Balans!?

Al weken loop ik op het randje. Alles wat ik wilde doen, deed ik. Toch ging het niet makkelijk. Deze week liep ik de helft van de kilometers die ik eigenlijk wou. Ik besloot nu toch echt maar een stapje terug te doen. Vorige week bij de bootcamp vroeg iemand mij wat ik had, hij zag het aan mijn lopen. Ik kon alleen maar denken; shit, nu is het ook zichtbaar. Dat was voor mij de druppel. Steeds kwam ik wel lopend naar de bootcamp, maar gaf ik bij blessures aan dat mijn kuit gevoelig is. Bij touwtje springen vroeg ik om een alternatief. En als ik dan over het lopen zelf na ging denken, het kostte moeite. De snelheid die ik wilde halen, haalde ik bij lange na niet. Alles ging in een extreem rustig tempo, met wandelen en rekken tussendoor. En logischerwijs was het beoogde plezier ook ver te zoeken. Dus besloot ik dat het tijd was ook echt maar even een stapje terug te doen.

Maar ja, hoe werkt dat dan. Eerst is er het praktische stuk. Ik wil dat de trainingen die ik geef, gewoon doorgaan. Beetje aanpassen met niet mee sprinten en de loopscholing alleen voordoen in plaats van meedoen. Stukjes warmlopen, uitlopen, en meelopen met intuïtief (hard)lopen en de opbouwgroep, gebruik ik als herstellopen. De bootcamp wil ik ook niet skippen en dus noem ik bij aanvang van de training steeds mijn kuit en vraag ik om alternatieven als ik een oefening niet vertrouw.

En dan de praktijk. Pffff wat is dat moeilijk! Na de opbouwtraining besluit ik er een stukje achteraan te plakken, ergens vind ik toch dat ik die 8,5km moet halen die mijn schema aangeeft. De extra lus wordt na een kilometer gestaakt, het voelt niet goed. Dinsdag is mijn rustdag, ik ben er van overtuigd dat dat wonderen doet. Woensdag voelt mijn kuit de hele dag goed. De twijfel slaat toe, wel of niet lopend naar het boksen. Ik laat het afhangen van het feit of mijn nieuwe schoenen binnen zijn. Deze zijn binnen en dus ga ik lopend. Halverwege voel ik al dat het verstandiger was geweest om het niet te doen. De training is supergaaf, adrenaline gaat flink omhoog en wij mogen ons volledig uitleven. Dat betekent dat ik alle afspraken met mezelf vergeet. Of dat eigenlijk niet eens. Ik zet ze aan de kant en ik ga volle bak. Dat voelt zo goed! Mentaal dan, fysiek was het natuurlijk niet bepaald slim. Donderdagochtend doe ik rustig mee en ’s avonds ga ik op de fiets naar de bootcamp. Als ik bij de trainer aangeef dat ik even rustig aan doe met hardlopen, is zijn reactie “goh!’ De rest van zijn woorden slikt hij in, ik kan ze wel raden. Bij de bootcamptrainingen zelf lukt het me ook steeds niet om mijn rem goed te bewaken. Als ik redelijk gelijk ga met een andere vrouw en we alleen nog een rondje moeten hardlopen, spreek ik met mezelf af; rustig! Dat lukt tot zij het rondje andersom loopt en we bij het stuk terug redelijk gelijk uitkomen. Zij wil mij voorblijven. En ik…kan haar natuurlijk niet laten gaan.. Bij de vrijdagavondtraining loop ik alleen de warming up en cooling down mee en doe ik de oefeningen alleen even voor. Zaterdag heb ik door alle sinterklaasactiviteiten de kans om een keer extra bootcamp te doen, als ik dan toch minder loop..

Het stuk dat het nog het lastigst te omschrijven is, is het mentale stuk. Dat gaat werkelijk alle kanten op. Ik heb een schema gemaakt en ergens vind ik gewoon dat ik me er aan moet houden. Daar komt bij dat ik wel erg van routines houd, dus eenmaal iets bedacht, dan wil ik het ook zo blijven doen. Niemand had gezegd dat het makkelijk zou worden, een beetje doorzetten en afzien hoort erbij, ook dat is een gedachtegang. Ik merk dat ik ga compenseren, een keer extra bootcamp in plaats van hardlopen. En het punt waar voor mij het grootste stuk ligt, ik weet dat mijn kuit ontstaat door een psychische disbalans. Precies hetzelfde heb ik gehad in 2011. Tijdens een intervaltraining, anderhalve week voor de marathon schoot het in mijn kuit. Fysiek deed ik er alles aan om het te laten herstellen. Ik liep de marathon, alles behalve soepel. Pas daarna stond ik stil bij alles, het verdriet om het overlijden van de man van mijn moeder. Ik wilde er voor haar zijn, zette mijn verdriet opzij. Pas toen ik dat toeliet en daar echt wat mee ging doen, was mijn kuit opeens helemaal over. Sindsdien is mijn kuit steeds aanwezig als er ergens op de achtergrond emoties zijn. Een goede vriendin noemde me; “Je hebt je kuiten nodig om te sprinten, jij sprint weg voor je emoties”. In het boek dat ik momenteel lees; Eenzame uren van Jolanda Linschooten, staat ook zoiets; “Spanning in je hoofd, leidt tot spanning in je spieren”. En ik denk dat daar de kern zit. Natuurlijk probeer ik fysiek mijn best te doen, ik ben vriendjes met mijn foamroller geworden, ik doe oefeningen om mijn kuitspieren te versterken, ik rek regelmatig en ik slik magnesium. Maar ik denk dat ik vooral weer even de rust in mezelf moet gaan vinden. Alle emoties van de afgelopen periode een plekje geven. Goed voor mezelf gaan zorgen, ontspanning pakken en toegeven aan de slaap die mijn lichaam zo ontzettend nodig lijkt te hebben. Ook dat is van de regel. Ik ben ’s ochtends voor vijven wakker en het lukt me ’s avonds niet om er op tijd in te liggen. Dit weekend heb ik mezelf verwend met een aantal powernaps. Ik moet vertrouwen gaan krijgen in alle plannen die ik heb, ik weet dat ik het kan. En ik weet vooral hoe mooi het avontuur er naar toe kan zijn.

Vanmorgen besloot ik rustig naar de bootcamp te lopen en weer terug. En wat voelde dat fijn! Spanning, dat was het enige wat ik voelde, geen pijn. Ik genoot van de stukjes lopen! En wat een voldoening gaf dat! Deze week worden de trainingen wat aangepast door sinterklaas en een uitje. En stiekem hoop ik eind van de week weer zo ver te zijn dat een lange duurloop met het gevoel van vanmorgen gaat lukken. Ik heb er vertrouwen in! Nu ga ik mijn spieren nog even heerlijk verwennen bij de open haard en geef ik mezelf rust met fijne visualisatie. Even goed voor mezelf zorgen!

Lieve groet, Cobie

Wees trots..

Dit zeg ik wekelijks tegen de mensen in mijn verschillende loopgroepen. Maar tegen mezelf.. Om eerlijk te zijn, ben ik niet zo snel tevreden. Ik kan de lat goed hoog leggen. En ik kan blijven hangen in het verleden. Kijken naar tijden die ik ooit liep, het gemak waar ik mee liep. En alles nu lijkt daar zo’n eind van verwijderd te zijn..

Het was een heftige week! Ik hakte de knoop door om me in te schrijven voor de marathon van Enschede en ik maakte voor mezelf een planning. Ik pakte mijn eerste marathonschema erbij. Ik bekeek de verschillende trainingen in de week. Ik noteerde alvast de wedstrijden die ik wil gaan lopen en mijn andere sportactiviteiten in de week. Het is een gewaagd geheel geworden, maar ja, ik heb ambitie. Niet in tijd, het zit hem meer in een stuk gevoel voor mezelf. Ik wil tevreden zijn, ik wil mezelf trots maken. Daar komt bij dat ik zo ontzettend geniet van alles wat ik doe, de trainingen geven, bootcamp en boksen, dat ik niks wil skippen. Ik ga het gewoon proberen. Ik weet ook dat als je alles met plezier doet, je ontzettend veel kan. En ik heb ook zin om gewoon keihard te gaan knallen de komende tijd!

Na mijn 15km duurloop van dinsdag, deed ik woensdag mee met de bootcamp. Lekker, gaf me een goed gevoel. Donderdag was ik wederom bij de bootcamp te vinden. En dat heb ik geweten. Ik voelde mijn armen nog van woensdag. Het werd 1500m lopen (ik haakte aan bij de andere twee, wat me pittig tempo opleverde), 300 squats – tot zo ver was het nog leuk- 200 push ups (ik deed ze maar op de knieën, spierpijn had ik al ;-), 75 pull ups (met tig elastieken, kostte het nog veel moeite en was ik blij dat het oorspronkelijke met 25 verlaagd was) en 1500m hardlopen. Ik hoef vast niet uit te leggen dat ik vanmorgen nog spierpijn had in mijn armen.

