Als je gelooft in jezelf, is alles mogelijk

Onzekerheid, twijfels, ken je dat? Ik ben keihard bezig, ik verleg doorlopend mijn grenzen. En ik vertrouw erop dat het wel goed komt, dat mijn plan uitpakt, zoals ik bedacht heb. Maar toch.. ergens… dat stemmetje… dat gevoel. Ik leg de lat ontzettend hoog voor mezelf. En natuurlijk kan ik daar nooit aan voldoen. Of eigenlijk, loop ik precies volgens plan, precies waar ik nu zou moeten zijn. En toch, in mijn hoofd ben ik zo veel verder. Zou ik zoveel verder moeten zijn. Ik zou meer kilometers willen maken. Ik zou sneller willen lopen. Ik zou willen dat het me makkelijker afging. Ik zou willen dat ik sneller herstelde. Steeds denk ik terug aan een jaar of 13 geleden. En ik blijf de vergelijking maken. Ik weet dat ik er weer in de buurt kan komen. Ik weet ook dat ik er keihard voor zal moeten werken. Dat deed ik toen ook. Er was meer tijd, minder verplichtingen, minder om rekening mee te houden. En ja, mijn lijf verteerde alles ook makkelijker. Misschien was ik flexibeler en kon ik mentaal makkelijker switchen. In plaats van me gek te maken met gedachtes als wat is het zwaar of ik kan dit (nu nog) niet. De twijfels slaan regelmatig toe. Helemaal als ik dan mijn agenda erbij pak en ik soms gewoon echt geen optie zie voor de lange duurloop. Ik moet creatiever zijn. Erop vertrouwen dat het makkelijker gaat worden en dat ik het dus ook makkelijker kan combineren. Bah, wat baal ik van dat getob!

Qua kilometers loop ik gelijk met mijn schema, het ligt de laatste weken tussen de 55 en 68 per week. Voor nu is dat prima. Ik ben bewust langzamer gaan lopen om alles vol te kunnen houden. En dat werkte. De mensen die mij kennen weten hoe fanatiek ik ben. Ik baal van dat langzame tempo. Het duiveltje in mij blijft mopperen; kom op, niet aanstellen, dat kan harder. Het andere stemmetje is uiterst tevreden; kijk hoe goed het uitpakt. Ik loop de kortere stukken met hetzelfde gemak steeds iets sneller. De stukjes bij bootcamp loop ik als interval en ook dat lukt. Vandaag ging de heenweg naar bootcamp in een lekker tempo, 6.07min per kilometer. De terugweg begon ik in hetzelfde tempo, tot ik merkte hoe lekker ik liep. Iedere kilometer ging sneller, het laatste stuk ging in 5.25min per kilometer. En dat is de verdienste van het meeste heel rustig lopen.

En ik zou liegen als ik zou zeggen dat alles makkelijk ging. Misschien heb ik het verleden verheerlijkt, een soort beeld in mijn hoofd dat het toen allemaal bijna vanzelf ging. Nu is het regelmatig keihard zwoegen, mezelf ertoe zetten, streng toespreken. Bij de bootcamp merk ik dat ik grapjes ga maken als het echt zwaar dreigt te worden, ik zoek uitvluchten. En ik klaag, waar ik eigenlijk een ontzettende hekel aan heb. Bij het hardlopen doe ik in mijn hoofd hetzelfde, ik heb dan niemand om tegenaan te schoppen. Ik wandel een paar passen, neem nog een slokje water. Tot ik me toch echt die schop onder m’n kont kan geven en doorloop. En dan merk ik, net als vaak bij de bootcamp, dat het prima lukt. Mentaal is er nog wel wat werk te verzetten 😉

Ook merk ik dat het me regelmatig tegenvalt hoe een training erin hakt. Spierpijn is vaak wel goed te verklaren. Maar de vermoeidheid. Soms helemaal en soms bepaalde gebieden, regelmatig heb ik loodzware benen. Donderdag koppelde ik weer van alles aan elkaar. Ik ging lopend naar het intuïtief hardlopen, deed daar de training mee en liep na die tijd een extra lusje om op 10km uit te komen. Ik liep ’s avonds voor de bootcamp 9,6km. De bootcamp was een pittige. Toch viel de terugweg naar huis me niet tegen, hetzelfde gevoel als afgelopen zomer toen ik begon met lopend naar de bootcamp te gaan. Thuis at ik een bak kwark en ik stapte in bad. En pas toen voelde ik hoe ik mijn grens bereikt had. Honger, dorst, moe. Ik weet niet hoe ik de trap op gestrompeld ben en volgens mij sliep ik al voordat ik mijn bed raakte. En natuurlijk vraagt zo’n dag om serieus herstel. Vrijdag gaf ik training, ik liep met allemaal een paar rondjes mee en een eindsprint. Het moest uit mijn tenen komen. En zaterdag anderhalf uur overbruggen bij de survival, toch de loopkleren maar aan. Ik heb wat oefeningen op het trimcircuit gedaan en ben op tijd terug gelopen. Met pijn en moeite kwam ik tot 7,5km. Dus ja, zo’n donderdag hakt er wel in. Ik zal dus goed rekening moeten houden met hoe ik mijn trainingen plan.

Daarnaast merk ik dat mijn fanatisme me regelmatig in de weg staat. En daarvan weet ik me nog wel te herinneren dat dat in het verleden ook zo was. Zo lang ik niet echt een blessure heb, zal ik geen stap rustiger doen (oké ook met blessure vaak niet). En ik merk dat ik regelmatig een wedstrijdje doe met anderen of dat ik tegen anderen probeer op te boksen. Ik had zo een man kunnen zijn ;-). Als ik met anderen sport, dan wil ik gewoon mee komen. Of liever nog net iets sneller zijn. Met de bootcamp vanochtend weet ik ervoor te zorgen dat het tempo van de eerste ronde van de warming up flink hoog ligt, waardoor de tweede en derde ronde pittig zijn. Het had ook best iets rustiger gekund, het was een warming up immers.

Ik heb nog 12 weken voor de marathon. 12 Weken om me te focussen. 12 Weken om te leren, om te genieten. Om me niet gek te laten maken. 12 Weken om zo door te gaan. Want, ja! Ik ben op de goede weg! Het gaat me lukken! Ik heb vertrouwen!!

Lieve groet, Cobie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *