Wampex, team under construction

Als ik drie weken geleden na een bootcamples ’s avonds laat in bad zit, zie ik een filmpje van de Wampex. Impulsief vraag ik op facebook wie er zin heeft om mee te doen. Mijn man verklaart me voor gek: “Als jij ’s nachts in bad zit, bedenk je je dit soort dingen?” Ik roep nog dat er niemand zo gek is om op zo’n korte termijn mee te doen.. Nog geen 24 uur later hebben we een team van vijf personen bij elkaar. We gaan het gewoon doen! Ik vraag me wel 10x af of het wel verstandig is, zo vlak na de Ultimate Warrior. Maar ja, verstandig worden kan altijd nog. De app staat de weken daarna roodgloeiend. We worden vaste klanten van de decathlon en bol. En we mailen tig keer met de organisatie. Wat hebben we zin! We zijn dolenthousiast!! Helaas komt er voor een van ons een kink in de kabel als haar zoon de week voorafgaand aan het avontuur ziek wordt. En moet zij het voor dit jaar toch aan zich voorbij laten gaan.

Op vrijdagmiddag vertrekken we in de middag naar Drachten. Als het schemerig wordt komen we aan. We eten nog wat, vullen papieren in en ontvangen het eerste filmpje. Het eerste stuk van de route wat in sneltreinvaart wordt gelopen. De organisatie maakt een teamfoto en om 17.18uur mogen we vertrekken!

We worden met een busje naar het startpunt gebracht. We lopen het eerste stuk, zoals de mannen uit het filmpje ook doen. Marjan klimt de toren in en maakt foto’s van de nummers die daar genoteerd staan. We lopen door een park, langs het water en komen bij de eerste oversteek. Hier hebben we de meegebrachte peddels voor nodig. Met z’n vieren op een vlot. We peddelen hard en komen amper vooruit. We gaan tellen en tegelijkertijd bewegen we de peddels door het water. Nu lukt het en bereiken we de overkant.

We lopen verder en komen bij een volgend vlot, vier vaten met houten latten verbonden. Het ziet er wankel uit. We besluiten twee om twee te gaan. Het is een stuk stabieler dan het lijkt en binnen no time bereiken we de overkant. Soortgelijke vlotten komen we die nacht nog tig keer tegen. We hebben nu een nieuw stuk route gekregen. Rondgedraaid getypt op papier.

De volgende oversteek is er een die we allemaal stiekem wel een beetje vreesden; een pellet brug over het water. Er wordt geïnformeerd of er al mensen in de sloot zijn beland. Dat is niet het geval. We krijgen de tip om stevig door te lopen. En we bereiken allemaal droog de overkant.

Daarna ontstaat er onduidelijkheid over de route; over de dam rechtsaf. Moeten we dan bij het weggetje rechts? Maar we hebben nog geen dam gezien. We lopen iets verder en zien een dam. Moeten we dan hiervoor rechts? Of toch het hek openen en door het land met schapen? We lopen de verschillende kanten een stukje in en besluiten dan om het papier heel letterlijk te volgen. We lopen door het weiland met schapen. De arme dieren kijken ons geschrokken aan en rennen opzij. In de sloot daarnaast zwemmen meerdere zwanen. Het is een prachtig tafereel. We komen bij een hek aan, klimmen erover heen en staan op de parkeerplaats van een tuincentrum. Hier is niets te vinden over een fietsroute 92, die we volgens de routebeschrijving moeten volgen. Shit! Toch verkeerd gekozen. Moeten we dan echt het hele stuk terug? We googelen naar de fietsroute, we vinden waar die loopt. En we twijfelen. Op dat moment stopt er een auto van de organisatie. Ik zal jullie helpen weer op de route te komen. Hij wijst ons de weg naar de volgende stempelpost. Ongeveer 1,5km. We lopen langs de weg, er stopt nog iemand van de organisatie. En even verderop komt de eerste man weer terug. Hij geeft aan dat het toch een stuk verder is en biedt ons aan om ons met de auto te brengen. Dus zo komen we aan bij de volgende post. De vrouw daar informeert enigszins veroordelend of we met de auto zijn gekomen. We krijgen warme chocolademelk, een broodje en een volgend stuk van de route. Ze wijst ons welke kant we op moeten.

We lopen in een pikkedonker bos als opeens mijn telefoon gaat. Het is de lokale radio. Zij doen de hele nacht live verslag van de radio. Ze hebben gehoord van ons verdwaal avontuur en willen ons verhaal even horen. We zijn live op de radio en hebben de grootste lol! Als afsluiter mogen we een plaatje aanvragen. We willen iets Twents kiezen en kunnen eigenlijk niks anders bedenken dan Ilse de Lange. Priscilla zoekt de radiozender op en terwijl we verder lopen kunnen we meeluisteren met Miracle.

De precieze volgorde weet ik niet meer van alles. We komen bij een post waar we met een lange hengel visjes moeten vangen. De vrijwilliger verklapt het woord al snel, omdat hij weet dat het bijna geen doen is. We weten er twee te vangen, waar geen letters op staan en besluiten verder te lopen.

We lopen door tig weilanden, stukken bos en soms een een stukje over de weg. We moeten navigeren met kompas, dit vinden we allemaal wel spannend. We hebben het nooit eerder gedaan en in de omschrijving stond dat het niet kan met een kompas op een telefoon. Ik heb de activiteit op mijn horloge opgestart onder hike. Ik wissel tussen de schermen en kom binnen een paar keer drukken op de knop op mijn kompas. Het aantal graden verschijnt in beeld en we kunnen gewoon die kant in lopen. Soms kan het ook zo simpel zijn!

We steken verschillende keren een sloot over met een plank. We komen bij een post waar twee kisten staan en waarbij we de sloten moeten openen met de codes die we eerder kregen. Er liggen kaartjes met teksten in, daar maken we foto’s van.

Met een vlot steken we een open stuk water over en hebben we een prachtige doorkijk over het water. In het stuk bos daarna moeten we met een houten bouwwerk een stroomdraad overklimmen. Daarna springen we over de sloot, waarbij we hulp krijgen van mannen uit het team voor ons.

Het is een prachtige nacht! De maan staat aan de hemel en regelmatig zien een schitterende sterrenlucht!

Alle vrijwilligers zijn erg aardig en behulpzaam. De posten zijn versierd met kerstlampjes, overal hoor je muziek of de lokale zender met het live verslag van de Wampex. Er staan vuurkorven of kacheltjes met aggregaten. De sfeer is fantastisch!

Bij een volgende post hebben ze snert en kunnen we even zitten. Even verderop staan kano’s die we zelf te water mogen laten en waar we met z’n tweeën in mogen varen. Het is prachtig! Het is twaalf uur, alle huizen zijn donker. En wij varen over een donker kanaal. Op de brug staan mensen: “een vaartje maken en dan bukken”. Ik besluit op m’n rug te gaan liggen en zo schieten we onder de lage brug door. Als we bij de volgende post komen, zien we dat het team voor ons zich omkleedt. Ze zijn omgeslagen met de kano.

Wij lopen door en zien sups liggen. Gelukkig zijn deze vervangen door een vlot nadat het bij een van de eerste teams al mis ging.

We komen bij een post met olielampen aan. Hier staan drie wat oudere mannen. Ze vertellen een verhaal over een vrouw die vluchtte in de oorlog, wij moeten haar weg volgen, waarbij steeds wordt verteld dat niets is wat het lijkt. Als we aan de overkant de tegenovergestelde kant op zullen lopen, worden we gecorrigeerd. Wij dachten de hint begrepen te hebben.. We zoeken een groen kastje, vinden deze. Maar dit blijkt niet de juiste te zijn. Een Frieze man vertelt ons dat er iets verderop nog een staat.

Met moeten in het bos de route vinden door reflectoren te zoeken. We zien de teams voor ons worstelen, maar weten zelf vrij snel door het bos te manoeuvreren. Even verderop is de hint lastiger als we het bos van ons links moeten houden. Het bleek dat we de bocht nog om moesten en weten dan toch de uitkijkstoel te vinden.

We lopen door een parkje en zijn op zoek naar een knipperlicht. We horen wel iets van een radio, maar zien niets. We lopen toch een stukje door. We zien tot twee keer toe iets glinsteren in de bosjes, wat kattenogen blijken te zijn. Marjan is overtuigd dat we terug moeten. Op de plek waar we de radio hoorden, lopen we langs de bosjes. We zien een smal paadje. Met sjorbanden is een indianenbrug gemaakt, waarmee we het water over kunnen. De banden doen pijn aan onze handen.

Als we even verderop de fietsten zien staan, zijn we erg blij. Zo heerlijk om om 3.00 uur in de nacht even te kunnen fietsen. Het geeft ons hoop dat deze kilometers waarschijnlijk ook meetellen. Halverwege stond een bordje, mijn horloge gaf toen 22km aan. Dus dat zou een totaal van 44km beteken. We hopen op een lang eind fietsen. Na een kilometer of vier mogen we de fietsen weer inleveren. Voor 25 euro mogen we ze nog wel een uur huren.. daar gaan we in de weilanden waarschijnlijk niet ver mee komen. Het afstappen valt zwaar en het daarna de vrachtwagen inklimmen nog zwaarder. Onze lijven beginnen te protesteren. Er liggen broodjes hamburger.

Na een korte stop gaan we weer verder. Eerst veel modder en daarna weilanden. Eindeloos veel weilanden. Door alle regen is het sompig, we zakken ver weg. Het wordt nu wel echt zwaar. Waar ik navigeren met het kompas op mijn horloge eerst wel leuk vond, begin ik het nu goed zat te raken. Helemaal we het ook nog niet kunnen vinden. Ik weet zeker dat we het goed deden. Weer terug naar het bordje met de aanwijzing. Ja er staat echt 340 graden.. maar ook zuid west. En als we 340 graden lopen, dan gaan we naar het noorden. Met 240 graden gaan we wel zuid west. Dat doen we en dan vinden we een volgend bordje.

We zien regelmatig de lichten van Drachten in de verte, maar lopen er ook steeds weer bij vandaan. We zitten nu rond de 40km. En stiekem hopen we allemaal wel dat we er bijna zijn..

We komen bij een post. Ik informeer of ze weten hoe ver het nog is, daar willen ze geen uitspraken over doen. Dat voelt toch een beetje als deceptie. De kabelbaan is geweldig en maakt ons blij. We lopen door het bos. Niek checkt op zijn telefoon hoe ver we verwijderd zijn vanaf de voetbalclub waar we finishen. Dat is nog meer dan 7km. Even rekenen leert ons dat we nog wel een kleine twee uur onderweg zijn.. en dat de fietskilometers dus niet meegerekend zijn.

Bij de volgende post lost Marjan snel de sudoku op en deze helpt ons verder. We lopen nu bij andere teams in de buurt en naderen Drachten. Via een klimobstakel bij een bultje omhoog en we zien het bord van Drachten.

Bij de volgende post staat een politieauto, er was geluidsoverlast. We moeten via twee ijzeren sporen naar de overkant. Je zet in elke een voet en loopt/schuifelt naar de overkant. We volgen een ellenlang schelpenpad waar geen eind aan lijkt te komen en komen dan bij de een na laatste post. Het team waar we bij in de buurt liepen, krijgt info over de route en als we even verderop de route proberen te vinden, geven ze ons aan dat we dat niet hoeven te doen. Zij komen uit drachten en weten de weg. De laatste post is bij de finish. Met z’n allen lopen we het laatste stuk.

Strompelend en zo ontzettend blij komen we uiteindelijk de kantine binnen. Mijn horloge geeft 13 uur en negen minuten aan en 48,6km. We krijgen de laatste stempel en een mooie herinnering. En we maken een finishfoto.

We kleden ons om en we zijn zo blij dat de vrouw van Niek mee is als chauffeur. Als de dag weer aanbreekt, stappen we in de auto. Binnen vijf minuten liggen we al met z’n drieën op de achterbank te slapen.

Als ik thuiskom zijn mijn kinderen blij, ze zeggen hoe trots ze zijn. Ik ga in bad, ik ben zo moe en heb het zo koud. Ik dommel weg en doe er steeds warm water bij. Na een uur of drie moet ik er van mezelf echt uit. Ik doe mijn dikste kleren aan en zoek een deken op. Mijn huid doet zeer en kookt, maar ik heb het zo koud. Ik eet mee met mijn gezin we gaan Baantjer kijken met elkaar, maar binnen vijf minuten slaap ik. Pas op de namiddag word ik wakker. De middelste twee komen thuis van spelen. Ik ruim mijn spullen op en zet de was aan. We eten en ik beloof de kinderen lekkere hapjes in de avond. Helaas slaap ik al weer voor mijn man de gemaakte thee heeft ingeschonken. Om elf uur eet ik nog iets en loop ik door naar bed, waar ik pas om 8.30uur weer uitkom. Vanochtend voel ik me herboren! Alle spierpijn is weg, de koorts is weg en mijn huid doet ook geen pijn meer. Mijn voet is nog gevoelig en dik, een aandenken aan de Ultimate Warrior in combinatie met iets te weinig hersteltijd.

Ik bekijk alle foto’s en filmpjes terug en maak een filmpje van het avontuur als aandenken. Wat was dit een ontzettend gaaf avontuur!!! Alles waar ik van hou, zat er in! Waar ik meestal alles alleen onderneem, hebben we dit als team gedaan. Wat was dat een leuke ervaring! Een en al gezelligheid! En we hebben het met elkaar gewoon geflikt!!! Team under construction is constructed! Dank jullie wel Priscilla, Niek en Marjan om impulsief mee te hebben gedaan! En Rina, volgend jaar ben je er ook bij!!!

Lieve groet, Cobie

Perpetuum mobile

Het is zaterdagochtend 7.30uur als ik samen met mijn man en kids het terrein van het Drakenrijk oploop. Ik heb ontzettende buikpijn, ik twijfel nog even of ik toch niet ziek ben. Maar eigenlijk weet ik wel zeker dat het de zenuwen zijn. Ik vind het zo spannend! Geen idee wat me te wachten staat. Tig keer vraag ik me af of ik het niet ontzettend onderschat heb. Mezelf overschatten, daar kan ik goed in zijn als ik avontuur ruik. De andere kant is dat ik er ook enorm veel zin in heb. Benieuwd ben. Me verheug op de uitdaging. En ik me fit voel. Op de buikpijn na dan 😉

Als ik me meld, hoor ik mijn naam. Het is Niels, ik ken hem via social media in aanloop naar deze run. Hij heeft alle vragen die ik had, beantwoordt en hij is vrijwilliger, vooral bij de 24uurs. De vrouw naast hem geeft aan mijn instagramberichten te hebben gezien. We kletsen wat en ik merk meteen hoe gemoedelijk de sfeer is. We lopen het terrein op, de lopers druppelen binnen. De meeste mensen hebben een 24uurs hesje aan. Veel mensen in finishers kleding. Ieder is zich op zijn of haar eigen manier aan het voorbereiden. Ik vang iets op van 33 mensen op de 24uurs en 16 op de 56. We raken aan de praat met een man, hij is eerst vrijwilliger en later loopt hij zelf de 21km.

Als ik de hindernissen zie, besluit ik toch mijn camera maar aan Willem mee te geven. ik ga genoeg hebben aan mezelf, geen zin om om een camera te hoeven denken of schuurplekken op te lopen. Mijn man en kinderen vertrekken. Ik bezoek nog voor een vierde keer de wc en we worden verzocht naar het startvak te gaan. Ik heb inmiddels het eerste stuk van de briefing gemist, maar dat komt vast goed. Op de muziek van Ultimate Warrior doen we een korte warming up. Als de muziek aftelt, ontstaat er gekleurde rook en iets voor negenen mogen we vertrekken. Het is begonnen!

Ik ben vrijwel meteen de laatste loper, dat is prima. Rustig starten, dat is wat ik me voorgenomen heb. We lopen over mul zand en kruipen onder netten door. En dan volgen de trenches, 40 stuks. Dat voelt meteen pittig! Met natte voeten en een dikke laag zand in mijn schoenen vervolg ik mijn weg. We moeten een zak gevuld met stenen meenemen en ik merk meteen dat dit niet te vergelijken is met de Mudmasters. Daar liepen we er redelijk relaxed een rondje mee. Nu kruipen we er mee onder een net door. Gooien we de zak over een touw naast een muurtje en moeten we daar zelf overheen klimmen. We mogen de zak achterlaten en rennen verder. Onder een tunnel met net door. En we komen uit bij de zware zak die we met touw en katrol omhoog moeten trekken. Daar staat de man die ik ’s ochtends trof. Ik noem hem dat ik al laatste ben, waarop hij reageert: “ach jij lacht tenminste”. Ja ik vind het leuk! We komen bij twee rechte muren waar we overheen moeten. Ik doe een poging met mijn voet op de zijkant, dat mislukt. Een man ziet mijn poging en geeft me een voetje. En dat ook bij de muur erna. Dit was me eerder zelfs met hulp niet gelukt, dus ik voel me blij. We moeten daarna onder rekken door afgewisseld met eroverheen. We kruipen door de modder en onder een net met buizen door.

We komen bij een oude fabriek aan, daar lopen we via roosters omhoog en omlaag. Het is een prachtig decors. We lopen langs de zijkant en komen bij de touwen. Ik doe een poging met de voetklem. De onderste lukt, als ik mijn handen verplaats, ben ik hem kwijt en krijg ik het touw niet goed meer tussen mijn voeten. Mijn eerste 10 push ups volgen. We lopen tussen twee silo’s door over zacht zand klimmen we omhoog. We zijn aan de achterkant van de fabriek en moeten daar met twee gewichten omhoog en omlaag. We lopen een stukje omhoog en komen daarna met speelkasteel uit. Als kleine kinderen klimmen we daarin. Via netten verder omhoog en met de glijbaan naar beneden. Net na dit speelgedeelte staat de eerste verzorgingspost. Ik drink wat en pak een paar winegums. Ik heb me voorgenomen om bij iedere post te eten en te drinken. Nog kauwend op de snoepjes, kom ik bij het volgende obstakel. Ringen die je moet overpakken, boven het water. Ik was hier op voorbereid en besluit een serieuze poging te wagen. Ik slinger flink en weet zowaar de volgende ring te pakken. Als ik een beetje vertrouwen krijg, voel ik mijn hand wegglijden en beland ik in het water. Het is zo koud. Ik vervolg mijn weg, moet zwemmen omdat het diep is. En op het droge doe ik de volgende push ups tussen veel andere natte deelnemers.

We moeten met een touw bij een schuine muur omhoog en dan via verschillende handgrepen opzij klimmen. Ik glij tegen de muur en kies ook nu voor push ups. Vlak daarnaast staat een springkussen. Via een soort halfpipe moeten we omhoog. De vrouw voor me redt het net niet om boven te komen. Ik ga onder haar sta en duw haar omhoog. Als ik tegen de zijkant hang, geeft ze mij een hand en trekt ze me verder. We glijden keihard naar beneden en belanden op onze billen ver voorbij het springkussen tussen de flitsende camera’s. Het springkussen ernaast is wat makkelijker, dan belanden we in een klein laagje water.

De volgden hindernis is wederom ringen boven het water. De ringen hangen zo hoog, er staat een soort stellage onder. Het lukt me niet en ik durf het ook niet goed. Ik raak met de vrouw aan de praat en samen lopen we verder. Zij geeft aan dat ze niet zo’n loper is, dus we lopen in mooi gemoedelijk tempo. We missen de lintjes waarbij we eigenlijk door de sloot hadden gemoeten. En komen aan bij het touw waarmee we over de sloot moeten slingeren. Vol zelfvertrouwen, neem ik me voor en ik haal de overkant met gemak. We rennen een heel stuk door een weiland en als we bij de verzorgingspost aankomen, merken we dat we een kleine lus hebben gemist. We kruipen onder netten door tegen het viaduct op en over het viaduct gaan we onder netten door weer naar beneden.

Het eerste stuk stonden de hindernissen allemaal vlak op elkaar, ik vraag me serieus af hoe ik ooit de tijdslimiet moet gaan halen. Vanaf dit punt blijken de obstakels verder uit elkaar te staan en wordt het meer hardlopen. We komen bij de monkeybars, deze heb ik veel geoefend. De man die erbij staat geeft al meteen aan dat ze hoog zijn. Onder de eerste paar zit een ijzeren plateau. Ik ga hangen, mijn handen glijden, ik hang hoog en zie het ijzer. Ik durf niet. Verderop staan de dipbars, die eerst omhoog gaan en daarna omlaag. Mijn maatje geeft aan dat je ook je benen er over kan leggen. Dat doe ik, ik klim omhoog en laat me omlaag glijden. Het volgende obstakel is een soort monkeybars waarbij jezelf de pennen moet verplaatsen. Ik neem ze in mijn hand, maar ook dit gaat hem niet worden. Er staat een verzorgingspost bij met tukkoekjes, chips en zoute stokjes.

Daarna gaan we het bos in. Dit stuk is een prachtige trailrun. Veel op en af, mooie paadjes en zo nu en dan een obstakel. De meeste obstakels hier zijn hang of slinger hindernissen. Ik ken alle namen niet. Overal doe ik een poging, maar het lukt me niet. Ze zijn allemaal erg hoog, overal dat ijzer onder. We komen bij een bak, daar liggen scheepskettingen. Ze zien er imponerend uit. Ik denk nog bij mezelf dat het vast zo lijkt.. Dat heb ik geweten. Ze zijn zo zwaar! Het lukt me niet om hem over mijn hoofd te tillen. Ik krijg hulp en leg hem goed op mijn schouders. En dan moeten we daar dus echt die steile zandduin mee omhoog. Maar hoe dan? Het kost me moeite om niet achterover te vallen. Halverwege blijf ik staan en twijfel ik om af te snijden. Een man en een vrouw lopen me voorbij en ik besluit haar gewoon precies na te doen. En dat lukt. Bij het naar beneden gaan, is het helemaal spannend om te blijven staan. Als ik de ketting af laat vallen, merk ik hoe leeg ik ben. Dat was heftig!!

We komen even op adem en lopen dan rustig verder. De tireflip, de banden zijn een fractie kleiner dan bij de bootcamp, dat moet lukken. En dat lukt ook, als is ook deze pittig. Verderop een lange monkeybars. Als ik een poging waag, geeft de man die erbij staat aan dat ik hem ook zijwaarts kan doen. Dat lijkt me een goed idee. En voor even is dat het ook. Tot mijn hand wegglijdt en ik net naast het ijzeren rek weet te landen. Ik schrik, voel het bij mijn rug en geef aan dat ik dit toch eerst maar verder in de speeltuin ga oefenen. Hij en mijn loopmaatje geven tips over oefenen met aan 1 hand hangen en gripkracht oefenen door met schijven of bakstenen in mijn handen te gaan lopen.

We moeten een rondje met een houten balk lopen. En zien daarna dat de kortere route zich bij de route heeft gevoegd. We komen langs de verzorgingspost waarbij we eerder het bos in gingen. Lopen een stuk langs dezelfde weg en slaan dan af. Hier moeten we een band met een touw vooruit trekken. En even verderop zien we de scheepskettingen weer. Dit keer moeten we er een rondje mee lopen en door de sloot klimmen. Het lukt me nu om hem zelf op mijn schouders te leggen, maar wat is het zwaar. Ik denk aan klagen bij de bootcamp en aan dat de oefeningen hier dan nog niet eens bij in de buurt komen. Ik gooi de ketting neer en we mogen de sloot tig keer in en uit. Wederom onder de netten door tegen het viaduct op en omlaag.

We lopen langs een verzorgingspost, hier hebben ze bami. Ik zie de stukjes ham. Ik vraag me af hoe moe of op ik moet zijn om toch te zwichten en de bami te gaan eten. We klimmen bij een stelling van balken omhoog. Daarna moeten we een dik touw omhoog gooien wat in een gleuf moet blijven hangen en waarbij je omhoog moet klimmen. Ik gooi tig keer, maar kom niet eens in de buurt. Vlak daarna staan weer dipbars. We klimmen bij een zandheuvel omhoog en daar staat een stellage van draaischijven die we moeten overpakken. Ik kan de eerste met het puntje van mijn vingers aanraken als ik op mijn tenen sta. De man die erbij staat, geeft aan dat ik moet springen. Ik stap af en doe de push ups. De vrouw met wie ik loop, kaffert hem uit om de hindernis met de scheepsketting bij de duin omhoog. Daar heeft hij voor gezorgd. Hij ziet de humor er wel van in, lachend zegt hij alleen maar: “wacht maar af”. Ik denk nog dat hij het anders bedoelt, zij weet zeker van niet.

We moeten onder fietsenrekken door en er overheen. En dan komen we bij een enorme berg grind/puin. We moeten met een grote, dikke rubberen mat omhoog. Er zit een touw aan en ik zie de mensen voor me worstelen. Ook de sterke mannen. Dit bedoelde de lachende vrijwilliger dus zonet… Ik probeer het touw om me heen te doen en te trekken, maar er is geen beweging in te krijgen. Ik trek hem achter me aan. Ik duw tegen de mat van de vrouw voor me en zij is boven. Als ik boven ben, voel ik hoe de mat steeds bijna van de bult afglijdt. Dit is zo keihard werken. Naar beneden en dan de mat om de bult heen slepen. Ik loop terug om de vrouw met wie ik samenloop het laatste stuk te helpen. Ik zie en merk aan haar dat ze erg moe is, op aan het raken is. We moeten een parcours zakspringen. Ze vraagt me of ik geen last van mij bekkenbodemspieren heb. Ja helaas wel, ik vind springen sowieso niet fijn en al helemaal niet als je moe bent.

We klimmen een springkussen in en ook weer uit, de vrije val die we moeten maken, durven we beide niet. Iets verderop gaan we er weer in en klimmen we verder. Bij de halfpipe kies ik wederom voor push ups. Vlak daarna klimmen we bij een net omhoog, door een gat heen en naar beneden. Even vind ik het spannend, maar al snel merk ik dat het minder spannend is dan dat het lijkt. De laatste hindernis; een grote stellage van allemaal netten. En als afsluiter hebben we de judoband nodig die we bij de start hebben gekregen. Je moet hem om je polsen winden en in je hand vastpakken, deze om een buis doen en dan naar beneden glijden. Ik vind het eng, krijg de tip om lang te gaan hangen en ga ervoor. Dat viel alles mee. Na de eerste ronde geeft mijn horloge 24km aan. Ik heb enorme honger, voel me leeg, maar voel me verder ook echt wel goed. De gehoopte tijd van 4 uur heb ik bij lange na niet gehaald.

We eten bij, ik vul mijn energiesnoepjes aan en we bezoeken de wc. Klaar voor de ronde van 14km, die ook langer schijnt te zijn.. We lopen samen met een broer en zus. Ik klets met ze. De vrouw met wie ik liep, zegt niets meer. Ze lijkt in gevecht met zichzelf. We helpen elkaar over de muurtjes heen. Bij de fabriek merk ik dat haar tempo steeds lager wordt. De broer en zus zijn doorgelopen. En hoewel ik het erg moeilijk vind, besluit ik voor mezelf te kiezen. De tijdslimiet hijgt in mijn nek en ik heb nog energie. Ik zou het zo jammer vinden als ik het niet haal en het gevoel heb niet alles te hebben gegeven. Ik zeg haar gedag en loop door. Bij de touwen doet het meisje dat erbij staat het voor. Wederom lukt het me onderaan en gaat het bij het verplaatsten mis. Veel gaat op soortgelijke wijze als de eerste ronde, al skip ik de push ups soms wel stiekem. Bij de sloot staat het nu duidelijk aangegeven en ook de lus die we de eerste ronde hadden gemist, is nu goed zichtbaar. Ik kom de man tegen met wie ik voor de start had gepraat, hij draait om en loopt een stukje mee. Tegelijkertijd vragen we aan elkaar of we elkaar niet eerder hebben getroffen na de hornbach hammerrun. Zo klein kan de wereld zijn. Hij draait weer om en vervolgt zijn weg. Het trailstuk door het bos is nu een heel eind korter, al voelt het eigenlijk wel langer dan ik had verwacht. Als ik de post net buiten het bos op de terugweg passeer, geven ze aan dat ze vertrekken en vragen ze me of ik daar straks nog een keer langs kom en ik niet door een donker bos moet. Ik moet er nog een keer langs.. Het lopen gaat nog steeds erg goed. Ik loop een rustig tempo, maar kan wel bijna continu doorlopen. Her en der raffel ik een hindernis iets af. Het hakt er allemaal toch beduidend meer in dan ik dacht of had gehoopt. Bij de hoge zandbult doe ik meteen de push ups maar, de man die erbij staat geeft me een high five. De hindernis met de rubberen matten, waag ik me niet meer aan. Ik merk dat ik op ga kijken tegen de volgende ronde, nog een keer die lange ronde van meer dan 14km. Mijn horloge geeft nu inmiddels bijna 40km aan. Ik had gehoopt nu 7 uur onderweg te zijn, volgens mijn berekeningen ben ik veel langer onderweg. Dat schijnt trouwens nu ik het terugkijk op mijn horloge wel wat mee te vallen (7 uur en 15 minuten). En ik vraag me af hoe lang de run echt gaat worden.. 24 en 2 x 16 en dan de 7+… dat komt ruim boven de 60km uit en dat red ik nooit binnen de tijd.

