Afgelopen maandag kwam het berichtje, het berichtje waarvan ik wist dat het een dezer dagen ging komen. Ik probeerde de gedachte daaraan weg te stoppen. De vrijdag ervoor zag ik een regenboog en ik wist wat deze me vertelde; de verbinding tussen hemel en aarde. Ik appte met een vriendin en vertelde dat ik zo hoopte dat ik het mis had. Zij relativeerde en gaf aan dat ik me erop moest voorbereiden. Ik wist het, maar ik wilde het niet. En maandag was de bewuste dag. Tussen twee besprekingen door las ik de korte, verschrikkelijke boodschap. Het drong niet echt tot me door of misschien ook wel. Ik drukte mijn gevoel weg. Stelde mijn collega’s op de hoogte, vertelde kort wat en gaf aan dat ik verder wilde. De Zumba deed ik in een roes mee en eenmaal thuis liet ik het verdriet toe. Ondanks dat ik wist dat het niet goed zou komen, zat er toch ergens nog een stukje hoop. Vragen als waarom juist jij en waarom zo jong, gingen door mijn hoofd.
De volgende dag probeerde ik ook aan de mooie momenten te denken. Herinneringen op te halen, want die zijn er veel!! Ik liep na werktijd mijn rondje hard, het lukte even. Ik besloot er maar aan toe te geven, met hevige buikpijn en tranen in mijn ogen kwam ik thuis. Ik zocht het fotoalbum op en bekeek de foto’s van onze avonturen, daarna was het tijd om alle herinneringen op te schrijven.
Nu overheerst vooral een gevoel van dankbaarheid. Dankbaar dat ik je heb mogen leren kennen. Dankbaar voor alles wat we samen hebben beleefd en dankbaar voor wat je me hebt geleerd!
Ik leerde je kennen tijdens de zomertrainingen in 2008, jij verzorgde drie trainingen tijdens de zomerstop. Ik had dat voorjaar mijn eerste halve gelopen en was nu in training voor de Teutolauf; 29km door de heuvels. Vertwijfeld vertelde ik mijn plannen toen jij er naar vroeg. Jij was de eerste die niet oordeelde, jij leek het avontuur dat ik voor me zag, wel te begrijpen. De training was pittig, het tempo lag hoog. Minimaal drie keer heb je gevraagd of het wel ging en deelde je voorzichtig mee dat we ook nog een heel eind terug moesten. Ik genoot van deze trainingen! Ik leerde dat jij bekend stond om je “toetjes”, als iedereen dacht dat de training afgelopen was, kwam jij met je beruchte “toetje”.
Bij de taartenloop in december kwam ik je weer tegen. Ik was inmiddels in training voor mijn eerste marathon, wat jou niet verbaasde. De taartenloop was een test voor de naderende clubwedstrijd. We liepen 15km op een tempo van 6min/km. Versnellingen mochten wel, dus met een paar mensen, waaronder jij, volgde de ene versnelling op de andere. In een moordend tempo. Ik denk niet dat ik dat daarna nog tot taart eten in staat was. Jij praatte me door de laatste versnelling heen en samen met twee anderen spraken we voor de dag daarna af. Er was sneeuw voorspeld, het werd een duurloop van twee uur door de verse sneeuw. Het was adembenemend en jij kende de mooiste paadjes.
