook bij horen, dat ik me niet beter voel als ik niks doe en dat frisse lucht en beweging soms wonderen doen. En dus een paracetamol en mee naar de survival van mijn kids. En dit was dus het stuk frustratie. Mijn armen wilden echt niet, ze waren zo op. Ik krijg niet voor elkaar wat ik wil, ik durf sommige dingen niet en ik merk dat ik me bekeken en beoordeeld voel. Waarschijnlijk komt dit, omdat ik niet aan mijn eigen verwachtingen kan voldoen. Ik wil beter worden en dus zit er niks anders op dan het aan te gaan. Accepteren dat mijn armen niet meewerkten en wat andere oefeningen doen. Naderhand zijn mijn armen helemaal op en doen mijn handen zeer, het wordt ooit vast makkelijker. Vanmorgen voelde het wederom vroeg. Lopend naar de bootcamp met Afra, we motiveren elkaar om te lopen. Veel afwisseling in de bootcamp. Ik doe de broadjumps serieus, omdat ik daar progressie wil boeken (al een idee waarover later meer?). En als we kunnen kiezen uit buikspieroefeningen, kies ik de hanging leg raises. Mijn vermoeide armen vinden hat zwaar, maar het lukt wel. En dit gaat me vast helpen bij survival en de obstacle runs. Na tig push ups en een muzieknummer met hoge en lage plank, zijn mijn armen wel echt weer op. We hebben nog met een loopmaatje afgesproken voor een rondje Lonnekerberg. We besluiten voor 5km te gaan en een lift terug te vragen. Eigenlijk had ik de kilometers wel kunnen gebruiken, het voelt als de makkelijke weg kiezen. Ik spreek met mezelf af om volgende week meer te lopen en mijn grenzen ook daarmee weer op te zoeken. Voor nu genoeg spierpijn, vermoeidheid, zere handen en frustratie.

Eigenlijk zou ik een trainingsplan moeten maken. Over 12 weken moet ik 42km lopen en meer dan 100 obstakels overwinnen binnen 7,5uur. Eind juli loop ik 12 uur lang rondjes van 1,3km op een wielerbaan. Maar… ik weet het eigenlijk niet zo goed. In de voorbereidingstijd staat al zo veel vast. Staat al zo veel wat ik leuk vind en niet wil missen. En is al zo veel ruimte om mijn zwaktes aan te pakken. En dus besluit ik het voor nu maar even zo te laten. Ik ga de komende tijd de duur van het sporten weer uitbreiden, dat hielp me eerder ook. En ik zal een paar lange duurlopen doen.

Toch voelt nog niet alles compleet, het voelt nog niet zoals ik het graag wil, de puzzel is nog niet compleet. Ik scroll over social media en zie een kaartje aangeboden voor de hyrox, woman open op 7 april. Ik noemde dat het eenmalig was, kwam er al iets op terug. Als mensen me vragen of ik meedoe in Rotterdam, reageer ik ontkennend. Toch knaagt er iets. En nu zie ik dit kaartje… Waarschijnlijk is het niet verstandig met het oog op de strong viking twee weken later. Het wordt een puzzel om er te komen. Een puzzel om het thuis te regelen. Mijn man vindt de kosten een probleem (vooral als ik alles van elke keer bij elkaar optel). En noemt iets over als ik nou eens geen chocolade koop tot april (ga maar niet vragen hoeveel chocolade ik voor mezelf koop, zelfs mijn kinderen schrokken ervan)… Deal! En dus ben ik met iemand aan het overleggen of we het kaartje kunnen overzetten. En kan ik verder met mijn gehate burpee broadjumps oefenen.

Spierpijn, vermoeidheid, zere handen, frustratie. En heel veel kriebels in mijn buik!!!

Lieve groet, Cobie

Hyrox, wat een ervaring!

Afgelopen zomer trainde ik vrijwel dagelijks. Een trainer hielp me met trainingen bedenken. Bij een van de laatste trainingen noemde hij dat het gebaseerd was op Hyrox. Ik vond het een heerlijke training en dus was mijn nieuwsgierigheid geprikkeld. Ik zocht er op internet van alles over op. En tot mijn grote vreugde zag ik, net nadat ik de finish was gepasseerd van de Ultimate Warrior, dat ik een ticket had gewonnen voor de Hyrox women open in Maastricht.

Van specifiek trainen kwam eigenlijk weinig terecht. Van de acht krachtoefeningen, had ik er vier nog nooit gedaan. En natuurlijk had ik ergens wat kunnen regelen om het te proberen, maar om eerlijk te zijn had ik weinig zin om een sportschool in te duiken. Ik besloot om maar te vertrouwen op mijn fitheid. Ik won wat laatste informatie in bij mensen van de bootcamp die er meer van wisten of zelf hadden mee gedaan in Amsterdam.

En gisteren was dan echt de dag! Ik vond het erg spannend. Ik heb meermaals gedacht; ik kan ook gewoon niet gaan. Toch was de nieuwsgierigheid groter. Mijn gezin ging mee en we hebben er eerst een gezellige middag in het prachtige Maastricht van gemaakt. Op de namiddag arriveerden we in het MECC.

Wat een happening! In de eerste hal was het redelijk rustig. Er liepen veel mensen die al mee hadden gedaan of nog mee gingen doen. Ik registreerde mij en kocht een shirt als aandenken aan deze ervaring. We gingen de hal binnen waar de Hyrox plaatsvond. Ik keek mijn ogen uit! De kids raakten overspoeld door alle prikkels en wilden het liefst de hal meteen weer uit. Keiharde muziek, een omroeper die de namen van de gefinishte deelnemers opnoemde, veel sporters die bezig waren met hun race en supporters die de longen uit hun lijf schreeuwden. Ik wilde me verdiepen in alles, kijken waar alles was en vooral ook kijken bij de onderdelen die ik niet kende om een soort van tactiek te bedenken. We liepen met de kinderen weer terug naar de eerste hal en lieten de jongens met hun schermpjes daar achter toen ik richting start vertrok. Peter en Vera zouden me overal volgen.

In de warming-up zone, probeerde ik de ski erg een paar keer en voelde ik aan beide sleetjes voor het gewicht, ik had er wel vertrouwen in. Om zes uur mocht ik me melden in het startvak. Daar kregen we een soort van oppeppende video te zien en werd afgeteld, dit alles met lichten en veel geluiden erbij. En toen werden de laatste 10 seconden afgeteld en mochten we starten. Eerst 3,5ronde hardlopen. Niet te hard, had ik me voorgenomen. Maar doordat het overdekt was, had ik weinig aan de gps van mijn horloge en kon ik geen afstand of tempo zien. Op gevoel dus maar, doorlopen maar niet te diep. De droge lucht voelde niet fijn met ademhalen. Gelukkig stonden Peter en Vera er om me aan te moedigen, wat voelde dit goed!

Na de eerste rondjes liep ik naar binnen en meldde ik me bij ski-erg. Ik had gemerkt dat ik hem bij het naar boven laten gaan, even door moest laten gaan, dan pakte hij flink wat meters extra. Het ging me goed af, kostte weinig energie en was voor mijn gevoel redelijk snel klaar met de kilometer.

De kilometer lopen daarna ging lekker, 3 rondjes dus als ieder rondje binnen de 2 minuten ging, zat ik goed. Dat lukte en hierna volgde de sled push. Ik zocht mijn supporters, maar zag ze niet. Peter had me vooraf de tip gegeven om redelijk laag te duwen en te zorgen dat ik de punten niet in het tapijt zou duwen. Van iemand anders had ik gehoord dat hij met dit onderdeel veel energie had verspild. Ik vond het lastig hoe ik mijn armen/handen moest plaatsen, maar duwde de slee redelijk makkelijk en snel vooruit. Het was 4x 12,5 meter. Na iedere baan stopte ik heel even om me op te laden en ging ik weer door. Dit onderdeel ging mooi.

De kilometer lopen daarna ook, ik kon veel mensen met lopen inhalen. Dat blijft toch mijn beste onderdeel. Bij de sled pull stonden Peter en Vera er weer. Vera bleef me maar aanmoedigen, zo lief! Ook dit was 4 banen. Bij de eerste kwam ik wat in gevecht met het touw dat naast me lag. Dat ging daarna beter. Ik liep steeds het stukje naar achteren wat mocht en trok daarna nog wat door. Ik merkte dat dat laatste weinig deed en relatief veel energie kostte. Voor mijn gevoel ging deze ook snel en redelijk makkelijk. Peter had nog wel de nodige feedback als lager zitten, het touw verder naar voren pakken en het touw strak houden.

Het hardlopen zat nog steeds onder de 6min/km. En nu kwam ik bij het meeste gevreesde onderdeel; burpee broadjump. Ik had gelezen dat mensen die de eerste keer meededen er soms wel 10 minuten over deden, daar wilde ik binnen blijven. Al na de eerste burpees en sprongen merkte ik hoe verschrikkelijk het was. 80 Meter! Wie bedenkt dat? Na iedere paar burpees stopte ik, dit was echt de hel. Ik keek achterom en was nog niet op de helft van de eerste van 2 banen. De moed zonk me in de schoenen. Ik haalde het keerpunt. Ik heb daar denk ik wel een paar minuten stilgestaan. Op adem komen en me opladen. Een andere vrouw was bijna net zo wanhopig en vroeg me: “wat doen we? Gaan we door?” Mijn antwoord was dat we wel zouden moeten. Halverwege de tweede baan stond mijn support, strategisch, omdat ze wisten dat ik ze daar heel hard nodig zou hebben. Ik voelde me kotsmisselijk. En besloot bij het naar benden gaan mijn benen maar naar achter te stappen. De laatste meters gingen ook in gedeeltes. De jury die op het einde stond riep me iets bemoedigends toe, hij heeft natuurlijk mijn hele strijd en wanhoop gezien. 12.20 Minuut was uiteindelijk die tijd die ik erover deed, nog veel langer dan die 10 minuten en het voelde nog veel langer.

Gelukkig ging het lopen daarna weer erg goed. En was ook de roeimachine leuk! Van tactiek had ik geen enkel idee. Er liep een fotograaf langs waar ik naar lachte en ik trok gekken bekken naar Peter en Vera die een eind achter me stonden. Ik haalde de kilometer snel en makkelijk. Toen ik opstond voelde ik wat een impact dit had op mijn benen. Een scheidsrechter bleef maar wijzen en ik had werkelijk geen idee. Ik moest de andere uitgang hebben.