Ik eet en drink nog wat, vraag of ik mijn lampje mee moet nemen en vervolg na een hele korte pauze met lampje mijn weg. Ik krijg steeds meer buikpijn en ik merk dat het zwaarder wordt. Toch lukt het me nog steeds om veel hard te lopen, al wandel ik ook wel regelmatig even. Die tijdslimiet blijft knagen en dus blijf ik mezelf motiveren om te rennen. Ik voel me bij vlagen emotioneel, tranen wellen op en gaan ook weer. Ik denk aan mijn loopmaatjes die ik mis. Hoe graag ik dit samen had gedaan. Maar ook aan hoe ik juist door wil gaan en hoe ik weet dat ze bij me zijn en me helpen. De ringen onder de brug zijn met het vallen van de avond afgesloten, daarvoor in de plaatst staan wip wappen en touwen waar je onderdoor moet tijgeren. Zo rond het marathonpunt wordt het echt zwaarder, maar dat mag ook. Op een van de weinige stukjes verharde weg staat een man, hij houdt ons aan. Met het oog op dat het donker gaat worden, mogen we het bos niet meer in. Even ben ik bang dat ik hem niet uit kan lopen, mag lopen. Hij geeft aan dat ze niet genoeg mensen hebben om ons door een donker bos te volgen. In plaats van de 14km ronde, wordt het twee keer een 7km ronde, dus 3x de 7km ronde in totaal. Ik weet eigenlijk niet of ik er blij mee ben.. de meeste hindernissen staan in het begin. Ik mis het lopen waar ik tijd kan winnen en mentaal is het ook wel weer een dingetje. Als ik weer bij tent ben, zit ik op bijna 50km. Ik informeer hoe het verder gaat en wordt erg blij als ik hoor dat de tijdslimiet eraf is. Dit voelt als mijn redding. Niels geeft aan dat ik de 7km ronde officieel nog 2x moet, maar dat ik hem ook 1x mag lopen en dan mijn medaille kan krijgen. Ik weet het niet, het lukte nog steeds. Ik geef aan even met thuis te bellen, dan ga ik hem nog 1x lopen en besluit dan wat ik doe. Hij noemt nog dat ik dan ook gewoon de afstand heb gelopen waar ik eigenlijk voor kwam. Die woorden blijven door mijn hoofd heen spoken.

Ik heb de laatste ronde weinig honger en dorst meer. Mijn buik doet pijn. Ik denk dat het spierpijn is in combinatie met mijn maag en darmen. Steeds probeer ik een stukje hard te lopen en geef ik het op. Voor de tijd hoef ik het niet meer te doen. Als ik bij de fabrieken omhoogklim, doen mijn linker kuit en rechtervoet pijn. Ik voelde het al eerder, nu blijft de pijn aanwezig. Bij 50km realiseer ik me dat ik nooit verder heb gelopen dan dit, de veluwezoomtrail en de trail des fantomes. Maar dat is inmiddels 12,5jaar geleden. Bij het lange stuk door de sloot, doe ik mijn hoofdlampje aan. Het is nu donker. Ik vraag me af hoe het is als je gaat hallucineren. Dat had me op dat moment best fijn geleken. Ik ben moe, alles doet zeer. Ik weet nu ook zeker dat dit de laatste ronde is. Ik kwam voor 56km en dat ga ik doen. Als ik de sloot uit probeer te klimmen, kijk ik naar mijn voeten. Ze staan stijf tegen elkaar. Even weet ik niet meer hoe ik ze los moet krijgen van elkaar. Mijn lichaam krijgt steeds meer moeite met de coördinatie. Ik probeer met het touw over de sloot te slingeren. De vorige ronde ontbrak het me aan overtuigingskracht en belandde ik er in. Nu haal ik de overkant, maar weet ik niet wat ik dan moet doen. Ik val achteruit in de loot en ben minuten lang bezig om er uit te komen. Ik weet wat ik moet doen, maar ik krijg de signalen niet naar mijn lichaam om het ook echt te gaan doen. Met behulp van de buizen aan de zijkant lukt het. Door het gras waag ik nog een paar keer een poging tot hardlopen, ik zie weinig en mijn lichaam wil niet meer. Ik wandel het laatste stuk. Bij het zaklopen schuifel ik met de zak. De hindernissen daarna doe ik push ups, net als de mensen om me heen. Al kunnen het inmiddels amper meer push ups genoemd worden. Het laatste klimmen lukt en de laatste keer met de judoband naar beneden glijden voelt zo fijn. Ik ben er!!!

Ik loop naar de tent en zoek Niels op. Als ik hem aangeef dat ik stop, bekijkt hij mijn horloge en feliciteert hij mij. Ondanks dat hij zelf tot veel meer in staat is, voel ik oprecht zijn respect voor mijn prestatie. Ik krijg de mooiste medaille ooit en een prachtig shirt. Een vrouw die ik een paar keer eerder zag, is net voor me gefinisht. Ze biedt me wat te eten aan, ze geeft ook aan na 2x 7km gestopt te zijn en samen zijn we blij. Ik loop terug naar de finishboog voor foto’s en zie daar de broer en zus finishen. Zij vinden het ook goed zo. Hun ouders zijn er en we kletsen nog wat. Ik loop richting parkeerplaats, tref Niels nogmaals en bedank hem en de organisatie voor alles. Dan tref ik mijn man en kinderen. Ze zijn trots en blij. Ik word overspoeld met lieve appjes en facebookberichten. Dat doet goed.

En mijn gevoel. Het laatste stuk van de wedstrijd voelde ik emotioneel niks meer. Waar ik altijd wel iets voel, was dat nu gewoon helemaal weg. Lichamelijk vond ik het zo ontzettend zwaar. Ik heb mezelf vervloekt met al m’n plannen en ideeën. Ik dacht aan mijn eerste marathon, waarbij het eerste was toen ik over de finish kwam: “wanneer kan ik weer?” Ik dacht aan mijn vier bevallingen waarbij ik controle voelde en een dag later stiekem al weer stond stof te zuigen. En dit, dit was nergens mee te vergelijken. Vroeger had ik bedacht dat ik wel ultraloper wilde worden, dat leek me heerlijk. Ik was goed op weg met 2x een 50km in een paar maanden tijd. Ik had de wildste plannen. Tot ik een week na de 50km in de Ardennen zwanger bleek te zijn. En ook toen dacht ik nog binnen no time weer een marathon te lopen. Dat ging natuurlijk anders, ik had veel meer waar ik graag thuis voor wilde zijn. En dat was ook goed. Het hardlopen alleen gaf me de afgelopen tijd niet de voldoening die ik er in het verleden wel van kreeg. De obstacleruns echter wel. En na de mudmasters marathon was ik helemaal verliefd. En al helemaal door het relatieve gemak waar dat mee ging. En dus wilde ik wel een stapje meer. Ik ben een doorzetter. Ik weet dat ik dat wat ik in mijn hoofd haal, ook voor elkaar krijg. Op vakantie kocht ik een kaart van perpetuum mobile, wat iets betekent van voortdurend door bewegen. Als een soort van streven, dat wil ik ook bereiken. En je maakt verwachtingen in je hoofd. Ik had vooral een verwachting van mezelf in mijn hoofd. En nu kon ik eigenlijk niet aan die verwachting voldoen. Ik ben echt mijn grens wel tegen gekomen. En iedereen kan dan allemaal lieve dingen gaan zeggen. Ik voelde het op dat moment zelf nog niet zo. Ik had dit gewoon wel even willen doen! Ik had de obstakels beter willen doen, niks willen afraffelen en ik had makkelijker door willen kunnen lopen. Zo gigantisch ver was het nou ook weer niet. Ik had niet gedacht dat ik mezelf zo tegen zou komen. Ik had gedacht dat mijn grens veel verder zou liggen. En dan loop je daar tussen de 24 uurs lopers en de ervaren ultralopers, zij gaan door. En dan realiseer je je dat je daar nog lang niet bent. En dat is confronterend.

Ik sliep slecht ’s nachts. Werkelijk alles deed zeer. Ik nam een paracetamol. En stond de volgende ochtend op met hoofdpijn en een koortsgevoel. De spieren in mij buik en rond mijn middenrif deden zo’n pijn dat zelfs ademhalen zeer deed. Mijn handen zagen er niet uit, eelt, zwarte groeven, splinters en ook daar spierpijn. In de loop van de dag zakte dat af en veranderde ook mijn gevoel. Deze run was in niks te vergelijken met wat ik ooit eerder had gedaan. Op maandag waren alleen de wreven van mijn voeten nog gevoelig en had de spierpijn plaatsgemaakt voor stramme spieren. Ik begon me blij en trots te voelen over mijn prestatie. Ik weet dat ik nog een lange weg te gaan heb voor ik ben waar ik graag wil zijn. Maar ik weet ook dat ik daar graag voor wil werken. Hoewel het loodzwaar was, ben ik wel helemaal verliefd op deze sport. Het is me nu gelukt, dus het gaat me vaker lukken. En dan beter, sterker, sneller… als een perpetuum mobile!

Lieve groet, Cobie

Sportverslaafd! Ik beken!

Volgend weekend, dan is het eindelijk zo ver! Nog zes dagen! Steeds meer dringt het tot me door wat ik ga doen. En aan de andere kant ook niet. Ik heb geen idee welke hindernissen ik tegen ga komen. En ik heb geen idee hoe ver de afstand is. In een ver verleden heb ik twee keer een trail van 50km gelopen. De eerste op de Veluwe en de tweede in de Ardennen. Het was fantastisch. De eerste was hardlopen en bij de tweede zat het nodige klimmen en door water lopen er bij. 8 Uur deed ik er over. En volgende week? Ik ben vooral zo ontzettend benieuwd! De vragen blijven maar door m’n hoofd gaan. Hoe zwaar gaat het boven de 30km zijn? Ga ik mezelf tegenkomen? Of misschien moet ik me eerder afvragen hoe erg ik mezelf tegen ga komen? En hoe kan ik dan weer verder? Ga ik het fysiek redden? Ga ik het mentaal redden? Red ik het binnen de tijd? Maar eigenlijk zegt dat stemmetje in mijn hoofd, nog meer dan deze vragen, “Ik ga het doen! Ik ga het gewoon doen! Ik ga niet opgeven! Ik ga de finish halen! Ik heb er zin in! Ik ben er klaar voor! Ik ben er meer dan ooit klaar voor!!”

Na mijn generale waar ik in mijn vorige blog over schreef, heb ik de afgelopen weken vooral de balans bewaard. Ik heb veel getraind, consequent getraind. Eigenlijk waren het heerlijke trainingsweken! Ik durf toe te geven dat ik echt wel verslaafd ben aan sporten. Als een trainer voor de training vraagt of je er zin in hebt, kan ik alleen maar antwoorden: “natuurlijk, anders was ik hier niet”. Hij noemt nog iets over dat het ook kan zijn dat je je er toe aan moet zetten. Om heel eerlijk te zijn, ken ik dat eigenlijk niet. En dan is zo’n periode van veel en vaak sporten zo fijn! Een vrijbrief! Wel steekt het enigszins als je sociale uitjes laat schieten, omdat je ook vindt dat je moet sporten. Omdat je voelt dat je in voorbereiding zit en omdat je weet hoe belangrijk het is om consequent door te gaan. En misschien steekt het wel juist, omdat je weet dat niet iedereen het zal begrijpen. Ik denk dat de meeste mensen mijn plannen sowieso niet begrijpen. Ooit heb ik met mezelf afgesproken om me daar niks van aan te trekken. Doen waar je blij van wordt! En dat wordt ik hier van! Dit avontuur bezorgt me die kriebel waar ik naar op zoek ben!

Ik heb de afgelopen weken gemerkt dat de trainingen me goed afgaan. Dat het steeds makkelijker voelt. Ik combineer van alles met elkaar; boksen, bootcamp en hardlopen. En dat lukt. Als ik me moe voel of als ik het even zwaar vind, kan ik doorgaan en zakt dat gevoel weer weg. En steeds vaker is dat gevoel er niet. Als ik na lange trainingen naar huis loop, hoef ik niet meer te wandelen. Ik kan nog steeds een acceptabel tempo aanhouden. En ik denk niet meer aan hoe zwaar het is, maar ik geniet. Ik weet nu dat ik in vermoeidheid verder kan. Ik weet ook dat goed eten op deze momenten uitkomst kan bieden. De cijfers op mijn horloge zijn steeds positiever. Mijn VO2max is gestegen naar 46, mijn hartslag blijft steeds makkelijker onder de drempel en ik heb steeds minder herstel nodig. En deze zelfde informatie, geeft mijn lichaam me ook. Ik heb me nog nooit zo fit gevoeld als nu!

En dan de andere kant. Als je ergens zo gericht voor traint, ontstaat er soms wat angst. Twee weken geleden mijn kuiten. Vorig jaar heb ik daar een behoorlijke tijd mee lopen klieren. Een blessure was misschien een groot woord, maar het ontnam me wel het gemak en het plezier in het lopen. En nu voelde ik ze zo opeens weer. Woensdagavond gelopen, een uur bootcamp en een uur boksen en ik kwam blij thuis. Op donderdagochtend voelde het iets stram, de training intuïtief hardlopen ging prima. Maar in de loop van de dag voelde het niet oké. Toch hardlopend naar de bootcamp ’s avonds. En ook dat ging eigenlijk wel goed. Mijn kuiten waren warm. Een kilometer snel bij de bootcamp ging ook prima. De dag daarna was het niet erger, maar ook niet beter. Harde verkrampte spieren. Op vrijdagavond met een loopmaatje een interval. Doorlopend vraag je je af waar je goed aan doet. 2x 19 Minuten op 5.30 stond op het programma. We liepen de eerste 19 minuten, heel iets sneller. We begonnen aan de tweede. Zij voelde wat in haar voet en we besloten toch de tweede versnelling maar niet af te maken, we liepen in een rustig tempo terug. Verschillende trainers bij de bootcamp suggereerden iets in de richting van overbelasting. Dat kon toch haast niet 😉 Ik bedacht me dat ik de woensdag en donderdagochtend alles op nieuwe schoenen had gedaan (wel hetzelfde type) en hoopte dat dat de boosdoener was. Een trainer van de bootcamp dacht met me mee en noemde van alles wat ik zou kunnen doen voor herstel en ter preventie. Ik was inmiddels best een beetje wanhopig, dus ik stortte me daar volledig op. Hij zocht het in de richting van verlate spierpijn (DOM). Veel masseren en rekken. Oefeningen doen ter preventie en L-glutamine (dit is vooral belangrijk bij stress, ziekte of spierspanning, omdat het dan bijdraagt aan de groei, instandhouding en herstel van de spiermassa) gebruiken. Een sportmaatje noemde een magnesium (voeten)bad nemen (magnesium wordt het beste opgenomen door de huid en kan helpen bij het stimuleren van ontgifting en het versterken van het immuunsysteem). En dus deed ik dat allemaal trouw. Na een aantal dagen knapten m’n kuiten op, om vervolgens een week later op soortgelijke wijze weer op te spelen, nu wel iets milder. En dus legde ik me er maar bij neer dat het echt wel verlate spierpijn zou zijn, misschien van het boksen wat ik al een poosje niet meer echt gedaan had. Een stapje terug met springen en explosiviteit en het zakte gelukkig snel helemaal weg. Na de trainingen op een maandagavond was mijn voet gevoelig, warm en rood bovenop, net onder mijn kleinste tenen. Ik vreesde voor een ontsteking die ooit eens heb gehad. En dus preventief aan de ibuprofen en andere schoenen aan, ook naar mijn werk. En ook dat verdween gelukkig snel. En ik hoef vast niet te vertellen dat bij ieder pijntje of gevoeligheid de alarmbellen gaan rinkelen… Ik geloof dat ze hier het woord hypochondrie voor hebben bedacht ;-).