En vandaag stond de Bommelasloop op het programma. Via social media kwam ik in contact met iemand die net zo verslaafd is aan lopen als ik. We wilden wel eens samen gaan lopen en ons oog viel op deze loop. We kozen de 20,4km. En ik vond het best een beetje spannend. Hij loopt veel sneller dan ik en ik weet hoe goed ik mezelf kan opblazen. Aan de andere kant was het ook een mooie duurloop. Een soort van serieus begin voor mijn trainingen naar de marathon toe. We liepen het eerste stuk samen. De kilometers zaten de eerste 5km net iets boven de 6min/km. Misschien net iets te snel, maar het voelde goed. De tweede 5 gingen echter sneller. Er liepen een paar vrouwen voor ons, waar ik bij aanhaakte. En dat was natuurlijk niet een heel goed plan. Bij 11km gaf ik mijn loopmaatje aan dat hij beter kon gaan. Ik noemde meermaals dat het echt oké was. Als ik het zwaarder krijg, ben ik liever alleen. Meermaals heb ik me afgevraagd waarom ik niet gewoon voor de 11km was gegaan. Dat was best een fijne afstand geweest. Ik liep door, het tempo zakte wel iets, maar dat mocht ook. Bij 13km besloot ik mijn gelletje uit te proberen. Het gaf me wel energie, wel voelde ik me ook misselijk. Wat gelukkig niet doorzette. Het laatste stuk kostte moeite! Ik zag veel vallende bladeren en dacht aan Patrick. Even verderop stond een weiland vol met reetjes. Prachtig. Rond kilometer 19 dacht ik mijn kuit te voelen. Om eerlijk te zijn, wist ik niet meer wat fysiek en mentaal was. Ik pepte mezelf op; “doorlopen! Je kan er prima verder mee lopen”. En dat deed ik. De finish kwam iets eerder dan verwacht, wat erg welkom was. En de tijd, eigenlijk viel die me niets tegen met het zware laatste stuk.

Maar trots, nee dat was ik zeker niet. Mijn tijd zo’n eind verwijderd van ooit. In mijn hoofd houd ik mezelf voor dat ik gewoon niet alles heb gegeven. Dat ik me er makkelijk af heb gemaakt. Maar als ik naderhand de statistieken bekijk, zie ik dat ik het grootste gedeelte van de tijd met een hartslag van 170 liep, met uitschieters naar de 180. Dus nee, ik heb echt alles gegeven. Als ik naderhand thuis uren in bad lig, hoofdpijn krijg en zo’n griepachtig gevoel over me heb, weet ik dat ik echt op mijn grens heb gelopen.

Ik relativeer voor mezelf. Ik heb de planning gemaakt om het serieus aan te pakken, om progressie te gaan boeken. Dus dit vandaag was mijn officiële start! Ik hoop jullie de komende tijd mee te nemen op weg naar de marathon!

Naast de planning ben ik over andere zaken aan het nadenken. Zo ben ik dagelijks met de foamroller in de weer voor mijn kuiten (benen). Ook voor en na iedere training. Ik doe dagelijks wat extra oefeningen voor mijn kuiten. En ik ben magnesium gaan slikken, dat zou een goede werking van spieren en botten ondersteunen. Een ander punt van aandacht, is voeding. Ik heb een app gevonden van het voedingscentrum, waarin je alles wat je eet en drinkt kan bijhouden. Je kan dan zien hoeveel calorieën je binnenkrijgt, maar ook de percentages vet, koolhydraten en eiwitten. Ik hoop dat dit me wat bewuster gaat maken, want voeding is nog wel een dingetje! De app gaf aan dat ik te veel vet binnenkrijg en dat mijn koolhydraten goed zijn, wat me beide verbaasd. Daarnaast vind ik het na een wedstrijd als vandaag lastig om voldoende bij te eten, ik zit nog lang niet op de 3200 calorieën die ik vandaag heb verbruikt. Maar snoep ik waarschijnlijk de rest van de week wel weer alles bij elkaar. En dat kan natuurlijk beter en moet beter voor een succesvolle marathon.

En als ik alles zo op een rijtje zet, ben ik nog steeds niet trots ;-), maar kan ik wel vooruit gaan kijken. En krijg ik zo ontzettend veel zin om keihard te gaan trainen! Zin in de mooie reis die ik hiermee ga maken. En zin om deze tijd in de toekomst met veel gemak te gaan verbeteren!

En voor nu, er staat nog taart van gisteren.. en pasta..

Lieve groet, Cobie

“Sometimes running is the only thing that makes sense”

En dat heb ik gedaan. Ik heb me zelden zo verdrietig gevoeld, en boos, als afgelopen week. Of eigenlijk al iets langer. Pfff wat doet het pijn om jou te moeten laten gaan. Om je gevecht te hebben gezien. En om vandaag tijdens de crematie je vrouw en dochter daar te zien, verslagen en ondertussen ook zo sterk en krachtig.

Je vrouw werd een paar jaar geleden een goede vriendin van mij. Ze noemde mij dat jij ook een hardloper was. Dat je een marathon had gelopen. Ik reed met jullie mee naar een Zumba evenement. Op de terugweg raakten we met elkaar in gesprek. Jij had ideeën over de wereld en deelde deze. Ik had er nog nooit zo over nagedacht, ik vond je gedachtegangen interessant. Jij zou ons thuis brengen en reed daarna zelf weer terug naar Apeldoorn, om een goede vriendin te helpen, haar naar Utrecht te brengen. Midden in de nacht, je deed het met liefde.

Toen ik een paar weken later, onverwachts, toch nog samen met jouw vrouw mee kon doen aan een obstakel run, had ik een startnummer over. Een trail van ergens tussen de 25 en 30km. Ik moest aan jou denken. Nog voordat ik je appte wist ik je antwoord al. Redelijk ongetraind deed je mee. Je zou wel met de snelsten meelopen. Je had geen idee van het parcours, maar natuurlijk liep je hem uit. Je vertelde over wat je onderweg had gezien, ongelukken van anderen. Het had veel indruk op je gemaakt.

Ik was bezig een trainingsgroep op te zetten op de vrijdagavond, jij kwam meedoen. Een loopmaatje van mij was er ook bij en de eerste weken liepen we vooral met z’n drieën. We knalden elke training. De groep groeide gestaag, daar zorgde jij ook voor. Ik verschool me regelmatig achter mijn rol als trainer, daar prikte jij doorheen. Je wist me altijd te overtuigen om toch een paar (of alle) intervallen mee te lopen. Ik kon je niet bijhouden, jij zorgde dat je net daar voor me ging lopen om me tot het uiterste te laten gaan. En dat deed je ook bij de anderen. Jij haalde iedereen over tot een eindsprint. Jij was de motivator van de groep! Ik waarschuwde iedereen om vooral geen voorbeeld te nemen aan jouw trainingsregime. Onmenselijk waar jij toe in staat was! Dagelijks fietste jij hele einden, en nog keihard ook. En ’s avonds liep je de interval volle bak mee. Tussen alle loop- en fietstrainingen was je ook nog druk met krachttraining. En in alle trainingen gaf je alles. Jij kon in een paar uur tijd herstellen waar een ander dagen voor nodig zou hebben. Je boekte enorme progressie en je maakte plannen. Ondertussen had je oog voor alle mensen om je heen. Jij zorgde dat we met z’n vijven meededen aan de Enschede Marathon. Je trainde met iedereen apart om iedereen vertrouwen in zichzelf te geven. Jij zou ’s ochtends een loopmaatje hazen naar een snelle 5km en ’s middags een loopmaatje naar een snelle 10. Ik zou jouw collega en loopmaatje hazen naar 10km onder het uur. Je hield me op het goede moment de spiegel voor: “Je mag zelf ook wel beginnen met trainen, anders red je het zelf niet”. Precies de motivatie die ik nodig had. We liepen een generale met elkaar. En bij de Enschede Marathon werd het een feestje! Iedereen liep precies zoals gehoopt, zelfs nog beter. We maakten een stralende foto en vierden feest in de stad. En we maakten plannen, jij maakte plannen. Want als er iemand was die ambitie had.

