Hardlopen; de confrontatie met mezelf

Hardlopen was voor mij altijd lekker mijn hoofd leeg maken. Ik trok erop uit en dan het liefst voor een heel lang eind. Ik was aan het zwerven, het voelde als een reis. Als ik ergens mee zat, iets te verwerken had of emoties een plekje wilde geven, dan deed ik mijn loopschoenen aan. In m’n eentje en zonder concreet doel vertrok ik van huis, uren lang de natuur in, waar ik alleen was met mezelf. Met mijn gedachten en gevoelens. Ik liet me leiden door mijn gevoel, ik liet me meenemen door de natuur, ik liet me sturen door mijn lichaam. Als ik dan uren later weer thuis kwam, dan had ik de rust gevonden waar ik naar op zoek was gegaan. Ik was in balans. Mijn gedachten waren geordend en mijn gevoelens hadden een plekje gekregen.

En dat waar ik eerder zo naar uit kon kijken, van kon genieten, lukt me nu niet. Die lange duurloop roept weerstand op. Ik heb geen tijd, mijn gezin heeft me nodig, mijn lichaam trekt het nu niet, ik ga morgen wel, het zijn allemaal redenen die ik mezelf noem om niet te gaan. Ik heb me ingeschreven voor een lange trail. En zelfs dat geeft me nu niet de motivatie om er toch voor te gaan. Ergens ben ik bang voor een confrontatie met mezelf.

Ik merk de afgelopen periode dat ik zoekende ben. Mijn jongste gaat nu naar school, daar had ik het moeilijk mee. Ik stond er even bij stil, plande mijn dagen nog voller en ging verder. Ik zat een week thuis met Corona, wat mij noodgedwongen afremde. Ik baalde van de situatie en reageerde me af op de mensen om me heen, ik maakte ruzie. De afgelopen weken gaat er steeds een steek door mijn kuit heen, ik hou mezelf voor dat dat mijn zwakke plek is. Maar eigenlijk weet ik wel dat dat opspeelt als er meer aan de hand is. Ik verkondig aan iedereen dat ik graag onder de mensen ben, dat ik behoefte heb aan gezelligheid. En toch zeggen alle tekenen iets anders. Een goede vriendin vraagt me waar ik voor vlucht. Ze wijst me erop dat kuiten staan voor sprinten, ergens voor wegrennen. Mijn lichaam geeft me het signaal. De eerste keren ontken ik het. Maar ja, ik weet diep van binnen wel dat het zo is, dat ze gelijk heeft. Ik probeer het voor mezelf duidelijk te krijgen. Na een aantal halfslachtige pogingen is er alleen maar meer chaos. Het frustreert me. Ik besluit er toch serieuzer mee bezig te gaan, kleine stapjes te zetten. En ik merk dat dat wat doet.

Ondertussen ren en vlieg ik door met alles, maar voel ik mijn kuit amper nog. De balans komt terug. Ik spreek met mezelf af om een moment te plannen voor een lange duurloop. Ik verantwoord het als even kijken voor de trail hoe het gaat. Maar eigenlijk is het de confrontatie met mezelf die ik even nodig heb. Ik weet dat het lopen de afgelopen weken niet wou, omdat ik ook hierbij vluchtte. Steeds als ik meer in mezelf keerde, gaf ik toe aan dat het zogenaamd niet meer lukte en ging ik wandelen of kapte ik het af. Mijn hartslag gaf aan dat het prima ging.

En vanmorgen was het geplande moment, ik vertrok zonder verwachting. Of eigenlijk met één; mezelf weer even tegen komen. En dat lukte al vrij snel. Ik maakte me niet druk over het tempo, over wandelen en over alle takken en modder waar ik over en doorheen moest. Ik kreeg de inzichten waar ik naar op zoek was.

Het begon met mijn kinderen. Met het naar school gaan van de jongste en dat ik het daar nog steeds moeilijk mee heb. Ik realiseerde me dat ik me de afgelopen jaren heb opgetrokken aan mijn kinderen, ik heb me vaak achter ze verstopt. En nu dat ze allemaal naar school gaan, lukt dat niet meer. Ik moet er voor mezelf gaan staan. Mijn eigen plekje gaan innemen. Ik weet dat ik het wel kan, maar soms is het zo spannend en soms is het zo fijn om je even te kunnen verstoppen.

En ook realiseerde ik me dat het hardlopen voor mij vaak een vlucht is geweest. Het was altijd tot het uiterste, altijd snel, ver en veel. Als het niet snel lukt, ga ik wandelen. En zelfs het wandelen kan ik niet rustig, wat gisteren wel bleek tijdens een visualisatiewandeling, waarbij ik me niet door de visualisatie liet leiden. Dit alles doet me beseffen dat het stuk veel dieper zit, veel verder terug in de tijd dan ik in eerste instantie dacht.

Halverwege mijn duurloop is het erg modderig. Het is rond het vriespunt en al het water wat ik tegenkom is bevroren. Op het moment dat ik me bedenk dat ik goed op moet letten, glij ik uit. Ik sta op, ik zie en hoor naast me water stromen. Ik loop er naartoe om een foto te maken en ik loop door. Ik zie de bevroren sloten en ik realiseer me dat dit geen toeval was. Bij het enige stromende water wat ik tegenkom, wordt ik tot stilstand gebracht. Water symboliseert bij mij altijd mijn gevoelswereld. Ik vraag me af wat het betekent dat ik bij het stromende water stilviel. Al het andere water is bevroren; verhard. Er zit stromend water onder; gevoel.

Even verderop hoor ik de overvliegende vogels boven mijn muziek uitkomen. Ik stop even en kijk. Een stralende blauwe lucht, waarbij de vogels die in een v vliegen, aftekenen. Ik weet dat dit alleen maar vrijheid kan beteken. Ik heb vrijheid, pak ik het ook? Voelt het ook zo voor mij? Wil ik het? Kan ik me er aan overgeven? Ik weet dat dit de vragen zijn die ik mezelf moet stellen, ik heb er nu geen antwoord op.

Ik vervolg mijn duurloop. Na 12 kilometer druk ik mijn horloge uit. Ik kom voldaan thuis. Ik heb eindelijk weer eens gelopen, zoals ik wil. Zelf, alleen. Gedachten en gevoelens geordend, precies het lopen zoals ik het graag wil. De reden waarom ik loop.

Lieve groet, Cobie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *