De ultraloper die ik graag wilde zijn

Ik kijk naar de medaille die voor me ligt. De hele dag kan ik nergens anders aan denken. Ik blijf zweven en land niet in de realiteit. In gedachten loop ik steeds opnieuw over de rondjes. De wintertrail; magisch zoals de naam doet vermoeden.

Eigenlijk weet ik niet meer precies wanneer ik me inschreef en ook niet precies wat ik toen dacht (wel dat het stiekem als doel dient voor iets groters;-). Ik heb de afgelopen tijd het lopen regelmatig vervloekt. Zelf vermeed ik het regelmatig en als het in de trainingen aan bod kwam, leverde het een hoop gemopper op. En toch had ik er zo’n zin in. Mijn verjaardagsmarathon gaf me het vertrouwen dat het wel ging lukken.

Ik dacht altijd dat de voorbereiding voor sportieve uitdagingen fysiek zou zijn. Daar richtte ik me op. Steeds meer werd me duidelijk dat het voor extreme uitdagingen vooral mentaal is. Ik begreep er in eerste instantie weinig van. In de trainingen die ik deed, kwamen ook onderdelen voor die mentaal nogal wat vroegen. En ik las alles wat ik op dit gebied kon vinden. En ik begin het steeds beter te begrijpen. Iets wat hierbij ook steeds naar voren kwam, is je “why”. Overal las ik dat je precies moet weten waarom je het wil, dat je je drijfveren heel duidelijk moet hebben, alleen dan gaat het lukken. Mijn enige motivatie was mijn nieuwsgierigheid. En ik twijfelde erg of dat genoeg was. Op de vraag wat mijn doel was, kon ik ook geen antwoord geven. En een strategie over eten, drinken, rusten, slapen, materialen en tempo had ik evenmin. Toch voelde ik me wel zelfverzekerd. Geen moment heb ik gedacht dat het niet ging lukken. Tijdens de trail viel alles op zijn plek en begreep ik het zelf ook eindelijk allemaal.

We kwamen veel te laat aan, mijn voorbereiding was toch minder goed dan ik dacht. De briefing was al begonnen. Er staan allemaal lopers, trailvesten op en allemaal zien ze eruit alsof ze dit al jaren doen. Op een bepaalde manier is iedereen in zichzelf gekeerd. De organisator vertelde over dat moeders altijd vlak van tevoren nog bellen en je op het hart drukken dat je voorzichtig moet zijn. Iedereen lacht zachtjes van herkenning. Ik had zo’n gesprek in de auto, wist niet wat ik moest zeggen, maar wilde dat absoluut niet horen. Hij geeft ook aan dat je dat op zo’n moment niet wilt horen. Er rollen tranen over zijn wangen. Hij vertelt dat een goede vriendin van hem zei dat je bij zo’n uitdaging juist niet voorzichtig moet zijn, dan haal je het niet. Terwijl hij zijn tranen wegslikt, noemt hij dat ze twee weken geleden is overleden. Hij drukt ons op het hart om juist niet voorzichtig te zijn. Hij vertelt over de ruimte waar we binnen kunnen komen, voor warmte, eten, drinken en voor een knuffel. Hij geeft ons ook mee dat de nacht lang is, zwaar zal zijn, maar dat we geen beslissingen moeten nemen in de nacht. Wacht tot het dag wordt. We applaudisseren, ik haal m’n startnummer op.

We zijn in een Romeinse herberg, de zijkanten zijn overdekt, het midden is open. Peter blaast een luchtbed op en ik zoek een hoekje waar ik m’n spullen neer kan zetten. Ik heb helemaal niet nagedacht over wat ik tijdens het lopen mee ga nemen. Ik zie iedereen in fancy kleding met een trailvest. Ik besluit voor een thermoshirt te gaan, mijn afgeknipte sokken die mij met survival altijd helpen, handschoenen voor de eerste kou en mijn rugzakje wat nog net niet uit elkaar valt. De waterzak heb ik überhaupt niet over nagedacht, dus ik stop mijn beker erin, wat voorverpakte repen en een banaan. Hoofdlampje op, extra batterijen mee en ik bezoek de wc nog snel een keer. Ik geef Peter en de kinderen een dikke knuffel. Met z’n allen wandelen we naar de start. Het avontuur is begonnen!

We lopen rondjes van een dikke 5km. De eerste ronde is het nog redelijk licht, pas op het einde doe ik mijn hoofdlampje aan. Daarna lopen we heel lang in het donker. Ik vraag me af hoe de nacht zal zijn. Het parcours is erg pittig. Ook hier had ik me niet in verdiept, ik dacht een keer een klein bultje. Maar er is geen meter vlak. Er staan allemaal gebouwen in Romeinse stijl. Veel kasseien, trappetjes. We lopen hele stukken over smalle bospaadjes en er zitten een aantal verraderlijke klimmetjes in. Ik heb met mezelf afgesproken om zoveel mogelijk energie te sparen, alles wat serieus omhoog loopt, wandelen. Dus dat doe ik vanaf het begin. Een paar keer kijk ik naar m’n hartslag, als deze hoog is, is het ook een teken dat ik even moet wandelen. Ik loop in het begin een paar keer een kort stukje met een andere vrouw samen, maar eigenlijk wil ik gewoon lekker in m’n eigen bubbel wegzakken en dus loop ik door.

Na iedere ronde komen we weer in het start/finish gebied. In de Rifugio zijn de vrijwilligers, daar is eten, drinken en is het lekker warm. Ik spreek met mezelf af dat ik na iedere ronde iets eet en drink. Ik loop een stuk of 4 rondjes en besluit dan eens in de Rifugio te kijken, er is nog weinig. Na iedere twee rondjes mag ik van mezelf de Rifugio even in. Het wordt daar steeds aangenamer.

Het tempo valt me erg tegen. Ik heb nog nooit zo lang over een marathon gedaan. Wel voel ik me erg goed. Meestal loop ik lange duurlopen met buikpijn. Nu ook in het begin, maar na een kilometer of 20 verdwijnt het. Het eten gaat ook goed, ik neem dat waar ik zin in heb. Drink cola (nu wel met cafeïne en suiker) en warme chocolademelk en zorg dat ik geen honger krijg. Boterhammen, fruit, koekjes, tuckoekjes, kaaskoekjes, mars, energierepen, een gelletje, notenpasta, kwark. Alles smaakt lekker en alles valt goed. Een keer voel ik me wat slap, ik eet dan halverwege een ronde nog wat.

Rond 10.45uur zit de eerste marathon erop. Ik ga de Refugio in en besluit wat op social media te plaatsen. Ik wordt overspoeld met allemaal berichten uit allemaal verschillende hoeken. Ik lees ze snel, het lukt me niet om te reageren. Maar het doet me zo goed! Zo lief dat zo veel mensen aan me denken!

Ik voel me nog steeds erg fit als ik mijn weg vervolg. Rond twaalf uur realiseer ik me dat de nacht begint. Daar waar we gewaarschuwd werden voor de nacht, vind ik het juist genieten. Heerlijk, prachtig, magisch. Ik loop precies met het gevoel waar ik op hoopte, lekker in mezelf gekeerd. Ik denk terug aan de nachten met de kinderen heel klein. Ik heb ze allemaal gevoed. Ze lagen bij me in bed en op het moment dat zij ergens behoefte aan hadden, werd ik wakker en reageerde mijn lichaam. En vooral ’s nachts wilden ze drinken en knuffelen. De nachten waren regelmatig erg kort, met veel onderbrekingen. Ik voelde me overdag vaak zo moe, maar wat genoot ik van die nachten. Tien jaar lang. Ik realiseerde me dat als ik ooit een echte ultraloper zou worden, ik al flink had geoefend met slaaptekort. Met doorgaan in vermoeidheid. En nu dacht ik daar aan terug. Midden in de nacht overviel dat fijne gevoel me. Wat zou ik m’n kinderen gaan knuffelen, later bij de finish. Ik wilde niets missen van de nacht. Ik was overtuigd dat ik best een nacht kon overslaan en dus liep ik door.

Zo rond kilometer 85 kwam het keerpunt. Ik liep te bedenken wat ik op Instagram zou plaatsen, hoe fantastisch het ging. Over lopen in het onbekende. Maar vlak daarvoor overviel alles me. M’n horloge viel uit. Wat ik ook probeerde, niets. Mijn lampje gaf amper nog licht en ik zag het niet zitten om daar in een donker bos de batterijen te vervangen. Het licht was zo minimaal dat ik niet meer durfde te rennen. En dus wandelde ik verder. Maar daar was ik niet op gekleed, ik kreeg het zo koud. Ik zocht de oplaadspullen op en snelde me de Refugio in. Daar kreeg ik een heerlijke warme chocolademelk. Mijn horloge was in spaarstand gegaan en kon ik met de powerbank opladen. Ik verving de batterijen van mijn hoofdlampje. Ik warmde op en kwam even een kwartiertje tot rust. Het bericht op social media werd meer een roep om hulp.

Ik wierp een blik op de computer en zag dat ik derde lag van de vrouwen. Nummer 2 een ronde voor me, nummer 4 een ronde achter me. En toen ging er een knop om. Ik wilde ultraloper worden, wist ook dat het me redelijk zou liggen. Dus als ik ooit voor een podium wilde gaan, was het nu. Geen zelfmedelijden meer, maar alles geven. Ik dacht aan alle trainingen, al het afzien, alle mentale en fysieke grenzen. En toch steeds weer verder kunnen. Aan hoe ik het lopen op tempo vervloek. En aan waarom ik juist voor zo’n lange trail had gekozen zonder doel, lekker relaxed lopen. Maar dat veranderde nu, ik had een doel; een podiumplek. En dus heb ik mezelf de rondes daarna zo ontzettend hard gepusht. De warme chocolademelk was gebeurd, het moest snel een paar slokken drinken zijn en eten wat ik onderweg kon eten. Bij 100km een heel snel berichtje op Instagram, wel ieder feestje vieren, en door!

Iedere ronde ook een snel blik op de computer. Geen idee wie de vrouwen waren die bij mij in de buurt lagen. Er liepen ook veel duolopers rond. Paranoia keek ik soms om me heen. Het tempo werd steeds lager, mijn drive echter niet. Ik zag dat er nog een vrouw vlak bij ons lag. En ik zag dat de afstand van de nummer twee bleef staan, zou ze gestopt zijn? Gert appte me en vroeg of ik voor de driedubbele marathon ging. Mijn reactie was dat dat nooit zou lukken. Maar ik was inmiddels zo op dreef. Misschien kon ik de lat best wat hoger leggen en mezelf een tweede doel opleggen.

In de ochtend werden we door de vrijwilligers begroet met goedemorgen. Ik kan je vertellen dat dat raar voelt. Het voelde als een dag die door was gegaan, niet als een nieuwe dag. Met nog een aantal rondes te gaan, waande ik me safe op de tweede plaats. Toch bleef ik steeds kijken en zag ik dat de andere twee vrouwen sneller liepen dan ik. Ik moest doorgaan. Met nog 3,5uur te gaan, appte ik Peter dat ik nog 3 rondjes zou lopen. 3x 1 Uur ongeveer. Maar zo ineens was het klaar. Rond het marathonpunt doen m’n benen altijd zeer, ik weet dat ik daar doorheen kan lopen en dat het ook verdwijnt. Later deden m’n kuiten pijn, ze stonden enorm op spanning. Niet zo gek met alle hoogtemeters. Ik liep behoudend door. Maar in ronde 23 was de controle weg. Ik kon m’n benen niet meer omhoog krijgen. Het omhoog lopen, werd bijna kruipen. Mijn tijd ging van 57min naar 1uur en 5minuten. En ook mentaal was het behoorlijk op. Ik zag een man een naar me kijken en hoorde dat hij tegen z’n vrouw zei: “moet je zien hoe ze haar benen beweegt”. Ik wist dat het verval nog groter zou worden. Ik wist ook dat ik voor de tweede plaats zeker nog 1 ronde moest doen, ook voor de driedubbele marathon. En Peter en de kinderen waren er ook niet, dus stoppen had geen zin. Zelfs kruipend zou ik qua tijd nog een ronde redden. En om heel eerlijk te zijn, wilde ik ook alles nog een laatste keer zien, een laatste keer voelen.

Ik appte Peter dat ik mijn laatste ronde in ging en vroeg of ze over een uur en een kwartier bij de finish wilden zijn. Ik slikte tranen weg, ik voelde me zo emotioneel. Die laatste ronde werd echt bijna kruipen. Ik zakte door m’n benen en besloot een stok te zoeken om als houvast te dienen. Daar waar ik geen blaar of schuurplek had, haalde ik m’n neus open met die stok. Alle coördinatie was weg. De trappetjes ging ik zijwaarts op en af, steunend op de stok en me vasthoudend aan de muren. Er liepen lopers van de halve marathon, de 10 en de 5km over een stukje van het parcours. Ik hoorde iemand iets cynisch zeggen over mijn stok. Ik kon alleen maar denken; je moest eens weten! Vlak voor de finish hoor ik keihard: “mama!” Ik voel de tranen, wat ben ik ontzettend blij en dankbaar! Ze komen op me afgerend. Felix duikt in m’n armen en zegt hoe trots hij is. Hand in hand rennen we de finish over. Daar staat ook de man die een ronde eerder wat over mijn benen zei. Glimlachend kijken we elkaar aan, ik heb het er toch nog een ronde mee gered!

Peter wil foto’s maken en zegt dat ik moet lachen, ik wil alleen maar huilend in zijn armen vallen. Dat is dus op zijn. Alles geven. We lopen de Refugio in en ik twijfel of ik verzekerd ben van een tweede plek. Ik kan niet meer verder. Met nog een uur op de klok en 75min over de laatste ronde te hebben gedaan, heeft het geen nut meer. Peter rekent met me mee en eigenlijk weten we wel zeker dat ik niet meer ingehaald kan worden.

Ik meld dat ik stop. De vrouw bij wie ik dat doe heeft me de afgelopen uren steeds gezien. Ze noemde elke keer hoe fris ik er nog uitzag. Ze haalt een fles champagne en schrijft mijn naam en afstand erop. Ik krijg een medaille omgehangen. We laten het ongebruikte luchtbed leeglopen en pakken de spullen. Zwalkend loop ik de kilometers naar de auto. Wat was dit een mooi avontuur.

Ze zeggen dat je verandert als je een marathon loopt. En dat dat met een ultramarathon nog verder gaat. Ik ben mezelf tegen gekomen, maar niet zoals ik gedacht had. Ik dacht tegenkomen in de negatieve zin van het woord. Maar dat was het niet. Ik heb een kant van mezelf leren kennen, die ik nog niet kende. Ik was volledig in het hier en nu. Accepteerde de situatie. Maar ik kon ook strijden. Veel dieper gaan dan wat ik ooit gedacht had. Durfde te gaan ook. En er ook nog van kon genieten. Het was heerlijk om zo met en tegen mezelf te vechten. Om mijn grenzen fysiek zo op te zoeken, ik denk echt dat ik nu geen 60% meer over had hoor. En te merken dat ik alles mentaal zo goed op de rit heb. Ik wist al dat ik mentaal sterk kan zijn als het moet, maar gisteren heb ik mezelf overtroffen. Bijna nooit ben ik trots op mezelf. Nu wel! Niet zo zeer op de prestatie, ergens wist ik wel dat ik dat in me had. Maar wel op de strijd die ik daarvoor heb moeten leveren.

Ik denk dat ik de rest van de week nog even blijf zweven. Dat ik de rondjes in gedachten nog tig keer zal lopen. En dat ik me dan langzaam zal klaarmaken voor mijn volgende avontuur, dit was een opstapje 😉

Lieve groet, Cobie

De charme van sport

Wat maakt sport mooi? Wanneer is het mooi? Die vraag stel ik mezelf de afgelopen dagen meermaals.

Halverwege oktober was de Ultimate Warrior, daar schreef ik toen een blog over. Alles klopte, alles viel op z’n plek, ook bij de Hyrox een week eerder. Een grote roze wolk was het, het voelde onwerkelijk. Twee weken later deed ik samen met vijf anderen mee aan de Wampex. Een nachtelijke wandeltocht, vol met fysieke en mentale opdrachten. We kwamen tot 51km, waarvan 3km fietsen en 3km kano varen, waar we ruim 14 uur over deden. Ook nu voelde ik me fit. Wat was het gaaf en wat was het gezellig! Zo sporten voelt voor mij als genieten. En dan voel ik me niet moe worden. Ik kwam eind van de ochtend thuis en ik besloot de dag maar door te doen, om niet in een soort van jetlag te belanden. Ik viel vroeg in de avond in slaap en maakte een lange nacht, waarna ik me de volgende ochtend fit genoeg voelde voor bootcamp.

De week voor de Wampex had ik me gestort op een nieuwe impulsieve actie. Ik had een inschrijfformulier ingevuld voor een nieuw televisieprogramma. Samen met Afra nam ik een filmpje op. Volledig uit mijn comfortzone, moest ik mezelf presenteren en aangeven waarom ze mij moesten kiezen. Mijn kinderen wakkerden enthousiasme bij me aan, zij vonden dat ik er voor moest gaan. En ook de mensen om me heen, steunden het plan (en verklaarden me voor gek). En bij de start van de Wampex werd ik gebeld om even tien minuten te kletsen. Er was veel lawaai en dus zou ze maandag terug bellen. Maar ja, vanaf dat moment had ik dus niks anders meer in m’n hoofd. Wat voelde dit spannend en wat twijfelde ik. Ik appte er met de trainer over, ik had gebluft met 3 pull-ups te kunnen en vroeg hem om advies. Ik startte maar vast met nog harder trainen. Maandag op mijn werk werd ik gebeld. Er werd gevraagd of ik op de hoogte was van de eisen van het corps commando’s. Waar ik op het formulier nog enigszins gebluft had met 3 pull-ups kunnen, besloot ik nu maar eerlijk te zijn. De hele week was er weinig ruimte voor iets anders in mijn hoofd. Toen vrijdag het mailtje kwam dat ik niet door was naar de selectie dag, voelde dat dubbel. Ik voelde de spanning meteen van me af vallen. Ergens had ik graag door willen gaan, een soort compliment en misschien ook wel voor mijn kinderen. Maar voor mezelf, voor mijn gemoedsrust, was het helemaal goed zo. En waarschijnlijk heb ik dat aan de telefoon ook uitgestraald. Ik moest wel even schakelen, ik had me er in korte tijd flink op gestort en dat viel nu weg. Ik hoefde niet aan allerlei eisen te voldoen. En ik hoefde mezelf ook niet voorbij allerlei angsten te duwen. En dat voelde ook wel als een opluchting.

Een ander gevolg was dat even alles wegviel, mijn doelen. Ik ging als een gek internet afstruinen naar de meest onmogelijke doelen. Ik kwam er niet uit. En ergens wist ik ook wel dat het gewoon even tijd is voor een stapje terug. Ik heb nog genoeg op de planning, doelen die groter zijn dan ik misschien wel aankan. Doelen waar ik nog honderd keer van ga balen. En dus was het helemaal prima voor nu en moest ik de relatieve rust “gewoon” even gaan accepteren.

En ik merk dat ik precies dat, erg lastig vind. Ik train hard door, maar mijn lichaam zegt nu ook even: het is goed zo. Het knallen van een aantal weken geleden, lukt me niet. Vlak na de Wampex was ik halverwege een training ineens moe. Ik haal niet de looptempo’s van een paar weken geleden. Het kost me allemaal veel moeite en ik moet (voor nu) even genoegen nemen met een stapje minder. Ja, inderdaad, ergens weet ik het allemaal wel. En toch is het lastig te accepteren. Ik wil gewoon verder knallen.

En ook dit is sport. Mijn horloge geeft bij de trainingen aan dat ze onderhoudend zijn. Ze vallen onder basis, herstel en heel af en toe springt er een training uit. Mijn hartslag is laag. En de resultaten van de trainingen zelf zijn vaak weinig verrassend. Het hoort erbij, dat wat ik nu doe, is investeren voor de toekomst, werken aan de basis. En dat maakt dat het soms ook wat lastiger is om mezelf er toe te zetten. Het voelt als hard werken voor niks. Gewoon dezelfde oefeningen doen, dezelfde hindernissen proberen, dezelfde stukjes hard lopen. En wat heb ik een hekel aan die stukjes hardlopen op mijn grens op moment. Het voelt zo zwaar, mijn horloge noemt het hersteltraining of noemt het niet eens een training. En in het tempo stel ik mezelf teleur. En keer op keer komt het weer terug in de trainingen. Ik vraag bij de laatste paar minuten of ik geen oefeningen mag doen in plaats van nog een 800m. Ik kan het antwoord raden, maar moet mezelf wel echt even oppeppen als ik een nee hoor. Ergens weet ik dat als ik nu het werk verricht, het er wel weer uit gaat komen, Trust the proces. Maar toch.. verstand, gevoel en ego, kunnen verschillende stukken zijn bij sport.

Gelukkig bestaat sport uit meer. Het sociale stuk is voor mij ook erg belangrijk! Vandaag liepen we met een groepje mee met de Bommelasloop. Alle lopers liepen superknap! Het was een feestje! Het was gezellig! Het is een prachtige loop!

Ik liep samen met mijn zoon Felix en zijn vriendje Stijn de 7,6km (werd 7,9km), ze lopen beide mee met de jeugdtrainingen. Ze zijn enthousiast, gemotiveerd en ze gaan met sprongen vooruit. En ze hebben het vooral heel fijn samen. We hebben de eerste 5km lekker relaxed gelopen, al kletsend. Bij de verzorginspost op 5km geven de jongens aan nog over te hebben, we versnellen. Bij de post een kilometer verder hebben ze nog steeds over. We voeren het tempo op we maken er een spel van om lopers in te halen en lopen de laatste kilometer op 5.25min/km, ik moet nu ook serieus mijn best doen. En ze weten er nog een eindsprint uit te persen waar je U tegen zegt! Met een brok in onze keel staan de moeder van Stijn en ik daar bij de jongens, de mannen, want dat hebben ze wel bewezen te zijn. Ze omhelzen elkaar, ze stralen! Wat zijn wij trots! En wat is sport magisch op een moment als dat!

Het sociale gaat verder. Volgend weekend sluit ik dit levensjaar, wat ik met een marathon begon, ook af met een marathon. Lopers van de loopgroep, jeugdleden, lopen allemaal een stukje mee. En we gaan er met elkaar iets moois van maken.

Mijn loopmaatje (ik zal geen namen noemen, want ergens moet het nog een beetje geheim blijven 😉 heeft zich ingeschreven voor de magische afstand in april. Ik heb een schema voor haar gemaakt en haar beloofd om veel samen te trainen. En wat is er mooier dan lange afstanden samen door de natuur zwerven.

Dus ook op deze manier kan sport prachtig zijn!

Ik gebruik de komende dagen, weken, om me op te laden. Om me met mentaal uitdagende trainingen voor te bereiden. Mijn avontuur wacht op vrijdag de 13de op mij. Dan mag ik gaan ervaren hoe het is om 24uur lang zo veel mogelijk rondjes van 5km te lopen. En geloof het of niet, ik heb er zo veel zin in. Veel lange afstanden gemaakt de afgelopen tijd, een nacht doorgehaald, mezelf afgestompt met straatlengtes walking lunges, wat oneindig leek, voelde. Zondag ga ik een marathon lopen, bestaande uit rondjes van 2km. Ik denk dat ik er klaar voor ben. Ik wil zo graag weten hoe het is, zo graag weten waar mijn lichaam toe in staat is. De charme van sport!

Lieve groet, Cobie

Onwerkelijk

Ik ben zo blij! De afgelopen weken valt alles op zijn plek, alles gaat zoals ik had gehoopt! Waar ik voor heb getraind, waar ik voor ben gegaan. Maar wat is het dan fijn als het er ook echt zo uitkomt! Het lijkt of ik vleugels heb. Of ik niet moe wordt. Ik sta er zelf steeds van te kijken, het voelt onwerkelijk.

Mijn hardlooptijden komen weer in de buurt van ooit. Ik loop 4.20min op de kilometer en de 5km weer onder de 25 minuten. Vorige week was mijn eerste dubbel bij de Hyrox en wat hebben we geknald. Alles klopte en waar ik op een tijd onder de 1 uur en 30 minuten hoopte, werd het 1 uur en 17 minuten. Doorlopend had ik het gevoel dat ik over had en dat is zo fijn. Helemaal als je er dan bij ziet hoe snel het gaat. We hadden het gezellig samen en konden elkaar motiveren door te doen. Stralend kwamen we over de finish, dit was zo’n gave ervaring! En pas toen drong het tot ons door dat we een mooie tijd hadden gelopen. We waren 19de van de 136 in onze categorie.

Dat ik over had, bleek in de dagen daarna. Zondag liep ik een ontspannen duurloop van bijna 14km. Maandag startte ik de dag met krachttraining en liep ik ’s avonds bij de training een kilometer of 10. Dinsdagochtend werd een pittige workout waarin veel zat en ’s avonds een hersteltraining. Woensdagochtend was een training op m’n grens, verschillende onderdelen met halverwege een 5km op bijna wedstrijdtempo, die training hakte er wel in. Woensdagavond zou ik wat rustiger doen, maar ja.. daar ben ik niet zo goed in. Met power hour waren de gewichten al snel weer zwaar en tijdens het sparren bij het boksen, wordt mijn fanatisme helemaal aangewakkerd. Dat heb ik geweten.. spierpijn donderdag en vrijdag, gelukkig trok het daarna weg!

Gisteren was de dag die met hoofdletters in mijn agenda stond: DE ULTIMATE WARRIOR! Wat vond ik het spannend, wat had ik een zin. Maar vooral, wat voelde ik me er klaar voor! Alles wat binnen mijn mogelijkheden lag, had ik ervoor gedaan. Survivaltrainingen gevolgd voor meer techniek. Drie marathons gelopen als training. Het was mijn derde doel binnen het Blueprint Bodyplan, waar ik bijna 14kg afviel, wat ook mijn sporten ten goede kwam/komt. Ik stemde mijn voeding erop af, ging twee dagen voor de race koolhydraten stapelen. Ik won informatie in bij iemand met veel ervaring en die maakte mij duidelijk hoe belangrijk het mentale aspect is. En ik trainde ontzettend veel. Een trainer hielp me op alle fronten, met trainingen die bij mijn doelen pasten. Maar ook door het mentale stuk in de trainingen te verwerken. Regelmatig stond ik op vakantie of na de vakantie ’s ochtends voordat de zon op kwam in mezelf te mopperen. Bijna onmogelijke trainingen toch afwerken, dat doen waarvan je weet dat het dagenlang spierpijn oplevert, me weer zat zien in die veel te hoge aantallen (vooral push-ups). En vooral balen dat je het vermelde tijdsdoel niet haalt, ook al is het veel te ambitieus. Het moge duidelijk zijn: ik voelde me er klaar voor!

We stonden voor de start met alle mensen van de ultra en de 24-uurs lopers in een tent. We kregen een oppeppende video te zien. Dat doet altijd wat met me. Ik voel een brok in m’n keel, ik word emotioneel. Tegelijkertijd kom ik ook in een focus en laad ik me op: “Ik ga het doen!! Niks gaat me hiervan weerhouden!” Er volgt een korte warming-up, we tellen af en mogen als start onder de tafels doorkruipen de tent uit. Ik zwaai naar mijn man en kinderen. We zijn gestart!