Twee weken geleden, vlak voor het verschrikkelijke bericht, kreeg ik een herinnering van Facebook. Een trail die we een jaar eerder liepen. Met alle coronamaatregelen was het een hoop gedoe om mee te mogen doen. Ik gaf het op, jij niet. Je had je argumenten klaar en jij zorgde ervoor dat we zonder qr code toch konden deelnemen. Voor mij werd het een martelgang, je bleef het hele eind bij me en sleepte me er doorheen. Toen ik naderhand nog mopperde, relativeerde jij alles. We liepen samen een generale van 28km een paar weken eerder. Dat was een avontuur, de gps route in mijn horloge stuurde ons door weilanden waar we niet door konden. We bedachten zelf een route. En verdwaalden. We discussieerden over de weg, we waren het regelmatig niet eens. Toch lukte het ons om de weg weer terug te vinden. Jij had het de laatste kilometers zwaar, de enige keer dat ik makkelijker liep dan jij. Maar we kwamen thuis. Een andere keer liepen we een lange duurloop vanaf jouw huis. Jij vertelde me bij voorbaat al dat mijn bedachte route veel te lang was. Natuurlijk had je gelijk. We sneden af door een weiland wat eigenlijk niet kon. En stonden toen voor een sloot. Teruggaan was geen optie, we sprongen over de sloot. Of nou ja, jij sprong erover met je lange benen, ik er in. Wat je dochter naderhand ook wel grappig vond. Een andere keer ging jouw vrouw met onze dochters naar de gym, wat ons een kleine anderhalf uur gaf voor een duurloop. We kwamen onbekende paadjes tegen, wel in voor avontuur. En natuurlijk kwamen die paadjes nergens op uit, moesten we hetzelfde stuk weer terug. Omdat we de terugweg keihard liepen, hoefde jouw vrouw niet heel lang op ons te wachten. Ik denk dat ze ons beide goed genoeg kende om dit wel te hebben verwacht.

Omdat we zonder qr code nergens aan mee mochten doen, ging jij op zoek naar een wedstrijd waarbij we wel welkom waren. Dat werd een trail in Brabant. Mijn motivatie was gedaald naar 0. Ik twijfelde op de dag zelf nog of het wel verstandig was om zonder training 25km te gaan lopen, jij wilde alleen maar keihard gaan. Wat waren we naderhand blij en trots! Jij had een supertijd gelopen en ik had hem uitgelopen.

Met corona waren we allemaal wel klaar of misschien kan ik beter zeggen, we waren er niet bang voor. Ik voelde me niet helemaal fit en besloot me toch te laten testen. Maar we waren ook aan het trainen voor langere afstanden. Jij kwam met het geniale plan om mee te gaan naar de teststraat en door te rijden voor een lange duurloop bij het Hulsbeek. De uitvoering was wat minder, na een paar kilometer had ik geen uitslag meer nodig mijn gevoel bevestigd te krijgen. En ook nu vond je het niet erg om de duurloop na 10km te staken.

Regelmatig trainden we op vrijdagavond na de intervaltraining verder. We plakten er een 10km achteraan en we deden meermaals een krachttraining met elastieken. Ook anderen uit de groep raakten geïnspireerd en sloten aan.

Je had plannen om bij de Singelloop een hele snelle tijd te gaan neerzetten. Met je ideeën motiveerde je ook anderen uit de groep. Je wilde dan verder trainen om de marathon in een droomtijd te lopen. Je had zo veel plannen. Je viel met je mountainbike, je schouder uit de kom. Er stond een lang herstel voor. Je zocht je informatie bij elkaar en je zorgde ervoor dat je herstel veel sneller ging dan de artsen voorspelden. Je pakte de trainingen weer op. Helaas was dat voor korte duur..

Je bleef zeggen dat je ook deze strijd wel zou gaan winnen. Zo sterk! Toen ik je vorige week nog sprak, gaf je aan dat het slecht ging. En dat straalde je ook uit. Ik voelde en zag dat je aan het verliezen was. Toch kwam het bericht dat ze niks meer voor je konden doen, keihard binnen. Dapper hoe je het heft in eigen hand nam.

Het verdriet is zo groot! Bij mij, ook bij je andere loopmaatjes. Het plezier uit de groep is weg. We missen onze motivator. We zeggen tegen ons zelf wat jij zou zeggen. Zoals je vanuit het ziekhuis een loopmaatje nog meegaf om bij de Singelloop gewoon keihard te gaan lopen. Vanmiddag stonden we met z’n drieën bij elkaar. Aangedaan, met tranen in de ogen. We beloofden elkaar dat wij door gaan voor jou, dat zijn we je verplicht. Je hebt ons allemaal zo laten groeien.

En vanmiddag bond ik met een knoop in mijn maag mijn schoenen onder. Mijn hele lijf deed pijn van verdriet, hoofpijn en toch ik wist dat ik moest lopen. Je was bij me in gedachten, steeds zie ik blaadjes naar beneden dwarrelen, en weet ik dat je meeloopt. Ik liep lekkerder dan de afgelopen weken, even alles een plekje geven. In mijn hoofd heb ik knopen doorgehakt; ik heb me ingeschreven voor de Marathon van Enschede. Sometimes running is the only thing that makes sense…

Lieve Patrick, ooit treffen we elkaar weer. Dan lopen we samen verder.

Lieve groet, Cobie

Be stronger than your excuses

Motivatie; wat drijft jou tot bepaald gedrag? Gisteravond tijdens de duurloop raakte ik hierover met iemand aan de praat. Natuurlijk speelt motivatie bij sport, bij hardlopen een rol. Vaak zelfs een grote rol. Je hebt motivatie nodig om je er toe te zetten. Om te beginnen, om vol te houden. Je hebt motivatie die vanuit jezelf komt; intrinsieke motivatie. En je kan gemotiveerd raken door factoren van buitenaf; extrinsiek. Het zal geen verrassing zijn dat je beter intrinsiek dan extrinsiek gemotiveerd kunt worden.

En gisteravond kwamen we dus op de vraag; waarom loop jij hard? Onze antwoorden verschilden nog al. Zijn antwoord was om lekker bezig te zijn, conditie op peil houden en vooral zonder concreet doel. Hij gaf aan regelmatig niet zo gemotiveerd te zijn. En zodoende raakten we in gesprek. Ik heb een sterke interne motivatie. Daarnaast vind ik het heerlijk om een doel te hebben, ergens concreet voor te trainen. Maar ook als ik dat niet heb, kan ik mezelf er makkelijk toe zetten. Ik geniet ervan. En als ik eerlijk ben, ik hou van structuur. In mijn gedachten plan ik alles altijd al en het liefst heb ik dan ook dat het zo gaat. Ik heb dus precies in mijn hoofd zitten wanneer ik wil sporten en wat ik wil doen. En daar hou ik me. Nadeel is dus voor mij dat ik hierdoor makkelijk over mijn grenzen ga en dat ik het erg lastig kan vinden als de planning verandert. Ik vind sporten ook zo leuk, dat ik er veel tijd voor vrijmaak. Dan weer terug naar de duurloop van gisteren. Mijn reactie is manieren zoeken om meer gemotiveerd te raken. En als eerste komt doelen bedenken, bij me op. Ik merk dat dat zijn motivatie niet gaat vergroten. We gaan dieper in gesprek over waarom je het zou willen. Misschien is het ook goed zoals het is. We wisselen er gedachten over uit en ik denk dat we elkaar erover aan het nadenken zetten. Hij mij wel in ieder geval.

Later thuis denk ik aan de mensen van de opbouwgroep. Zij zijn na de zomervakantie begonnen en stuk voor stuk zijn ze allemaal zo ontzettend gemotiveerd. Waar ze er in eerste instantie vertwijfeld stonden, hebben de eersten zich ingeschreven voor de 5km van de Enschede marathon. Sommigen gaven de eerste weken aan niks aan hardlopen te vinden. En nu.. Ze komen iedere maandagavond trouw naar de training, zelfs in de stromende regen. En ze lopen allemaal ook zelf nog. Het werd in eerste instantie als optie gebracht. En eerlijk gezegd dacht ik toen niet dat de meesten zo fanatiek zouden zijn. Zouden worden. De drijfveren lijken verschillend te zijn. Ieder heeft andere redenen om daar op maandagavond te staan. En toch, toch is er iets dat bindt. Het plezier! Dat spat er van af! Vooraf een licht gespannen sfeer; gaat het vanavond lukken? Lukken om net dat beetje langer te lopen? Het eerste stukje gaat vaak moeizaam. Daarna is iedereen ontspannen, een overtuiging van dat het ook vanavond weer lukt. Er wordt gekletst, grapjes gemaakt en iedereen sleept elkaar er doorheen. Bij het laatste fluitsignaal zie ik allemaal blije gezichten! Trots, dat spat er van af! Iedereen gaat voldaan naar huis. En de motivatie om weer te gaan lopen, is groot genoeg, voor ieder an sich!