De afgelopen weken heb ik ook weer ontzettend genoten van al het samen sporten met mensen! Het lukte steeds om van alles af te spreken of het ontstond spontaan. Gezellig, het daagt uit, je verlegt je grenzen en je doet net wat anders dan je zelf bedacht had. En het lijkt wel of ik van alle kanten steeds meer gelijkgestemden op mijn pad tref. Zo fijn!!

En nu; de laatste dagen. Ik weet het niet zo goed. Ik ga veel eten, veel koolhydraten, gezond eten. Elke dag een kopje soep voor wat extra zout. En met name de laatste twee dagen er extra op letten dat alles klopt. Niet te veel vezels meer dan. En slapen! Deze week op tijd naar bed, proberen een paar keer iets meer slaap te pakken. Ik ben een ochtendmens, de meeste nachten haal ik amper de 7uur. En als ik eerder naar bed ga, resulteert dat vaak in nog eerder wakker zijn. Maar goed je rust er wel van uit. De trainingen schroef ik terug. Maandagavond en donderdagochtend geef ik nog training. En voor mezelf, misschien nog een beetje loslopen. Of donderdag toch nog de bootcamp op halve kracht. Ik wil zaterdag uitgerust aan de start staan! Deze week neem ik de tijd om mijn spullen te pakken. Nadenken over eten tijdens de run. De laatste spullen zijn onderweg! Impulsief heb ik gisteren een action camera besteld! Het lijkt me zo gaaf om van alles vast te kunnen leggen. Dan kunnen jullie naderhand meekijken, hoe leuk is dat!

En dan daarna… Ik zou mezelf niet zijn als mijn planning niet net zo idioot doorgaat 😉 Ik plaatste een oproepje wie met mij meewil naar de wampex (een nachtelijke wandel-/puzzeltocht van 40 tot 56km met opdrachten onderweg, navigeren etc) op 3 november. Ervan uitgaande dat niemand dat op zo’n korte termijn gaat doen. Al voor de volgende avond hadden we een team van 5 mensen bij elkaar. Dus 13 dagen na de Ultimate Warrior, wordt het een nachtje doorhalen, waarbij we ook werkelijk geen idee hebben wat ons te wachten staat. En nog een paar weken later mag ik 42 kaarsjes uitblazen. En waar denkt iedere hardloper aan bij 42? Precies! Veel bekenden zijn bereid om een etappe mee te lopen. En wat is er voor mij een mooier verjaardagscadeau dan lekker lang sporten met allemaal lieve mensen om me heen..

Maar eerst de Ultimate Warrior! Ik heb er zin in!!!!

Lieve groet, Cobie

Trainen, trainen en nog eens trainen!

Nog 1 maand, dan is mijn grote avontuur! Ik heb er zo veel zin in! Ik ben er zo klaar voor! Ja, vertrouwen, dat heb ik! Nog steeds spoken er tig vragen door mijn hoofd. Alle antwoorden zal ik wel nooit krijgen. Wat voel ik me fysiek en mentaal sterk op dit moment! De trainingen lukken, ik krijg het eten op de rit, slapen gaat goed en vaak is de balans zoals ik het bedoelde. Regelmatig laat ik mezelf versteld staan. Natuurlijk ben ik nog lang niet waar ik wil zijn, waar ik ooit hoop te zijn. Maar ik weet ook zeker dat mijn reis na dit avontuur niet ophoudt. Ik geniet van iedere training, van iedere stap.

Ik zal jullie kort meenemen in mijn trainingen van de afgelopen week. Vorige week zaterdag had ik mijn generale gepland. Verstandig als ik altijd ben 😉 deed ik vrijdagavond maar niet mee (niet echt, een klein beetje). Zoals jullie waarschijnlijk weten, heb ik een groot gezin, werk ik drie dagen in de week en ben ik druk met van alles voor Running Miracle. Kortom ik ben een kei in plannen en multitasken. Vorige week zaterdag zag ik ruimte voor een extreem lange training en dus moest het daar gebeuren. Ik zou mijn kids naar survivaltraining brengen en had daar het perfecte decor voor de training. Het Rutbeek, een groot meer met paadjes erom heen, bankjes, een speeltuin en andere mogelijkheden. Een van de trainers van bootcamp had me op vakantie met trainingen geholpen en dacht ook nu mee. Samen kwamen we tot een mooie, kwalitatief goede, maar niet volledig uitputtende training. Het werden 5 rondjes Rutbeek, waarbij ik 14 verschillende oefeningen iedere ronde opnieuw ging doen. De skiheuvel beklimmen, zwemmen, door het water lopen (ook met een zak zand), 30 push ups, 1 minuut deathhang. Pull ups bij een rekstok, klimmen, tijgeren, een fles met water vullen, meenemen en ermee gooien, kikkersprongen en lopen met een 18kg kettlebell. Mentaal was het wel even een dingetje dat de eerste ronde veel langer duurde dan ik hoopte. Ik ging door en om eerlijk te zijn, ging alles naar wens. Ik hield mijn hartslag laag en het voelde goed. De kettlebell paste ik aan toen ik mijn rug begon te voelen. In de auto had ik eten en drinken en na iedere ronde maakte ik daar even een stop. Na vijf rondes zat ik op 28km en wist ik door te lopen tot 30km. Precies zoals ik graag wou en ook voelde ik me zoals ik op voorhand had gehoopt; alles behalve op. Ik was niet in het rood gegaan en had toch een lange training gedaan die het gevoel van een obstaclerun goed nabootste. En dan de avonturen onderweg, chocolade werd me aangeboden omdat ik zo hard trainde, ik zag een eekhoorntje, er was sprake van blauwalg. Oefeningen tussen de mensen op het naturistenstrand. Complimenten van verschillende mensen die mee meermaals voorbij zagen komen. En een man die na de laatste ronde cynisch vroeg of ik al het zand dat ik verplaatst had ook weer terug ging gooien. Het heeft mij er doorheen gesleept.

De volgende dag deed ik met de kids mee met de drekrace van de bootcamp. Lekker rustig tempo, maar toch een 7,5km en natuurlijk waren de jongste twee halverwege op. Werd het motiveren en de vijver op het laatst met een van hun op mijn rug door. Maar het lukte zonder volledig in het rood te gaan. Het was genieten met elkaar!

Maandag gaf ik training, de jeugd, de opbouwgroep en daarna een rondje met duurloopgroep. Dinsdag was mijn rustdag (lees; vooral ren en vlieg dag thuis, waarbij we uit nood veel te laat nog patat eten en ik blij ben als ik ergens na negenen alles aan kant heb).

En woensdag voel ik dat ik weer energie heb. Ik meld me aan voor twee uren bij de bootcamp. Als het eerste uur niet doorgaat, besluit ik voor de interval die mijn horloge voorstelt te gaan. 10 Minuten inlopen, daarna 3x 8 minuten op de drempel (5.35 min/km) met steeds 2 minuten pauze op 8 min/km en 10 min cooldown. Ik loop deze interval naar de bootcamp toe. En waar ik eigenlijk altijd enigszins een hekel heb aan interval, vind ik het nu wel heerlijk dat mijn horloge me er doorheen praat. De snelle stukken gaan van 5.34 naar 5.30 en de laatste zelfs in 5.26. Ik kom blij en tevreden bij de bootcamp aan en ook dat uur gaat lekker.

De volgende ochtend doe ik zelf met het intuïtief hardlopen mee. En ’s avonds ga ik hardlopend naar de bootcamp en terug. Ik heb wat buikpijn waarbij ik niet goed weet of het spierpijn is of toch wat last van darmen of eten. Het trainen lukt echter prima. Ik baal als ik de training niet goed begrijp. Na de warming up lopen we een ronde hard. Ik vang wel iets op dat we het later nog een keer moeten doen. De snelle mannen houd ik sowieso niet bij en dus blijf ik gezellig kletsend bij de andere vrouw. We lopen de kilometer in 6.30 min/km. En krijgen daarna de opdracht om de ronde in hetzelfde tempo nog een keer te lopen. Het begint wel enigszins suf te voelen (mijn inlopen gaat al regelmatig harder). Iedere seconde die afwijkt is 2 burpees. Dit tempo loopt makkelijk en dus lopen we de ronde daarna in ongeveer hetzelfde tempo. Als we het daarna nog een keer moeten doen, trek ik toch mijn mond maar open. Ik mag een tijd zeggen en dan worden de burpees berekend vanaf wat ik van die tijd afwijk. Ik twijfel en kies uiteindelijk voor een veilige 5.30. Achteraf baal ik en voelt het laf, dat liep ik gisteravond ook en dan veel langer. Ik pak een stevig tempo en weet dat de hele ronde vast te houden. Natuurlijk zie ik op mijn horloge al dat het sneller is, ik besluit nu voor een snelle kilometer te gaan. De trainer noemt 5.10 en geeft aan dat ik 20 burpees mag doen, het is er 1 per seconde geworden. Ik baal nog steeds dat ik de training niet doorhad, dit had ik een erg leuke training gevonden.

Met de wrange nasmaak van de donderdag, besluit ik vrijdag zelf mee te doen met de interval. 15x 200 Meter staat op de planning. En steeds een 30sec wandelen tussendoor. Het gaat erg lekker, ik verbaas mezelf van de tijden (gemiddeld 4.20 min/km). De pauze voelt heel kort, toch weet ik het vol te houden en het tempo vast te houden. Het vele snelheidswerk deze week geeft veel voldoening.

Omdat ik weet dat het sporten zondag niks wordt, schrijf ik me in voor de bootcamp van zaterdag. Als een loopmaatje vraag om een rondje te lopen, spreek ik voor na die tijd af. Ik loop naar de bootcamp. De bootcamp begint met een kilometer hardlopen. Ik laat me enigszins opjutten door de rest en loop deze in 5.15, hard dus voor mij. Ik lig iets achter op de snelle mannen, maar als ik zie dat ik met de oefeningen op ze inloop, is het fanatisme in mij weer geboren. Ik ben net na de man naast me klaar. We kijken beide naar de klok die binnen hangt, waarop hij zegt wat ik ook denk: “er is nog maar een half uur om”. Slik, echt alles al gegeven in zo’n korte tijd. De rest van de bootcamp iets gas terug. Maar het hardlopen daarna is zwaar, loodzwaar! Wederom een interval, 10 minuten warmlopen en daarna 10x 1 minuut snel gevolgd door 2 minuten rustig en een stukje uitlopen. Mijn loopmaatje loopt met gemak bij me weg, mijn benen willen echt niet meer, ze voelen zo zwaar. De laatste snelle minuut weet ik in 4.47 min/km te lopen. Klagen mag ik zeker niet.

Thuis eet ik en neem ik een warm bad. En laad ik me op voor de middag. Samen met twee van mijn kinderen het parcours van de survivalrun gaan proeflopen. Ik voel me zo moe, zo op. En toch weet ik dat ook dit een stuk van de training is. Als ik lange afstanden af wil leggen, lange wedstrijden wil doen, zal ik door de vermoeidheid heen moeten. Ik loop het parcours met mijn dochter en een van haar trainsters. Het is gezellig, van de hindernissen maak ik niet veel. Dit is zo anders dan alles wat ik gewend ben. Wel is het echt slopend! Als we na een kleine twee uur en 5,75km de finish overkomen, schrokt mijn dochter snel twee hamburgers weg en slaapt ze al op het moment dat ze een stap buiten het bad zet. Ook mijn zoon is helemaal op.

De nacht is kort, want vandaag zijn we vrijwilliger bij de run. Fysiek een rustdagje dus! Wat een sfeer en wat een mentaliteit. We staan bij de indianenbrug, zijn daar jury. Als mensen er per ongeluk af vallen, gaan ze zelf terug en beginnen ze opnieuw. Van die mentaliteit kan ik met m’n geklaag nog heel wat leren 😉

De komende twee weken bikkel ik op soortgelijke wijze door, waarbij balans het toverwoord blijft. De laatste twee weken bouw ik af, om fit en vol energie aan de start te staan. Ik heb er zo veel zin in!!!

Lieve groet, Cobie

Sportmaatjes; together we achieve more!

In mijn vorige blog zwijmelde ik nog terug naar de Mudmasters, en dat doe ik nog steeds wel eens ;-). Maar inmiddels ben ik ook weer keihard aan het trainen! Ik heb vakantie en vakantie betekent voor mij ook sport!!! En dus train ik hard en veel. En weet je wat het fijnste is? Ik train voor een doel! Een gewaagd doel. Hier krijg ik die kriebel van in mijn buik die ik nodig heb. Die ik zoek. Hier word ik zo enthousiast van. En dit maakt dat ik nog meer zin in mijn trainingen heb. 21 Oktober staat in mijn agenda omcirkeld; the ultimate warrior 56km. Een obstaclerun, een ultra afstand. En dus heb ik mezelf een doel gegeven waar ik wel keihard voor moet trainen!

En wederom heb ik eigenlijk geen idee wat me te wachten staat. Er is minimale informatie over te vinden. Mensen die deelnemen aan dit soort evenementen ken ik niet. Ik weet dat er een tijdslimiet is van 12 uur, dat lijkt me mogelijk. Ook weet ik dat je bij alle obstakels een serieuze poging moet wagen, dat vind ik spannender. Bij de Mudmasters heb ik er 1 geskipt die ik echt niet durfde, dat is nu geen optie. Ik zal mezelf bij angst nu moeten herpakken. En dat ga ik ook doen, want ik wil de finish halen. En wanneer is iets een serieuze poging? Ik weet dat hindernissen met pull ups en monkeybars lastig gaan zijn, zo niet onmogelijk. Als ik het dan probeer en ik val naar beneden, is dat genoeg? En voor elk obstakel dat je niet haalt, moet je 10 push ups doen. Wanneer zijn die goed genoeg? Er zijn meer dan 155 hindernissen… enig rekenwerk maakt me duidelijk dat ik hoop dat ik toch het grootste gedeelte van de obstakels wel haal. En dan komt het voedingsvraagstuk weer om de hoek. Dat was goed bij de Mudmasters dus ga ik zo verder. Hoe zwaar gaat het boven de 40km zijn? Hoe diep kan ik gaan? Moet ik gaan? Het scheelt dat ik dol ben op een stuk naïviteit, onwetendheid. Dat heeft me in het verleden al vaker geholpen. Als je niet weet hoe heftig iets gaat zijn, hoef je er ook niet bang voor te zijn. Gezonde spanning, dat wel! En dat maakt ook wel dat 1 van mijn trainingsonderdelen is om mentaal harder te worden.