Het lopen ging nog steeds binnen 6min/km. En ik kwam aan bij mijn favoriete onderdeel; farmers carry. Lopen met twee kettlebells van 16 kilo. Ik had vooraf een grote mond gehad over wat voor appeltje eitje dit is, dus stoppen en ze neerzetten, was geen optie. Ze voelden de laatste meters wel vrij zwaar. Het lukte!

Het lopen kwam nu voor het eerst net boven de 6min/km, maar dat mocht in dit stadium ook wel. Keihard gejuich en gejoel ineens, dat was de start van de men doubles pro. Kleerkasten waarvan de meesten zonder shirt liepen, dat verklaart veel. Ik kwam nu bij het onderdeel sandbag lunges, met 10 kilo. Dit vreesde ik ook wel enigszins. 100 Meter waarbij je knie bij iedere lunge de grond moet raken en je de zandzak niet neer mag leggen. Ik hoorde iemand roepen: “niet te ver vooruit kijken.” En zo besloot ik het ook maar aan te pakken. Soms stapte ik even door, soms zette ik mijn voet bij. Het was zwaar als verwacht. Halverwege stond Vera weer aan te moedigen, maakte Peter foto’s en hadden Midas en Felix zich ook bij hun gevoegd. De zak begon zwaarder te voelen, doorstappen dus. Na de streep gooide ik de zak op de stapel en voelde ik hoe vol mijn benen waren gelopen.

De eerste ronde lopen ging nu wel echt langzaam. Het vervelende gevoel verdween gestaag, waardoor ik de andere beide rondes wel weer wat harder kon en de laatste kilometer net boven de 7 minuten uitkwam. Het laatste onderdeel; de wallballs. Waarbij ik de diepte van de squat vreesde en weet dat ik er niet heel veel achter elkaar kan doen. De tweede en de derde werden al niet geteld, omdat de squat niet voldeed. De scheidsrechter pakte er een krukje bij: “probeer dit krukje met je billen met iedere squat te raken”. Dat werkte! Waar de bal het eerste stuk heel licht voelde, kon ik hem het laatste stuk amper omhoog gooien. Mijn armen begonnen echt te weigeren. Ik deed de wallballs per 5 en de laatste 10 in een keer.

Ik bedankte de scheidsrechter en rende naar de finish. Wat een ervaring! Mijn naam werd omgeroepen, er werden foto’s gemaakt. Het was een soort podium. Oh wat voelde dit goed! Aan de zijkanten lagen mensen die helemaal uitgeteld waren. Ik voelde me zo goed, zo sterk! Ik kreeg de badge en er werd nog een foto gemaakt. Ik nam een stukje appel en pakte een bekertje water. En pas toen voelde ik hoe ontzettend op ik was. Ik kon het bekertje amper vasthouden, alles trilde. Mijn armen, mijn handen, maar ook mijn benen en ook alle andere spieren waren aan het protesteren. Ik zocht mijn gezin en we liepen terug naar voorste hal. We sloten de dag gezellig met elkaar af en waren nog voor middernacht weer thuis.

Wat een ervaring! Eigenlijk alles precies tegenovergesteld van waar ik van hou, van waar mijn hart ligt. Terwijl we wegliepen, zei ik dat het eenmalig was. Die burpees nog voelende in mijn lijf. Nu een dag later, genietende van een immense spierpijn, zie ik toch wel verbeterpunten. En verandert dat eenmalig al in wie weet, ooit..

Lieve groet, Cobie

Weerstand

Ken je dat gevoel? Ergens tegenaan hikken. Je wilt iets doen, moet iets doen, gaat iets doen, maar het gaat niet van harte. Er zit weerstand. Soms weet je precies waar het zit, waarom of waarin. En soms niet, dan voel je het in je lichaam, maar kun je er niet de vinger op leggen. En is het erg weerstand? Moet je dat wat weerstand op roept vermijden? Of moet je er soms juist dwars doorheen gaan, omdat je weet dat het je wat op kan leveren?

Ik had enige tijd geleden met mezelf afgesproken om alleen nog dat te gaan doen waar ik blij van word, wat goed voelt. Maar ja, dan komen er doelen, wil je verder en realiseer je je dat je daar soms ook wat voor moet doen. Wat spannend is, niet leuk is. Waarbij je uit je comfortzone gaat. En waarbij je dus door de weerstand gaat.

Na vorig jaar durf ik wel te zeggen dat ik verliefd ben geworden op obstacle running. Daar word ik blij van, krijg ik die kriebel van in mijn buik. Ik ben een beginneling, maar ik wil zo graag verder. En dus zal ik daar wat voor moeten doen.

Mijn grootste tekortkoming zit in de techniek, ik mis de skills die nodig zijn om alle hindernissen te halen. Wekelijks zie ik mijn middelste twee kids vooruitgang boeken bij de survival en zie ik ze steeds makkelijker ook moeilijke hindernissen proberen en halen. En nadat de trainers meermaals hadden gezegd dat ik wel tegelijk/mee kan trainen met de jeugd, besloot ik toch maar op dat aanbod in te gaan. Daar waar ik met hardlopen en bootcamp redelijk mee kan komen, sta ik hier echt helemaal aan het begin. En dat maakt dat ik het erg spannend vind. Ik voel me snel bekeken, ben bang dat het niet lukt. Ik bedenk van alles. Feit blijft dat ik het graag beter wil kunnen en dus zit er niets anders op dan daar voor te gaan trainen. En dus trainde ik gisteren voor het eerst echt mee met de jeugd. Ik heb met mezelf afgesproken om al mijn eigen verwachtingen los te laten en er gewoon stapje voor stapje voor te gaan. En wat was het leuk!! Ik heb er ontzettend van genoten en verheug me nu al op de volgende training. De kids wilden graag helpen en me van alles leren, tips van de trainers gekregen. En vooral veel plezier gemaakt. De trainingen van de volwassenen komen voor onze familieplanning erg onhandig uit, ik ben dus blij dat ik tegelijk met mijn kids kan trainen. Al ben ik wel van plan om zo nu en dan een keer een training met de volwassenen mee te doen, maar ik hoef vast niet te vertellen dat ik dat helemaal spannend vind..

Daarnaast hoop ik (weer) wat sneller te worden met hardlopen. En daar zul je tempotrainingen voor moeten doen; interval, tempoduurlopen en wedstrijdjes. En je kan vast wel raden waar mijn weerstand zit. Ik vind het heerlijk om lang te zwerven, geen tijdsdruk, geen longen die uit je lijf knappen, geen verzuurde benen, geen pijn. En nu wil het zo zijn dat mijn loopmaatje precies van het tegenovergestelde houdt, als waar ik van hou. En dus hebben we een soort van afspraak gemaakt om elkaar te helpen. Zij traint voor de halve, ik leg focus op snelheid. Perfect toch? Maar ja, die weerstand he… We hebben ons samen ingeschreven voor de Wooldereslopen; 4x in 3 maanden tijd een wedstrijd. Wij hebben gekozen voor de 5,1km, dit om ons basistempo te verhogen. En vandaag was de eerste. Ik voelde me gisteravond niet fit, mijn buik rommelde en ik viel op de bank in slaap. De afgelopen week veel te veel gedaan, maar er heerst ook van alles. Vanochtend voelde ik mijn buik nog en ook had ik het idee wat benauwd te zijn en dan komt het inwendige gesprek met jezelf. Ik wist wel zeker dat er niks aan de hand was en kreeg door dat het benauwde gevoel, spierpijn van de borstspieren was, maar toch.. Mijn loopmaatje heeft veel spanning bij wedstrijden en gebruikt deze loopjes om daar van af te komen. We gingen dus in gespannen staat naar de wedstrijd. We hadden afgesproken om niet samen te lopen, zij is iets sneller dan dat ik ben. Ik wilde snel starten, zij rustig en zodoende liepen we een stukje uit elkaar. Ik startte zoals altijd te snel, zat onder de 5min/km het eerste stuk, de eerste km ging in 5.09. De tweede kon ik nog redelijk doorlopen en toen vond ik het echt niet leuk meer. Bleek dat we ook nog twee keer hetzelfde rondje moesten lopen. Wat heb ik lopen klagen in mezelf. Het tempo zakte wat, maar ik kon mezelf wel blijven pushen. Zo rond kilometer 3,5 haalde mijn loopmaatje mij in. Ik wilde perse niet wandelen, dus stond ik mezelf toe om het tempo iets te laten zakken. Dit werd rond de 5.45min/km. Maar wat een inwendig gevecht! Het laatste stuk liep een meisje voor me die er doorheen zat. Het was nog best een stukje, toch kon ik mezelf streng toespreken en opleggen dat ik haar zeker voorbij moest. Dat lukte en dat heeft me het laatste stuk ook geholpen. Mijn tijd 27.43, langzamer dan ik hoopte. Toch voelde ik me ontzettend voldaan na de finish. Samen met mijn loopmaatje erg blij.

Mentaal komt er ook een stuk bij. 13 Jaar geleden liep ik hier met mijn loopmaatje 4x de 10km. Dit op aanraden van hem en van de trainer. Ik vond het verschrikkelijk! Maar ook onder het mom van: “het is goed voor je en alles voor de basis”. Ik liep toen de tijden die ik wilde, werd zelfs tweede overall in mijn categorie. Maar ik voel het gevecht wat ik toen van kilometer 6 tm 9 voerde, nog steeds. Nu is mijn loopmaatje er niet meer. Hij heeft de laatste jaren van zijn leven in dat gebied gewoond en we hadden daar altijd nog een keer samen zullen lopen..

En dus zit er weerstand. Naderhand veel wijze woorden van loopmaatjes die me aan het denken zetten. Iets in de trend van je zegt dat je dit niet leuk vindt, maar dat vind je wel. Je vindt het einddoel leuker als je een betere tijd loopt, je doet het voor het eindresultaat. En ook met het oog op het trainen dat ik er ook voor moet zorgen dat ik mezelf uit blijf dagen en niet alleen maar “makkelijk” meeloop in het langzamere tempo van een ander.

En dus levert een weekend als dit, een weekend vol weerstand, me veel lessen op. Lessen waar ik naar op zoek ben, want ik wil graag verder. En weet je, dat maakt me heel blij! Ik kijk vooruit en krijg overal nog veel meer zin in. Ik weet dat ik overal straks voorbereid zal staan. Dat ik m’n best heb gedaan om er alles uit te halen. Dat ik zelfvertrouwen voel en dat ik er dan volop van kan genieten. En dat ik met een lach terugdenk aan de weerstand: “zo erg was het nou toch ook niet?”