Ik denk ook aan een vraag die iemand mij stelde na de trail die ik dit weekend liep. De trail was ontzettend zwaar, vooral omdat mijn kuit de hele 23km zo veel pijn deed, dat ik eigenlijk aan niets anders kon denken. De vraag die mij gesteld was: “waarom heb je hem uitgelopen?” En die vraag verraste mij nog al. Ik weet mijn precieze antwoord ook niet meer. Ik noemde in ieder geval dat ik ooit een marathon met vergelijkbaar ongemak heb gelopen, dus dat deze afstand ook wel moest lukken. De vraag bleef door mijn hoofd spoken. Waarom? Omdat ik er eigenlijk geen duidelijk antwoord op heb. Natuurlijk was het makkelijker geweest om te stoppen. Misschien wel logischer ook. Toch heb ik dat niet gedaan, geen moment serieus overwogen ook. Ik wilde de trail lopen, moest de trail lopen, zou de trail lopen. Dus dat heb ik gedaan. Op de een of andere manier was mijn intrinsieke motivatie groot genoeg om niet op te geven.

In april wil ik graag de marathon lopen. Als je googelt op marathon uitlopen en dan vooral op wat daarvoor nodig is, staat motivatie met stip bovenaan. Je moet heel helder hebben waarom je dat wilt doen. En nu rijst de vraag; waarom wil ik die marathon lopen. En mijn antwoord is wederom dat ik het niet weet. Wat ik wel weet, is dat ik hem wil lopen. Dat ik er keihard voor ga trainen, dat ik mijn leven er de komende tijd op aan ga passen. Voeding afgestemd op het sporten, voldoende slapen en dagelijks oefeningen voor een sterke core. En dat ik die marathon uit ga lopen, daar ben ik van overtuigd. En mijn motivatie.. wat het is weet ik niet, dat zij er is, weet ik wel zeker!

Wat motiveert jou?

Lieve groet, Cobie

If it’s not hard, you’re not dreaming big enough”- Shalane Flanagan

De titel klinkt een beetje dramatisch. Aan de andere kant, groots dromen, dat kan ik. Als de beste. Kun je na gaan hoe hard het gaat worden..

Oh wat gaat het lekker allemaal!! Alles pakt uit zoals ik bedacht had. Twee keer in de week loop ik een rustige 10km naar de bootcamp, ik sport daar een uur en loop 3,5km terug. Wat toch neerkomt op een kleine 2,5uur beweging achter elkaar. Op woensdag loop ik een snelle 5km naar de boxing bootcamp en 3,5km rustig terug. Met de trainingen die ik geef, loop ik flink wat kilometers mee en ook regelmatig wat kilometers snel. Op deze manier kost het me weinig tijd extra en leg ik een mooie basis. Lees: mijn thuisfront protesteert op deze manier minimaal over mijn wekelijkse hoeveelheid sport. Een win win situatie dus! Toch ging ik me wel serieus afvragen of ik de bootcamp in combinatie met lopen, wel gelijk kan stellen aan een duurloop van een kleine 2,5uur. Met nog een dikke week tot de trail, werd het tijd voor een generale.

De kids hadden vakantie wat betekent dat plannen aan de lopende band wijzigen. Ik heb me er inmiddels bij neergelegd dat ik mijn lopen stop in de gaatjes die ontstaan. Het houdt me flexibel en als ik ooit alle dingen van mijn bucketlist wil behalen, is die flexibiliteit een must. Donderdagmiddag wist ik een gat te creëren, groot genoeg om een halve marathon te kunnen lopen. Ik besloot voor mijn favoriete route te gaan, half onverhard. Tussen de weilanden door, over het Aamsveen, een stuk bos bij Epe meepakken en met een lus weer terug. Daar waar het me steeds moeite kost om in een lekkere cadans te komen, lukte dat donderdag meteen. Na een kilometer trof ik bekenden, we kletsen wat en ik vervolgde mijn weg al even fijn. Mijn horloge gaf aan dat het tempo hoger lag, dan tijdens andere ontspannen lopen. Ik nam het ter kennisgeving aan, lopen op gevoel, dat wilde ik doen. Lang verhaal kort, het bleef lekker gaan. Het regende vrijwel de hele weg en daar ben ik dol op tijdens het lopen. Bij de stukken door mul zand, daalde mijn tempo wat. Om daarna weer terug te gaan naar die 10km per uur. De laatste kilometers werd het wel zwaarder, maar mentaal bleef het goed gaan. Ik kon het tempo vasthouden en ik bedacht me dat het een goede training zou zijn om de halve vol te lopen op het viaduct. Zo rond kilometer 18 kwam het met bakken uit de lucht. In mijn hoofd bedankte ik de weergoden, ik hou van vechten tegen de elementen. En precies dit kon ik gebruiken. Bij het viaduct zat ik op 19km. Nog een kilometer te gaan, dus dat betekende een kilometer lang het viaduct op en af rennen. Heerlijk, het lukte gewoon! De trainingen werkten dus echt zoals ik had gehoopt en ik eindigde mijn halve met een heerlijke eindsprint. Wat een voldoening gaf dit!

En wat een overmoed. Hoewel ik mezelf inmiddels redelijk ken, trap ik er toch elke keer weer in (tja die drie keer uit het spreekwoord ben ik al lang voorbij). Ik rekte goed, nam een warm bad en at goed bij. We moesten nog even een auto ophalen en ik voelde mijn stijfheid verdwijnen. Dus ja, waarom niet ’s avonds naar de bootcamp. Op zich had het misschien prima gekund, als ik me niet had laten verleiden tot een training die vooral uit sprinten en springen bestond. Precies de training die ik geweldig vind. Het eerste stuk ging nog heerlijk. Ik zette aan voor een sprint en voelde meteen dat het niet goed ging. De kramp trok door mijn hele kuit heen. Ik strompelde nog wat, maar gaf al snel op. De training werd afgemaakt met buikspieren. Ik baalde ontzettend! En weet je waarom? Niet eens zo zeer om die kuit. Ik ben van mening dat je dat moet doen waar je zin in hebt. En ook op dat moment. Niet in het verleden en niet in de toekomst leven. In het nu. Dus die kuit, ja die was daar het gevolg van. Een consequentie waar ik mee te dealen had. Ik baalde van die gave training die nu stopte.

Vrijdagochtend was het vooral hinkelen, in de loop van de dag verbeterde het iets, waardoor ik toch de mogelijkheid zag om de training ’s avonds te geven. Ik appte mijn loopmaatje om maar op de fiets naar de training te gaan. Zij hoorde mijn verhaal aan en begon hard te lachen; “en de volgende keer”.. Ik keek haar aan: “zou je het gewoon weer doen”. Na het warm lopen en oefeningen en loopscholing voordoen, had ik mijn portie wel gehad. Ik vertelde er maar bij dat dit niet de adviezen zijn die ik aan hun zou mee geven, waarop de reactie kwam: “maar dat zouden wij ook niet doen”.

Dus dat stukje “if it’s not hard”, kan ik verwerpen en creëer ik vooral zelf. Ik denk terug aan al het trainen uit het verleden en aan hoe ik me toen altijd voelde. Eigenlijk was er altijd wel iets: moeheid, stijfheid, spierpijn, een grensgeval. Ik accepteerde maar dat het erbij hoorde. En dat doe ik nu ook. Het geeft me het gevoel dat ik wat doe. Dat ik mijn grens op zoek en ook daar hou ik van.

Het is nog zes dagen tot de trail, dus hopen op niet te veel domme actie’s meer. Mijn geplande rustdag gisteren, ruilde ik in voor een bootcamp waarbij de kids mee mochten. Het hardlopen deed ik met de rem er op en het springen skipte ik. Ik dacht nog, sporten met kinderen erbij, hoe zwaar kan dat zijn. Nou ja dat heb ik geweten… spierpijn! Armen, schouders, benen en billen. En vanochtend stond er natuurlijk nog een bootcamp op de planning. Verstandig als ik ben, ging ik maar op de fiets. Wederom veel kracht, armen vooral. Ik hoef vast niet uit te leggen hoe mijn lichaam nu voelt en hoe ik toch wel een beetje vrees voor morgen… Maar goed, leven in het hier en nu, het was een heerlijke training!

Via social media ben ik in contact gekomen met iemand die net zo verslaafd is aan het lopen als ik. We hebben ons samen ingeschreven voor de 20km van de bommelasloop volgende maand. Wat is er mooier om tijdens een lange loop over lopen te kunnen praten, met iemand die er net zo dol op is..

Daarnaast geniet ik enorm van de trainingen die ik geef. Het enthousiasme van alle mensen, grenzen die zij verleggen, het plezier dat er af spat. Het geeft me ontzettend veel energie! Er komen nieuwe mensen bij en het voelt allemaal zo goed! Er ontstaan mooie gesprekken. Dankbaar om dit te kunnen en mogen doen!

Ik ga nog even verder met groots dromen, eerst over de trail, dan over de marathon en dan over mijn dromen daarna… want als ik de titel moet geloven, dan gaat me dat toch een partij “hard” worden..

Lieve groet, Cobie

Zin!!!