Bij hindernis 4 staat mijn middelste zoon, hij doet later met iemand mee met de 5km en samen zijn ze nu vrijwilliger. Hij moedigt me zo lief aan! Trots roep ik dat ik over het muurtje ben gekomen en dat het touwklimmen is gelukt. Ik geef hem een kus en ren verder.

Het regent, er zijn veel hindernissen nat wat maakt dat ze glad zijn. Toch lukken er wel wat meer dan vorig jaar. Ik heb met mezelf afgesproken om het volledig eerlijk te doen. Overal een poging wagen en waar het niet lukt, doe ik de 10 push-ups. De hindernisbalk neem ik zittend. En het dikke touw is de eerste hindernis die niet lukt. Helaas volgen er daarna snel meer.. Met name de zwaai hindernissen aan mijn armen, blijven lastig. Veel zijn hoog of het hangt ver uit elkaar. Ik durf niet goed te springen en ik kom echt nog techniek te kort. Het resulteert in veel push-ups. De wall is erg hoog en steil, er staan veel mensen, want er hangt maar 1 touw. Ik doe een halve poging en doe ook hier de push-ups.

Even verderop kom ik samen te lopen met een man. Hij komt uit België en is personal trainer, hij doet de 24uurs. We kletsen en het gesprek maakt indruk op mij. Hij vertelt over waar de getatoeëerde sterren op zijn been voor staan en dat dat ook de reden is waarom hij dit soort races doet. Hij wil, of misschien wel moet, zichzelf tegenkomen. De volgende hindernis is met ringen die je over stokjes moet verplaatsen. Dit is me nog nooit gelukt. Maar nu gaat het lekker. De man is al snel klaar en ik geef hem aan dat hij door kan lopen. Ik kom tot driekwart en glij er dan toch vanaf, trots doe ik alsnog de push-ups.

Ik denk terug aan het gesprek en vraag me af wat mijn reden is om mijn grens steeds zo op te zoeken. Ik heb alles waar ik ooit van droomde, mijn man, mijn kinderen, dieren, een droombaan, Running Miracle. En misschien is dat het ook wel, dat mijn lichaam hier toe in staat is. Ook dat maakt mij gelukkig!

We komen bij het bos, ik weet dat er nu minder hindernissen komen. Meer hardlopen en dus het moment om tempo te maken. Ik loop heerlijk! Zo nu en dan een hindernis en verder vooral een prachtige trailrun. Ik baal even dat de monkeybars niet lukken, omdat ze glad zijn.

Er komen twee jongens bij me lopen, even denk ik dat ze bij elkaar horen. De ene doet de ultra en de ander de 28km, die is later gestart, dus hij loopt hard en loopt ook al snel door. Ik raak aan de praat met Yannick en al pratend leggen we de kilometers af. Hij is bijna klaar met zijn studie en vertelt me dat hij nog maar een jaar loopt en nog maar ongeveer 3 jaar sport. Hij heeft 2x een 42km obstacle run gedaan. Wat knap!! We moeten met zware kettingen een zandbult op en af, dit is een pittige. Het duurt lang voor we weer een drankpost krijgen, pas als we het bos weer uitgaan. We hebben het vooral gezellig en blijven aan elkaar benoemen hoe makkelijk het gaat.

We moeten een boomstam tillen, een zware mat slepen, een band slepen en een tireflip doen. Ik zie andere vrouwen deze overslaan. Ik zorg dat ik mijn handen er goed onder heb en dat ik hem uit mijn benen haal. Een kick als het lukt. En ik noem het ook: “ik ga hier echt geen push-ups doen!” Bij het viaduct moeten we met een metalen plaat steil omhoog en omlaag lopen. Er komt een vrouw naar me toe: “pak deze, deze is kleiner”. Maar alsnog loodzwaar! Als ik beneden ben en een vrouw van de 24uurs zie lopen, waar ik al de hele tijd om heen cirkel, druk ik hem haar snel in handen.

We lopen verder en komen weer terug bij het park. Yannick treft hier zijn vriendin en zijn ouders, het is een feestje. Zijn vriendin is doorweekt en koud, toch rent ze stukken met ons mee en is ze zo blij voor hem. Bovenop de heuvel staat een hindernis met ringen, vergelijkbaar met de triangels bij de survival. Wat voel ik me blij als deze gewoon lukt. Met een waterglijbaan glijden we naar beneden. De kaasplanken lukken ook. En daarna komt de apenhang. Deze is ontzettend lang en halverwege hang je met je rug in het water. Hij wordt te zwaar, ik laat los.. het is zo koud en diep, ik moet zwemmen.

We komen door de speeltuin en voelen ons weer even kind. We vragen ons af of we daar de tweede ronde ook nog zo van kunnen genieten. We mogen nog boogschieten, wat me ook push-ups oplevert, schieten met balletjes en we moeten in het luchtkussen naar beneden springen. Eigenlijk durf ik niet, maar ik heb ook geen keus. Als laatste klimmen we een stellage op en glijden we met een judoband naar beneden. Dat was de eerste ronde en wat voelen we ons nog fit!

Als ik van de wc afkom, zie ik Peter en de kinderen. Ze lopen mee naar de tent. Ik eet twee boterhammen en een banaan. Neem een nieuwe reep mee en drink nog wat. Samen met Yannick vertrek ik voor de tweede ronde. Hij rent over de trenches en heeft lol met zijn vriendin. Mijn kinderen springen op het springkussen en roepen me van alles toe. Wij zwaaien en genieten. Een drone van de organisatie vliegt om ons heen en legt alles vast. Onvoorstelbaar dat je je zo kan voelen na 28km. Als ik bovenop het schuine muurtje zit, hoor ik mijn naam. Het zijn Felix en Gert, die samen de 5km lopen. Ik geef Felix een knuffel, hij is er bijna.

De tweede ronde gaat grotendeels hetzelfde als de eerste, al kletsend gaan de kilometers snel en makkelijk voorbij. We kijken een beetje op tegen het bos, veel hardlopen en lang geen drinkpost tegen komen. We spreken af dat we bij alles wat omhoog gaat, gaan wandelen. Dit werkt goed. Als ik moet plassen en aangeef dat Yannick verder mag lopen, doet hij dat. Een tijd lang loop ik een stukje achter hem. Het geeft mij het gevoel dat ik even iets rustiger kan lopen, toch is dat slechts een gevoel. Als ik weer vlakbij hem ben, wacht hij op mij en lopen we samen verder. We halen nog heel wat mensen in. De monkeybars die de eerste keer niet lukten, lukken nu wel. Ook weet ik bij sommige hindernissen de bovenste buis te pakken en kan ik me daarlangs verplaatsen.

We vragen ons af of we op al deze paadjes de eerste ronde ook wel geweest zijn. En dan ineens duikt Gert op, op een fiets. Hij hoorde dat er geen waterposten waren en fietst rond met flessen water. Dankbaar nemen we beide een paar grote slokken en vertellen we hoe goed het gaat. Nog een paar hindernissen en gaan dan het bos weer uit. We kunnen nog steeds rennen en zien dat we een supertijd lopen. We blijven aan elkaar benoemen hoe onvoorstelbaar het is. De push-ups uitvoeren, wordt inmiddels lastig.. of vooral van staan naar de push-up houding en het weer gaan staan daarna.

De hindernis met zware platen is gesloten en ook de apenhang. Als ik een hindernis met een rollend overpak ding probeer, mis ik de overtuiging. De man achter me noemt me: je moet er in geloven. Daar is dat mentale stuk weer, dat doe ik inderdaad nog niet. Ik pak de push-ups en ik weet dat dit mijn les gaat zijn voor de volgende keer. Als we terugkomen bij het park, zie ik Willem uit de auto stappen. Dapper probeer ik de ringen nog een keer. Een man ziet mijn worsteling: “zal ik je een zetje geven? Bij drie duw ik en dan pak jij meteen over”. Het lukt niet meer, ik noem nog dat het de eerste ronde wel lukte, “toen was je nog niet zo moe”. Onderaan de glijbaan staat Gert weer. Ik roep hem dat het super gaat, dat we nog steeds kunnen rennen. Hij noemt dat ik ook nog steeds lach.

Bij de speeltuin concluderen we dat het nog net zo leuk is als de eerste keer. Yannick verheugt zich op het boogschieten. Bij de laatste hindernissen staan onze families en Gert. Het is een feestje! Yannick blijft heen en weer lopen, hij wil de 56km vollopen. Ik wil onder de 9 uur finishen. Als we beide over de finish zijn, geven we elkaar een dikke knuffel. Zijn vriendin maakt een mooie foto van ons. We krijgen een finisher shirt en de aller vetste medaille.

Ik haal mijn spullen op en tref de man die me wees op het mentale stuk. Ik bedank hem, hij refereert terug naar onze berichten afgelopen zomer. Het heeft me erg aan het denken gezet, het heeft me geholpen.