Oh ja en volgende week, ook daar zit wel weerstand; de hyrox. 8 Keer een kilometer hardlopen in een overdekte hal in Maastricht, afgewisseld met ski- erg, sled push, sled pull, burpee broad jumps, roeien, farmer carry, sandbag lunges en wall balls. De helft van de oefeningen ken ik niet, ik ben goed in veel te hard starten en ik vind de trainingen die ik hiervoor heb gedaan, loodzwaar… dus weerstand, kom maar op! Ik zal een volgende blog schrijven over nieuwsgierig zijn, want dat ben ik ook! En dat wint het van weerstand 😉

Waar zit jouw weerstand?

Lieve groet, Cobie

“The best and most beautiful things in the world cannot be seen or even touched, they must be felt with the heart”- Helen Keller

2023, Je was fantastisch! Ik heb mezelf weer gevonden, mijn passies. En ik kan oprecht zeggen; ik ben waar ik lange tijd heb willen zijn!

Het jaar begon rustig, trainen, veel kilometers maken. Ik had een doel in april. Met een grote ploeg van de loopgroep deden we mee met de Urban night trail in Hengelo. Om kilometers te maken liep ik er samen met een loopmaatje naar toe en liepen we naderhand ook weer terug. Het was een feestje! Gezellig met elkaar, een gave loop!

Zo rond de voorjaarsvakantie werd ik ziek, ik had het flink te pakken. En ook al ontkende ik het op dat moment, het had zijn sporen achter gelaten. Daar kwam bij dat ik me moeilijk kon motiveren voor lange duurlopen. Ik plakte bootcamptrainingen aan het hardlopen en hield mezelf voor, dat ik, met veel tijd achter elkaar sporten, die marathon wel zou halen. Natuurlijk was het weinig specifiek trainen zo. Door het ziek zijn liet ik de enige lange wedstrijd die ik in de voorbereiding had staan, schieten. En stiekem vond ik dat niet erg, ik wist dat ik helemaal niet klaar was voor die wedstrijd. Maar de marathon in mijn eigen stad, wilde ik toch echt wel gaan lopen! Ik besloot doelen los te laten en gewoon voor uitlopen te gaan, de beleving, het plezier van het evenement. Tot ik een week voor de wedstrijd zag dat er een tijdslimiet was van vijf uur. 7 Minuten de kilometer, dat zou lastig worden met relaxed lopen en zo nu en dan wat wandelen. En dus ontstond het meest discutabele plan. Ik zou gewoon snel starten, kijken hoe ver ik zou komen en dan de rest van de weg afzien en doorgaan. En dat werkte! Ik liep de eerste 10km sneller dan ik in tijden had gedaan. Het verbaast vast niemand dat het rond de 15km al zwaar werd en dat ik rond de halve al regelmatig even wandelde. Het maakte niet uit, het lukte me om hem op deze manier binnen de tijdslimiet uit te lopen. En nadat ik mezelf aan de situatie overgaf, heb ik ontzettend kunnen genieten van alles. Het voelde echt als het begin van het terugkomen. Het stuk wat ik over het hoofd had gezien, waren de emoties die erbij kwamen kijken. Ik miste mijn loopmaatje enorm! Ik ging met een brok in mijn keel naar de start. Slikte tranen weg bij het zien van en knuffelen met zijn vriendin onderweg. En ik viel na afloop huilend in de armen van mijn man. Deze marathon was een zware eerste stap terug, maar het moest ook zo zijn. Het was te midden van zo veel mensen die ik liefheb. Zo veel mensen liepen mee, letterlijk en figuurlijk. En ook naderhand heb ik het met zo veel mensen kunnen delen.

In mei liep ik de halve bij Bommelasloop, loopmaatjes deden mee aan andere afstanden. Het was fijn, geen druk. Ik liep lekker, kletste onderweg, wandelde met iemand mee. Versnelde weer en haalde de vrouw bij die een klein stukje voor me liep en die ik onderweg al meermaals was tegen gekomen. Om samen met een high five te finishen. En daar stonden ook mijn loopmaatjes.

Begin juni deden we met een ploegje mee met de dubbele mijl. Lang geleden dat ik zo diep ging. Ook dit was gezellig en een mooie belevenis. Al heeft snelheid niet mijn voorkeur ;-).

En een dikke week later mocht ik mijn verjaardagscadeau verzilveren; de mudmasters marathon. Waar ik het aanvankelijk best spannend vond, overviel me een rust in het betreffende weekend. Ik had er zo ongelooflijk veel zin in. En vertrouwen ook. Dit was wat ik wilde doen en ook zou gaan doen. En wat was het gaaf!! Het was heerlijk warm, de sfeer was goed, ik voelde me goed. Alles viel op zijn plek. Ik kon tot het einde toe regelmatig blijven hardlopen. De finish was een mengeling van emoties. Ik wist meteen op die plek dat dit was wat ik vaker wilde gaan doen.

Waar ik me de dag of eigenlijk dagen na de mudmasters verrassend goed voelde, viel het herstel me behoorlijk tegen. Ik had van alles verwacht, maar niet de intense vermoeidheid die ik ervaarde. Dat was echt nieuw voor me. En het sporten met de rem erop en geen zin hebben, wat het gevolg daarvan was, ook. Gelukkig verdween de vermoeidheid na een week of drie vanzelf en kwam ik tot de conclusie dat dat waarschijnlijk normaal is.

In juli was het tijd voor tot je nek in de drek. ’s Ochtends de kidsrun met mijn jongste twee. Mijn dochter rende vooruit en staat heldhaftig op elke foto, ze genoot! En mijn jongste zoon vervloekte me halverwege toen we in de meest ranzige modder stonden: “mam! Wat doe je me aan?” Ik kon alleen maar genieten. Hij vond de glijbaan heel spannend, voordat hij er echt over na kon denken, had ik hem al op schoot gepakt en gleden we naar beneden. Met de foto die daar werd gemaakt, met zijn sprekende mimiek, haalden we de Tubantia. Na de finish rende ik met mijn andere zoon door naar de start van de 2,5km die ik samen met hem zou gaan lopen. Door zijn survivaltrainingen vloog hij over de hindernissen, gelukkig vond hij het niet erg om op mij te wachten. Wat was dat genieten, zo samen sporten met mijn kids, het mooiste wat er is! Samen met mijn dochter overbrugde ik daar tijd en ook dat was genieten! ’s Middags liep ik samen met loopmaatjes de 7,5km, wederom genieten! Gezellig en veel lol!

De weken dat wij op vakantie waren, sportte ik door. Een trainer van de bootcamp wilde me wel helpen om trainingen te bedenken. En zo kwam het dat ik bijna elke ochtend sportte, voordat mijn gezin was ontwaakt. De trainingen werden steeds langer en pittiger, dat voelde goed. Ik heb in die weken een hele mooie basis kunnen leggen voor mijn verdere plannen.

Na de vakantie plakte ik met regelmaat bootcamplessen aan elkaar, waar ik lopend naar toe ging. En dan de dag erna trainde ik in de vermoeidheid verder, ’s ochtends en ’s avonds. Ik zal eerlijk bekennen dat ik soms niet meer wist hoe ik me uit bad moest hijsen om naar bed te gaan en dat ik ook niet meer wist hoe ik mijn eten weg moest krijgen. Maar goed, het lukte wel, steeds iets beter. Met behulp van de bootcamptrainer stelde ik een lange monstertraining op, waar ongeveer alles in zou zitten. Mentaal was het een dingetje om het in mijn eentje te doen, helemaal toen ik er achter kwam dat ik wel een groot gedeelte van de dag bezig zou zijn. Misschien dat mijn grootste les met die training juist wel het mentale stuk was.

Omdat mijn horloge bij de mudmasters bijna leeg was, gaf ik mezelf een nieuwe cadeau. Wauw! Mijn gaafste gadget ooit! Hij weet echt alles over mij, onvoorstelbaar.

Door de warmte werd de Singelloop aangepast naar een soort van duurloop, dit voelde als de vrijbrief waar ik naar op zoek was om niet mee te hoeven doen. Ik besloot naar de bootcamp te gaan, wat ik veel liever deed (en doe) en ’s middags met de kids naar de kidsrun. Dat was een feestje! Veel vriendjes en wat waren ze trots op hun medaille.

Verderop die maand hielp ik samen met mijn middelste zoon en dochter als vrijwilliger bij de survivalrun van hun vereniging. We mochten de run zelf de dag ervoor proeflopen. Dat was een eyeopener. Bij de meeste hindernissen ontbrak de techniek, behendigheid en/of kracht volledig en dus kon ik maar een aantal hindernissen doen. En ik wist ik voor mezelf wel waar mijn leerpunten liggen. De sfeer was zowel bij het proeflopen als bij de run zelf, fantastisch!

Een dag later deed ik met mijn loopmaatje en onze kids mee met een drekrace georganiseerd door de bootcamp. Mijn oudste zoon wil bijna nooit meedoen, maar had zich nu laten overhalen en hielp mij met de jongste twee. Het was quality time zo met elkaar. Beide namen we 1 op de rug en zo kwamen we de diepe vijver op het einde door. Als een team met elkaar.

En toen werd het oktober; tijd voor mijn avontuur; de 56km ultimate warrior. Een afstand die ik nog nooit had afgelegd en dan ook nog obstakels erbij. Ik stond er voorbereid. Ik keek mijn ogen uit tussen al deze sportmensen, ik voelde me echt een beginneling. En dat was ik ook! Ik heb alle hindernissen serieus geprobeerd, kwam met name bij de armhindernissen nog wel heel wat kracht en techniek tekort. En dus restten er heel wat pushups, gelukkig had ik die veel geoefend. Ik kreeg veel tips en wist ook zeker dat ik daar wat mee zou gaan doen. Zowel mentaal als fysiek was het ontzettend zwaar. De rondes bleken veel langer te zijn dan ze zouden zijn, ik zou de limiet nooit gaan halen en halverwege werd een 14km ronde veranderd in 2x 7km. Gelukkig kregen we even verderop wel de optie om eerder te stoppen en op 57km uit te komen. En fysiek, werkelijk alles deed pijn! Vooral de buikpijn vond ik heftig. En het niet meer willen eten en drinken op het laatst. Dat kon wel, omdat het niet ver meer was. Je denkt blessures te voelen en even later toch weer niet, het hele gevoel was anders. Op social media typte ik na de race: Ik voel me nog geen warrior but I definitely did behave like one. En zo voelde ik me ook. Daar waar ik ooit dacht de 24 uurs wel te gaan doen, weet ik dat dat nu nog een stap te ver is. In de laatste ronde was ik overtuigd dat ik dit nooit of te nimmer weer zou gaan doen. Maar ja, wat staat er bovenaan mijn lijstje voor dit jaar.. Ik weet zeker dat ik nog sterker kan worden, dat ik mijn conditie kan verbeteren en dat ik technieken kan leren. Iets met uitdagingen ;-).