Vanmorgen liep ik terug naar huis. Hardlopend. Of wat daar voor door moest gaan. Ik was ’s ochtends op tijd van huis vertrokken. Of eigenlijk al iets later dan ik van plan was, met kinderen komt er altijd wel iets tussen. Het maakte ook niet uit, ik moest gewoon wat sneller gaan lopen. 5 Kilometer hardlopen voor de bootcamptraining, stond op de planning. Ondanks spierpijn en een gevoelige kuit, liep ik lekker. En makkelijk. Ik gooide het tempo na een rustige kilometer iets omhoog en ik kon doorlopen. Een extra lusje om de 5 te halen, binnen het half uur. Mijn hartslag verraadde me dat het toch niet zo makkelijk ging als ik hoopte, maar het voelde goed. De bootcamp was, zoals altijd, pittig en lekker. We mochten zelf oefeningen kiezen en aangezien ik met mezelf had afgesproken om me te blijven uitdagen, werden het in ieder geval push ups en jump lunges. Burpees, kettlebell swings en wat buikspieroefeningen zijn ook fijn. Tussendoor sprinten en daarna de hele rits oefeningen waarbij we zelf het aantal mochten kiezen. Dan maar maximaal. We sloten af met jumpsquats wallsit, waar ik geen fan van ben. Maar ja, ik wilde uitdaging, dus ik klaagde niet. En daarna liep ik dus terug naar huis.

De trainer vroeg nog wat ik ging doen, ik wist het eigenlijk niet precies. Richting huis lopen en dan onderweg maar kijken hoe het gaat. Bij de eerste afslag besloot ik daar al voor te gaan, het zonnetje scheen en ik had er gewoon zin in. Ik bedacht me dat ik jaren geleden samen met mijn loopmaatje iedere zondag een lange duurloop liep. Dit werd steeds verder uitgebreid, wat resulteerde in monstertrainingen. We liepen over de Lonnekerberg naar de achterkant van het Hulsbeek, 10km onverhard met hoogteverschillen. Op het Hulsbeek deden we samen met anderen een pittige intervaltraining. En daarna liepen we weer terug. Wat meestal niet vanzelf ging, ik heb wat lopen mopperen. Meestal was het ontzettend afzien. Soms daagden we elkaar uit met een sprintje, wat ik dik verloor en waar ik bij de aanzet al spijt van had dat ik hem was begonnen. Slechts één keer had ik meer over dan mijn loopmaatje. Ik was gemeen genoeg om dat er goed in te wrijven en om een feestje te maken van de terugweg. Wat werden we sterk van deze trainingen, zowel mentaal als fysiek. Ik had het gevoel de wereld aan te kunnen.

En terwijl ik vanmorgen terug liep en mezelf overtuigde dat mijn plannen haalbaar moeten zijn, moest ik opeens aan deze trainingen denken. Aan wat er toen allemaal lukte. Hoe mijn lichaam toen altijd moe voelde. Hoe ik zo vaak op mijn grens liep. Maar ook aan hoe ik progressie boekte. En hoe het mij lukte om lange afstanden te lopen.

Ik liep verder en ik merkte hoe ik nu eindelijk weer echt aan het genieten ben van het lopen. Ik heb zin om sportkleren aan te doen. En er stiekem iets eerder tussenuit te knijpen om wat extra te lopen. En zin om er naderhand wat extra’s aan te plakken. Ik kijk op inschrijven.nl welke wedstrijden er de komende tijd zijn, veel van de kalender van 11 jaar geleden is er nog. Ik krijg zin om op snelheid te gaan trainen. En ik kan mezelf regelmatig overtuigen om korte stukjes diep te gaan. Ik merk dat mijn basistempo omhoog gaat. En ik krijg weer zin om echt lange afstanden te gaan lopen, de kriebel is terug!

Afgelopen week las ik iets over marathontraining, dat je dat niet moet combineren met krachttraining. De twijfel sloeg even toe. Ik wil niet kiezen, ik wil het beide. Ik breng mijn omgeving voorzichtig op de hoogte van mijn plannen. Ik weet dat het veel vraagt van mijn gezin. Lange afstanden trainen, en dat naast de bootcamp, mijn werk, Running Miracle en dus naast mijn gezinsleven met vier kleine kinderen. Ik noem dat ik eerst ga trainen en dat ik dan ga kijken wat het wordt in april. De halve of de hele. Maar stiekem heb ik de keus al gemaakt. In mijn hoofd krijgen mijn plannen steeds meer vorm. En ik deel het met mijn man. Ergens weet hij wel dat hij me toch niet kan tegenhouden. Ik spreek met hem af dat ik veel loopkilometers ga koppelen aan onderweg zijn naar de trainingen. Zelf weet ik dat het zwaar wordt. Maar ik weet ook dat ik het kan en dat het me heel sterk gaat maken. Misschien kan ik mijn lange duurlopen doen als de kinderen op school zijn, of als we een keer een zaterdag niks hebben.

Ik besluit nog een extra lusje toe te voegen, dan kan ik nog net een stukje bos mee pakken. Het is er prachtig! De zon tussen de takken door, ik weet niet of ik er überhaupt mag lopen. Maar ook dat heeft charme. Ik ren tussen de dichte begroeiing door en voel de krassen op mijn benen, als vanouds. Het laatste stukje naar huis door de kuil, waar ik veel intervaltrainingen heb gedaan. Ik loop door tot mijn horloge 6.5km aangeeft. Bij de bootcamp kwam ik op 1,5 wat het totaal op 13km brengt. Heerlijk voldaan kom ik thuis.

In bad check ik de loopkalender nog eens, mijn oog valt op de 24km Posbanktrail eind oktober. Deze heb ik altijd al eens willen lopen, het lijkt me een mooi punt om van daaruit mijn lange afstanden verder uit te breiden. Ik heb er zo veel zin in!!

Lieve groet, Cobie

Soms doet het pijn

Als ik vanmiddag ons huis binnen wandel, voel ik een hoofdpijn opzetten. tegelijkertijd valt er een pak van me af. Mijn kinderen zijn druk, enthousiast. En daar hebben ze alle reden toe. Ik kan het even niet hebben. Ik vlucht de tuin in met mijn telefoon. De appjes blijven komen, ik post wat berichten op social media en ik bekijk alle foto’s. Foto’s van het weekend. Foto’s vol tegenstrijdigheden. Het was goed. Het was zoals het moest zijn. Alles pakte precies zo uit. Ik heb mijn hart gevolgd. En dat voelt nu goed.

Mijn loopmaatje, een goede vriend is ernstig ziek. In het voorjaar gingen we samen naar een veel te lange trail. Hij liep keihard. Hij trainde wekelijks mee bij de groep. Altijd voor aan, altijd keihard. Halverwege juli gaf hij aan zich niet helemaal fit te voelen, maar ook toen liep hij ons er allemaal met gemak uit. Een week later zit hij in het ziekenhuis, de onderzoeken volgen elkaar op en de uitslag wordt steeds negatiever. Als mijn dochter jarig is en zijn vriendin (wat ook een erg goede vriendin van mij is) en dochter bellen, dringt het pas echt tot mij door. De artsen zeggen dat ze hem niet meer beter kunnen maken. Dat nieuws hakt er in. Als ik hun na de vakantie bezoek, komt steeds de vraag omhoog hoe het toch kan. Hij krijgt bestralingen en die zijn zwaar. Veel van zijn kracht en energie verdwijnt. Zo graag wil ik wat voor hem doen. En als ik hem vraag of ik iets kan doen, is zijn antwoord: “Een extra rondje lopen”. Ik app met de loopgroep en met elkaar besluiten we dat te doen. Hij is voor ieder van ons steeds een motivator geweest. We besluiten voor een sponsorloop te gaan. Er worden shirtjes gemaakt en we trommelen familieleden op om te helpen. En afgelopen vrijdag was het zo ver. Helaas was hij zelf op donderdag weer opgenomen in het ziekenhuis, onverwachts staat zijn vriendin wel bij de loop. Familieleden filmen en zij gaat live voor hem. Met elkaar hebben we er een bijzondere avond van gemaakt. Alle kinderen hielpen met rondes bijhouden, motiveren en water aangeven. En met z’n zessen komen wij tot 87 rondjes. We sluiten af met een gezamenlijke ronde; Een extra rondje voor Patrick. Zijn vriendin heeft de tranen in de ogen als we elkaar lang omhelzen en vasthouden. Ze praat met iedereen en vertelt hoe het gaat. Ze krijgt een shirt wat we voor hem hebben gemaakt, dezelfde tekst met daaronder: we geloven in jouw kracht. We richten nog een paar woorden tot hem. Later die avond stuurt hij ons vanuit het ziekenhuis allemaal lieve appjes. En als hij de volgende dag het shirt krijgt, is hij helemaal ontroerd. Hij hangt het shirt op zijn kamer, zodat hij er steeds naar kan kijken.