Een plan? Nu kan ik zeggen: “dat heb ik niet”. Maar dat is ook niet waar. Zo rond de marathon was ik ergens toch wel geschrokken van hoe alle trainingen er in hakten. In aanloop naar de Mudmasters leerde ik dat balans veel belangrijker is. En dat maakt wel dat ik niet een keihard schema maak voor mezelf. Ik wil blijven voelen. Steeds voelen hoe mijn lichaam voelt en wat ik denk dat het aankan. En daar leg ik wel steeds mijn agenda naast en heb ik ook mijn agenda al naast gelegd. Ik was van plan om in september aan tig wedstrijden/evenementen deel te nemen. Maar ergens had ik daar toch geen zin in. Dus een streep door het grootste gedeelte en vooral een balans opmaken van wat ik denk dat ik (nog) moet doen in aanloop naar 21 oktober.

En deze vakantie ben ik serieus begonnen! Een trainer van de bootcamp had aangegeven dat hij me, net als vorig jaar, wel workouts wilde appen. En dat werkte voor mij enorm motiverend. Al moet ik bekennen dat ik wel even schrok toen ik de eerste workout zag op mijn tweede vakantiedag. Iets met jumpsquats, burpees, touwtje springen en sprinten om 6.30uur ’s ochtends. Ik dacht alleen maar, hierna ben ik wel echt wakker ;-). Het lukte en wat een heerlijk begin van de dag! Ik moet hier ook wel even bij vermelden dat goed werkt voor mijn hele gezin. Ik ben op vakantie altijd wakker als de zon opkomt, de rest houdt van uitslapen en rustig aan doen. Ik niet als ik niet sport. En dus, tegen de tijd dat mijn training klaar is, komt de rest uit bed. Ontbijten we gezellig met elkaar. Als ik ga douchen en bijkomen, kunnen zij nog even rustig aan doen. En eind van de ochtend zijn we dan allemaal klaar om weer wat leuks te gaan doen. Dus perfect! De trainer vond het fijn om feedback te krijgen en zo bleven de trainingen pittig en werden ze langer. Ik kan alleen maar zeggen dat ik op deze manier een super basis heb gelegd! Een paar keer werd het hardlopen. En vaak werd het een combinatie van hardlopen en allerlei oefeningen. Ik verbaasde me dat het relatief makkelijk lukte om steeds iets verder hard te lopen en dat ik ook van de trainingen achteraf geen last had. Op de laatste vakantiedag had ik bedacht dat het met het oog op de Singelloop misschien verstandig zou zijn om ook een keer interval te doen. Als er iets is waar ik een broertje dood aan heb. En dus had ik relatief makkelijke interval bedacht; 400m inlopen en dan steeds 400m snel, gevolgd door 200m wandelen. En dat dan een keer of 10. Als ik zelf een training bedenk, wil ik het ook nog wel eens iets aanpassen, iets minder ofzo als ik weinig zin meer heb. Maar na twee versnellingen appte de trainer nog een workout door, dus dilemma. Een workout met 800m rennen, 8 verschillende oefeningen en dan na iedere oefening weer 800m rennen. Deze was natuurlijk veel leuker dan mijn eigen training. Het hardlopen zou ik rustig kunnen doen, dan zou hij ook veel minder vervelend zijn. Maar ja, ik vond ook van mijzelf dat ik iets moest… En dus besloot ik maar tot een combinatie. De eerste 1600m had ik erop zitten. Dus begon ik met oefening 1 (50 push ups) en ging daarna verder met 400m snel rennen, gevolgd door 400m rustig rennen. En dat deed ik steeds na de verschillende oefeningen. Hoewel het de laatste rondes echt zwaar werd, kon ik het tempo dat ik wilde lopen (sneller dan 5.15 min/km op de eerste 400m en zo rond de 6.20 min/km op de tweede 400m) redelijk vasthouden. Ik hoef vast niet uit te leggen dat dit soort trainingen veel vertrouwen geven! Ik ben de trainer dan ook ontzettend dankbaar! Zelf was het me nooit gelukt om alle dagen te gaan sporten (16x, alleen de dagen dat we reisden niet) en al helemaal niet om op dit niveau te sporten.

Wel merkte ik dat het pittig is om alleen te sporten en diep te gaan. En dat het ook vooral helemaal niet zo leuk is. Ik ben inmiddels weer een paar keer bij de bootcamp geweest en ik heb weer een paar keer samen gelopen. En wat geniet ik van de gezelligheid!! Ik kan ontzettend fanatiek zijn, ik vind het heerlijk om mijn grenzen te verleggen. Dat zoek ik ook op en heb ik ook nodig. Maar het sociale stuk staat toch wel met stip bovenaan! Dus lieve mensen, ik kan echt niet zonder jullie! Voor de plannen die ik maak, ga ik alleen. Het is fijn dat ik me op die manier aan niemand hoef aan te passen. Dat de lat niet nog verder omhoog gaat, omdat ik tegen iemand op wil boksen (wat bij mij vaak een gevaar is). Maar de belangrijkste reden is, dat ik niemand ken die ditzelfde ambieert. En dus maak ik mijn plannen alleen, reis ik alleen. Maar weet ik wel dat ik het heel fijn vind om alle verschillende onderdelen samen te doen!

En dan mijn plan. Ik weet dat de onderdelen waarbij iets van een pull up of een monkeybar komt kijken, mijn zwakke plekken zijn. En dus heb ik besloten om dat nu maar eens serieus te gaan oefenen. En nee, dat vind ik niet leuk! Meerdere keren per dag hang ik even aan het pull up rek in de tuin. Over de aanpak nog even gespard met de trainer en filmpjes bekeken. Ik probeer het nu eerst vanuit negatief en ik merk dat als ik zonder elastieken hang ik nu heel iets omhoog kan komen. Het is een begin. Dagelijks ga ik even naar de speeltuin om de monkeybars te oefenen. Het ziet er nog lang niet zo uit als hoe mijn zoon die op survival zit het doet, maar ook hier merk ik iets van vooruitgang. Ik durf meer te slingeren en ik kan nu een stang verder pakken, in plaats van steeds dezelfde stang bij pakken. Verder vind ik dat ik moet leren om zowel fysiek als mentaal dieper te gaan, dat gaat me zeker helpen 21 oktober. Met de trainingen op vakantie heb ik mijn grenzen een paar keer goed opgezocht. En ook vandaag weer. Lopend naar de bootcamp, een uur bootcamp, dan een rondje lopen met een loopmaatje en weer lopend naar huis. Op voorhand vind ik het best spannend en vraag ik me serieus af of het gaat lukken. Maar ja, iets met die kriebel in je buik opzoeken he? Nou ja die was er vanmorgen wel. En ook nu merkte ik dat het zo fijn is om juist dan samen te sporten! Bij de bootcamp zat er een onderdeel in van 7 minuten hoge plank en elke keer als je stopt, drie sit-ups doen. En dan komt het fanatisme wel omhoog, 5 minuten is me ooit gelukt en ik wil mijn grenzen verleggen. Ik vraag mijn buurvrouw om een leuk verhaal en al kletsend lukt het me om de hele 7 minuten vol te houden. De onderdelen daarna zijn ook zwaar, maar ook hier helpen de gezelligheid en het ouwehoeren bij. Het lopen daarna voelt goed. Mijn loopmaatje is aan het opbouwen, we wandelen een paar keer een stukje. En op de momenten dat zij het zwaar krijgt, begin ik te kletsen. Dat helpt haar, maar zorgt er bij mij ook voor dat ik niet ga denken en relatief makkelijk doorloop. Ik sla haar aanbod van een lift af en loop naar huis. Ik reken uit dat ik op 15km kom, een kilometer minder dan vrijdag toen ik een lange duurloop wilde doen en het echt niet wou. Ik besluit tot een extra lusje om ook nu de 16km te halen. Maar nu wel met een uur bootcamp erbij. En ook dat geeft vertrouwen!

Komende week start ik weer met trainingen geven, volgende week start een nieuwe opbouwgroep. Ik zal mijn eigen trainingen weer om alles heen moeten weven. Maar ik heb wel weer de mensen om me heen! Weer samen trainen!

Lieve groet, Cobie

En nu?

De mudmasters, mijn grote avontuur, is inmiddels twee weken geleden. Wat was het gaaf en wat kijk ik er goed op terug. Alles precies zoals ik hoopte. Regelmatig zwijmel ik nog even terug, kijk ik de foto’s door en sport ik in mijn gekregen shirt. Ja het sporten heb ik weer opgepakt. Eigenlijk al vrij snel weer. De maandag stond het training geven weer op de planning. Zelf liep ik met het duurloopje mee, dat voelde goed en makkelijk. Ik heb totaal geen spierpijn gehad, dus wat doe je dan. Dan ga je gewoon weer verder. Woensdag werd er 1 les geskipt. Ik vond van mezelf dat ik prima lopend naar de les kon. De les was redelijk relaxed. Vrolijk begon ik aan de terugweg, maar opeens was het op. Ik vond het allemaal wel goed, rustig wandelde ik naar huis. Ik werd de dagen daarna overvallen door een intense moeheid. Ik sportte door, maar ik miste dat extra’s wat anders wel lukt. De enige reactie die ik kreeg was: “vind je het gek?” Ja, eigenlijk wel. Ik had er geen rekening mee gehouden. Ik had verwacht dat ik strompelend, met halve waanbeelden en enorme honger de finish zou bereiken. Ik had afzien verwacht, pijn. Maar niks daarvan. Onderweg heb ik geen ongemakken gehad en de dag erna op een wat pijnlijke arm/schouder na, ook niets. Maar die moeheid, dat kende ik nog niet. Ik gaf me er maar aan over, iets minder intensief sporten en vooral meer rusten. Kwam ook goed uit met alle feestjes die er waren. Wel realiseerde ik me hoe dankbaar ik mijn lichaam ben. Waar het allemaal toe in staat is, elke keer weer. En hoe relatief makkelijk mijn lichaam het lijkt te kunnen. Als ik in de spiegel kijk, zie ik hoe mijn lichaam terug verandert naar voordat het mij vier kinderen heeft gegeven. En eigenlijk nog beter, mooier. Sterker en krachtiger.

Na even toegeven aan mijn vermoeidheid gaat het kriebelen. Mijn arm is nog steeds gevoelig. Natuurlijk gaf ik mijn arm geen rust. De trainer vanmorgen gaf aan dat bewegen waarschijnlijk goed is. Dat zijn de fijnste adviezen. Ik luisterde een podcast over pijn, over in hoeverre pijn lang niet altijd een fysieke oorzaak heeft en over hoe je het pijnsignaal dat je hersenen afgeven, doorbreekt. Interessant! En voor mij redenen genoeg om gewoon lekker door te sporten. Maar ja, dan komt toch de vraag: En nu?

Ik hou er van om een doel of meerdere doelen te hebben. Het liefst een uitdaging, iets wat spannend is, de vraag of het wel gaat lukken. En nu? Nu heb ik vooral wat leuke loopjes, evenementen, gepland staan. Samen met mijn kids, samen met mensen van de loopgroep. Heel leuk! Ik heb er ontzettend veel zin in. Maar ik heb geen doel.. Ik heb alles al afgezocht. Tig leuke dingen gevonden, ook tig activiteiten waar ik aan mee ga doen. Maar niks waar het echt van gaat kriebelen. Misschien is het goed zo. Ik hou van heel hard trainen, veel sporten, veel afwisseling. En dat kan nu, niks wat me belemmert of waar ik voorzichtig voor moet zijn.

Maar toch.. Ik mis een doel.. Als je dit leest en je hebt een idee, let me know! Out of the box, iets totaal anders, ik ben voor alles in! Ik wil een doel!!

Lieve groet, Cobie

Ultiem geluk!

7 Uur en 36 minuten geeft mijn horloge aan als ik hem uitdruk. Dat gevoel! Het is zo overweldigend! Ik heb het gewoon gedaan! Ik weet niet of ik moet lachen of huilen, alle gevoelens zijn er. Ik voel een brok in mijn keel en slik het weg. Wat voel ik mij intens gelukkig!!!

Donderdag belde ik nog even met mijn moeder. Zoals moeders vaker doen, sprak ze voorzichtig haar bezorgdheid uit: “Doe je wel voorzichtig? Stop je als het niet meer lukt?” Ik reageerde amper. Zij deed nog een poging, waarop ik resoluut reageerde: “Ik ga het gewoon halen!” Zoals ik reageerde, zo zelfverzekerd voelde ik me ook. Van verschillende kanten werd geïnformeerd naar mijn zenuwen. Die waren er niet, geen moment heb ik spanning of twijfel gevoeld. Ik had er alleen maar zo ontzettend veel zin.

We maakten er een weekendje weg met de vouwwagen van. Ik had alles tot in de perfectie voorbereid. Voor alles stond een tas klaar. Dat zorgde dat we snel weg konden en dat we vrijdagmiddag binnen no time de vouwwagen hadden staan. We besloten een terrasje te pakken, heerlijk relaxed. Wat precies paste bij mijn stemming. We haalden een ijsje en aten ’s avonds op de camping de pasta die ik al had gemaakt. De camping was lawaaierig, toch sliep ik snel en heerlijk. Vlak voor de wekker ging, was ik wakker. Ruim de tijd om me klaar te maken. Alles ingesmeerd met vaseline, alle blote huid met zonnebrandcrème. Haar in twee vlechten. Boterhammen gesmeerd voor onderweg en nog m’n pinpas en geld bij in de tas. We hielpen samen snel de kinderen en om goed zeven uur zaten we in de auto. Peter reed zo ver mogelijk door op de parkeerplaats en daar zetten ze me af. Een dikke knuffel voor allemaal. Ik pakte mijn tassen en vanaf dat moment was ik op mezelf aangewezen.