Na een impulsieve actie stond twee weken later de wampex op de planning. Daar waar ik na de mudmasters zeker 3 weken nodig had om me weer goed te voelen, stond nu na slechts twee weken een nachtelijk wandelavontuur van bijna 50km met hindernissen en opdrachten op de planning. Ik denk dat dit het gaafste was wat ik dit jaar heb gedaan! Wat een avontuur! Met z’n vieren en geen idee wat ons te wachten stond. Alles waar ik van hou, zat er in. Het kanovaren midden in de nacht op een verlaten, donker kanaal was ultiem. Ik vond het ook fantastisch om iets zo met elkaar te ondernemen. We kwamen allemaal onze grens wel tegen, toch kwamen we vrolijk de finish over en hebben we het erg fijn gehad met elkaar. Nog voordat we de parkeerplaats afreden, sliep ik al. En ik heb me de rest van de dag echt ziek gevoeld. Koorts, ik had het zo koud en ik heb in de 24 uur na de wampex wel 18 uur geslapen. Ook dit was een nieuwe gewaarwording. Gelukkig voelde ik me een dag later herboren.

Afgelopen maand deden we met een groepje mee met de urban city run en ook mijn oudste wilde wel meedoen. Een leuke gezellige loop door verschillende gebouwen. Het laatste stuk liepen we met z’n tweeën. Voor mij zijn dat de cadeautjes van het sporten.

In de zomer las ik een bericht dat een oud sportmaatje was overleden. Dat kwam wel binnen. Zijn vriendin regelde later in het jaar een afscheidsbijeenkomst in Nederland en daar moest ik gewoon bij zijn. Er kwamen nog een paar sportmaatjes van de club van vroeger, met elkaar, met zijn vriendin, haalden we herinneringen op. Dat was zo fijn!

In november was het een jaar geleden dat Patrick was overleden, met z’n drieen deden we de shirts weer aan en liepen we na de training het extra rondje voor hem. We deelden herinneringen en stonden er bij stil hoe erg we hem missen.

Tijdens het lopen zie ik regelmatig een regenboog, deze zag ik ook toen ik met training geven begon en wist dat mijn loopmaatje van vroeger bijna zou overlijden. Steeds als ik de regenboog zie, dan weet ik dat hij bij me is en met meeloopt.

Het blijft verdrietig deze mensen te moeten missen. En soms, vooral tijdens het lopen, dan is dat besef er even extra. Soms doet het lopen pijn, slik ik een brok weg of voel ik een traan over mijn wang rollen. Het lopen helpt ook om het een plekje te geven. Ik weet dat ik door moet lopen, juist voor hun. En dat doe ik. Een ander moment komen de mooie herinneringen boven en geeft het me vleugels. Ik weet dat ze met meelopen!

De afgelopen jaren heb ik door het sporten, het hardlopen ook veel nieuwe mensen leren kennen. Of mensen beter leren kennen. Running Miracle groeide gestaag door. En steeds vaker organiseerde ik iets buiten de gewone trainingen om. Een van de trainers van de bootcamp kwam een keer gasttraining geven bij ons. We liepen met een groepje een coopertest. Zo rond de zomervakantie startte ik met jeugdtrainingen, eerst voor proef en later wekelijks. We hielden een speciale training voor de zomervakantie die we afsloten met ijs eten. We organiseerden een halloweentraining. En mijn 42ste verjaardag besloot ik met een marathon te vieren, waarbij iedereen die dat wilde een stuk mee kon lopen. Het werd een groot feest! Ik werd enorm verrast door al mijn loopmaatjes. Het is de mooiste marathon die ik ooit heb gelopen! Vlak voor kerst was er de kersttraining. En vandaag sloten we het jaar af met een gezamenlijk loopje. En zo zullen we ook morgen, het nieuwe jaar weer beginnen!

Mijn sportmaatjes, mijn loopmaatjes; dank jullie wel voor dit fantastische jaar! Zo fijn om deze mooie passie te kunnen delen! Dank voor alle gezelligheid, lol, smokkelen, schoppen onder mijn kont, geklaag, geklaag aanhoren, gesprekken, grenzen opzoeken en voor zo veel meer! Op naar een net zo fantastisch 2024!

Lieve groet, Cobie

Het tussenstation

Ken je dat gevoel, dat je iets in je hoofd hebt, waar je graag wilt zijn. Een soort streven. Een doel dat in eerste instantie vaak heel ver weg lijkt. En vaak ook wordt opgeschoven op het moment dat je er bijna bent. Nu ik achter mijn laptop zit en dit typ, bedenkt ik me dat ik eigenlijk wel ben waar ik graag wil zijn. Ik ben blij met waar ik nu sta, wat ik heb en wat ik doe. Blij met mijn gezin, mijn werk, alle lieve mensen om me heen. Blij met hoe het sporten gaat, waar mijn lichaam toe in staat is en blij met Running Miracle en alles wat dat me brengt. Voor nu ben ik precies waar ik graag wil zijn. En dat maakt me blij, tevreden, gelukkig!

Ik doe de dingen waar ik blij van wordt. Blij wordt ik van mijn grenzen opzoeken, deze verleggen. En ook van sporten met andere mensen. Elkaar motiveren, samen plezier beleven, anderen in hun kracht zetten. En keer op keer komen er weer leuke dingen op mijn pad, die dat in zich hebben. Of weet ik het zelf te creëren.

25 November, de dag dat ik 42 werd. Bij 42 is er maar een ding waar ik aan denk en menig loper met mij. De heilige afstand, de marathon. En dus besloot ik om mezelf een marathon cadeau te doen. Maar niet zo maar een. De meest speciale ooit! Ik verdeelde de route in 6 etappes die allemaal bij mijn huis startten en finishten. Ik informeerde bij de trainingsgroepen en via social media wie er mee wilde lopen. En zo gebeurde het dat ik op mijn 42ste verjaardag een marathon liep, vergezeld door door 9 volwassenen en 5 kinderen. Dit was absoluut mijn mooiste marathon ooit! Zo’n prachtig cadeau!

’s Ochtends voor de start werd ik door de loopgroep verrast. Een aantal lopers kwamen namens de groep een schitterend cadeau aanbieden. Een borrelplank met citaat en met de namen van alle lopers erop. Allemaal hapjes erbij, een tegel en een tas met mooie spreuken erop en een pot met geld waar ik zelf wat voor kan kopen. Wat hebben ze mij hier mee verrast. Een teken van waardering voor wat ik doe. En dat ontroerde me! Zo lief!

De eerste etappe was een halve marathon, mijn favoriete trainingsrondje. Afra mijn loopmaatje liep mee. Een loopmaatje van vroeger. En een vrouw die een keer met de loopgroep meeliep. We volgen elkaar op social media en ik denk dat we wel voor soortgelijke dingen in zijn. Haar vriend liep ook mee. Het was veel trail, precies waar ik van hou. We zagen een regenboog. Die zag ik ook toen ik mijn eerste training ging geven en mijn loopmaatje van vroeger op het punt stond de aarde te verlaten. Hij was nu bij ons. De man die mee was, grapte halverwege: “The first time I run with Cobie and I can only dream of my goretex trailshoes”. Het was gezellig en allemaal kwamen we goed de halve door. De man en vrouw stopten, mijn loopmaatje van vroeger liep zelf de 25km vol en Afra wilde wel verder mee.

Een korte stop bij mijn huis, daar waren twee andere loopmaatjes gearriveerd en met z’n vieren liepen we een ronde van 6km. Dit was de ronde waar ik na al mijn zwangerschappen weer naar streefde, blij als ik eenmaal weer zo ver was. Het was door de stad en regelmatig wandelden we even.

Een loopmaatje haakte na deze ronde af en een ander voegde zich bij ons. Nu werd het een rondje landhuis, daar trainde en train ik veel. Een prachtig stukje trail. Het zwaarste stuk parcours van die dag. Helemaal toen het ook nog eens keihard ging hagelen. Magisch was het! Ik hou van de herfst, vechten tegen de elementen. Een cadeautje!

De beide vrouwen hielden het na deze ronde voor gezien. Afra kwam tot een afstand van 33,5km. Ruim 12km verder dan ze ooit liep. En dat deed ze grotendeels dansend en zingend. Maar wel met de opmerking: “nu loop ik zo ver met jou, dan ga je met mij..” En ik weet dat ze hiermee op snelheid doelde. Dat is haar ding en daar gaat ze mij bij helpen.

Samen met een loopmaatje liep ik een ronde van 3km. Het tempo ging wat omhoog, ik kreeg het mentaal zwaar. Het kletsen leidde af.

Hij besloot ook verder mee te lopen, nu een ronde van 5km waar nog een loopmaatje zich bij voegde. We liepen in een rustig tempo met een paar korte wandelmomenten.

Ze besloten beide ook de laatste ronde mee te gaan. Samen met nog een loopmaatje, haar beide zonen en drie van mijn kinderen. Het werd een zegeronde! Mijn loopmaatje filmde de laatste meters en samen vierden we feest! Hij had voor het eerst een halve gelopen en ook de vrouw die de laatste twee rondes meeliep, liep verder dan ooit. Van 3,8 naar 6,4km. Zo knap!

Wat was dit een superervaring! Zo fijn om een marathon samen te kunnen lopen met allemaal lieve loopmaatjes! Iedereen genoot, was blij met de geleverde prestatie. Zo mooi om dat met elkaar te kunnen delen!

Thuis borrelden we met elkaar. Twee andere loopmaatjes kwamen nog langs. Ik kijk terug op een fantastische 42ste verjaardag! Ik merk in mijn omgeving dat veel mensen de invulling van mijn verjaardag niet helemaal begrijpen. Dat hoeft ook niet! De trainer van de bootcamp vanmorgen noemde: “bij sommige mensen kan dat, een marathon en een feestje in een zin”. En precies zo is het!

