11 oktober 2020
Het was wederom een heerlijke week. Nou ja, om eerlijk te zijn, het begin niet. De spierpijn van de burpee challenge heeft tot dinsdagavond geduurd. Ik kon mijn armen niet omhoog krijgen, het kostte veel moeite om me aan en uit te kleden en vrijwel de hele dag werd ik er aan herinnerd. Volgens mij niet eerder zo’n spierpijn gehad. Het laatste beetje verdween dinsdagavond tijdens de Zumba.
Fijne lessen gevolgd deze week. Bij de line dance de nieuwe dans vaak geoefend, hij is heerlijk! Drie keer meegedaan met Zumba. Woensdagavond na de Zumba de strongles gedaan, beetje stramme spieren nog, maar het ging lekker. En donderdag na de Zumba de poundles gedaan. En die voelde ik wel. Het tempo zat er behoorlijk in, iets meer pittige stukjes erbij en het kostte me moeite om goed mee te blijven doen. Het nummer in brugpositie deden we ook en ik wilde hem nu graag goed mee doen, doorlopend op en neer bewegen terwijl je ook met stokken slaat. En…. de spierpijn was weer terug, nu in mijn billen en bovenbenen. Dan de leuke challenge en mijn verdere ochtendgym erbij, succes gegarandeerd
Zaterdag wilde ik graag weer een keer een intervaltraining doen. Het was een beetje puzzelen met alles thuis, het handigste tijdstip bleek een uur of zeven in de ochtend. Het was gewoon nog donker…en koud… De spierpijn was nog aanwezig, ik zou niet al te lange intervallen doen. Ik wilde mijn horloge instellen en daar stond nog 10x 3 minuten in met 30sec pauze. En eigenlijk klonk dat wel goed. Het ging lekker, wel voelde ik doorlopend mijn benen, ook tijdens het dribbelen. Ik liep de zon tegemoet, kon het tempo redelijk vasthouden. Wat een heerlijk begin van de dag. Daarna thuis de ochtendgym er achteraan gedaan.
En vandaag onverwachts een dag zonder iets op de planning. Ik had halverwege november graag een marathon willen lopen, maar deze was al vol. Thuis kwamen steeds meer geluiden dat ik in het weekend wel erg vaak en vooral lang weg ben. En zelf was ik inmiddels ook wel al behoorlijk klaar met de lange afstanden in mijn uppie lopen. Maar ja, er knaagde nog wel iets. En eigenlijk had ik de trail gelopen als een van de langste duurlopen in voorbereiding op een marathon. Op alle kalenders kon ik niets vinden wat me aansprak en ze zijn sowieso behoorlijk leeg. Dus ja, dan wachten tot ergens in november of december? Dat zou betekenen dat ik meer 30+ duurlopen zou moeten doen. Of er nu gewoon voor gaan? In overleg met mijn man koos ik de laatste optie. Nu nog 1 keer heel lang van huis en dan de komende tijd wat kortere trainingen.
Impulsief dus en redelijk onvoorbereid. Ik had geen route, ik heb er afgelopen week geen rekening mee gehouden qua voeding en slaap, de spierpijn was nog voelbaar in mijn bovenbenen en van enige tapering was al helemaal geen sprake (burpee challenge, 6 lessen in de dansschool, waarvan 2 heel pittig, de challenges in de ochtend en dan nog de intervaltraining van gisteren). Het moge dus duidelijk zijn dat er enige twijfel aanwezig was. Ik probeerde dit de kop in te drukken; je moet er 100% voor gaan anders gaat dit niet lukken! In het verleden had ik de ambitie om ultraloper te willen worden en die mensen doen dit soort dingen ook, dus onmogelijk is het vast niet. Tot zo ver de zelfmotivatie! Ik liep eerst naar het Aamsveen en daarna het bos in Epe. Dit stuk gaat me mentaal vaak makkelijk af. Ik liep lekker, al heb ik wel een groot gedeelte van de tijd ontzettende buikpijn gehad. Ik weet niet of het aan mezelf lag of dat het toch spierpijn was van de challenge. Het was niet fijn, maar ik kon wel doorlopen. Ik liep naat Gronau, langs de Dinkel en langs het park. Ik had rekening gehouden met verdwalen daar, maar wonder boven wonder vond ik de weg. Ik liep