Als ik voel dat mijn haren stijf zijn van de modder, besluit ik toch maar te gaan douchen. Het water is ijskoud, ik blijf bibberen daarna. Voordat we in de auto stappen bedank ik Gert en geef ik Yannick nog een dikke knuffel. Wat was dit een gave ervaring! Wat was het een succes! 2 Uur en 10 minuten sneller dan vorig jaar! En wat voel ik me veel fitter! Alles heeft uitgepakt zoals ik hoopte! Wat voelt dit onwerkelijk! Vorig jaar was het laatste stuk een lijdensweg. Alles, maar dan ook alles in mijn lijf protesteerde. Ik had zo’n enorme buikpijn, mijn organen protesteerden, mijn benen zaten vol en mijn rug vond het genoeg. En nu, nu voel ik me fit, euforisch! Zo rond kilometer 30 zaten mijn benen vol, voelden ze zwaar, maar dat verdween. Mijn rug deed zeer na de eerste sprong, maar ook dat was over. De splinter die ik had kon ik uit mijn hand trekken. Ik heb geen blaren, geen schuurplekken. Ik heb helemaal nergens last van, nooit gedacht dat dit zo kon.

We rijden door tot Deventer, de verwarming staat hoog, ik blijf rillen. Mijn benen vinden het stil zitten niet leuk. Als we daar een hapje eten, warm ik me op aan Felix, dat helpt. Thuis neem ik een warm bad en voelt het of ik koorts heb. Ik kruip m’n bed in voor een warrige nacht en ben op tijd wakker om mee te gaan wandelen met mijn team voor de wampex. Waarschijnlijk erg onverstandig. Ik vertel maar niet helemaal hoe ik me voel, een griep komt het dichtst in de buurt. Wollig in mijn hoofd en als het negen uur is, heb ik ook mijn lunch al op. Al lopende voel ik me steeds beter, wederom is het genieten. De laatste kilometers beginnen mijn benen te protesteren, helemaal als het ook nog op en af loopt. We sluiten de kleine 25km af met een heerlijke lunch (wat inmiddels ongeveer mijn derde is.. iets met mega honger). Wat was het gezellig!

En wat kijk ik terug op gave ervaringen waarin alles lijkt te lukken!! Onwerkelijk! Ik ben zo dankbaar voor alle hulp die ik de afgelopen tijd heb gekregen! Voor alle lieve mensen om me heen! Jullie hebben me geholpen om te staan waar ik nu ben! Dank jullie wel!!

Lieve groet, Cobie

Tot hoe ver ga je?

Tot hoe ver ga je? Ken je die vraag? En weet je ook het antwoord? Het is een vraag die op verschillende gebieden in je leven centraal kan staan. Verschillende momenten ook. En waarschijnlijk is het antwoord ook steeds anders.

De afgelopen dagen stel ik mezelf die eerste vraag. Steeds opnieuw. En steeds weet ik het antwoord niet. Het enige wat ik nu kan bedenken, is dat ik verder wil. Ik denk dat dit altijd wel al een beetje centraal heeft gestaan in mijn leven. Ik wil altijd verder. Vroeger op school wilde ik meer leren, sneller. Voor het VWO moest ik serieus mijn best doen, toch was ik vastbesloten om het te gaan halen. Ik deed examen in 8 vakken in plaats van 7 en was geslaagd als ik biologie liet vallen, dat was een 5. Dat was Engels ook en daarom ging ik voor de her en wist ik van de 5 van Engels een 6 te maken en stonden er 8 vakken op mijn eindlijst. Niet dat ik er nu nog iets mee doe, maar ik had wat te bewijzen aan mezelf. Een stage die ik met een valse start begon, maakte mij alleen maar meer overtuigd. Ik zal jullie eens wat laten zien en ik sloot die stage met een 8 af. Die 5 op m’n eindlijst voor biologie, maakte dat ik op de SPH voor de minor biotechnologie koos. Wat deed ik daar hard mijn best voor en wat was het gevoel fijn toen ik het haalde en aan mezelf kon laten zien dat ik het echt wel kan begrijpen als ik mijn best er maar genoeg voor doe.

En nu, nu komt dit stuk weer regelmatig naar boven, wel op een ander gebied. Hoe ver wil ik gaan om het beste uit mezelf te halen.

Met sporten? Steeds verleg ik mijn grenzen of ontdek ik weer wat anders wat ik leuk vind. Toen ik met hardlopen begon, wist ik het al, ooit loop ik de marathon. Toen ik de finish van mijn eerste marathon overliep, riep ik meteen: “wanneer kan ik weer?” En zo blijft het verder gaan. Er kwam een tussenstop, vier kinderen, maar inmiddels ben ik weer helemaal terug. En misschien nog wel verder. De twaalf uur smaakte naar meer. Of eigenlijk wil ik gewoon uittesten of ik mijn grenzen nog verder kan verleggen. Waar ga ik mezelf echt tegenkomen? Waar ligt mijn grens? En misschien is het ook wel wat anders. Hoe gaat het zijn om nog verder te gaan? Hoe voelt het? Wat ga ik denken? Ik wil het weten, ik wil het ervaren. En dus wil ik verder gaan.

Voor de lol deed ik een keer een obstacle run met een vriendin samen. We gingen voor 6km en wandelden vooral. Naast ons deden mensen de 42km. Ach ik hoef vast niet uit te leggen wat er in me omging. Anderhalf jaar later stond ik daar ook. Overtuigd was ik, dat wilde ik zo graag. En ook nu was er bij de finish geen, dit nooit meer. In plaats daarvan raakte ik met iemand aan de praat, hij zag de blik in mijn ogen en vertelde me dat er ook runs zijn die verder gaan. Kort daarna schreef ik me in voor de Ultimate Warrior 56km.

En dan was er nog de Hyrox. Ik won een kaartje, mijn gezin ging mee, want stellend deelde ik mee dat het eenmalig was. Na de finish probeerde ik mezelf te overtuigen dat het best verschrikkelijk was, dat lukte twee weken. Bij de bootcamp had iedereen het erover en bij mij begon het te kriebelen. Via via wist ik een kaartje te bemachtigen en met mijn man sloot ik de deal dat ik het kaartje kocht door geen chocolade te eten. En neem van mij aan dat ik toen dat kaartje op die manier wel heb bespaard, maar zo graag wilde ik het dus.

En weet je wat het is met al die sporten, daar moet ook voor getraind worden. En dan komt de vraag opnieuw: hoe ver ga je? Voor het hardlopen weet ik redelijk wat ik moet doen. Veel kilometers maken, regelmatig een lange duurloop en het liefst ook wat kwaliteit in je trainingen stoppen. En daar zit de eerste weerstand, met tegenzin doe ik mee met de intervaltrainingen. De gezelligheid maakt het leuk en als je ergens een gewoonte van maakt, dan doe je het wel.

In het verleden deed ik op aanraden van mijn loopmaatje en de harlooptrainer dagelijks wat oefeningen voor vooral core stability (had het gevoel er niet onderuit te kunnen 😉 Nu ga ik naar de bootcamp, eigenlijk ontstaan uit dezelfde reden: vooral om me fit te voelen en wat breder te trainen dan het lopen alleen. Bijkomend voordeel was wel dat ik dit echt leuk ben gaan vinden. En in eerste instantie was dit ook een mooie basis voor de obstacle runs.

Tot ik vorig jaar die lange van 57km ging doen. Ik merkte dat ik echt techniek tekort kwam, maar daar was een oplossing voor. Dat noemen ze survival. Met mijn kinderen kan ik wekelijks een training mee doen. Superleuk, maar ook enorm frustrerend. Soms kom ik zowel boos als blij tegelijk thuis. Wat geeft het een kick, elke keer als je iets meer kan.

Voor de Hyrox hebben ze bij de bootcampclub inmiddels een speciale training. Dat was de eerste keer dat ik meedeed wel even slikken. Meestal doen er alleen maar mannen aan mee. Ze zijn allemaal ontzettend snel en sterk, wat maakt dat ik regelmatig ergens achteraan bungel. Tel daar trainingen met veel cardio en kracht, minimale pauzes en een opzwepende trainer bij op, en je zult mijn gevoel van even slikken, wel begrijpen. Het even slikken is veranderd in: niet nadenken, knop om en doordoen. En dat maakt dat ik het een heerlijk training vind, waar ik echt naar uitkijk.

Ik merkte bij alles dat kracht toch vaak mijn zwakke onderdeel is en dus sprak ik met mezelf af om wekelijks mee te doen met het uurtje power hour. En ook hier geldt dat de gezelligheid en de gewoonte het prima te doen maken. Dit uurtje alleen zet niet echt zoden aan de dijk en dus heb ik thuis ook wat spullen aangeschaft en kan ik met behulp van de trainingen die de trainer me geeft, thuis ook nog regelmatig wat doen op dit gebied.

Ach en om overal goed voorbereid te staan, heb ik ook de frequentie van de trainingen wat opgeschroefd. Ik train nu een paar keer op een dag 2x en kom nu wekelijks op een uurtje of 15 uit. De trainer helpt me aan alle kanten met verschillende trainingen, maar vindt het alleen maar knallen geen goed idee. Hij wil dat ik wekelijks een hersteltraining ga doen, waarbij ik rekening houd met mijn zwakheden, mobiliteit en onbalans. En dus kan ik maar beter zorgen dat dit ook een gewoonte gaat worden.