Afgelopen week voelde mijn lichaam moe. Mijn hak is sinds de Wampex gevoelig, volgens de fysio kan het geen kwaad. Thuis was iedereen wat aan het kwakkelen en ik voelde me ook niet topfit. Ik merkte dat ik gewoon geen zin had om te sporten. En dat zegt veel bij mij. De trainingen gaf ik grotendeels. Woensdag was het koud, ik liet me door Afra motiveren om samen naar het boksen te lopen. Het lopen kostte moeite. De donderdag sloeg ik op laatste moment toch over, ik kon me niet motiveren. En dan kou en gladheid tegenover knusheid en gezelligheid thuis. Vrijdag werd samen met een loopmaatje interval. Ik heb daar sowieso een hekel aan, ook dit kostte veel moeite. En het lukte me steeds net niet om het beoogde tempo te halen. Ach het was goed. Zaterdag was een rustdag. En vandaag weer een serieuze training; lopend naar de bootcamp, een uur bootcamp en met een omweg lopend naar huis. De bootcamp ging lekker, al merk ik wel dat ik net niet zo door kan trekken als anders. Het lopen blijft nog zwaar voelen. Het is logisch, de afgelopen twee maanden heb ik zo veel gedaan. Maar toch vind ik het lastig om me er bij neer te leggen. Ik heb gewoon weer zo veel zin om te knallen!

Ik noemde wel dat ik ben waar ik graag wilde zijn. Toch kijk ik ook vooruit. Eerst naar eind januari, de eerste keer meedoen aan de Hyrox (google maar!). En stiekem word ik best wel een beetje nerveus. De regels zijn zo strikt. Doe ik er wel verstandig aan om het alleen te doen? Ik heb Afra gevraagd om me te helpen met snelheidstrainingen. Ik denk dat ik daar voor de Hyrox veel baat bij ga hebben. En Afra neemt haar taak erg serieus. Waar ik zelf vaak snel de handdoek in de ring gooi, is zij onverbiddelijk. Dan is maar goed ook, op dit gebied kan ik dat wel gebruiken 😉

Voor mijn verjaardag heb ik een deelname aan de Strong Viking van 42km gekregen. In oktober wil ook graag de Ultimate Warrior weer doen. En omdat ik echt techniek tekort kom. Ga ik me in het nieuwe jaar inschrijven bij de survivalvereniging van mijn kinderen. Ik kan als zij trainen, zelf ook gaan trainen. En ik hoop dan volgend jaar veel obstakels te kunnen doen bij de races. En me ooit in te durven schrijven voor een 24uurs.

Volgend jaar hoop ik ook een ultra te gaan lopen. Ik heb wel iets in gedachten, maar kijk ook even hoe alles loopt.

Daarnaast is mijn oog gevallen op adventure racing, meerdere sporten worden hierbij gecombineerd en navigeren speelt een grote rol. Dat lijkt me erg gaaf om aan mee te doen! Orienteering (oriëntatie loop; je moet zo snel mogelijk een aantal controlepunten passeren door te navigeren aan de hand van een kaart) is waarschijnlijk een eerste stap.

En natuurlijk staat de Wampex weer op mijn verlanglijstje.

Daarnaast heb ik nog plannen genoeg voor Running Miracle. Ook daar hoop ik mee te groeien en met elkaar zo te blijven genieten van alles wat we ondernemen.

Maar voor nu, ben ik precies waar ik graag wil zijn! Op de vermoeidheid na dan :-).

Lieve groet, Cobie

Wampex, team under construction

Als ik drie weken geleden na een bootcamples ’s avonds laat in bad zit, zie ik een filmpje van de Wampex. Impulsief vraag ik op facebook wie er zin heeft om mee te doen. Mijn man verklaart me voor gek: “Als jij ’s nachts in bad zit, bedenk je je dit soort dingen?” Ik roep nog dat er niemand zo gek is om op zo’n korte termijn mee te doen.. Nog geen 24 uur later hebben we een team van vijf personen bij elkaar. We gaan het gewoon doen! Ik vraag me wel 10x af of het wel verstandig is, zo vlak na de Ultimate Warrior. Maar ja, verstandig worden kan altijd nog. De app staat de weken daarna roodgloeiend. We worden vaste klanten van de decathlon en bol. En we mailen tig keer met de organisatie. Wat hebben we zin! We zijn dolenthousiast!! Helaas komt er voor een van ons een kink in de kabel als haar zoon de week voorafgaand aan het avontuur ziek wordt. En moet zij het voor dit jaar toch aan zich voorbij laten gaan.

Op vrijdagmiddag vertrekken we in de middag naar Drachten. Als het schemerig wordt komen we aan. We eten nog wat, vullen papieren in en ontvangen het eerste filmpje. Het eerste stuk van de route wat in sneltreinvaart wordt gelopen. De organisatie maakt een teamfoto en om 17.18uur mogen we vertrekken!

We worden met een busje naar het startpunt gebracht. We lopen het eerste stuk, zoals de mannen uit het filmpje ook doen. Marjan klimt de toren in en maakt foto’s van de nummers die daar genoteerd staan. We lopen door een park, langs het water en komen bij de eerste oversteek. Hier hebben we de meegebrachte peddels voor nodig. Met z’n vieren op een vlot. We peddelen hard en komen amper vooruit. We gaan tellen en tegelijkertijd bewegen we de peddels door het water. Nu lukt het en bereiken we de overkant.

We lopen verder en komen bij een volgend vlot, vier vaten met houten latten verbonden. Het ziet er wankel uit. We besluiten twee om twee te gaan. Het is een stuk stabieler dan het lijkt en binnen no time bereiken we de overkant. Soortgelijke vlotten komen we die nacht nog tig keer tegen. We hebben nu een nieuw stuk route gekregen. Rondgedraaid getypt op papier.

De volgende oversteek is er een die we allemaal stiekem wel een beetje vreesden; een pellet brug over het water. Er wordt geïnformeerd of er al mensen in de sloot zijn beland. Dat is niet het geval. We krijgen de tip om stevig door te lopen. En we bereiken allemaal droog de overkant.

Daarna ontstaat er onduidelijkheid over de route; over de dam rechtsaf. Moeten we dan bij het weggetje rechts? Maar we hebben nog geen dam gezien. We lopen iets verder en zien een dam. Moeten we dan hiervoor rechts? Of toch het hek openen en door het land met schapen? We lopen de verschillende kanten een stukje in en besluiten dan om het papier heel letterlijk te volgen. We lopen door het weiland met schapen. De arme dieren kijken ons geschrokken aan en rennen opzij. In de sloot daarnaast zwemmen meerdere zwanen. Het is een prachtig tafereel. We komen bij een hek aan, klimmen erover heen en staan op de parkeerplaats van een tuincentrum. Hier is niets te vinden over een fietsroute 92, die we volgens de routebeschrijving moeten volgen. Shit! Toch verkeerd gekozen. Moeten we dan echt het hele stuk terug? We googelen naar de fietsroute, we vinden waar die loopt. En we twijfelen. Op dat moment stopt er een auto van de organisatie. Ik zal jullie helpen weer op de route te komen. Hij wijst ons de weg naar de volgende stempelpost. Ongeveer 1,5km. We lopen langs de weg, er stopt nog iemand van de organisatie. En even verderop komt de eerste man weer terug. Hij geeft aan dat het toch een stuk verder is en biedt ons aan om ons met de auto te brengen. Dus zo komen we aan bij de volgende post. De vrouw daar informeert enigszins veroordelend of we met de auto zijn gekomen. We krijgen warme chocolademelk, een broodje en een volgend stuk van de route. Ze wijst ons welke kant we op moeten.

We lopen in een pikkedonker bos als opeens mijn telefoon gaat. Het is de lokale radio. Zij doen de hele nacht live verslag van de radio. Ze hebben gehoord van ons verdwaal avontuur en willen ons verhaal even horen. We zijn live op de radio en hebben de grootste lol! Als afsluiter mogen we een plaatje aanvragen. We willen iets Twents kiezen en kunnen eigenlijk niks anders bedenken dan Ilse de Lange. Priscilla zoekt de radiozender op en terwijl we verder lopen kunnen we meeluisteren met Miracle.

De precieze volgorde weet ik niet meer van alles. We komen bij een post waar we met een lange hengel visjes moeten vangen. De vrijwilliger verklapt het woord al snel, omdat hij weet dat het bijna geen doen is. We weten er twee te vangen, waar geen letters op staan en besluiten verder te lopen.

We lopen door tig weilanden, stukken bos en soms een een stukje over de weg. We moeten navigeren met kompas, dit vinden we allemaal wel spannend. We hebben het nooit eerder gedaan en in de omschrijving stond dat het niet kan met een kompas op een telefoon. Ik heb de activiteit op mijn horloge opgestart onder hike. Ik wissel tussen de schermen en kom binnen een paar keer drukken op de knop op mijn kompas. Het aantal graden verschijnt in beeld en we kunnen gewoon die kant in lopen. Soms kan het ook zo simpel zijn!

We steken verschillende keren een sloot over met een plank. We komen bij een post waar twee kisten staan en waarbij we de sloten moeten openen met de codes die we eerder kregen. Er liggen kaartjes met teksten in, daar maken we foto’s van.

Met een vlot steken we een open stuk water over en hebben we een prachtige doorkijk over het water. In het stuk bos daarna moeten we met een houten bouwwerk een stroomdraad overklimmen. Daarna springen we over de sloot, waarbij we hulp krijgen van mannen uit het team voor ons.

Het is een prachtige nacht! De maan staat aan de hemel en regelmatig zien een schitterende sterrenlucht!

Alle vrijwilligers zijn erg aardig en behulpzaam. De posten zijn versierd met kerstlampjes, overal hoor je muziek of de lokale zender met het live verslag van de Wampex. Er staan vuurkorven of kacheltjes met aggregaten. De sfeer is fantastisch!

Bij een volgende post hebben ze snert en kunnen we even zitten. Even verderop staan kano’s die we zelf te water mogen laten en waar we met z’n tweeën in mogen varen. Het is prachtig! Het is twaalf uur, alle huizen zijn donker. En wij varen over een donker kanaal. Op de brug staan mensen: “een vaartje maken en dan bukken”. Ik besluit op m’n rug te gaan liggen en zo schieten we onder de lage brug door. Als we bij de volgende post komen, zien we dat het team voor ons zich omkleedt. Ze zijn omgeslagen met de kano.

Wij lopen door en zien sups liggen. Gelukkig zijn deze vervangen door een vlot nadat het bij een van de eerste teams al mis ging.