door het centrum, over de hoge brug om aan de andere kant van Gronau weer bij de Dinkel te komen. Ik volgde de Dinkel naar Losser. Ik kwam veel reigers tegen, wat wellicht iets betekent voor mezelf op dit moment. Er liep een vrouw voor me en gestaag kon ik naar haar toe lopen. In Losser had ik haar bijgehaald. Zij liep rechtdoor en ik sloeg linksaf richting zandduinen. Ik durfde het toch niet aan om die mee te pakken en bovendien moest de ronde nog een beduidend stuk groter. Ik liep richting het klooster en sloeg af om weer richting Losser te gaan. Ik pakte een hele lange rechte weg in de richting van Enschede. Dit werd zwaar, mentaal, maar ook de tegenwind. Ik had nog een heel eind in die richting te gaan en dus nog een heel eind tegenwind, tja goede voorbereiding. Ik stak een weg over en liep richting bos, hier werd de wind minder. Ik kwam twee “oude” mensen tegen die ergens uit een bosje kwamen. Ze keken enigszins betrapt en moesten hard lachen, ik ook. Geen idee wat zij dachten of wat ze dachten dat ik dacht, maar zo rond kilometer 30 was het een fijn moment. Ik begon te rekenen, als ik door zou lopen naar huis, zou ik op ongeveer 37,5 km uitkomen. Er moest dus nog een stukje bij. Ik had ieder uur een zakje sportvoeding genomen (diezelfde als bij de trail), de laatste bij 3 uur. Voor daarna had ik nog winegums bij me (of eigenlijk gekleurde beertjes geroofd uit de snoeppot van de kids en zij kunnen er een hele dag op stuiteren, dus het moet wel goed zijn ;-). Ik liep door het Haagse bos. De zon scheen tussen de bomen door, het was magisch. Het liedje dat ik op dat moment luisterde, riep emoties op. Afgelopen week was er veel om over na te denken en dan net dit nummer dat daar naar refereerde. Ik had een brok in mijn keel. Lopen is voor mij ook verwerken, mijn emoties een plekje geven, En op zo’n lange afstand, komen de emoties. Ik gaf het een plekje en herpakte mezelf. Ik stak een weg over voor een extra lus. Op het Hoge Boekel waren de wegen kaal en had ik wederom pal wind tegen. Het was enorm zwaar, voor mijn gevoel kwam ik amper vooruit. Niet aan denken, gewoon doorgaan. De lus was niet genoeg om aan de marathon afstand te komen. Dus in plaats van rechtdoor, sloeg ik rechtsaf en plakte ik er nog een lus aan vast. Het begon te regenen, ik had het al niet heel warm. Verkeerde kleding gekozen, het was beduidend kouder dan ik had verwacht. Voor het laatste stuk sprak ik met mezelf af dat ik iedere twee kilometer een beertje mocht en een paar slokken water. Met nog twee beertjes voor de boeg, kwam ik erachter dat ik het zakje was verloren. Dat was een klap in mijn gezicht. Maar he, ik was al zover, nu zou dit me er niet onder krijgen. Dan maar alleen een slokje water. Vlak bij huis kwam ik een paar honderd meter tekort. Ik liep een straat voor onze eigen straat een stukje in en weer terug. Bij het afslaan naar onze eigen straat gaf mijn horloge 42,2km aan. Ik drukte hem uit, ik had het gehaald! In de tuin verzorgde ik mijn spieren, mijn man vroeg al gebarend of ik het had gehaald. Ik kreeg een applaus van hem en de kids.
Het was een rare gewaarwording om zo een marathon te lopen. Het was een behoorlijk gevecht met mezelf. En om eerlijk te zijn is de voldoening die ik hoopte te vinden er ook niet echt. Ik weet dat ik dit moest doen, dus ik ben blij dat ik het gedaan heb. De reigers die ik onderweg tegenkwam, staan vooral voor; dingen anders doen dan anderen, het vermogen om vooruit te gaan, volg je eigen pad. Hier kan ik me wel in vinden. Vandaag had ik het gevoel dat de naaste mensen die ik moet missen, bij me waren. De natuur gaf me de signalen, dat realiseren geeft kracht.
Ik ga mezelf nu nog even verwennen met een lekker kopje thee.
Lieve groet, Cobie