We spraken daarna vaker af om samen te lopen en binnen de kortste keren waren we samen voor een marathon aan het trainen. We analyseerden al lopend de hele runnersworld. Jij kwam met hele doordachte inzichten. Ik was het vaak niet met je eens of kon er niks mee. Ik deed vooral waar ik zin in had, jij noemde me meermaals een ongeleid projectiel. Maar je veroordeelde nooit! Ik heb veel van je geleerd. Toen nam ik het vaak niet aan of ik gaf een weerwoord. Ik hoorde wel wat je zei. Altijd lopen met een lach, zelfs bij 30km moeten mensen denken dat we net begonnen zijn. Bij vermoeidheid riep je altijd: “voeten opbeuren” en je noemde heupen naar voren duwen. Bij een lange duurloop wilde ik op het laatste alleen maar wandelen. Jij bleef me overtuigen: “we gaan niet wandelen. Je kan nog iets zachter, maar niet wandelen!” Ik probeerde tot een compromis te komen, waarop jij iets noemde van straks in de wedstrijd. Je hebt veel gemopper van me moeten incasseren zo op het einde van een duurloop. Jij veranderde er niet van. Slechts een keer had ik meer over dan jij. Volgens mij was ik gemeen genoeg om het er flink in te wrijven, jij hield je wijselijk stil. En een keer dacht ik je er wel uit te kunnen lopen met een sprintje. Dat heb ik geweten. Lachend keek je opzij en zette een tandje bij. Je hield het lang genoeg vol om het me goed te laten voelen. Een tijd lang liepen we elke zondag heel vroeg naar het Hulsbeek, daar deden we een intervaltraining en liepen dan weer terug. Ik mopperde over de interval, waarop jij alleen maar zei: “is goed voor je”. Dan kon ik niks meer inbrengen. Net als met de 10km wedstrijden. Die weerde ik ook tot jij me overtuigde om mee te doen met 4 10km wedstrijden bij de Woolderes. We liepen samen 6,5km warm daarvoor en lachten hard om dit idiote geheel. Conditie genoeg.
Jij was er toen ik bij een clubwedstrijd al mijn grenzen voorbij ging. Ik mis het laatste stukje van de wedstrijd, heb jou niet gezien. Jij mij wel en je hielp me. Ook toen veroordeelde je niet. Ik wilde aan mezelf bewijzen dat ik diep kon gaan. Jij benaderde het vanuit de feiten en leek minder geschrokken dan ik zelf.
Na iedere lange duurloop was er cola. Dat dronken ultralopers en dat wilden wij ook worden, of waren we al. Rondje buitenom Enschede op een vrijdagavond. Ik verzorgde de route en werd steeds enthousiaster. Jij was verstandig en zorgde dat we toch een keer weer terug gingen. We schreven 37km en een beetje in ons logboek. Beide wisten we dat we die avond een marathon hadden gelopen. Juichend kwamen we over de denkbeeldige finish.
Ik liep regelmatig twee dagen achter elkaar een lange duurloop, soms drie. En dan de derde dag met jou, wat resulteerde in een hoop gemopper en waarbij ik niet begreep waarom het niet wilde. Jij oordeelde niet, schudde je hoofd en lachte. Een keer voelde ik me betrapt. We hadden meegedaan met een serieuze wedstrijd en zouden niet zwaar trainen. Ik kon de verleiding niet weerstaan en ging toch met de snelle groep mee. En wie kwamen we tegen. Ik kon wel door de grond zakken. Natuurlijk volbracht ik de training niet. Deze keer veroordeelde je wel, en je had gelijk.
Bij volle maan en een vers pak sneeuw gingen we zonder verlichting de Lonnekerberg op. Adembenemend, wat een avontuur. We voelden ons pioniers met het trailrunnen. 36Km in de Ardennen. We sloten af met mountainbiken en verdwaalden op de terugreis. We liepen een 5km toen de vogels van de daken vielen. Jij hielp me aan veel pr’s. Jij was erbij toen ik clubkampioen werd en toen ik het weer kwijtraakte.
We trainden samen voor veel marathons. Je was altijd fan van wedstrijd specifiek trainen. Dus dat deden we. Je had hele theorieën over eten, ik zei maar niet zo veel. En over extra krachtoefeningen. Dat wilde ik niet. Jij veegde mijn excuses resoluut van tafel en zorgde dat ik toch elke ochtend trouw 10 minuten oefeningen deed.