We komen bij een post met olielampen aan. Hier staan drie wat oudere mannen. Ze vertellen een verhaal over een vrouw die vluchtte in de oorlog, wij moeten haar weg volgen, waarbij steeds wordt verteld dat niets is wat het lijkt. Als we aan de overkant de tegenovergestelde kant op zullen lopen, worden we gecorrigeerd. Wij dachten de hint begrepen te hebben.. We zoeken een groen kastje, vinden deze. Maar dit blijkt niet de juiste te zijn. Een Frieze man vertelt ons dat er iets verderop nog een staat.

Met moeten in het bos de route vinden door reflectoren te zoeken. We zien de teams voor ons worstelen, maar weten zelf vrij snel door het bos te manoeuvreren. Even verderop is de hint lastiger als we het bos van ons links moeten houden. Het bleek dat we de bocht nog om moesten en weten dan toch de uitkijkstoel te vinden.

We lopen door een parkje en zijn op zoek naar een knipperlicht. We horen wel iets van een radio, maar zien niets. We lopen toch een stukje door. We zien tot twee keer toe iets glinsteren in de bosjes, wat kattenogen blijken te zijn. Marjan is overtuigd dat we terug moeten. Op de plek waar we de radio hoorden, lopen we langs de bosjes. We zien een smal paadje. Met sjorbanden is een indianenbrug gemaakt, waarmee we het water over kunnen. De banden doen pijn aan onze handen.

Als we even verderop de fietsten zien staan, zijn we erg blij. Zo heerlijk om om 3.00 uur in de nacht even te kunnen fietsen. Het geeft ons hoop dat deze kilometers waarschijnlijk ook meetellen. Halverwege stond een bordje, mijn horloge gaf toen 22km aan. Dus dat zou een totaal van 44km beteken. We hopen op een lang eind fietsen. Na een kilometer of vier mogen we de fietsen weer inleveren. Voor 25 euro mogen we ze nog wel een uur huren.. daar gaan we in de weilanden waarschijnlijk niet ver mee komen. Het afstappen valt zwaar en het daarna de vrachtwagen inklimmen nog zwaarder. Onze lijven beginnen te protesteren. Er liggen broodjes hamburger.

Na een korte stop gaan we weer verder. Eerst veel modder en daarna weilanden. Eindeloos veel weilanden. Door alle regen is het sompig, we zakken ver weg. Het wordt nu wel echt zwaar. Waar ik navigeren met het kompas op mijn horloge eerst wel leuk vond, begin ik het nu goed zat te raken. Helemaal we het ook nog niet kunnen vinden. Ik weet zeker dat we het goed deden. Weer terug naar het bordje met de aanwijzing. Ja er staat echt 340 graden.. maar ook zuid west. En als we 340 graden lopen, dan gaan we naar het noorden. Met 240 graden gaan we wel zuid west. Dat doen we en dan vinden we een volgend bordje.

We zien regelmatig de lichten van Drachten in de verte, maar lopen er ook steeds weer bij vandaan. We zitten nu rond de 40km. En stiekem hopen we allemaal wel dat we er bijna zijn..

We komen bij een post. Ik informeer of ze weten hoe ver het nog is, daar willen ze geen uitspraken over doen. Dat voelt toch een beetje als deceptie. De kabelbaan is geweldig en maakt ons blij. We lopen door het bos. Niek checkt op zijn telefoon hoe ver we verwijderd zijn vanaf de voetbalclub waar we finishen. Dat is nog meer dan 7km. Even rekenen leert ons dat we nog wel een kleine twee uur onderweg zijn.. en dat de fietskilometers dus niet meegerekend zijn.

Bij de volgende post lost Marjan snel de sudoku op en deze helpt ons verder. We lopen nu bij andere teams in de buurt en naderen Drachten. Via een klimobstakel bij een bultje omhoog en we zien het bord van Drachten.

Bij de volgende post staat een politieauto, er was geluidsoverlast. We moeten via twee ijzeren sporen naar de overkant. Je zet in elke een voet en loopt/schuifelt naar de overkant. We volgen een ellenlang schelpenpad waar geen eind aan lijkt te komen en komen dan bij de een na laatste post. Het team waar we bij in de buurt liepen, krijgt info over de route en als we even verderop de route proberen te vinden, geven ze ons aan dat we dat niet hoeven te doen. Zij komen uit drachten en weten de weg. De laatste post is bij de finish. Met z’n allen lopen we het laatste stuk.

Strompelend en zo ontzettend blij komen we uiteindelijk de kantine binnen. Mijn horloge geeft 13 uur en negen minuten aan en 48,6km. We krijgen de laatste stempel en een mooie herinnering. En we maken een finishfoto.

We kleden ons om en we zijn zo blij dat de vrouw van Niek mee is als chauffeur. Als de dag weer aanbreekt, stappen we in de auto. Binnen vijf minuten liggen we al met z’n drieën op de achterbank te slapen.

Als ik thuiskom zijn mijn kinderen blij, ze zeggen hoe trots ze zijn. Ik ga in bad, ik ben zo moe en heb het zo koud. Ik dommel weg en doe er steeds warm water bij. Na een uur of drie moet ik er van mezelf echt uit. Ik doe mijn dikste kleren aan en zoek een deken op. Mijn huid doet zeer en kookt, maar ik heb het zo koud. Ik eet mee met mijn gezin we gaan Baantjer kijken met elkaar, maar binnen vijf minuten slaap ik. Pas op de namiddag word ik wakker. De middelste twee komen thuis van spelen. Ik ruim mijn spullen op en zet de was aan. We eten en ik beloof de kinderen lekkere hapjes in de avond. Helaas slaap ik al weer voor mijn man de gemaakte thee heeft ingeschonken. Om elf uur eet ik nog iets en loop ik door naar bed, waar ik pas om 8.30uur weer uitkom. Vanochtend voel ik me herboren! Alle spierpijn is weg, de koorts is weg en mijn huid doet ook geen pijn meer. Mijn voet is nog gevoelig en dik, een aandenken aan de Ultimate Warrior in combinatie met iets te weinig hersteltijd.

Ik bekijk alle foto’s en filmpjes terug en maak een filmpje van het avontuur als aandenken. Wat was dit een ontzettend gaaf avontuur!!! Alles waar ik van hou, zat er in! Waar ik meestal alles alleen onderneem, hebben we dit als team gedaan. Wat was dat een leuke ervaring! Een en al gezelligheid! En we hebben het met elkaar gewoon geflikt!!! Team under construction is constructed! Dank jullie wel Priscilla, Niek en Marjan om impulsief mee te hebben gedaan! En Rina, volgend jaar ben je er ook bij!!!

Lieve groet, Cobie

Perpetuum mobile

Het is zaterdagochtend 7.30uur als ik samen met mijn man en kids het terrein van het Drakenrijk oploop. Ik heb ontzettende buikpijn, ik twijfel nog even of ik toch niet ziek ben. Maar eigenlijk weet ik wel zeker dat het de zenuwen zijn. Ik vind het zo spannend! Geen idee wat me te wachten staat. Tig keer vraag ik me af of ik het niet ontzettend onderschat heb. Mezelf overschatten, daar kan ik goed in zijn als ik avontuur ruik. De andere kant is dat ik er ook enorm veel zin in heb. Benieuwd ben. Me verheug op de uitdaging. En ik me fit voel. Op de buikpijn na dan 😉

Als ik me meld, hoor ik mijn naam. Het is Niels, ik ken hem via social media in aanloop naar deze run. Hij heeft alle vragen die ik had, beantwoordt en hij is vrijwilliger, vooral bij de 24uurs. De vrouw naast hem geeft aan mijn instagramberichten te hebben gezien. We kletsen wat en ik merk meteen hoe gemoedelijk de sfeer is. We lopen het terrein op, de lopers druppelen binnen. De meeste mensen hebben een 24uurs hesje aan. Veel mensen in finishers kleding. Ieder is zich op zijn of haar eigen manier aan het voorbereiden. Ik vang iets op van 33 mensen op de 24uurs en 16 op de 56. We raken aan de praat met een man, hij is eerst vrijwilliger en later loopt hij zelf de 21km.

Als ik de hindernissen zie, besluit ik toch mijn camera maar aan Willem mee te geven. ik ga genoeg hebben aan mezelf, geen zin om om een camera te hoeven denken of schuurplekken op te lopen. Mijn man en kinderen vertrekken. Ik bezoek nog voor een vierde keer de wc en we worden verzocht naar het startvak te gaan. Ik heb inmiddels het eerste stuk van de briefing gemist, maar dat komt vast goed. Op de muziek van Ultimate Warrior doen we een korte warming up. Als de muziek aftelt, ontstaat er gekleurde rook en iets voor negenen mogen we vertrekken. Het is begonnen!

Ik ben vrijwel meteen de laatste loper, dat is prima. Rustig starten, dat is wat ik me voorgenomen heb. We lopen over mul zand en kruipen onder netten door. En dan volgen de trenches, 40 stuks. Dat voelt meteen pittig! Met natte voeten en een dikke laag zand in mijn schoenen vervolg ik mijn weg. We moeten een zak gevuld met stenen meenemen en ik merk meteen dat dit niet te vergelijken is met de Mudmasters. Daar liepen we er redelijk relaxed een rondje mee. Nu kruipen we er mee onder een net door. Gooien we de zak over een touw naast een muurtje en moeten we daar zelf overheen klimmen. We mogen de zak achterlaten en rennen verder. Onder een tunnel met net door. En we komen uit bij de zware zak die we met touw en katrol omhoog moeten trekken. Daar staat de man die ik ’s ochtends trof. Ik noem hem dat ik al laatste ben, waarop hij reageert: “ach jij lacht tenminste”. Ja ik vind het leuk! We komen bij twee rechte muren waar we overheen moeten. Ik doe een poging met mijn voet op de zijkant, dat mislukt. Een man ziet mijn poging en geeft me een voetje. En dat ook bij de muur erna. Dit was me eerder zelfs met hulp niet gelukt, dus ik voel me blij. We moeten daarna onder rekken door afgewisseld met eroverheen. We kruipen door de modder en onder een net met buizen door.