Als ik op zaterdag op facebook kijk, zie ik een herinnering. Ik ben slecht in datums onthouden. Ik zie dat het een jaar geleden is dat ik me heb ingeschreven bij de kamer van koophandel. Wat voelt dat dubbel op dit moment. Natuurlijk is het een mooi moment om bij stil te staan, maar dat dat precies nu moet zijn, tussen twee beladen dagen in. We passen op de dochter van mijn vrienden, zodat ze niet de hele dag in het ziekenhuis hoeft te zijn en even lekker kan spelen met haar vriendin. En we krijgen bezoek die dag en wat is dat fijn. Lieve mensen met wie ik de hele middag klets, we hebben heel wat in te halen. De kinderen zijn blij. Met z’n allen bakken en eten we pannenkoeken, even heerlijk loslaten en ontspannen.

En vanochtend gaat de wekker veel te vroeg. Ik weet niet of ik op zal staan of dat ik de dag liever oversla. Ik ga voor het eerste. Een paar maanden geleden sprak ik met mezelf af om wat gezonder te gaan leven en om wat af te vallen. Het doel werd 5 kilo minder bij de Singelloop. De weegschaal gaf toen 83,2kilo aan en eerder deze week 75,9kilo. Een klein euforiemomentje. Onder het ontbijt zie ik appjes in de loopgroep langskomen. De Singelloop staat vandaag op het programma. Samen met mijn loopvriendin heb ik afgesproken om naar het park te fietsen. Zij vraagt advies in de appgroep en vanuit het ziekenhuis wordt geappt dat ze alleen maar keihard moet lopen. Die luchtigheid doet goed. Als ik bij haar kom, blijkt zij nog meer last te hebben van de zenuwen dan ik. We fietsen naar het park en we hebben tijd genoeg om nog 3x langs de wc’s te gaan. We kletsen met een collega, ik kom een oud loopmaatje tegen en we treffen iemand van de loopgroep. Als we het startvak inlopen treffen we een ander loopmaatje en met z’n drieën gaan we richting start. Hij is sneller dan wij zijn, we lopen de eerste kilometers samen. Het gaat hard! Ik heb veel kilometers gemaakt, maar weinig op snelheid. Ik weet dat ik me in moet houden. Het voelt te hard. Ik geef mijn loopvriendin aan te gaan, vertwijfeld loopt ze door. Ik kan het tempo redelijk vasthouden. Ik zie ontzettend veel bekenden, die allemaal lieve woorden roepen. Een collega, een moeder van school, een loopmaatje van vroeger, een vader van school, een buurvrouw, nog een loopmaatje en bij kilometer 3 mijn gezin. Wat doet dat goed! Elke twee kilometer staat er water, ik wandel een paar passen, neem twee slokken en gooi veel water over me heen. Net voorbij de helft ben ik bij het punt waar mijn vrienden vorig jaar stonden. Nu zijn ze er niet, zij is bij hem in het ziekenhuis. Hij had zo graag mee willen doen. En hij had zo keihard willen lopen. Het doet pijn. Steeds zie ik mijn loopvriendin een klein stukje voor me lopen. Bij kilometer 5 haal ik haar bij. Ik besluit met haar te lopen. Ze geeft mij nu meermaals aan te gaan, dat wil ik niet. We delen samen in de zwaarte van alles. Bij kilometer 6 slik ik opnieuw. Mijn loopmaatje van vroeger, hij is vorig jaar net voor de Singelloop overleden. Twee jaar geleden stond hij hier, bij kilometer 6. Totaal onverwachts, voor mij. En ook dit doet pijn. Samen lopen we verder. De zwaarste kilometers van 5 tm 7. Ik vraag me af of ik alles geef. Ik probeer haar te motiveren, ik kan nog praten. Het voelt slap, aan de andere kant is dit wat ik wil. Mijn hart volgen, dat is het belangrijkste. In de laatste kilometer begint zij er weer in te geloven. Ik krijg het nu zwaar. Samen trekken we door. Vlak voordat we het park indraaien hoor ik mijn naam weer, de eigenaar van de bootcamp. Ik sluit me op in mijn bubbel. Zij gaat voor de eindsprint, bij mij is het echt op. Ik voel me misselijk, duizelig en onderweg ook steeds rillingen gehad. Ach en eigenlijk weet ik dan wel dat ik op de grens loop. Mijn hartslag bevestigt dat naderhand ook, halverwege ga ik van een gemiddelde van 165 naar boven de 170 met een piek op 186. En gezien de temperatuur is dat hoog. Ik pers er nog iets van een eindsprint uit en passeer met 44.13min de finish. Ik ben tevreden! We vliegen elkaar in armen. We treffen nog twee van de loopgroep en we regelen voor ons zieke loopmaatje ook een medaille. We maken foto’s en als we later samen zijn, besluiten dat het mooi is om ’s middags samen de medaille bij hem langs te brengen. Ik begeleid eerst mijn kids nog bij kidsrun, wat vooral veel frustratie is. Nog nooit zo veel ouders bij elkaar gezien. Er was geen ruimte meer voor de kinderen. En als ik mijn zesjarige dochter in tranen terugvindt bij de finish, ben ik boos, wat een wereld, wat een mentaliteit! De oudste twee lijken er gelukkig minder last van te hebben. Als de kids klaar zijn, tref ik nog een loopmaatje van vroeger. Als ik vraag hoe het gaat, lees ik in zijn ogen het antwoord al. Hij is vorig jaar zijn vrouw verloren en staat daar bij de kidsrun met zijn twee kinderen. Ik weet niet goed wat ik moet zeggen. Ik voel zijn pijn. We lopen naar de fiets, ik zeg mijn gezin gedag en fiets door naar het ziekenhuis. Voor de ingang tref ik mijn vriendin en al stinkend en in sportkleding bezoeken we ons loopmaatje en zijn vriendin. De medaille betekent veel voor hem en krijgt een plekje bij het shirt. Het was zo’n fijn bezoek, het voelde zo goed om daar even zo met elkaar te kunnen zijn. Een uurtje later fietsen we samen naar huis. De knoop in mijn maag van ’s ochtends is weg, de zenuwen bij mijn vriendin zijn weg. We kijken elkaar aan en we weten dat we het goed hebben gedaan. We hebben ons hart gevolgd. Thuis voel ik een hoofdpijn en komen de tranen. Sport helpt…

Lieve groet, Cobie

(Sport)vakantie!

Vakantie! Even weg, even helemaal uit! Ik had al het moeten van mijn lijstje geschrapt. Ik nam me voor om het (dwangmatig) sporten even te laten. Wel nam ik m’n loopkleren mee. Mee voor even een rondje, als het zo uitkwam of als ik er gewoon even zin in had. De eerste ochtend in de tent was ik vroeg wakker. Ik zag de betoverende Oostenrijkse bergen en ik wist wat me de volgende ochtend te doen stond. Toen ik wederom om 6.00uur werd gewekt door de berglucht, een opkomende zon, mijn zin in avontuur, hoefde ik niet te twijfelen. Ik deed meteen mijn loopkleding aan en ik glipte er stiekem tussenuit. Ik had de vorige avond al bedacht hoe ik het beste kon lopen, nog enigszins vlak. En wat was het genieten!! Met een 3,5km heen en weer terug, koos ik voor safe. Zo veel kilometers had ik niet in de benen en ik wilde ook energie overhouden om van alles met mijn gezin te kunnen ondernemen. Oké, niet dwangmatig had ik afgesproken. Toch bleef het de volgende dag kriebelen. In Italië is het vast te warm om serieus iets te doen, dan kan ik beter hier nog een keer sporten. Ik appte de trainer van de bootcamp met de vraag of hij nog een leuke workout had. Het resulteerde in dat ik de derde dag ’s avonds naast de tent allerlei oefeningen deed en ik me wederom heerlijk voelde. Een dag later was mijn dochter jarig en nog een dag later vertrokken we naar Italië. Daar zag ik bij aankomst een heus workout station staan en of dat nog niet genoeg was een meer met daarnaast een lang pad in de schaduw en een perfect stuk grasveld. Het voelde als paradijs! Ik hoef vast niet uit te leggen dat ik de elastieken die ik had mee gesmokkeld al dezelfde dag uitprobeerde op de toestellen. En dat ik dankbaar om 6.00uur de volgende dag wederom te tent uit sneakte om de omgeving te verkennen. Tegen de tijd dat ik terug kwam, was iedereen rustig aan het wakker worden en konden we met elkaar ontbijten. Ik zeg perfect! De trainer had al aangegeven om meer workouts te willen appen en daar maakte ik dankbaar gebruik van. Daar kwam nog bij dat buren naar eigen zeggen wel een beetje sportverslaafd zijn. Ik sprak daar met de buurman over, waardoor we samen less mills cardio en core gingen doen. Wat voelde ik me hier goed bij, elke ochtend als ik wakker werd opstaan en beginnen met een pittige workout. Twee keer samen de les mills lessen gedaan, hoog tempo, pittige oefeningen en veel zweten. Een keer met z’n drieën gaan hardlopen, nou ja, het werd vooral een trappen training. Naar de hoge trap in het dorpje gelopen en deze omhoog, de buurman opperde om dat vijf keer te gaan doen. Tuurlijk, ik ben wel in voor wat uitdaging. Dat heb ik geweten! Zijn dochter hield het na de derde keer voor gezien. Met een sturend verzoek of ik wel doorging. Ik hoef vast niet te zeggen hoe het verder ging. Wederom erg pittig, maar ook leuk en grensverleggend! De andere dagen kreeg ik workouts van de bootcamptrainer via de app, zo lief. Matje mee naar het meer, die had ik toch maar gekocht in Italië. Leuke afwisselende trainingen die steeds uitdagender werden. Dit ook mede doordat ik de trainingen niet altijd helemaal goed begreep en meer deed dan de bedoeling was. Vooral de combinatie van hardlopen met oefeningen, vond ik erg fijn. En wat voelde ik me goed!! Ik kreeg er veel energie van. Ik gaf mijn gezin de kans om rustig op te starten, wat anders vaak niet lukt met mijn ongeduld en waar zij wel behoefte aan hebben. En ik ervaarde een rust, een balans. Het maakt niet zo veel uit hoe de dag ging verlopen, het was goed.