Ik liep een rondje om alles te verkennen. Ik dronk nog wat water, at een banaan. Ik liep naar de start om daar mijn voedselpakket voor onderweg af te geven. Ik had werkelijk alles wat je maar kan bedenken er in gedaan; witte boterhammen met jam, koekjes, winegums, gelletjes, rozijnen, tuk koekjes, fruit, ontbijtkoek, nootjes, water en mijn placebo cola (iets met geen suikers en cafeïne willen en toch niet zonder cola kunnen). Maar ook pleisters, zonnebrandcrème, vaseline en een extra paar schoenen. Er stond alleen nog maar een beveiliger bij de start en hij had geen idee waar ik het af kon geven. Hij wilde wel een foto van me maken. Want wat voelde ik me stoer in het hesje met mijn naam, speciaal voor de marathon. Ik wilde eigenlijk niet het hele eind weer terug lopen met al die zware spullen. Ik wachtte even en toen meer mensen hun tas daar stalden, liet ik de mijne ook achter. Nog even terug naar het festivalterrein om mijn gewone tas af te geven. Een laatste keer plassen, snel een boterham met jam eten en toen was het toch echt tijd om richting start te gaan. We mochten het vak in. Ik kijk om me heen. Bijna alleen maar mannen. Groot, volledig afgetraind. Maar ook een aantal die geen idee lijken te hebben van wat hen te wachten staat. Ik tel de vrouwen, het zijn er minder dan tien. Er volgt een korte warming-up met krachtige muziek. Als in de laatste minuten voor de start “Zombie” wordt gedraaid en we met z’n allen meedoen, raakt dat. De starter adviseert ons om allemaal even onze ogen te sluiten, dat doe ik. Ik voel me fit, sterk, zelfverzekerd. En dan mogen we weg. We worden in kleine groepjes door de start gelaten. Het is begonnen!

We lopen naar de achterkant van de hoge bult. En tot mijn schrik moeten we deze daar door het steile gras omhoog. Ik weet dat ik hem nog drie keer zal moeten doen, dus rustig. We klimmen tot halverwege, we lopen naar de voorkant, daar met de trappen omlaag, om hem vervolgens in zijn geheel met de trappen omhoog te gaan. We lopen door het gras en over het asfalt naar beneden. Het tempo is stevig, toch voelt het goed en ontspannen en dat is het enige wat telt. We komen bij balken, over de beide hoge en onder de beide lage door. Dat gaat makkelijk. We lopen een stukje verder. Alles op de volle zon, hoe zal het straks zijn, zo midden op de dag, bij km 30 als ik hier ook loop? Niet aan denken. Eerst is de grote ronde van 16 km (blauw, rood en zwart), daarna komt de ronde van 12 km (blauw en rood) en tot slot nog twee keer de ronde van 6 km (blauw). We moeten in tweetallen walking plank doen. Er komt een jongen naar me toe die ook alleen is, we zijn snel klaar. We komen bij een nieuwe hindernis, under pressure. We tijgeren onder een grote waterzak door. Ook dat lukt eenvoudig. Een klein stukje verderop moeten we over een muurtje heen. Ik doe een poging, maar kom niet eens bij de bovenkant. Ik besluit door te lopen. Ik heb met mezelf afgesproken dat ik alles een keer ga proberen wat echt niet lukt, sla ik de andere rondes over. We lopen verder en komen bij de modder trenches. Het zijn er veel, diep en glibberig. Ik laat me overal op m’n billen in glijden en klim er steeds weer uit. Vlak daarna mogen we door het water. Heerlijk, alles afspoelen en wat verkoeling. De eerste waterpost, ik drink wat en eet een stukje appel. Daarachter staan de monkeybars. Ik voel de rillingen weer in mijn lijf. Ik zet me erover heen. Pak de eerste vast en ga. Ik blijf het spannend vinden. Ik ben alleen maar bezig met het water onder me. Halverwege besluit ik dat het goed is. Ik blijf nog een poos hangen om me voor te bereiden op het vallen in het water. Dat doe ik gecontroleerd. Ik klim uit de bak en loop verder. We moeten met een zware zak een parcours afleggen. Ik gooi hem over mijn schouder en lach terwijl er foto’s worden gemaakt. We klimmen nog wat en komen dan bij de flyer. Mijn hart zit in mijn keel. Hoge tredes omhoog. Bovenaan kijk ik. Het is zo ontzettend stijl! “Oké, je hebt het eerder gedaan. Toen is het ook goed gegaan dus nu ga je ook!” Ik luister naar de aanwijzing, maar hoor alleen maar; “plat liggen”. Ik ga liggen en knijp mijn neus dicht. Het gaat zo hard. Mijn neus schiet los en half in paniek beland ik in het water. “Rustig blijven, naar boven zwemmen. De mensen in het water reageren niet, waarschijnlijk zie ik er wel ontspannen uit. Waarom voel ik me dan niet zo?” Onhandig probeer ik er uit te klimmen. Ik krijg hulp, bied mijn verontschuldigingen aan voor m’n gestuntel. En ik wandel een stukje om weer rustig te worden. Ik spreek met mezelf af dat ik hem de andere 3 rondes ook ga doen en dan zonder paniek. De volgorde van de hindernissen daarna weet ik niet precies meer. Een stuk buddy carry die ik samen met een andere vrouw doe. Met een ploegje moeten we een groot zwaar wiel rond draaien. We tillen een boomstam een rondje. We tijgeren door buizen die voor driekwart onder water liggen. We moeten over tubes en er onderdoor. Ik stuntel bij de eerste, tot ik er iemand behendig op zie stappen. Ik doe het na en dat gaat makkelijk. Bij de waterpost op 9km hebben ze geen water. De vrijwilligers noemen dat ze alleen maar vrijwilliger zijn en halen hun schouders op. Ik baal ontzettend en zie dat de mensen om mij heen dat ook doen. Mijn keel is kurkdroog. Het is inmiddels heet. En ik vraag me af of ik dit verderop weer kan bij drinken. Er zit niks anders op. Knop om en door. We moeten een emmer met zand vullen en hier een ronde mee lopen. Verderop komen we bij de grote banden uit. Met een heerlijk gevoel begin ik hier aan. Afgelopen week bij het boksen lukte het mij om de grote band allen om te gooien. Deze zijn een stukje kleiner. Ik let op mijn techniek, ben de trainer dankbaar en gooi de band meerdere keren om. We komen bij de capsize. Deze heb ik nooit eerder gedaan en vind ik erg spannend. Ik klim de bak met water in en help eerst een aantal rondes mee om het gevaarte rond te draaien. Dan besluit ik zelf te blijven hangen. Als ik boven ben, knijp ik snel mijn neus dicht en razendsnel beland ik in het water. Wat viel dit me mee! Tevreden vervolg ik mijn weg. We komen bij een aantal klimhindernissen. De eerste is een net wat schuin omhoog naar je toe loopt. Ik weet dat het zwaar is, maar dat ik hem kan. Dat lukt. Daarna zijn het van die ringen waar je aan moet slingeren en triangels. Ik maak geen schijn van kans. En ook het touwklimmen, moet ik laten schieten. De voetklem onderaan lukt. Als ik mijn voeten wil verplaatsen, ben ik hem weer kwijt. Toch maar meer oefenen met Felix. We moeten iemand dragen op een brancard, het alternatief is 10 burpees. Daar kies ik maar voor net als de mensen om me heen. Het lukt me steeds om tussendoor (grotendeels) hard te lopen. We komen door stukken bos, het gaat op en af, mooie trailpaadjes. We komen bij een riviertje die we moeten oversteken met twee touwen. Ook deze heb ik vorige week nog met Felix geoefend. Touw voor je houden, was wat hij zei. Met gemak loop ik het touw over en denk ik aan zijn tips. Bij de post die volgt is gelukkig ruimschoots water. Ik neem ook een energie snoepje. Voordeel van dat ik geen suiker meer eet, is dat het op een moment als dit, veel doet. Er volgt een stukje in de zon met een evenwichtsbalk, het kost me moeite om eroverheen te komen. “Focus!” En we lopen terug naar het water. Hier staat de execution. Ik loop naar boven en kijk. Het meisje dat daar helpt, vraagt of ik wil. “Nee, ik kijk nog even.” Ik laat meerdere mensen voor gaan. Als er niemand meer is geeft ze aan dat ik ook gewoon in het water mag springen. Ik kijk naar beneden. Het is zo hoog. Ik probeer me te herpakken, maar ik durf het echt niet. Ik klim eraf naar beneden. Wat voelt dit als falen. Misschien de volgende ronde, ik kom er nog een keer langs. Maar eigenlijk weet ik wel dat dit een stap te ver is voor mij. De hindernis daarna is over twee stijle muren heen. En ook deze skip ik. We lopen een stukje verder en komen bij de brainfreeze, via een korte glijbaan in ijskoud water komen. Heerlijk! We lopen dan tot vlak bij de parkeerplaats, kruipen door de modder en lopen verder. Ik bedenk me bij km 14 dat ik al op een derde ben, ik voel me nog vol energie. Daarna staat er een glad muurtje, beetje schuin, met een touw. Ik probeer hem, maar red het niet. Het touw brand en ik glij naar beneden. Als Jane slinger ik daarna over het water, helaas, ik beland er midden in en klim er uit. Ik tijger onder prikkeldraad door. Het is een heel eind, er liggen allemaal schelpjes en steentjes, het doet zeer aan mijn ellebogen. De jongens naast me vervloeken de organisatie die een korte broek had geadviseerd. En meteen daarna de sizzler. Een jongen spuit alles flink nat. Ik weet nog dat ik het de vorige keer weinig vond voorstellen. Dus zonder aarzelen kies ik voor de stroomvariant. Ik voel vrijwel meteen een enorme schok. Ik kruip door en blijven de schokken voelen. Ik vind het zo niet leuk! Een paar meiden die bij het einde staan roepen naar ons; “snel doorkuipen, dan is het voorbij”. De laatste raakt mijn oorbel, metaal, wat geleid en wat ik door mijn hele hoofd heen voel schieten. Wat ben ik blij dat ik er uit ben. Nog een stukje lopen en dan door het water schoonspoelen. De laatste hindernis, de piperunner. Ik neem een aanloop en grijp boven me. Net mis, ik val op m’n heup en glij naar beneden. Ik vind het wel even goed geweest. Ik loop het laatste stukje, klim over de netten en volg het bordje marathon. Tussen alle feestvierders door opnieuw naar de start, me klaar maken voor de ronde van 12km.

Ik eet een boterham en wandel met een blikje cola naar de hoge bult. Het eerste stuk is toch alleen maar klimmen. De tweede ronde, gaat net als de eerste, heerlijk. De klimhindernissen die de eerste keer niet lukten, sla ik over. Bij de monkeybars ga ik door het water. Bij de tyre flip, voel ik hoeveel kracht ik nog heb. De zware zak gooi ik wederom over mijn schouder. En dit keer kan ik echt genieten van de capzise. De flyer gaat deze keer zonder paniek, waarna ik behendig uit het water klim. Bij de touwen over het water is het druk nu. Alle afstanden lopen door elkaar. De marathon telde maar 150 deelnemers en die zijn inmiddels behoorlijk verspreid. Mensen om me heen vragen me of ik de 42km doe. Allemaal zeggen ze iets lovends. Als iemand vraagt hoe laat het is, laat ik mijn horloge zien. Ik ben om negen uur gestart en ik loop nu 4 uur en 15 minuten, dus zal het 13.15uur zijn. Waarop die vrouw me aankijkt en tegen haar maatjes noemt dat ik al meer dan 4 uur onderweg ben. Zo had ik er zelf nog niet over nagedacht. Wel rekende ik steeds. De eerste 6km ging in een uur, de tweede ook. Bij 3 uur had ik 17km afgelegd. En nu zat ik tegen de 24km. Dat gaf een goed gevoel! Die limiet van 8,5uur zou geen probleem gaan worden! We mochten nu met z’n drieën tegelijk over het touw, iets spannender, maar ook dat lukte. Inmiddels had ik besloten de execution ook deze keer maar over te slaan, ik durfde het echt niet. Ik liep nog steeds heerlijk, genoot volop van alles. Kon nog veel hardlopen en ik had nog steeds voldoende energie. Eerlijk gezegd voelde ik me zo sterk. En wat is het fijn om je zo te voelen! Bij de sizzler aangekomen koos ik nu toch voor de variant zonder stroom, onder een net door. En bij de piperunner ging ik voor de variant met latjes erop. Ik liep voor de tweede keer door de menigte. De feestvierders liepen breed uit en ik rende er tussendoor. Ik hoorde mensen die bewust werden van dat mijn loop ook daar langs ging.

Bij de verzorgingstafel stonden meer marathonlopers. De man naast me moest nog 1 rondje, een paar anderen ook nog twee. En een man stond met de medaille om zijn nek. “Wauw! Je hebt het gewoon al gedaan”. Hij gaf aan dat hij het vaker had gedaan, ook langere afstanden. En hij zei dat hoe harder je ging, hoe sneller je klaar was. En ook noemde hij dat het vanaf 30km gewoon zwaar is. Ik voelde me nog ontzettend goed, wat stond me nog te wachten? Ik smeerde me nog een keer in met zonnebrandcrème, heerlijk combi met modder. Ik nam wederom een boterham en een blikje cola mee en vervolgde mijn klim omhoog. Bij de balken die daarna kwamen, wist ik niet meer hoe ik eroverheen moest komen. De eerste rond was het zo makkelijk en nu bijna onmogelijk. Even nadenken, anders organiseren en toen lukte het toch. Het zelfde gold voor het tijgeren onder de waterzak door en het klimmen door de modder. Loodzwaar! Het was er superdruk. Iedereen stortte zich er in en liet zich op elkaar vallen en ik begon tegen mezelf te vechten. Toch vond ik daarna weer energie. Het tillen lukte en ook de flyer. Steeds stukjes hardlopen. En elke keer als je een marathonloper tegenkwam, was er stukje verbondenheid. Elkaar succes wensen. Het tijgeren onder het prikkeldraad door was inmiddels niet meer te doen, mijn ellebogen deden pijn en ik kwam niet meer vooruit. Kruipen op handen en knieën en laag blijven, gelukkig lukte dat! De netten en de piperunner net als de ronde ervoor. En ik maakte me mentaal klaar voor de laatste ronde.