We komen bij een oude fabriek aan, daar lopen we via roosters omhoog en omlaag. Het is een prachtig decors. We lopen langs de zijkant en komen bij de touwen. Ik doe een poging met de voetklem. De onderste lukt, als ik mijn handen verplaats, ben ik hem kwijt en krijg ik het touw niet goed meer tussen mijn voeten. Mijn eerste 10 push ups volgen. We lopen tussen twee silo’s door over zacht zand klimmen we omhoog. We zijn aan de achterkant van de fabriek en moeten daar met twee gewichten omhoog en omlaag. We lopen een stukje omhoog en komen daarna met speelkasteel uit. Als kleine kinderen klimmen we daarin. Via netten verder omhoog en met de glijbaan naar beneden. Net na dit speelgedeelte staat de eerste verzorgingspost. Ik drink wat en pak een paar winegums. Ik heb me voorgenomen om bij iedere post te eten en te drinken. Nog kauwend op de snoepjes, kom ik bij het volgende obstakel. Ringen die je moet overpakken, boven het water. Ik was hier op voorbereid en besluit een serieuze poging te wagen. Ik slinger flink en weet zowaar de volgende ring te pakken. Als ik een beetje vertrouwen krijg, voel ik mijn hand wegglijden en beland ik in het water. Het is zo koud. Ik vervolg mijn weg, moet zwemmen omdat het diep is. En op het droge doe ik de volgende push ups tussen veel andere natte deelnemers.

We moeten met een touw bij een schuine muur omhoog en dan via verschillende handgrepen opzij klimmen. Ik glij tegen de muur en kies ook nu voor push ups. Vlak daarnaast staat een springkussen. Via een soort halfpipe moeten we omhoog. De vrouw voor me redt het net niet om boven te komen. Ik ga onder haar sta en duw haar omhoog. Als ik tegen de zijkant hang, geeft ze mij een hand en trekt ze me verder. We glijden keihard naar beneden en belanden op onze billen ver voorbij het springkussen tussen de flitsende camera’s. Het springkussen ernaast is wat makkelijker, dan belanden we in een klein laagje water.

De volgden hindernis is wederom ringen boven het water. De ringen hangen zo hoog, er staat een soort stellage onder. Het lukt me niet en ik durf het ook niet goed. Ik raak met de vrouw aan de praat en samen lopen we verder. Zij geeft aan dat ze niet zo’n loper is, dus we lopen in mooi gemoedelijk tempo. We missen de lintjes waarbij we eigenlijk door de sloot hadden gemoeten. En komen aan bij het touw waarmee we over de sloot moeten slingeren. Vol zelfvertrouwen, neem ik me voor en ik haal de overkant met gemak. We rennen een heel stuk door een weiland en als we bij de verzorgingspost aankomen, merken we dat we een kleine lus hebben gemist. We kruipen onder netten door tegen het viaduct op en over het viaduct gaan we onder netten door weer naar beneden.

Het eerste stuk stonden de hindernissen allemaal vlak op elkaar, ik vraag me serieus af hoe ik ooit de tijdslimiet moet gaan halen. Vanaf dit punt blijken de obstakels verder uit elkaar te staan en wordt het meer hardlopen. We komen bij de monkeybars, deze heb ik veel geoefend. De man die erbij staat geeft al meteen aan dat ze hoog zijn. Onder de eerste paar zit een ijzeren plateau. Ik ga hangen, mijn handen glijden, ik hang hoog en zie het ijzer. Ik durf niet. Verderop staan de dipbars, die eerst omhoog gaan en daarna omlaag. Mijn maatje geeft aan dat je ook je benen er over kan leggen. Dat doe ik, ik klim omhoog en laat me omlaag glijden. Het volgende obstakel is een soort monkeybars waarbij jezelf de pennen moet verplaatsen. Ik neem ze in mijn hand, maar ook dit gaat hem niet worden. Er staat een verzorgingspost bij met tukkoekjes, chips en zoute stokjes.

Daarna gaan we het bos in. Dit stuk is een prachtige trailrun. Veel op en af, mooie paadjes en zo nu en dan een obstakel. De meeste obstakels hier zijn hang of slinger hindernissen. Ik ken alle namen niet. Overal doe ik een poging, maar het lukt me niet. Ze zijn allemaal erg hoog, overal dat ijzer onder. We komen bij een bak, daar liggen scheepskettingen. Ze zien er imponerend uit. Ik denk nog bij mezelf dat het vast zo lijkt.. Dat heb ik geweten. Ze zijn zo zwaar! Het lukt me niet om hem over mijn hoofd te tillen. Ik krijg hulp en leg hem goed op mijn schouders. En dan moeten we daar dus echt die steile zandduin mee omhoog. Maar hoe dan? Het kost me moeite om niet achterover te vallen. Halverwege blijf ik staan en twijfel ik om af te snijden. Een man en een vrouw lopen me voorbij en ik besluit haar gewoon precies na te doen. En dat lukt. Bij het naar beneden gaan, is het helemaal spannend om te blijven staan. Als ik de ketting af laat vallen, merk ik hoe leeg ik ben. Dat was heftig!!

We komen even op adem en lopen dan rustig verder. De tireflip, de banden zijn een fractie kleiner dan bij de bootcamp, dat moet lukken. En dat lukt ook, als is ook deze pittig. Verderop een lange monkeybars. Als ik een poging waag, geeft de man die erbij staat aan dat ik hem ook zijwaarts kan doen. Dat lijkt me een goed idee. En voor even is dat het ook. Tot mijn hand wegglijdt en ik net naast het ijzeren rek weet te landen. Ik schrik, voel het bij mijn rug en geef aan dat ik dit toch eerst maar verder in de speeltuin ga oefenen. Hij en mijn loopmaatje geven tips over oefenen met aan 1 hand hangen en gripkracht oefenen door met schijven of bakstenen in mijn handen te gaan lopen.

We moeten een rondje met een houten balk lopen. En zien daarna dat de kortere route zich bij de route heeft gevoegd. We komen langs de verzorgingspost waarbij we eerder het bos in gingen. Lopen een stuk langs dezelfde weg en slaan dan af. Hier moeten we een band met een touw vooruit trekken. En even verderop zien we de scheepskettingen weer. Dit keer moeten we er een rondje mee lopen en door de sloot klimmen. Het lukt me nu om hem zelf op mijn schouders te leggen, maar wat is het zwaar. Ik denk aan klagen bij de bootcamp en aan dat de oefeningen hier dan nog niet eens bij in de buurt komen. Ik gooi de ketting neer en we mogen de sloot tig keer in en uit. Wederom onder de netten door tegen het viaduct op en omlaag.

We lopen langs een verzorgingspost, hier hebben ze bami. Ik zie de stukjes ham. Ik vraag me af hoe moe of op ik moet zijn om toch te zwichten en de bami te gaan eten. We klimmen bij een stelling van balken omhoog. Daarna moeten we een dik touw omhoog gooien wat in een gleuf moet blijven hangen en waarbij je omhoog moet klimmen. Ik gooi tig keer, maar kom niet eens in de buurt. Vlak daarna staan weer dipbars. We klimmen bij een zandheuvel omhoog en daar staat een stellage van draaischijven die we moeten overpakken. Ik kan de eerste met het puntje van mijn vingers aanraken als ik op mijn tenen sta. De man die erbij staat, geeft aan dat ik moet springen. Ik stap af en doe de push ups. De vrouw met wie ik loop, kaffert hem uit om de hindernis met de scheepsketting bij de duin omhoog. Daar heeft hij voor gezorgd. Hij ziet de humor er wel van in, lachend zegt hij alleen maar: “wacht maar af”. Ik denk nog dat hij het anders bedoelt, zij weet zeker van niet.

We moeten onder fietsenrekken door en er overheen. En dan komen we bij een enorme berg grind/puin. We moeten met een grote, dikke rubberen mat omhoog. Er zit een touw aan en ik zie de mensen voor me worstelen. Ook de sterke mannen. Dit bedoelde de lachende vrijwilliger dus zonet… Ik probeer het touw om me heen te doen en te trekken, maar er is geen beweging in te krijgen. Ik trek hem achter me aan. Ik duw tegen de mat van de vrouw voor me en zij is boven. Als ik boven ben, voel ik hoe de mat steeds bijna van de bult afglijdt. Dit is zo keihard werken. Naar beneden en dan de mat om de bult heen slepen. Ik loop terug om de vrouw met wie ik samenloop het laatste stuk te helpen. Ik zie en merk aan haar dat ze erg moe is, op aan het raken is. We moeten een parcours zakspringen. Ze vraagt me of ik geen last van mij bekkenbodemspieren heb. Ja helaas wel, ik vind springen sowieso niet fijn en al helemaal niet als je moe bent.

We klimmen een springkussen in en ook weer uit, de vrije val die we moeten maken, durven we beide niet. Iets verderop gaan we er weer in en klimmen we verder. Bij de halfpipe kies ik wederom voor push ups. Vlak daarna klimmen we bij een net omhoog, door een gat heen en naar beneden. Even vind ik het spannend, maar al snel merk ik dat het minder spannend is dan dat het lijkt. De laatste hindernis; een grote stellage van allemaal netten. En als afsluiter hebben we de judoband nodig die we bij de start hebben gekregen. Je moet hem om je polsen winden en in je hand vastpakken, deze om een buis doen en dan naar beneden glijden. Ik vind het eng, krijg de tip om lang te gaan hangen en ga ervoor. Dat viel alles mee. Na de eerste ronde geeft mijn horloge 24km aan. Ik heb enorme honger, voel me leeg, maar voel me verder ook echt wel goed. De gehoopte tijd van 4 uur heb ik bij lange na niet gehaald.