En dan denk ik weer bij mezelf: tot hoe ver ga je?

Bij de plannen die ik heb wordt het mentale aspect steeds groter. Ik neem dit steeds meer mee in mijn trainingen. In de trainingen afgelopen zomer nam het een grote rol in. Ik noemde het mijn man, dat ik mentaal graag veel sterker wil worden. Hij kaatste de bal terug: tot hoe ver wil je gaan? Hij vindt het beangstigend worden, hij weet hoe ver ik nu kan gaan en vindt dat, voor mijn eigen veiligheid, ver genoeg. Maar ja, tot hoe ver wil ik zelf gaan?

Het Blueprint bodyplan loopt ten einde. De doelen waren gericht op het sporten, daar haalde ik veel vooruitgang. Het afvallen was bijzaak. We stelden hem in op 75kg. De afgelopen week ben ik 3 dagen onder de 70kg gekomen, nog nooit eerder was ik zo licht. Maar ook nu stel ik mezelf de vraag: tot hoe ver wil je gaan? Ik hoop door te kunnen gaan met dit programma, ik voel me er goed bij. En om heel eerlijk te zijn, op dit gebied weet ik echt niet hoe ik verder moet. Het antwoord op de vraag, weet ik op dit gebied echter wel. Het gaat weer terug naar mijn doelen, zoals het in eerste instantie bedoeld was. Ik wil het meeste uit het sporten kunnen halen en dus mijn voeding daarop instellen.

En als ik dan weer terug ga naar de vraag in het algemeen: tot hoe ver wil je gaan? Ik wil vooral mijn grenzen opzoeken, deze verleggen. Ervaringen opdoen, leren. Plezier maken. Me vrij voelen. En daar wil ik best dat voor doen wat er voor nodig is, maar wel met een lach op mijn gezicht! En ik ben ontzettend dankbaar voor alle hulp die ik krijg! Dankbaar voor alle mensen die met me sporten. Me tips geven, me uitdagen, mogelijkheden creëren. Dank jullie wel!!

Lieve groet, Cobie

Vakantie

Na de 12 uur van Deventer, was het rennen, vliegen en afronden op alle fronten. De oudste in groep acht, sport, school en werk wat stil komt te liggen. En een iets te krappe planning wat mij wel toevertrouwd is.. Zes dagen na Deventer zouden we in alle vroegte al op vakantie gaan. Ik sportte die week nog een paar keer. Ik zou de volgende bijeenkomst van Blueprint bodyplan missen door de vakantie en dus liet ik me vast meten en wegen, voordat we weg gingen. Volgens de trainers “een meting van niks”, zo vlak na zo’n inspanning en erg dicht op het vorige weeg- en meetmoment. Ze waren wel benieuwd wat 12 uur lopen had gedaan, en ik ook. De weegschaal gaf bijna drie kilo minder aan dan die keer ervoor en ook bij borst en taille een paar centimeters kwijt. Ach ik was blij. En toch bleven die woorden: “een meting van niks”, wel door mijn hoofd spoken. Ik kon alleen maar denken, dat zeggen jullie nu wel, maar ik laat dit er niet weer bij aankomen hoor. Vakantie is voor mij juist de tijd om heel bewust bezig te zijn. Om een flinke slag te slaan met sporten. Maar ook om balans te vinden. Meer rust, waar vanuit het plan ook op aan wordt gestuurd.

Ik had al een hele planning klaar liggen voor na Deventer, eigenlijk vooral alle trainingen die ik wekelijks volg. Maar niks specifieks en de vakantie had ik leeg gelaten. Ik wist niet hoe ik me zou voelen na zo’n inspanning, hoe lang het herstel zou zijn en wat ik op vakantie zou willen en kunnen. Het herstel ging verrassend snel en de euforie van mijn prestatie, maakte me alleen maar gretiger. En dus sportte ik vanaf de eerste vakantiedag. Dat werd een rondje hardlopen, maar door een afgelegen en onbekend gebied, vond ik het toch wel een beetje spannend alleen zo ’s ochtends vroeg. Een van de trainers van de bootcamp en het blueprint bodyplan, wilde me wel helpen met workouts, zo attent om steeds een workout te maken en mee te denken met alles!!

Eigenlijk was nu de fase wel in gegaan om me voor te gaan bereiden op de 56km Ultimate Warrior, al had ik nog steeds weinig idee hoe. Mijn aanpak van vorig jaar had gewerkt, dus misschien moest ik iets soortgelijks gaan doen. Maar om eerlijk te zijn, wil ik nu meer en denk ik nu meer te kunnen. Ik vroeg advies aan iemand die betrokken is bij de race en zelf ook lange wedstrijden loopt/doet. Ik wilde vooral graag concreet weten wat ik zou moeten doen. Het advies dat ik kreeg, kwam steeds terug op hetzelfde: het belang van het mentale stuk. Ik noemde dit ook naar de trainer toe, hij begreep het volledig en kon dit ook prima vertalen in de workouts. Deze werden steeds langer, wat ik ook graag wilde. De tijd die geschetst werd was vaak erg kort, wat mij enorm frustreerde. Maakte dat ik boos werd, omdat ik het bij lange na niet ging halen. Maar waardoor ik wel nog harder mijn best ging doen en het dus ook wel dat mentale stuk in zich had, waar ik naar op zoek was/ben. Ook waren de workouts qua inhoud vaak mentaal uitdagend of steeds uitdagender. Krijg je een workout die “verzuurde benen en brandende longen workout” heet, met de toevoeging dat hij hem zelf ook wel eens gedaan heeft en nog precies wist hoe hij zich na die workout voelde.. en de rest van de week. Het begon met 400m walking lunges met een 7,5kg dumbell boven m’n hoofd, waarbij elke stop ook een consequentie had. Er een doel bij stond van maximaal aantal stops, waar je dan graag onder wil blijven. En de rest van de workout zeker net zo uitdagend was. Dat is mentaal regelmatig een gevecht. En inderdaad, dagenlang spierpijn! Daarnaast werd vaak ook precies beschreven hoe ik de oefeningen moest uitvoren of hoe hard ik moest lopen. Het smokkelen, het afrafelen, waar ik fan van ben en me vaak schuldig aan maak, was er nu niet meer bij.

Wat heerlijk trainen zo!! ’s Ochtends voor de rest opstond, was ik al begonnen en als ik terugkwam, was iedereen wakker, aten we allemaal wat en kon de dag relaxed beginnen. Ik voelde me op vakantie fitter worden en ik kon aan mijn lichaam ook voelen dat ik verder af was gevallen. Dat gaf de weegschaal bij thuiskomst ook aan! 1,5KG lichter, dus ik had het mooi door kunnen trekken na de 12 uur van Deventer. Mijn horloge gaf continu verbeteringen aan op alle fronten.

De zondag na onze vakantie liep ik samen met een loopmaatje een trail van 24,5km in de Ardennen. Ik had amper op hoogtemeters getraind, dit werden er 1200. Het ging zo lekker en relatief zo makkelijk. De temperatuur was bijna 30 graden, ik voelde me alleen maar blij. Genieten was het! Waar ik een half jaar geleden grote moeite had met de Posbank, kon ik heuvelop nu iedereen voorbij lopen. Oké heuvelaf is een ander verhaal.. Blij dat ik dit zo lastminute tussendoor kan doen, dat ik nu zo’n basis heb, dat dit “zo even” lukt.

Erg fijn om ook weer met anderen te kunnen sporten. De gezelligheid, het optrekken aan anderen, dat had ik wel gemist. Net als de trainers die je opjutten en net dat extra laten doen.

Ik realiseerde me wel dat veel van mijn sporten in het teken staat van anderen. En dat is ook super, dat geeft me veel energie. Het maakt me blij om anderen te kunnen helpen en dat wil ik ook graag blijven doen. Maar ik heb ook gemerkt dat ik zelf meer aankan. En misschien wel meer nodig heb om vooruit te gaan zoals ik wil. En dus heb ik besloten om wel op soortgelijke wijze als op vakantie door te trainen. Dagelijks iets voor mezelf doen of twee keer op een dag. En dat hoeft niet elke keer heel lang te zijn. Maar wel waar ik zelf iets aan heb. Veel variatie en goed rekening houden met de balans, met herstel.

Ik heb nog een paar dagen vakantie. De afgelopen weken heb ik ook thuis door getraind, bij de club, maar ook zelf, ook met workouts van de trainer en hardgelopen. Ik hoop dat ik dit vast kan houden als ik volgende week weer met werken begin. Iets eerder gaan slapen en iets eerder op gaan staan, dan moet het mogelijk zijn.

Voor volgende week staat een trailmarathon op de planning, eigenlijk is het voor mij een training, een lange duurloop. Benieuwd hoe het gaat. Morgen hoop ik bij de parkrun een snelle 5km te lopen, kijken waar ik nu sta.

Ik weeg mezelf dagelijks en vanmorgen kwam mijn weegschaal voor het eerst onder de 71kg. 70,8Kg om precies te zijn. 13 Jaar geleden, heb ik dat ooit 1 keer gewogen. Vlak daarna was ik zwanger en heb ik dat gewicht nooit meer gehaald. En nu vanochtend, ben ik weer precies waar ik 13 jaar geleden ook was. Ik pas de strakste jurkjes uit m’n kast weer. En ik voel me weer net zo fit en energiek!