Daarnaast is een goede vriend ernstig ziek, dat heeft me in de vakantie ontzettend bezig gehouden. Juist het sporten, een moment voor mezelf en even mijn grenzen opzoeken, hielp me hierbij.

In de vorige blog schreef ik over focus, over hoe ik hier naar op zoek ben. En nu, door deze vakantie weet ik het zeker. Ik heb het sporten nodig! Al het sporten wat ik doe, vind ik leuk. Ik geniet ervan, het is wat ik wil. Ik heb baat bij een ochtendritueel, daar voel ik me goed bij. In het verleden zat er vaak een korte oefening bij. Dit werd steeds minder, omdat al het andere meer tijd ging opeisen en ik er met een challenge ook niet echt van genoot of goed in kwam. Ik skipte de afgelopen tijd mijn ochtendritueel, het was een sleur geworden. Maar nu op vakantie sprak ik met mezelf af om de dag voortaan met sporten te gaan beginnen. Een half uurtje moet elke dag lukken, een pittig half uurtje met veel afwisseling. Ik begin de dag dan vol energie, wat ik de rest van de dag vasthoud. Ik vind mijn balans, mijn rust. Mijn tevredenheid, waardoor ik de dag kan nemen zoals hij komt.

Sport jij als je op vakantie gaat? En is vakantie voor jou ook een tijd om na te denken, koers te bepalen?

Lieve groet, Cobie

Focus

Ken je dat; soms weet je het gewoon precies. Soms heb je alles helder voor ogen. Wat je wilt, waar je naar toe wilt en hoe. En soms, soms weet je het even niet. Je doet maar wat. Zonder plan, zonder doel. Je klooit maar wat aan. Dat kan op verschillende fronten. En als ik voor mezelf spreek, dan is het ook vaak op verschillende gebieden hetzelfde.

Ik heb het afgelopen jaar keihard gewerkt op vrijwel alle gebieden. Overal wist ik precies wat ik wou, hoe en ook hoe ik daar kon komen. Ik volgde verschillende opleidingen. Ik zette stappen met Running Miracle, met Move to be Happy. En ik trainde voor mezelf gericht, steeds een doel waar ik naar toe werkte of mee bezig was.

Maar nu, nu is de focus regelmatig zoek. Het lukt me niet om prioriteiten te stellen. Alles loopt voor mijn gevoel door elkaar heen. Mijn to-do-lijstje is ellenlang. Ik vlieg van het een naar het ander en op alle fronten krijg ik niet dat voor elkaar wat ik graag wil.

Ik zie het ook in mijn sporten terug. Met hardlopen blijf ik hangen of ben ik eigenlijk een stuk teruggevallen. Zowel met afstand als met tempo kom ik niet vooruit. Vrijdagavond zijn we met de training maar met z’n drieën. Mijn loopmaatjes zijn er, zij zijn snel en hebben wel zin een duurloopje. Ik ben moe, twee pittige trainingsdagen gehad, net ongesteld geworden, een dochter thuis met de griep die ’s nachts twee keer heeft overgegeven. Mijn plan was eigenlijk training geven. Toch laat ik me makkelijk om praten. De eerste stappen voelen al zwaar, ik verzet me tegen de buikpijn en ik voel dat het tempo voor mij te hoog ligt. Al na een kilometer ben ik niet meer tot praten in staat. Het is niet erg, soms is even doorzetten goed. Ik geef mijn loopmaatje aan dat ze beter met de ander mee kan gaan. Ze blijft met liefde bij mij. Als ik het haar nogmaals noem, gaat ze toch. Mijn ene zoon fietst mee. Ook hem stuur ik weg, naar de andere beide. Ik loop liever alleen, of eigenlijk, ik vecht liever alleen. Als het sporten zwaar is, ben ik geen gezellig gezelschap. Ik mopper, wordt boos, zeg niks. En precies dat, doe ik liever alleen. Dat doet me trouwens denken aan het moment dat mijn oudste bijna geboren werd, ook dat wilde ik liever alleen doen. Mijn man kent me goed en wist me te overtuigen dat dat niet een erg verstandig idee was. Wel wist ik het bellen van de verloskundige uit stellen tot ik bijna volledige ontsluiting had. Daardoor was de verloskundige erg druk met van alles telefonisch regelen, kwam de kraamhulp echt pas tijdens de allerlaatste minuten. En heb ik het toch bijna helemaal alleen kunnen doen. En dat in mijn eentje vechten, dat zorgt bij mij voor een soort focus. Ik sluit me voor even op in mijn eigen bubbel. Als de prestatie geleverd is, kom ik er weer uit en ben ik blij met het resultaat. Over de geboorte van mijn zoon (en ook mijn andere kinderen) hoef ik dat vast niet verder uit te leggen 😉 Bij de duurloop vrijdag resulteerde het in dat ik de vijf kilometer volliep binnen een half uur, waarbij de laatste kilometers de snelste waren. En ik met in- en uitlopen op een kilometer of acht kwam. Wat me veel voldoening gaf. De bootcamp ging donderdag (of eigenlijk wel vaker) op soortgelijke wijze. Aan de ene kant wil ik snel zijn en een gigantisch programma afwerken in dat uur tijd. Aan de andere kant wil ik de technische oefeningen goed doen en daar progressie boeken. En vaak loopt dit door elkaar heen. Donderdag was, of meer werd, een mega training. We hadden 45 minuten voor de kern. Iedereen was flink op dreef, wat ervoor zorgde dat we binnen 20 minuten klaar waren. Er volgde daarna een training in twee teams, wij met z’n tweeën tegen de andere drie. Het werd al snel erg zwaar. En in plaats van me te focussen op mezelf, ga ik mopperen. Ik blijf maar herhalen hoe oneerlijk de aantallen zijn. Toch ben ik na de training voldaan over hoe ik de pittige training heb volbracht. Al baal ik wel van mijn gemopper. Vandaag is het wederom bikkelen. Ik voel me nog steeds verre van fit, alle stukken lopen, zijn vechten tegen mezelf. Ik weet dat ik me naderhand beter ga voelen. Ik zet door. Halverwege komen de pull ups, 50 stuks. Een technisch onderdeel wat ik wel echt graag beter wil leren. De trainer komt erbij staan, ik zal wederom met mopperen beginnen: “dit gaat de rest van de training duren”. Hij geeft aan dat dat geen probleem is. En hij noemt dat ik beter een extra elastiek kan gebruiken. Wederom begin ik eigenwijs. Aan zijn reactie merk ik dat er een reden achter zit. Als ik dat check, beaamt hij dat. Ik pak het extra elastiek en voer in alle rust alle 50 pull ups uit. Ik luister naar alle feedback die ik krijg en pas het toe. Als de trainer aangeeft dat de tijd om is, besluit ik te stoppen en niet perse tegen de anderen op te boksen om alles nog af te maken. Het was goed zo. De focus op wat belangrijk was in de training.