We deden mee met de hardloopvierdaagse, 100km in zes etappes. Ik dacht wel met jou mee te kunnen lopen. Jij waarschuwde mij nog zo. Al in de tweede etappe een blessure. Echt gezellig was ik niet meer. Er was geen koffie, we hadden het niet goed geregeld met het eten en ik had een veel te dunne slaapzak mee. Ach je was mijn gemopper inmiddels wel gewend. Jij zorgde dat ik gebruik maakte van de fysio daar. En we haalden de finish.
We liepen marathons als voorbereiding op de 50km veluwezoomtrail. Het was warm die dag, veel uitvallers. Maar wij liepen goed, we hadden een perfecte voorbereiding gehad. We trainden door voor de 50km trail in de Ardennen. Jij sprong verkeerd in een meertje en kreeg last van je oor. Je durfde de trail niet aan, ik liep alleen. De week daarop deden we mee met een 5km wedstrijd in Losser. Ik werd derde, mijn tijd viel me tegen.
Een paar dagen later liepen we samen en hadden we beide groot nieuws. Jij had de liefde van je leven ontmoet en ik was in verwachting. We hebben die avond lopend een feestje gevierd. Een van de laatste keren dat we samen liepen.
Toen Willem was geboren kwamen jullie op kraambezoek. Met een paar nikies; zijn eerste hardloopschoenen. Ik ben je daarna bij de club nog een aantal keren tegen gekomen. En via de app hadden we regelmatig contact. Ondanks jouw ziek zijn, bleef je positief en optimistisch.
Jij hebt me meerdere keren genoemd dat je mij wel als trainer zag, ik veegde het altijd lachend van tafel. Al mijn blogs die ik door de jaren heen heb geschreven, las jij. Je moedigde me altijd aan, jij bent voor mij een grote inspiratiebron (geweest). Wat ik nu met Running Miracle doe en waar ik nu sta, heb ik mede aan jou te danken. Aan alles wat je me hebt geleerd. Aan het vertrouwen dat jij in me had.
Zondagavond, een dag voor het verschrikkelijke bericht, kijk ik op mijn horloge hoe laat het is. Het is nog vroeg, ik kan me nog wel even inschrijven. Ik denk aan mijn vraag op facebook, 10 maanden eerder. Welk horloge moet ik kopen voor het hardlopen? Ik krijg verschillende antwoorden, waaronder van jou. Ik stel je twee vragen, maar eigenlijk weet ik meteen dat ik op jou advies moet vertrouwen. Jij weet precies wat ik zoek. Door een fout krijg ik de verkeerde kleur geleverd, later zie ik dat jij precies dezelfde kleur hebt. Via internet schrijf ik me die zondagavond in voor de Singelloop. Het voelt heel dubbel, ik besef nog niet waarom. Nu wel! Vorig jaar bij kilometer 6 stond jij daar opeens. Dat deed me zo goed om jou daar te zien. Ik appte je, je gaf aan dat je mijn tijd had gezien en wist hoe laat ik daar ongeveer langskwam. Dat betekende zo veel voor me. Je stond er ook speciaal voor mij.
Dit jaar sta je er niet. Wel weet ik dat je erbij zult zijn. Elke keer als ik naar mijn horloge kijk, denk ik aan je. Tijdens het hardlopen voel ik je bij me. Dankbaar dat ik je nog heb kunnen bezoeken. Je was de meest onbaatzuchtige persoon die ik kende. Zo lief, naïef vaak. En in voor alles. We hebben mooie avonturen beleefd. Je was mijn inspiratiebron, mijn hardloopmaatje en een hele goed vriend. Lieve Peter, deze blog is voor jou. Ooit treffen we elkaar weer en lopen we weer samen. Dank je wel voor alles!
Lieve groet, Cobie
Geweldig en diepe respect voor dit mooie verhaal.
Koester de herinnering.
Groet Paul
Dank je wel Paul. De herinneringen koester ik, veel moois om aan terug te denken!
Lieve groet, Cobie
Leuk bericht, ik heb het gedeeld met mijn vrienden.
Dank je wel!