De vakantie was voor mij perfect! Heerlijk qualitytime met het gezin. En voor mezelf echt kunnen knallen op alle fronten!

Lieve groet, Cobie

Ultieme ervaring!

Wauw! Ik noemde dat het ultiem zou worden en dat werd het zeker! Ik vond dat ik mijn focus wel weer eens wat meer op het hardlopen mocht leggen. Ik wilde graag de 57km die ik bij de ultimate warrior liep een keer voorbij. En dus schreef ik mezelf redelijk impulsief in voor de 12 uur van Deventer. Ik beleefde de periode daarvoor weinig plezier aan het hardlopen. En nu dwong ik mezelf tot lange duurlopen. Jeetje wat heb ik erg op gekeken tegen die eerste. Ik wist een knop bij mezelf om te zetten. En vond eindelijk het plezier van ooit weer terug in het lopen. Lange ochtenden zwerven werd het, verdwalen en merken dat het allemaal weer lukte. Wat voelde dat goed en wat gaf dat een vertrouwen. Bij het blueprint bodyplan werd het mijn tweede doel; 60km of meer lopen. Voeding, sporten en herstel kwam in dienst te staan van de 12uur. Ook hier oefende ik mee en merkte ik al snel wat het deed. Dit alles maakte dat ik mij perfect voorbereid voelde. Alles klopte!!

Gisteravond meldde ik mij samen met mijn gezin op de wielerbaan in Deventer. Bij het sfeerproeven, voelde ik mij echt een buitenstaander. Alle grote namen uit de Nederlandse ultrawereld waren er, velen voor het nationaal kampioenschap op de 24uur, maar ook veel voor de 12 uur. Om 21.00uur startte ik voorzichtig achteraan, niet gek laten maken en mijn eigen tempo lopen. Hartslag onder de 140 had ik met mezelf afgesproken. Mijn man en kinderen bleven een paar rondes en gingen toen naar huis om om 8.30uur weer terug te komen.

Rondjes van 1289m. Ik liep lekker, de halve ging makkelijk. Ik appte ondertussen wat en maakte al rennend een paar foto’s. De organisatie plaatste fakkels langs het donkerste gedeelte van het parcours. Zo mooi! En die geur erbij, het voelde als een heerlijke zomeravond! De 30km tikte ik ook met relatief gemak aan. Maar daar veranderde het wel al. Ik voelde van alles, kuiten, bovenbenen, knieën, rug en maag soms. Het trok ook steeds weer weg. Het hele parcours was asfalt en om eerlijk te zijn, had ik dat niet getraind. Ik loop altijd offroad, dus het harde asfalt viel me nu zwaar. Ik focuste me op de marathon, die wilde ik in 5 uur lopen om 7 uur over te houden voor de tweede. Ja, dat was het doel wat ik zelf eigenlijk in mijn hoofd had. Ik liep hem in precies 5 uur. Ik nam even pauze en at nog wat. Het eten en drinken ging goed, beide aan de lopende band in kleine hoeveelheden.

Ik verlegde mijn aandacht naar de 60km. Het werd nu hardlopen, afgewisseld met stukken wandelen. Dat ging prima. Ik rekende en bedacht me dat ik de 60 in 8 uur wilde lopen, dan hield ik 4 uur over de laatste 24. Met korte stukjes rennen, zou dat zeker moeten lukken. Een paar loopmaatjes waren wakker en daar appte ik mee. Mensen van de organisatie stonden bij de start en riepen elke ronde iets motiverends, ik voelde me net als bij de bootcamp 😉 Ik liep een stukje op met een man die 90km als doel had. En ik trof een man die meedeed aan de 24uur. Ik vroeg hem of het zijn eerste was, wel na zijn ongeluk gaf hij aan. “Ik ben al 72”, zei hij. Ik keek hem vol ongeloof aan. De meeste mensen denken dan aan hun pensioen. “Ja, dat ben ik ook.” En dan ga je 24uur lang lopen, zo knap!

In precies 8 uur haalde ik de 60km. Blij, mijn doel had ik gehaald. Ik kon hetzelfde ritme vasthouden tot ongeveer 64km. Wel had ik de dixie inmiddels al tig keer bezocht. Zo’n buikpijn, maag, darmen, spierpijn, ik had geen idee. Het trok door naar mijn rug en het enige wat lukte, was het laatste beetje vocht uitplassen. Ook het eten stond me nu zo tegen. Fruit en zoet had ik genoeg gehad, maar ook zout trok me niet. Ik gooide het plan om, wandelen en mezelf dwingen tot kleine beetjes eten. Dat werkte, mijn benen werden weer soepeler en ik kon in een stevig tempo wandelen. Ik zag dat mijn positie veranderde, van 15 naar 14, 13, 12, 11 tot de 10de.

Met nog drie uur op de klok, zag ik mezelf helemaal zat. Het zou nog 2,5 uur duren voordat mijn gezin zou komen. Er zat niets anders op dan door te doen. Mentaal was het regelmatig een behoorlijk gevecht. Maar ook hier heb ik op getraind en ik weet dat ik mentaal sterk ben, dus hup! Gewoon doorlopen! De zon kwam op en zorgde voor prachtige plaatjes. Mijn oordopjes waren leeg en dus moest ik verder zonder de afleiding van de muziek. Er werd inmiddels weer wat geappt, ik kon even klagen en kreeg oppeppende woorden terug. Dit maakte dat ik meer vastberaden werd om door te gaan.

Al rekenend kwam ik erachter dat de dubbele marathon er alleen in zou zitten als ik nog een paar rondjes zou rennen. Ik deed nog een poging, maar alles protesteerde. Ik besloot dat 8okm, 50 mijl, ook mooi is. Met nog een aantal rondes te gaan, kwam ik Mandy tegen. We hadden meteen een gezellige klik en konden samen flink doorstappen. Zij had last van haar knie, ze wilde de 70km halen en dan stoppen. Helaas de klok van de organisatie bij haar al net zo ongunstig als bij mij ten opzichte van onze horloges en dus moest ze steeds door blijven lopen.

Peter en de kinderen waren er inmiddels weer. De kinderen liepen mee. En er kwam nog iemand naar me toe: Gert! Ik kom hem steeds opnieuw bij obstacle runs tegen en hij woont in Deventer. En dus besloot hij om me het laatste stuk aan te moedigen. Zo lief! Met nog een minuut of vijf te gaan, passeerden we de streep, Mandy had de 70 gepasseerd en ik de 80. We zouden stoppen, maar toch kriebelde er iets. Tandje erbij en we liepen door. Mandy vroeg wat mijn horloge aangaf. 83,8km. Als je dan nu gaat rennen, kun je die dubbele marathon halen.. Ik twijfelde, protesteerde, maar toch gingen we beide rennen, strompelen. “Als je harder kan, moet je harder gaan”, riep ze. Ik ging steeds iets harder, zag de seconden wegtikken en gaf echt alles nu. 84,4! En precies op dat moment gaat de toeter. Ik heb het gewoon gehaald! Met dank aan Mandy!

We staan achteraan op het parcours en moeten wachten tot het laatste stuk is opgemeten. Alles doet zeer, ik durf niet te gaan zitten. Maar wat voel ik me blij, trots, ik zweef! Dat voelt wel anders als we weer terug moeten strompelen naar de start. De mensen van de 24uur lopen nog door en feliciteren ons. Wat een bikkels! Van Gert hoor ik dat ik tiende ben geworden en vierde bij de vrouwen, zo gaaf! We krijgen een beeldje als herinnering en ik tref de man die 90km wilde lopen nog, hij heeft het ruim gehaald.

We kletsen nog wat na met verschillende mensen en stappen dan in de auto, waar ik hoop en denk snel te slapen, gebeurt dat niet. Thuis neem ik een bad en ook nu val ik nog niet in slaap. Om 12.00uur duik ik mijn bed in, waar ik om 15.00uur al weer uitkom. Bewegen lukt niet meer, maar dat hoeft ook niet. Ik blijf zweven, ik voel me zo ontzettend blij! Zelden ben ik trots op mezelf, maar dat is nu anders. Felix en Vera noemen steeds opnieuw hoe trots ze op me zijn en blijven me knuffelen. Ik denk dat Felix redelijk in kan voelen wat voor strijd ik heb geleverd. En tegelijkertijd weet ik dat hij dit soort dingen later ook wil doen.

Was het dat, wat ik ervan verwacht had? Ja! Het was ultiem op alle fronten! De beleving, de sfeer, de mensen, de pijn, het gevecht, mezelf tegen komen, het doorgaan, het overwinnen, het plezier, de blijdschap en de saamhorigheid. Ergens had ik verwacht meer emotie tegen te komen, te voelen. Dat gebeurde niet, ik was in control. Ik was me bewust van mijn omgeving. En ik heb precies dat gedaan wat ik mezelf als opdracht had meegegeven. Ik ga nog even heerlijk uitrusten en nagenieten!

Dank voor al jullie lieve berichtjes en oppeppende woorden! Dat heeft me enorm geholpen!