Ik heb de afgelopen weken hard nagedacht over mijn focus. Waar wil ik deze op gaan leggen? Waarom? Hoe wil ik alles aan gaan pakken? Wat wordt mijn prioriteit? Ik kwam tot de conclusie dat ik eerst vakantie nodig heb. Even uit. Even niet nadenken over allerlei inhoudelijk zaken. Daarnaast heb ik hard nagedacht over wat me het meeste energie geeft, waar wordt ik echt blij van. En dan kom ik tot de conclusie dat dat Running Miracle is in combinatie met mijn eigen sport. Ik vind de trainingen die ik geef, geweldig! Mensen verder helpen, het sociale van een groep en bezig zijn met sport. Ook de persoonlijke begeleiding geeft me veel energie. Op individueel niveau kijken hoe ik iemand verder kan helpen. En na de zomervakantie wil ik me vooral op deze gebieden gaan focussen. Dit verder gaan verdiepen. En daarnaast wil ik voor mezelf weer doelen gaan stellen op sportgebied. Ik krijg veel energie van keihard sporten, vooruitgang boeken met hardlopen en de technische onderdelen van bootcamp. Mijn focus gaat liggen op Running Miracle en mijn eigen sport.

En Move to be Happy dan? Ook daar zal ik mee door gaan, het heeft alleen niet mijn prioriteit. Ik zal regelmatig een groepshealing geven en ik hoop ook met regelmaat iemand met een persoonlijke sessie te kunnen helpen.

Ik ben nog met een aantal cursussen bezig. Deze hoop ik af te kunnen ronden, mits tijd en ruimte dat toelaten. Heel fijn als het lukt, zo niet, dan is het ook prima. Op mijn wensenlijstje staan ook nog een paar cursussen/opleidingen. Die blijven er voor nu even op staan. Dat komt ooit, op een ander moment.

Ik merk dat ik mijn focus steeds weer meer terug begin te vinden. Even uit om straks echt weer verder te kunnen gaan met dat waar ik het meeste energie van krijg, waar ik echt blij van wordt.

En jij? Hoe bewaar jij je focus? Of hoe vind jij deze terug?

Lieve groet, Cobie

Successen zijn prachtig!

Ik bekijk de opdrachten van het manifestatietraject dat ik doorloop. Twee opdrachten richten zich op succeservaringen. Ik bekijk de filmpjes half en besluit de opdracht, waarbij je al je succeservaringen in een boekje moet opschrijven, niet te doen. Toch blijft het door mijn hoofd spoken, niet omdat ik twijfel. Maar wel omdat ik me bedenk hoe belangrijk successen zijn. Elke week doe ik mee met de opdracht in de facebookgroep. Op zondag maak je een lijst met alles wat je die week graag zou willen manifesteren. Mijn lijst is altijd enorm en regelmatig lijken mijn wensen erg ver weg. Op zaterdag plaats je alles wat je daadwerkelijk gemanifesteerd hebt. Elke week verbaas ik me opnieuw dat deze lijst nog langer is dan die van de zondag ervoor, dat er veel van de wensen (ja ook die onmogelijk leken) zijn uitgekomen en dat er ook veel moois of goeds onverwachts op mijn pad is gekomen. Ik lees de lijst nog een keer over. Ik schrijf eronder hoe dankbaar ik ben. En ik voel dat ook echt. Het geeft zo’n heerlijk, tevreden en voldaan gevoel! Het maakt blij! Dus ik kan wel zeggen dat successen niet belangrijk zijn, dat zijn ze zeker wel! En het is zo belangrijk om daar regelmatig bij stil te staan, op wat voor manier dan ook.

Het laat je realiseren wat je al bereikt hebt. En het gevoel dat dat oproept, heb je nodig om je te laten beseffen dat je nog veel meer kan bereiken. Dat je dat kan bereiken wat je graag wilt. Soms gaat het snel. Soms duurt het wat langer, maar ook stapje voor stapje kun je er komen. En door steeds bij je successen stil te staan, kun je ook makkelijker je doelen die je wilt bereiken voor ogen houden. Zelfs als het doelen voor de lange termijn zijn.

En precies om dit hele stuk ben ik met Running Miracle begonnen. Zelf heb ik ervaren hoe ik van een rokend, passief leven 2,5jaar later een marathon kon lopen. En nee, dat was niet iets wat van de ene op de andere dag ging. Ik wilde stoppen met de pil, mijn man dacht daar iets anders over. Ik overtuigde hem door samen met de pil ook mijn pakje shag weg te gooien. Ik liet alle alcohol staan. Ik bedacht me dat ik wat gezonder wilde eten. Ik stopte met snoepen. Ik pakte de fiets in plaats van de auto. Ik ging op zoek naar een sport. Ik gaf me op voor een beginnersgroep bij de hardloopclub. Ik volgde het schema trouw, drie keer in de week. Na de beginnersgroep liep ik een kleine drie kwartier en sloot ik me aan bij de loopgroep. Ik trainde twee keer in de week met de groep en nog zelf. Wat gaandeweg steeds wat meer en wat verder werd. Ik liep mijn eerste wedstrijd; een crossloop van 5km. Ik liep mijn eerste 15km wedstrijd, halve en een 10km met een mooie tijd. Ik begon weer met paardrijden. En ik ging samen met een collega zwemmen. Ik liep de Teutolauf; 29km met 600 hoogtemeters. Ik trainde veel, keihard, ging diep. Ik verlegde keer op keer mijn grenzen. Ik schreef me in voor een marathon. Ik liep veel en ver. Ik deed oefeningen voor corestability. Ik zorgde voor goede nachtrust, voldoende. En ik nam mijn eetpatroon nog verder onder de loep. Ik volgde trouw het schema dat mijn trainer voor me had gemaakt. En in april 2010 liep ik in Enschede mijn eerste marathon. Het was een feestje! Een ervaren loper had me op de vooravond al genoemd: “al het werk is gedaan, morgen loop jij je ereronde”. En zo was het ook, zo voelde het ook! Ik heb genoten! Bij het passeren van de finishlijn riep ik al dat ik weer wilde, dit was intens geluk! En weet je waarom het zo voelde? Waarom het de kers op de taart was? Alle stappen die ik heb gezet op weg naar dit doel, heb ik gevierd. Wat was ik trots dat het stoppen met roken lukte. Wat voelde het goed die eerste training, een paar keer 2min dribbelen. Wat was ik blij dat ik het lef had om met die 5km crossloop mee te doen en net niet als laatste te finishen. Wat voelde het heerlijk om na een jaar of 8 eindelijk weer eens paard te rijden. Wat voelde ik me sterk dat ik ondanks al het commentaar toch wist te finishen bij mijn eerste halve en bij de Teutolauf nadat het onverantwoord was genoemd. Ik heb alle successen op weg naar dat uiteindelijke doel, die marathon, gevierd. En daarom was die eerste marathon mijn ereronde. In mijn eigen stad vierde ik 42km lang mijn feestje.

En natuurlijk zal een marathon lopen niet voor iedereen het doel zijn, het succes zijn waar iedereen van droomt. Zelf vier ik alle successen en dat breng ik mijn kinderen ook bij. Het is dan lastig om te zien hoe mijn middelste zoon worstelt met een formulier voor in zijn jaarboek. Alle vragen vult hij zo in, behalve de vraag waar hij trots op is. Ik som een hele lijst op, alles wordt verworpen: “dat zegt alleen een moeder over haar kind, dat kunnen meer kinderen in de klas, maar dat was heel makkelijk”. Als ik hem voorstel om in te vullen dat hij trots is op zichzelf, kijkt hij me triomfantelijk aan. Ik lees het later terug op zijn formulier, het laat me stralen. Met deze zin geeft hij aan dat hij trots is op alle aspecten, alles wat ik hem opnoemde, alles waar hij zelf aan dacht. Trots op al zijn successen van het afgelopen jaar.

Met Running Miracle ben ik getuige geweest van de successen van verschillende mensen. Alle deelnemers van het bedrijventeam haalden de finish op een manier waar ze van droomden. Met online begeleiding van niks tot finishen bij de Singelloop in een mooie tijd of opbouwen naar 10km. Pr’s lopen bij de 5 en de 10km van de Enschede Marathon. Grenzen verleggen bij de trainingen. In plaats van wandelen bij het intuïtief (hard)lopen toch steeds meer gaan hardlopen. Verschillende mensen die steeds verder lopen, steeds sneller. En ook steeds blijer worden van het lopen, het sporten. En ook met Move to be Happy deel ik in de successen van mensen. Iemand met straatvrees die steeds iets meer onderneemt. Mensen die door of na een sessie inzichten krijgen, stappen gaan ondernemen en verder komen, gelukkiger worden.

Successen zijn prachtig! Het is mooi om ze delen met mensen. Om mensen te kunnen helpen op weg naar succes! Om mensen te laten geloven in zichzelf, de eerste concrete stap te laten zetten en er te zijn als de twijfel toeslaat. Mooi om erbij te zijn als de twijfel wordt overwonnen, als het doel in zicht komt. En als het doel wordt gehaald. Het is prachtig om alle successen groot en klein te kunnen vieren.

Lieve groet, Cobie