Ik zat nu op een kleine 34km. Bij de verzorgingspost waren mannen chips aan het schranzen, eten was het niet meer te noemen. Twee anderen zaten in zichzelf gekeerd zich op te laden. Ik maakte een praatje. Eentje noemde dat hij oké was, wel pijntjes. Waarop ik me realiseerde dat ik helemaal nergens last van had. Ik nam nu een koekje en nog blikje cola mee en begon aan mijn laatste ronde. Bij het omlaag lopen van de trappen, zag ik de mannen van eerder. Eentje zette zijn benen heel wijd neer en kom amper omhoog komen. Er waren twee jongens die mee deden en die een cameraman mee hadden. Ik had in de eerste ronde met ze gekletst en kwam ze nu weer tegen. Browney heet hij op youtube en was van plan om een filmpje te maken. Ik was nu voorbereid op hoe zwaar alles zou zijn, en waarschijnlijk hielp die gedachte alleen al. Ik klom over de balken en rolde er onder door. Ik hoorde de mannen achter me die er meer moeite mee hadden. Bij het tijgeren onder de waterzak door, kwam ik niet meer vooruit. Ik bedacht me dat ik daar ook prima even kon blijven liggen en een dutje kon doen. Het zonnetje wat er een beetje scheen, de wind die er doorheen waaide en het even niks hoeven. Toch besloot ik door te gaan. Het klimmen door de modder ging nu ook beduidend makkelijker. Wel zaten mijn schoenen steeds meer vol met modder. Bij het tillen van de zware zak kwamen er mannen bij me lopen: “Doe jij echt serieus de 42km? Wauw respect! Laat mij dan die zak voor je tillen”. “Nee hoor, ik kan het nog prima zelf! Nog een paar kilometer, dan ben ik er.” De laatste keer de flyer, die ik toch maar mooi 4 keer heb gedaan. Bijna alle mensen wandelen, ik loop nog regelmatig stukjes hard. Vlak voordat ik bij de brainfreeze ben, piept mijn horloge: batterij bijna leeg. “Shit! En nu?” Ik heb nog energie, dan maar zo snel mogelijk naar de finish! In de waterbak blijft een vrouw zitten; “Of heb jij haast”, vraagt ze. Eigenlijk wel, mijn horloge is bijna leeg. Ze laat me voor gaan. Kijkt hoe ik eruit klim, lacht en doet me na. Ik blijf hardlopen nu, neem het laatste modder met meer risico. Het tijgeren of kruipen is bijna niet meer te doen, maar ja, iets met haast. Alle mensen wandelen, al “pardon” roepend ren ik ze allemaal voorbij. Ik spoel me de laatste keer in het water goed af. Het is bijna voorbij. Ik vind het zo ontzettend jammer! Natuurlijk ben ik moe en is het goed. Maar ergens had het ook nog zo veel langer mogen duren! Het drinken en eten was goed zo, ik had op deze manier nog een hele tijd vooruit gekund. Ik bedenk me dat dit buiten spelen was. Gewoon een hele dag! Vroeger riepen je ouders je binnen. Nu mocht ik gewoon eindeloos doorgaan, doorgaan tot ik zelf geen zin meer had. En dan nog een klein poosje langer. Maar ook daar kwam nu bijna een eind aan. De laatste keer de piperunner. Nog een klim en een laatste stukje rennen. Dan zie ik de finishboog. Ik steek mijn armen omhoog. Ik word overvallen door emoties! Bam wat heftig! Ik slik een brok weg en loop door. Ik krijg een shirt en een medaille. Wat voel ik me intens gelukkig! 7 Uur en 36 minuten! Wat een avontuur was dit! Heerlijk om aan mezelf overgeleverd te zijn! Ik voel me trots!

Ik haal mijn spullen op en app met Peter. Ik loop terug om mijn eten en schoenen op te halen. Daar staat een man die ook gefinisht is. Hij merkt dat het mijn eerste keer is. “Oh zegt hij, dan ben je zo gelukkig”. En hij straalt met me mee. Hij begrijpt mijn gevoel precies. Ik lees aan hem af dat het nooit bij 1 keer blijft.

Peter staat met Willem aan het begin van de parkeerplaats te wachten. Ik moet een ontzettend eind terug lopen, met twee zware tassen. Ach het maakt niet uit, ik kan de wereld aan op dat moment! Als Willem me vanaf een afstand ziet, rent hij naar me toe.

Bij familie kan ik douchen en daar eten we mee. ’s Avonds gaan we naar andere familie en hebben we een gezellige avond. Veel te laat lig ik er in en door de vogels en de zon ben ik al na een uurtje of zes weer wakker. Mijn rechterarm is wat gevoelig, een spier of een zenuw. Ik ben wat verbrand in mijn gezicht en ik heb twee kleine schaafwondjes op mijn ellebogen. De kleren en schoenen zijn weer schoon, de medaille en het hesje krijgen een speciaal plekje. En ik koester een fantastisch avontuur in mijn hart!

Lieve groet, Cobie

Aftellen tot mijn grote avontuur!

Nog 6 dagen! 6 Dagen tot mijn grote avontuur! Geen idee waar ik aan begin, maar ik heb er zo ongelofelijk veel zin in. Het staat boven aan mijn bucketlist. En nu is het bijna zo ver…

Toen ik anderhalf jaar geleden met een vriendin de 6km liep van de Mudmasters, keek ik jaloers naar het parcours van de 42km. Meteen riep ik al: “dat wil ik ook doen, dat lijkt me zo gaaf, zo ultiem”. En in het najaar dacht ik, waarom niet nu verder trainen. Hoewel ik vind dat ik er op alle fronten nog lang niet ben, ben ik nog nooit zo sterk en fit geweest als nu. Ik ben er klaar voor!

Ik hou wel van een stuk onwetendheid. Wat dit echt gaat zijn, kan ik me niet voorstellen. Ik kan me überhaupt niet voorstellen dat het volgende week echt zo ver is. Hoe gaat het voelen? De eerste kilometers? Halverwege? Wanneer mijn spieren verzuren? Wanneer ik het heel eng vind? Wanneer de adrenaline door mijn lijf schiet? Wanneer als deze gevoelens er tegelijk zijn? Ga ik honger krijgen? Hoeveel pijn gaat het doen? Kan ik blijven lachen? Ik weet het niet! Ik weet alleen dat ik er zo ontzettend veel zin in heb om dit aan te gaan! Ik weet ook dat ik geen antwoord hoef te hebben op al deze vragen. Vol rust en zelfvertrouwen ga ik er volgende week staan. Ik geef me over aan het moment. Met grote glimlach sluit ik me op in m’n eigen bubbel en ga ik vastberaden op die finish af!

Qua kleding en schoenen ben ik er uit. Qua voeding zo goed als. Ik leg er een tas neer met allemaal verschillend eten, vooral ook gewoon eten. En ik kijk op dat moment hoeveel honger ik heb en wat mijn lijf aan kan. Lopen kan ik inmiddels op redelijk weinig. Bij krachtsinspanningen heb ik meer nodig. En wat de spanningen van de hindernissen daarbij gaan doen, weet ik niet. Dus ik zorg dat ik goed voorbereid ben. Voor de tijd goed eten, hoorde ik van alle kanten. Dus deze week staan er koolhydraten op het menu. En dagelijks een kopje soep voor wat extra zout. Ik ben nu inmiddels een maand gestopt met suikers (zo goed als, ik lees niet alle sausjes etc na) en dat bevalt me goed. Maar wat daar de impact van zal zijn op deze inspanning, weet ik ook niet. Ik neem volgende week wel wat gelletjes mee en ik steek iets kleins bij me. Voor geval van nood, voor als ik sta te trillen op mijn benen.

En dan het parcours. Ik heb met mezelf afgesproken dat ik alles ga doen! Ik weet dat er een paar hindernissen zijn die ik doodeng ga vinden en dat ik deze ook 2, 3 of 4x ga tegenkomen. De metershoge steile glijbaan, de flyer. De execution; waarbij je op een luik gaat staan dat wegklapt en je in het water valt. En dat deze er ook is met een blinddoek op. Claustrofobia, waarbij je op je rug door het water gaat, onder een rek door en je dus net je neus en mond boven water kan houden. De monkeybars boven water. En waarschijnlijk gaat mijn hart nog tig keer vaker flink tekeer van de spanning. Vier keer ga ik de hoge trappen betreden, kruipend bij de sizzler, waarbij je zo nu en dan kleine stroomstootjes krijgt en ladingen modder ga ik tegen komen. Ik weet dat ik overal het lef voor ga hebben. Ik heb met mezelf afgesproken dat ik het ga doen! Ook weet ik dat er hindernissen zijn waar ik het zwaar krijg of die me niet gaan lukken. Over de steile muren heen, hindernissen met optrekken. Ik ga ze proberen.

Waarschijnlijk had ik afgelopen week moeten taperen. Ik heb die fase terug gebracht naar 6 dagen, vanaf nu doe ik een stapje terug. Ik geniet momenteel enorm van al het trainen, van alle sporten. Mijn lichaam voelt goed en heeft er steeds ook zin in en behoefte aan. Ik heb na de marathon nog een keer halve marathon gelopen en verder vooral kilometers aan trainingen geplakt. Ik ben vier weken lang iedere woensdagavond lopend naar de bootcamp gegaan. Dat was steeds een pittig uur. Doorgelopen naar het boksen. En na dat uur weer terug gelopen naar huis. Ik trainde op die manier, na een lange werkdag, nog 2 uur en 45 minuten. Waarbij ik een kleine 10km liep en veel kracht deed. Vaak volgde er op donderdagochtend, in de vermoeidheid, nog een loopje of een bootcamp. Ik vond het heerlijk en mijn lichaam hield zich goed, dus wie weet hou ik dat er in. Wel naderde dit ook mijn grens. Nog wat eten in bad, wat bijna niet meer lukte en me afvragen wat belangrijker is op zo’n moment; eten of slapen. Toch herstelde mijn lichaam snel en kon ik de volgende dag weer verder. Deze week mocht ik de donderdagochtend rusten. ’s Avonds stond er een korte wedstrijd op de planning; een dubbele mijl. Ik stond er met stijve benen, beetje spierpijn. Voor het goede had ik de woensdagavond rustig aan moeten doen. Ik koos voor het leuke ;-). Het lukte! Vrijdag wilde iemand voor de interval nog een 5km lopen. Ook dat was zwaar en ging natuurlijk veel te hard, maar gaf ook veel voldoening. Na 2 snelle kilometers bij de interval, gooide ik de handdoek in de ring. We sloten af met een kort rondje en iedereen was tevreden. Zaterdagochtend mocht ik met mijn middelste zoon mee naar survival. Superleuk! Fanatiek! Hij wilde me van alles leren, wat me volgende week goed van pas gaat komen. Maar wat is dat zwaar. En confronterend. Het gemak waarmee hij het doet. Mijn handen deden pijn naderhand van alle touwen. En hij maar lachen vanochtend toen ik hem noemde dat ik spierpijn had. Bij de bootcamp vanmorgen was ik samen met twee mannen en werd besloten dat het een uurtje krachttraining zou worden. Ik hou er wel van, hoewel ik wel vrees dat ik mijn armen de komende dagen amper kan gebruiken (spierpijn duurt nooit 6 dagen ;-). En ook dat blijft confronterend, ik kom nog niet eens in de buurt bij wat zij doen.

Natuurlijk kijk ik ook vooruit. Wat ga ik doen na de mudmasters? Er staan een paar kleine loopjes op de planning, korte obstacle runs en leuke activiteiten met de loopgroep. Ik heb wel wat grotere doelen gezien waar ik misschien voor ga, maar daar ben ik nog niet uit. Het trainen gaat de komende tijd voorop staan. Dat is waar ik veel plezier aan beleef. En dat is ook waar ik vooruitgang mee wil boeken. Ik merk dat ik met lopen niet heel diep ga, niet zo diep als ik zou willen en als ik in het verleden kon. Donderdagavond ook. Ik had te veel verval, mijn hartslag zou hoger moeten kunnen en dus zou ik harder moeten kunnen lopen. Ik vind het te snel goed. Ik blijf met mezelf in gevecht en ik geef er te snel aan toe. Ik kon de verleiding om te gaan wandelen, weerstaan. Toch doe ik wel een stukje rustiger. Op zo’n korte afstand zou ik prima door moeten kunnen trekken. Dus meer bezig met interval en korte tempolopen. En hetzelfde geldt eigenlijk voor de bootcamp, ook daar denk ik dat ik soms meer mijn grens op kan zoeken. Ik kies snel voor de makkelijke variant, doe de push ups vanaf mijn knieën bijvoorbeeld. Ik lach het zware of serieuze weg. Of ik mopper dat de opgegeven oefening te zwaar of onmogelijk is. Dus een mooi doel; lekker trainen en er tijdens de trainingen meer voor gaan!

En nu, nu rest er rust! Rust en lekker eten! De zwaarste week van een voorbereiding voor mij. Het scheelt dat ik nu de spierpijn in mijn armen, schouders, borst en rug al flink voel en dat dat de komende twee dagen wel zal toe nemen. Dat weerhoudt me van impulsieve acties. Ik ga me de komende dagen klaar maken. Alle spullen bij elkaar zoeken. Een tas met eten voorbereiden. En me mentaal helemaal opladen. Ik verheug me er zo op! Ik tel af! Nog zes dagen…

Lieve groet, Cobie

Er gewoon voor gaan!

Inmiddels is het 4 weken na de marathon. En nu? De marathon had er toch meer ingehakt dan ik aanvankelijk dacht. Ik pakte het sporten al vrij snel weer op, maar moeheid en stijfheid zat door mijn hele lijf. En de spierpijn de eerste dagen.. Ongekend! Ik moest op dinsdag mijn dochter naar sport brengen en ik wist niet hoe ik de koppeling van mijn auto in moest trappen. Maar het was het meer dan waard, bij iedere beweging voelde ik weer dat fijne gevoel. Voelde ik me weer trots.

Ik ben nu weer vooruit aan het kijken. Want over 4 weken staat de mudmasters in de agenda. 10 Juni staat omcirkeld. En ik heb er zo ontzettend veel zin in!!! Ken je dat, van die dingen waarvan je zegt: “ooit, ooit ga ik dat doen”. Dit is voor mij zoiets. Toen ik anderhalf jaar geleden met een vriendin de 6km meedeed, zei ik dat. “Ooit wil ik de 42km mudmasters doen”. Ik was er van overtuigd. En nu is het bijna zo ver. Ik kreeg het van mijn man en kinderen voor mijn verjaardag. Zij weten hoe graag ik dit wil. Samen met het ticket gaven ze me de vrijbrief voor heel veel trainen. En dat is wat ik geweldig vind!

Ik had me na de marathon voorgenomen om niet meer als een malle alleen maar kilometers te maken. Maar juist om hard trainen en rusten beter af te wisselen, meer balans. En dat lukt. De lange duurlopen kosten me moeite, ik kan me er slecht toe zetten. En ergens denk ik dat dat wel goed zit. Ik heb de afgelopen tijd zo veel kilometers in de benen. Bij de mudmasters gaat het steeds om kleine stukjes. Ik weet dat ik dat kan. En ik weet dat 42 km op zo’n, manier geen probleem gaat zijn. Volgende week loop ik een halve marathon en ik hoop de week daarop nog een lange duurloop te doen. En dan heb ik er qua lopen vertrouwen in.

