7 juni 2020
Lang geleden, heel lang geleden, ik zal een jaar of vijf geweest zijn, zag ik een kinderserie op een van de drie publieke zenders die we hadden. En wie kent het niet: Seabert! Dat kleine, lieve, witte, schattige zeehondje (ok zoveel jaar later is het diertje een beduidend stuk irritanter ;-). Ik heb geen idee meer waar de aflevering over ging, maar ze kwamen in het paradijs. Dat daar wat ik op onze dikke, kleine, storende (kabel hadden we nog niet, dus antenne it was) tv zag, was dus Het paradijs. Ik geloofde het meteen, het was prachtig, vredig, de mooist denkbare kleuren en de meest exotische diersoorten. Vooral de vogels maakten indruk, al zou ik niet meer weten hoe ze eruit zagen. Wel weet ik dat ik hier regelmatig aan terugdenk. Elke keer als ik een Vlaamse Gaai door de lucht zie gaan, denk ik aan de vogels van “het paradijs”. Voor mij staat de Vlaamse Gaai inmiddels symbool voor “het paradijs”. En geloof het of niet, maar ik kom ze regelmatig tegen. Vooral tijdens het hardlopen. En ik waan me dus met grote regelmaat in “het paradijs”.
De afgelopen twee weken zo veel moois mogen waarnemen en zo veel euforie momenten gehad tijdens het lopen. Volledige concentratie op een smal bospaadje om niet in aanraking te komen met het schrikdraad of de brandnetels, de schrik was groot toen ik vlakbij wat zag wegschieten. Het was een reetje, bijna op aai-afstand. Hij schoot het bos in, we stopten beide en keken elkaar even aan alvorens ik hem behendig zijn weg zag vinden in het bos. En dan de roofvogels, de fazant en de konijnen nog. Een hond die door het weiland naast me speels een stuk meerende. Een mountainbiker die schuilde voor de regen en met wie ik mijn sarcasme op dat moment even kon delen. Hij fietste verkeerd waardoor ik hem later nog een keer tegenkwam. En de bekende die ik tijdens mijn lange duurloop tegen het lijf liep en met wie ik na lange tijd weer even kon bijkletsen.
En ook het lopen als lichamelijke activiteit, of eigenlijk het sporten in het algemeen bracht me veel moois en goeds de afgelopen veertien dagen. Beide weken drie hardlooptrainingen kunnen doen. Vorige week een training met korte intervallen en een training met tempoblokken. En als afsluiter die week voor het eerst sinds lange tijd de halve marathon afstand gehaald. Impulsief plakte ik aan de achterkant van mijn ronde toch dat mooie stukje Duits bos aan. Dat bracht de teller op 20, en als “hardloper” zijnde, is het toch mooier om van de halve marathon te kunnen spreken, dus nog een stukje weg op en neer om 21,1 km vol te lopen. Het ging goed, wel voelde ik de training dinsdag nog in mijn benen. Daar kwam bij dat mijn rechterknie en kuit gevoelig waren en de temperatuur ’s middags hoog was, wat maakten dat ik de training met korte intervallen inruilde voor een herstelrondje. Ook ben ik bezig om een weg te vinden in het invoegen van wat krachttraining, mijn streven is om dat drie keer per week te doen. Vorige week wat trainingen gedaan via een app en ik vermoed dat de gevoeligheid in knie en kuit daar vandaan komen. Voor deze week had ik zelf een circuitje gemaakt, gericht op buik- en armspieren om mijn benen wat te ontzien. En deze week was de les strong nation er weer (op donderdag), waar ik me op verheugde. Ik was ontzettend moe, we hadden thuis de boel al vroeg aan kant en de les zou via zoom gegeven worden. Impulsief besloot ik in plaats van te wachten ook deel te nemen aan de les zumba, die daarvoor gegeven werd. Het was heerlijk om twee uurtjes bezig te zijn. De vrijdag werd rustdag en zodoende stonden er twee trainingsdagen na elkaar op de planning. Voor zaterdag een training met lange intervallen en nog een keer mijn eigen krachtcircuit. Met de rem erop de versnellingen gedaan, alles op souplesse en alleen de laatste interval aangezet om het tempo vast te kunnen houden. Dat ging lekker en ook de krachttraining ging goed. Ik zal eerlijk bekennen dat ik de trainingen van gisteren vandaag tijdens de lange duurloop wel voelde. Mijn benen waren zwaar en ik zou mezelf niet zijn als ik een niet wat zwaarder parcours bedacht had. Ik heb wederom de halve marathon afstand weten te halen, maar deze moest van verder komen dan die van vorige week.
Momenteel kan ik erg blij worden van het trainen. Het gaat goed, ik kan steeds dat doen wat ik graag wil en ik begin een kleine vooruitgang te voelen. Mijn lichaam wordt sterker en ik voel me fitter. Waarschijnlijk heb ik de weergoden wel eens ingefluisterd dat ik van (een beetje) afzien hou. Strijden tegen de elementen vandaag; halverwege kwam het met bakken uit de lucht. Binnen een paar minuten was ik volledig doorweekt en even later striemden dikke druppen op mijn armen. Veel wind, het was een groot buitenspeelparadijs. Grote plassen, veel modder, ik kan de verleidingen dan niet weerstaan. Ik hou van hard trainen zowel bij het lopen als ook bij de andere trainingen, ik zoek graag mijn grenzen op en probeer ze iets te verleggen. Ook dat is paradijs voor mij.
Afgelopen week las ik een artikel over het ontstaan van blessures. De schrijver concludeerde dat deze vooral het gevolg zijn van te veel zitten. En laat deze conclusie mij nu net goed van pas komen, de oplossing van mijn gevoelige knie en kuit hoefden dus niet gezocht te worden in extra rustdagen. Ik paste mijn trainingen aan, zodat bijna alles op souplesse ging en er tussendoor rust was.
En gisteravond viel mijn oog op een hardloopwedstrijd die, in alternatieve vorm, door lijkt te gaan. En wat denk je, in Het Paradijs. Trail des Fantomes, daar waar mijn mooiste hardloopherinneringen mee verbonden zijn. Ik ga nog even nadenken over het verschil tussen utopie en realiteit en wat nu eigenlijk het beste bij mij past…
Lieve groet, Cobie (voor nu een positieve realist)