We eten bij, ik vul mijn energiesnoepjes aan en we bezoeken de wc. Klaar voor de ronde van 14km, die ook langer schijnt te zijn.. We lopen samen met een broer en zus. Ik klets met ze. De vrouw met wie ik liep, zegt niets meer. Ze lijkt in gevecht met zichzelf. We helpen elkaar over de muurtjes heen. Bij de fabriek merk ik dat haar tempo steeds lager wordt. De broer en zus zijn doorgelopen. En hoewel ik het erg moeilijk vind, besluit ik voor mezelf te kiezen. De tijdslimiet hijgt in mijn nek en ik heb nog energie. Ik zou het zo jammer vinden als ik het niet haal en het gevoel heb niet alles te hebben gegeven. Ik zeg haar gedag en loop door. Bij de touwen doet het meisje dat erbij staat het voor. Wederom lukt het me onderaan en gaat het bij het verplaatsten mis. Veel gaat op soortgelijke wijze als de eerste ronde, al skip ik de push ups soms wel stiekem. Bij de sloot staat het nu duidelijk aangegeven en ook de lus die we de eerste ronde hadden gemist, is nu goed zichtbaar. Ik kom de man tegen met wie ik voor de start had gepraat, hij draait om en loopt een stukje mee. Tegelijkertijd vragen we aan elkaar of we elkaar niet eerder hebben getroffen na de hornbach hammerrun. Zo klein kan de wereld zijn. Hij draait weer om en vervolgt zijn weg. Het trailstuk door het bos is nu een heel eind korter, al voelt het eigenlijk wel langer dan ik had verwacht. Als ik de post net buiten het bos op de terugweg passeer, geven ze aan dat ze vertrekken en vragen ze me of ik daar straks nog een keer langs kom en ik niet door een donker bos moet. Ik moet er nog een keer langs.. Het lopen gaat nog steeds erg goed. Ik loop een rustig tempo, maar kan wel bijna continu doorlopen. Her en der raffel ik een hindernis iets af. Het hakt er allemaal toch beduidend meer in dan ik dacht of had gehoopt. Bij de hoge zandbult doe ik meteen de push ups maar, de man die erbij staat geeft me een high five. De hindernis met de rubberen matten, waag ik me niet meer aan. Ik merk dat ik op ga kijken tegen de volgende ronde, nog een keer die lange ronde van meer dan 14km. Mijn horloge geeft nu inmiddels bijna 40km aan. Ik had gehoopt nu 7 uur onderweg te zijn, volgens mijn berekeningen ben ik veel langer onderweg. Dat schijnt trouwens nu ik het terugkijk op mijn horloge wel wat mee te vallen (7 uur en 15 minuten). En ik vraag me af hoe lang de run echt gaat worden.. 24 en 2 x 16 en dan de 7+… dat komt ruim boven de 60km uit en dat red ik nooit binnen de tijd.

Ik eet en drink nog wat, vraag of ik mijn lampje mee moet nemen en vervolg na een hele korte pauze met lampje mijn weg. Ik krijg steeds meer buikpijn en ik merk dat het zwaarder wordt. Toch lukt het me nog steeds om veel hard te lopen, al wandel ik ook wel regelmatig even. Die tijdslimiet blijft knagen en dus blijf ik mezelf motiveren om te rennen. Ik voel me bij vlagen emotioneel, tranen wellen op en gaan ook weer. Ik denk aan mijn loopmaatjes die ik mis. Hoe graag ik dit samen had gedaan. Maar ook aan hoe ik juist door wil gaan en hoe ik weet dat ze bij me zijn en me helpen. De ringen onder de brug zijn met het vallen van de avond afgesloten, daarvoor in de plaatst staan wip wappen en touwen waar je onderdoor moet tijgeren. Zo rond het marathonpunt wordt het echt zwaarder, maar dat mag ook. Op een van de weinige stukjes verharde weg staat een man, hij houdt ons aan. Met het oog op dat het donker gaat worden, mogen we het bos niet meer in. Even ben ik bang dat ik hem niet uit kan lopen, mag lopen. Hij geeft aan dat ze niet genoeg mensen hebben om ons door een donker bos te volgen. In plaats van de 14km ronde, wordt het twee keer een 7km ronde, dus 3x de 7km ronde in totaal. Ik weet eigenlijk niet of ik er blij mee ben.. de meeste hindernissen staan in het begin. Ik mis het lopen waar ik tijd kan winnen en mentaal is het ook wel weer een dingetje. Als ik weer bij tent ben, zit ik op bijna 50km. Ik informeer hoe het verder gaat en wordt erg blij als ik hoor dat de tijdslimiet eraf is. Dit voelt als mijn redding. Niels geeft aan dat ik de 7km ronde officieel nog 2x moet, maar dat ik hem ook 1x mag lopen en dan mijn medaille kan krijgen. Ik weet het niet, het lukte nog steeds. Ik geef aan even met thuis te bellen, dan ga ik hem nog 1x lopen en besluit dan wat ik doe. Hij noemt nog dat ik dan ook gewoon de afstand heb gelopen waar ik eigenlijk voor kwam. Die woorden blijven door mijn hoofd heen spoken.

Ik heb de laatste ronde weinig honger en dorst meer. Mijn buik doet pijn. Ik denk dat het spierpijn is in combinatie met mijn maag en darmen. Steeds probeer ik een stukje hard te lopen en geef ik het op. Voor de tijd hoef ik het niet meer te doen. Als ik bij de fabrieken omhoogklim, doen mijn linker kuit en rechtervoet pijn. Ik voelde het al eerder, nu blijft de pijn aanwezig. Bij 50km realiseer ik me dat ik nooit verder heb gelopen dan dit, de veluwezoomtrail en de trail des fantomes. Maar dat is inmiddels 12,5jaar geleden. Bij het lange stuk door de sloot, doe ik mijn hoofdlampje aan. Het is nu donker. Ik vraag me af hoe het is als je gaat hallucineren. Dat had me op dat moment best fijn geleken. Ik ben moe, alles doet zeer. Ik weet nu ook zeker dat dit de laatste ronde is. Ik kwam voor 56km en dat ga ik doen. Als ik de sloot uit probeer te klimmen, kijk ik naar mijn voeten. Ze staan stijf tegen elkaar. Even weet ik niet meer hoe ik ze los moet krijgen van elkaar. Mijn lichaam krijgt steeds meer moeite met de coördinatie. Ik probeer met het touw over de sloot te slingeren. De vorige ronde ontbrak het me aan overtuigingskracht en belandde ik er in. Nu haal ik de overkant, maar weet ik niet wat ik dan moet doen. Ik val achteruit in de loot en ben minuten lang bezig om er uit te komen. Ik weet wat ik moet doen, maar ik krijg de signalen niet naar mijn lichaam om het ook echt te gaan doen. Met behulp van de buizen aan de zijkant lukt het. Door het gras waag ik nog een paar keer een poging tot hardlopen, ik zie weinig en mijn lichaam wil niet meer. Ik wandel het laatste stuk. Bij het zaklopen schuifel ik met de zak. De hindernissen daarna doe ik push ups, net als de mensen om me heen. Al kunnen het inmiddels amper meer push ups genoemd worden. Het laatste klimmen lukt en de laatste keer met de judoband naar beneden glijden voelt zo fijn. Ik ben er!!!

Ik loop naar de tent en zoek Niels op. Als ik hem aangeef dat ik stop, bekijkt hij mijn horloge en feliciteert hij mij. Ondanks dat hij zelf tot veel meer in staat is, voel ik oprecht zijn respect voor mijn prestatie. Ik krijg de mooiste medaille ooit en een prachtig shirt. Een vrouw die ik een paar keer eerder zag, is net voor me gefinisht. Ze biedt me wat te eten aan, ze geeft ook aan na 2x 7km gestopt te zijn en samen zijn we blij. Ik loop terug naar de finishboog voor foto’s en zie daar de broer en zus finishen. Zij vinden het ook goed zo. Hun ouders zijn er en we kletsen nog wat. Ik loop richting parkeerplaats, tref Niels nogmaals en bedank hem en de organisatie voor alles. Dan tref ik mijn man en kinderen. Ze zijn trots en blij. Ik word overspoeld met lieve appjes en facebookberichten. Dat doet goed.

En mijn gevoel. Het laatste stuk van de wedstrijd voelde ik emotioneel niks meer. Waar ik altijd wel iets voel, was dat nu gewoon helemaal weg. Lichamelijk vond ik het zo ontzettend zwaar. Ik heb mezelf vervloekt met al m’n plannen en ideeën. Ik dacht aan mijn eerste marathon, waarbij het eerste was toen ik over de finish kwam: “wanneer kan ik weer?” Ik dacht aan mijn vier bevallingen waarbij ik controle voelde en een dag later stiekem al weer stond stof te zuigen. En dit, dit was nergens mee te vergelijken. Vroeger had ik bedacht dat ik wel ultraloper wilde worden, dat leek me heerlijk. Ik was goed op weg met 2x een 50km in een paar maanden tijd. Ik had de wildste plannen. Tot ik een week na de 50km in de Ardennen zwanger bleek te zijn. En ook toen dacht ik nog binnen no time weer een marathon te lopen. Dat ging natuurlijk anders, ik had veel meer waar ik graag thuis voor wilde zijn. En dat was ook goed. Het hardlopen alleen gaf me de afgelopen tijd niet de voldoening die ik er in het verleden wel van kreeg. De obstacleruns echter wel. En na de mudmasters marathon was ik helemaal verliefd. En al helemaal door het relatieve gemak waar dat mee ging. En dus wilde ik wel een stapje meer. Ik ben een doorzetter. Ik weet dat ik dat wat ik in mijn hoofd haal, ook voor elkaar krijg. Op vakantie kocht ik een kaart van perpetuum mobile, wat iets betekent van voortdurend door bewegen. Als een soort van streven, dat wil ik ook bereiken. En je maakt verwachtingen in je hoofd. Ik had vooral een verwachting van mezelf in mijn hoofd. En nu kon ik eigenlijk niet aan die verwachting voldoen. Ik ben echt mijn grens wel tegen gekomen. En iedereen kan dan allemaal lieve dingen gaan zeggen. Ik voelde het op dat moment zelf nog niet zo. Ik had dit gewoon wel even willen doen! Ik had de obstakels beter willen doen, niks willen afraffelen en ik had makkelijker door willen kunnen lopen. Zo gigantisch ver was het nou ook weer niet. Ik had niet gedacht dat ik mezelf zo tegen zou komen. Ik had gedacht dat mijn grens veel verder zou liggen. En dan loop je daar tussen de 24 uurs lopers en de ervaren ultralopers, zij gaan door. En dan realiseer je je dat je daar nog lang niet bent. En dat is confronterend.

Ik sliep slecht ’s nachts. Werkelijk alles deed zeer. Ik nam een paracetamol. En stond de volgende ochtend op met hoofdpijn en een koortsgevoel. De spieren in mij buik en rond mijn middenrif deden zo’n pijn dat zelfs ademhalen zeer deed. Mijn handen zagen er niet uit, eelt, zwarte groeven, splinters en ook daar spierpijn. In de loop van de dag zakte dat af en veranderde ook mijn gevoel. Deze run was in niks te vergelijken met wat ik ooit eerder had gedaan. Op maandag waren alleen de wreven van mijn voeten nog gevoelig en had de spierpijn plaatsgemaakt voor stramme spieren. Ik begon me blij en trots te voelen over mijn prestatie. Ik weet dat ik nog een lange weg te gaan heb voor ik ben waar ik graag wil zijn. Maar ik weet ook dat ik daar graag voor wil werken. Hoewel het loodzwaar was, ben ik wel helemaal verliefd op deze sport. Het is me nu gelukt, dus het gaat me vaker lukken. En dan beter, sterker, sneller… als een perpetuum mobile!

Lieve groet, Cobie