Maar dan de rest… Ik had gehoopt qua kracht verder te zijn. Dat is niet zo en daar heb ik het nu mee te doen. Wel weet ik inmiddels dat ik het ontzettend leuk vind om op te trainen, dus waar ik nu sta is zeker niet het eindstation. En dan al het water. De mensen die mij kennen, weten dat dat een dingetje is voor mij. De flyer, een 20 meter hoge glijbaan. Wat moest ik de vorige keer een angst overwinnen om er van af te gaan. En nu belooft hij zeker een keer of 4 terug te komen. Van een hoge kant in het water springen. En erger nog; op een luik gaan staan dat weg klapt en je dus niet weet wanneer je in het water valt. En dit hebben ze ook nog bedacht met donkere bril op. En dan de monkeybars, ik bakte er de vorige keer vrij weinig van. Ik besloot me halverwege gecontroleerd in het water te laten vallen. Ik stond te trillen op m’n benen naderhand, zo eng, zo hoog, zo naar. En nu ga ik deze ook tig keer tegen komen. En dan zijn er hindernissen met schokjes, met luchtkussen, onder lage rekken door in het water en waarschijnlijk nog veel meer spannends. En hele hoge trappen, ook veel te vaak omhoog. En nu zul je denken, je hoeft het niet te doen. Maar dat, precies dat. Ik wil het zo graag aan gaan. Mijn grenzen opzoeken qua wat fysiek lukt. Maar ook mijn grenzen opzoeken met hoe ver ik me mentaal kan verzetten. En precies daar heb ik zo ontzettend veel zin in!! En weet je, ik ga het helemaal alleen doen. Mijn man zet me er ’s ochtends af en haalt me ’s avonds weer op. Heerlijk! Ik doe het zelf en helemaal voor me zelf!

Het gaat een groot avontuur worden. Ik ken niemand die het heeft gedaan. Via social media een persoon gevonden die vorige week een soortgelijk iets heeft gedaan. Ik heb hem wat praktische vragen gesteld. Maar verder… Om heel eerlijk te zijn, ik heb geen idee. Ik heb geen idee wat je voor zoiets moet doen. Ik heb geen idee hoe het met voeding zit. En kleding? Ik ben er nog niet uit wat handig is. Ik heb eigenlijk totaal geen idee wat me te wachten staat. En ook precies dat, hou ik van. Soms is het heerlijk om onwetend te zijn en het gewoon te gaan doen. Ik zag een filmpje van de man die ik noemde, zo rond kilometer 30. Hij stond te wiebelen op zijn benen. Ergens schrok ik er van. Ik had er nog niet zo over na gedacht. Aan de andere kant heb ik vertrouwen. Ik wil en ga die finish halen!

Momenteel geniet ik enorm van het trainen. Met een loopmaatje een ontzettend pittige interval training. Met de loopgroep een gastles bootcamp. Veel bootcamplessen zelf. En afgelopen week het lopen, bootcamp en boksen aan elkaar gekoppeld om gevarieerd en lang bezig te zijn. De ochtend erna in de vermoeidheid weer verder gelopen en er ’s avonds met nog een bootcamp een extra schepje bovenop gedaan. Het geeft zo veel voldoening dat dat lukt. Het geeft vertrouwen. Ik ga er nog een paar knal weken van maken. Vooral omdat het zo leuk is! Naast de halve marathon staat er ook nog een snelle dubbele mijl op de planning. En ik geniet! Veel zin in al het moois dat komen gaat! De agenda raakt steeds meer gevuld en alle plannen worden concreter! Maar eerst 10 juni, dan hoop ik iets prachtigs van mijn bucketlist te kunnen strepen!

Lieve groet, Cobie

De marathon; een open boek gevuld

In één woord: Wauw! Mensen vragen me hoe het was en of het was wat ik had verwacht of wat ik me voorstelde. En ik kan daar geen antwoord op geven. Emoties voerden, en voeren nog steeds, de boventoon. De onbevangenheid waarmee ik het in het verleden aanging, die is er niet meer. En nee, dat is niet negatief, het is anders. En daarom is het ook zo moeilijk om er een waardeoordeel aan te koppelen. Wat wel hetzelfde is, is dat het me zo ontzettend blij maakt, zo gelukkig. En trots ook. En niet eens zo zeer op mezelf, maar vooral op alle mensen om me heen. Waar ik er in het verleden vooral egoïstisch instond, wil ik nu vooral alles delen. Ik presteerde vooral omdat ik beter wilde zijn, beter dan de vorige keer. Maar ook beter dan de ander. En ik kon een steek van jaloezie voelen als dat loopmaatje waar ik in trainingen mee meeliep, een betere tijd neerzette in de wedstrijd. Ik ging alles analyseren, gaf mezelf feedback en ik ging nog harder trainen. En nu, nu is het anders, nu voelt het allemaal anders.

Zo ook de zenuwen. Ik had zo’n buikpijn de zondagochtend, ik vond het zo spannend. En tegelijkertijd had ik er ook zo’n zin in, wilde ik het zo graag gaan doen. De nacht was onrustig, ik droomde over mijn loopmaatje van vroeger. Ik kon de droom niet duiden, maar deze gaf me wel een heel fijn gevoel. Voordat ik naar de stad ging, appte mijn vriendin. Ze noemde me dat haar vriend, mijn loopmaatje bij me zou zijn. De tranen stonden in mijn ogen. Ik had ze er beide zo graag bij gehad, ik miste ze, ik had ze nodig. Terwijl er in huis werd gekibbeld, sloot ik me vast op in mijn eigen bubbel. Met een brok in mijn keel, tranen in mijn ogen en vol emoties, wandelde ik rustig de 2,5km naar de stad. Ik kwam tot mezelf. Ik appte mijn loopmaatje uit Epe, we troffen elkaar op het plein en ik maakte kennis met zijn vrouw en dochters. Fijn om de tijd tot de start samen te zijn. Ik ben nog wel 10x naar de wc gegaan, hij bleef maar lachen. Ik trof een loopmaatje, hij wist me nog wat gerust te stellen.

En mijn plan.. Ik had vorige week de tijdslimiet gezien en ik vreesde. Ik maakte een beslissing die iedere trainer, loper zal afkeuren. Het stelde mij gerust en misschien voelde het ook wel als enige mogelijkheid. Ik had te weinig echt lange duurlopen gedaan. De afstanden boven de halve gingen nog verre van makkelijk. Het ziek zijn had te veel gekost en te veel sporen na gelaten. Ik wist dat ik het de tweede helft zwaar zou krijgen. Dus mijn plan, zoveel mogelijk winst pakken in de eerste helft. Ik zou het de tweede helft dan wel zien.

In het startvak deed ik mijn oortjes in. De dag voelde als een open boek, ik wist dat het een avontuur zou worden en ik kon me nog met geen mogelijkheid voorstellen hoe het zou gaan. Ik kon me er daar op dat moment en op die plek aan overgeven. We waren gestart!

Ik liep lekker, probeerde wel iets op de rem te trappen. De eerste kilometers al tig bekenden, van mijn loopgroep, loopmaatjes van vroeger. Allemaal zeiden ze zulke bemoedigende dingen, het voelde zo goed. De eerste 5km ging in minder dan een half uur. Veel te snel voor nu, maar wel volgens plan. Bij 7km kwam ik langs mijn huis. De buren stonden er. Ik zag mijn man, ik stak de weg over en zag mijn kinderen op een rij staan. Ze lachten naar me, gaven me een high five. En ik voelde me zo rijk! Ik slikte emoties weg, de buurman maakte op dat moment een foto. Het tempo zakte iets, de 10km was net boven het uur. De kilometers daarna gingen wat op en af, waardoor het zwaarder voelde. Bij 13 kilometer splitste de halve zich van de hele en werd het rustig op het parcours. Ik zou natuurlijk ook kunnen afslaan en de halve lopen.. Ik loop toch door. Er stonden gelukkig nog bekenden. Het voelde al steeds iets zwaarder. Bij 17km nog een keer door het dorp, nog meer bekenden. En de route vervolgde zich langs de rand van de stad.

Ik had de halve in 2.15 bedacht, dat werd 2.13. Ook daar stonden bekenden en ik laadde me op voor het lange, kale stuk voor me. Fysiek ging het prima, alles voelde goed. Ik liep goed, redelijk makkelijk. En toch lukte het niet om het mentaal op de rit te krijgen. Ik gaf er maar aan toe om steeds een stukje te wandelen. Ik had nog 2.45uur voor de tweede helft en het enige doel wat ik me had gesteld, was uitlopen. Ik besluit de bosjes in te gaan om te plassen, een vrouw ziet me gaan en attendeert me erop dat 20 verderop een dixie staat. Ik kan er wel om lachen. We lopen op een lange, saaie, rechte weg. Ik vraag me af wanneer ik word ingehaald door de pacers van 4.30uur. Als dit zo laat mogelijk is, is dat een goed teken. Bij 25km staat een loopmaatje van vroeger. Ze noemde me al dat het stuk tussen 25 en 35km heel saai en stil gaat zijn. Ik weet nu zeker dat ik hoe dan ook de finish wel ga halen. Ik zie de pacers van 4.30uur achter me; “doorlopen, ze mogen me nu nog niet inhalen!” Dat gebeurt bij kilometer 27. Even verderop staat een verdwaald dweilorkest. Het heeft iets treurigs, er druppelen nog een paar lopers voorbij.

Bij 28km zie ik een meisje voor me lopen, ze wisselt hardlopen en wandelen af. Als ik nu bij haar aansluit, heb ik een vrijbrief om te wandelen. Ik zet wat aan en loop naar haar toe. Ik begin te praten, ze zit er doorheen. Ik opper om samen te lopen. Steeds motiveer ik haar om weer een stuk hard te lopen. We kletsen gezellig. Haar tempo is hoger dan het mijne, zij wil eerder weer wandelen. Ik stel voor om wat rustiger te gaan hardlopen. We blijven rekenen met het oog op de limiet. Ze komt er achter dat ze haar gelletje is verloren, ik geef haar 1 van mij.

Bij 34km staat mijn vriendin met haar dochter, bij hun staat een verkeersregelaar met wie ik instagram vriendjes ben. Ik kijk haar aan, zij schiet vol. Bovenop de brug geven we elkaar een dikke knuffel, wat is het fijn dat zij daar staat! We lopen verder, het kletsen wordt wat minder. Vlak voor 37km nemen we toch afscheid van elkaar. Ik heb fysiek nog wel wat over en ik moet binnen de limiet finishen. Een paar stappen verder haal ik mijn loopmaatje bij, zijn oude blessure speelt op. Er rest hem niets dan wandelen. Een vrouw uit mijn loopgroep wacht mij op: “Ik loop een stukje met je mee!” En op dat punt staan ook vrienden. De kinderen roepen, stralen en staan klaar met sponzen. Ze hebben mijn naam heel groot op de weg geschreven. Ik ga weer rennen. Het voelt als een feestje! Zij kennen mijn gevoel, begrijpen het. Zo’n fijn moment. Ik maak me klaar voor het laatste stuk. Vooral veel heel rustig hardlopen.

De kilometers gaan gestaag voorbij, ik loop weer in de stad. Mensen langs de kant roepen van alles. Ik besluit alleen maar vriendelijk terug te lachen. Midden in de stad staat een goede vriendin met haar loopmaatje. Ze beginnen van verre al te gillen en te juichen, het lopen voelt even niet zwaar. Ik loop naast een andere vrouw waar ik de laatste 10km al omheen blijf lopen. “Jij kent wel heel veel mensen hier”, zegt ze. Dat kan ik alleen maar beamen. We hebben de laatste klim omhoog en nog een paar minuten speling. Ik wandel omhoog, de tijd doet me niet zo veel.

Bij het naderen van de finish zie ik mensen uit de loopgroep staan met hun dochter. Ze hebben een medaille om, ze hebben de 5km uitgelopen. Ze lopen mee, we kletsen, lachen, praten en ze vertellen dat iedereen de finish heeft gehaald in een mooie tijd. Wat een heerlijk moment. Bij het opdraaien van de Boulevard wensen ze me succes voor de laatste meters. Wat voelt dit goed!! Ik probeer nog iets te versnellen, hoor mijn naam en zie nog iemand uit de loopgroep staan.

En dan… de finish! Net binnen de limiet, het maakt niet uit. Het is gelukt! Ik weet niet wat ik voel. Achter de finish is het kaal, er wordt al op geruimd. De grote medailles zijn op, ik krijg een kleine en kan wel een grote opgestuurd krijgen. Eigenlijk maakt het me op dat moment niet zo veel uit. Ik voel me alleen. Ik besluit een selfie te maken, ik pak mijn telefoon en zie dat deze is ontploft met appjes. Zo veel mensen hebben me gevolgd, hebben mee geleefd. Een vrijwilliger maakt een foto van mij. Het meisje met wie ik samen liep, loopt voorbij. We wisselen nog een paar woorden en ik vraag haar naam. Ik wacht op mijn loopmaatje, maar hij komt niet. Ik zoek hem nog op het plein. Uiteindelijk besluit ik maar naar huis te wandelen, te strompelen.

Hij appt dat hij bij 41km uit de wedstrijd is gehaald, hij heeft de limiet niet gehaald. Het zou zijn laatste marathon zijn… Het voelt zo gemeen!

Als ik thuiskom, loop ik naar mijn man. Huilend val ik in zijn armen. Het enige wat ik kan uitbrengen is: “ik mis ze zo”. Hij troost me. Mijn kinderen kijken me niet-begrijpend aan, ik probeer het uit te leggen. Ik voel hoe trots ze op me zijn.

Een uurtje later druppelen alle mensen van de loopgroep binnen. We hebben met elkaar afgesproken om een feestje te vieren. En dat doen we! Met mijn loopvriendin heb ik het over ons overleden maatje, zij heeft niet de tijd gelopen waar ze op hoopte. We kijken elkaar aan en komen tot de conclusie dat we het beide wel uitgelopen hebben. “Dat moest ook wel, wat zou hij boos op zijn geweest als we dat niet hadden gedaan”, zegt ze lachend. Zijn vriendin (en mijn goede vriendin) komt ook langs. Ze kijkt naar alle stralende, blije mensen, waarop ze zegt: “wat zul jij trots zijn!” Ik geef haar aan dat dat ook zijn verdienste is. Wederom komen er tranen en knuffelen we. Wat is het fijn om dit alles met zo’n mooie groep mensen te kunnen delen!

En mijn ervaring, ik kan het niet onder woorden brengen. Het was het avontuur! Het lege boek is gevuld, totaal anders dan ik me op voorhand had kunnen bedenken. Maar het was goed! Het was precies zoals het moest zijn! Ik voel me gelukkig! Dankbaar! Trots! Het is het begin van een nieuwe periode. De eerste stappen zijn gezet en ik ga nog veel meer lege boeken vullen.

Lieve Peter en Patrick, jullie zijn de hele weg bij me geweest! Deze was voor jullie!

Lieve groet, Cobie