Lieve groet, Cobie

Go where you breathe free

We beginnen met een vraag: wanneer ben je moe? Of anders gezegd: wat versta jij onder vermoeidheid? Ik weet het namelijk niet zo goed. Hoewel ik mijn lichaam nog steeds beter leer kennen, snap ik nog steeds weinig van vermoeidheid. Regelmatig overvalt het me, in welke vorm dan ook.

Jaren geleden was ik veel aan het hardlopen, ja net als nu, iets te fanatiek en veel te weinig rust. Na een pittige intervaltraining voelde ik me moe. Soms al iets eerder, waardoor de laatste rondes al niet meer in het beoogde tempo gingen. Maar meestal kwam ik de training redelijk door. Naarmate ik beter getraind raakte, kon mijn lichaam meer aan en werd er ook een duurloopje aan de interval gekoppeld. Ook nu ging het vaak goed en kwam ik soms wandelend of bijna kruipend thuis, als de vermoeidheid eerder kwam dan ik dacht. Soms hakte de vermoeidheid er zo erg in, dat de hormonen het over namen en ik nog uren lang in mijn bed lag na te stuiteren. Op zich kon ik dat altijd allemaal redelijk begrijpen, mijn lichaam gaf me feedback op de geleverde prestatie en meestal was dat redelijk in verhouding.

Ik ging steeds meer trainen en ook steeds langere afstanden. Na een marathon of erg lange duurloop, voelde mijn lichaam moe. Het gaf aan dat ik even iets rustiger aan moest doen. Prima! Als je dan verder traint, merk je dat deze signalen veranderen. Spierpijn werd minder en dus voelde ik me steeds sneller in staat om weer verder te trainen. Meestal ging dat goed, soms een kleine blessure, waarbij m’n lijf aangaf dat ik toch beter had moeten luisteren. Er kwam nu ook een ander soort vermoeidheid bij. Een soort opstapeling, het als maar doorgaan, waardoor je de vermoeidheid niet meteen voelt. Ik merkte bijvoorbeeld dat ik regelmatig minder scherp was, ik viel of lette niet goed op in het verkeer. Een andere situatie was de intervaltraining op dinsdag, nadat ik die zondag een 30km wedstrijd had gelopen, in een voor mij erg snelle tijd (2uur 38min). Ik kwam die dinsdag niet vooruit, kon niemand bijhouden en baalde enorm. Tot een van mijn loopmaatjes mij de spiegel voorhield: “maar wij hebben zondag geen 30km gelopen!”

En toch merkte ik dat ik mijn grenzen, ook die van vermoeidheid, steeds verder op kon schuiven. Ik besloot dat ik wel ultraloopster wilde worden. Zo kwam ik er al doende achter, dat twee dagen achter elkaar een lange duurloop doen (meer dan 20km), prima ging. Maar dat een derde dag op rij, toch echt te veel was. Al mopperend wist ik hem uit te lopen, maar erg gezellig was ik niet voor mijn loopmaatje die zo zijn best had gedaan voor een mooie route. Ik liep mijn eerste 50km. Hier voelde ik mijn lichaam voor het eerst protesteren, wat ik niet kon duiden. Het zakte ook weer weg. Ik liep de hardloopvierdaagse; over 4 dagen, 6 etappes en in totaal 100km. Door mijn eigen overmoed startte ik te snel en had ik na de eerste etappe al een blessure. Al strompelend liep ik de andere etappes. We sliepen daar in een tent, ik werd wakker van de kou. Ik was toen verslaafd aan koffie en dat was nergens. En het eten hadden we ook niet goed voorbereid. Ik heb hier weer een heel ander soort vermoeidheid ervaren. Wat voelde ik me daar op dat moment shit, kwam om in zelfmedelijden. Maar was zo niet van plan om te stoppen. Ik leerde daar dat ik door kon gaan, dat alles van zelf weer beter ging voelen. En dat ik me vooral beter voelde, vanaf het moment dat ik de knop in mijn hoofd om wist te zetten en weer positief ging denken. Daarna kwam de trail des Fantomes, een trail over 50km in de Ardennen. Ik voelde me dag ervoor wat duizelig, kon het niet goed duiden. En de ochtend van de trail voelde ik me belabberd. Na twee uren lopen, kwam de zon door en voelde ik me ook weer fit. Ik liep langer dan ooit; deed er 8 uren over. En merkte nu dat vermoeidheid ook weer wegzakt en je weer verder kan. Een heerlijk, bevrijdend gevoel is dat.

De week daarna liep ik een 5k in een teleurstellende tijd, mijn derde plaats maakt het wrange gevoel enigszins goed. Nog een paar dagen later liep ik met een loopmaatje de meest pittige intervaltraining ooit, ik wilde die maand 500km lopen, nog 14km te gaan. En dus werd het een interval van 7x 2km in de kuil, waar dus behoorlijk hoogteverschillen zijn. Ik wilde alleen maar stoppen, maar bleef de tijden lopen die ik wilde. En dus vond ik dat ik door moest gaan. We vierden een feestje dat het lukte. Twee dagen later kwam ik niet vooruit, alles voelde moe en deed zeer. Dit gevoel kende ik niet. En dat klopte ook, ik kwam er een dag later achter dat ik zwanger was. Dat was ik tijdens de trail en de 5km wedstrijd al en de zwangerschap verklaarde mijn gevoel, mijn vermoeidheid.

Ik leerde nu een nog andere vermoeidheid kennen. Uitgeput voelde ik me regelmatig! Met name in het eerste trimester. Mijn lichaam was hard aan het werk. Vooral mijn laatste zwangerschap hakte er in. Ik had al drie kleintjes rondlopen, waarvan twee in de luiers. Vera kreeg nog borstvoeding, ik werkte drie dagen in de week. En Midas was ontzettend druk in mijn buik. Ik voelde me veel misselijk en spuugde elke avond mijn avond eten er weer uit. Na die negen maanden dacht ik dat ik alle soorten vermoeidheid inmiddels wel kende.

Er kwam nog een versie bij toen Midas geboren was. Hij wilde alleen maar actie, van rustig thuis zitten was geen sprake. Hij lag de halve nacht bij me te drinken en tegen de tijd dat hij soms eens redelijk doorsliep, was mijn lijf zo aan het wakker worden gewend, dat ik als nog de halve nacht wakker lag. Ik wilde zo graag weer hardlopen en deed dat dan ook weer. Ik werkte ook nu drie dagen, maar wist regelmatig tijdens een bespreking niet hoe ik mijn ogen open moest houden. Wat een intense vermoeidheid was dit. Corona was mijn redding, het hielp me vicieuze cirkels doorbreken, waardoor we als gezin weer in een positieve flow kwamen en ik me weer fit ging voelen.

Ik weet nog dat ik in deze tijden regelmatig dacht: als ik toch ooit nog ultraloopster wil worden, gaat dit me helpen. Dit maakt me zo sterk. Als ultraloper heb je vanaf bepaalde afstanden/tijden amper tijd om te rusten en zul je dus in vermoeidheid door moeten gaan. Nachten doorlopen. En dat had ik nu alvast flink geoefend.

Ik bouwde in de coronaperiode het sporten steeds verder op en merk nu dat ik weer redelijk op het niveau begin te komen van voor mijn zwangerschappen. Het tempo is er nog net niet en het gemak van toen ook niet. Het trainen nu is wel veel diverser, mijn ambities hebben zich wat verplaatst. Dat neemt niet weg dat ik nog veel meer leer over mijn lichaam en over vermoeidheid.

Het echt op zijn en niet meer verder kunnen bijvoorbeeld, dat kende ik niet. Dat leer ik nu bij de bootcamp en de survival. Dat je armen zo vol zitten dat je er echt niets meer mee kan. En dat je dat dus eigenlijk voor moet blijven.

De ultimate warrior vorig jaar, 57km, ik liep verder dan ooit. Ik voelde alles in mijn lijf protesteren. Ik had hier over gelezen, maar dit gevoel van vermoeidheid, op zijn, nog nooit ervaren. Buikpijn, alsof al mijn organen me opdroegen om onmiddellijk te stoppen. Mijn tempo zakte enorm, toch kon ik doorgaan. En na deze wedstrijd en ook na de mudmasters overviel me een vermoeidheid, het duurde in beide gevallen een paar weken voor dat wegtrok. En ook dat was nieuw voor me.

Dan was er de wampex, 13 uur wandelen in de nacht. Ik viel meteen in de auto in slaap. Tegen de tijd dat we thuis waren, voelde ik me zo ziek. De ultimate warrior was nog maar twee weken geleden en nu dit er overheen. Koorts, moe, misselijk, ik was overtuigd dat ik de griep had. Mijn man noemde me dat dit echt vermoeidheid is. En dat was ook zo. De volgende dag voelde ik me als herboren.

En nu de laatste tijd ben ik mijn grenzen weer aan het opzoeken. Ik wil sneller worden met lopen en gaan knallen met de hyrox. En daarvoor train ik hard, daag ik mezelf uit en trek ik me op aan anderen. Terwijl ik moe ben, mijn hartslag maximaal is, probeer ik door te gaan. En dat lukt steeds beter. Mijn lichaam kan het steeds beter aan. Na zo’n training voel ik me uitgeput. En regelmatig voel ik me ook de dag erna nog wel moe.

Ik ben de afstanden voor het lopen weer aan het opschroeven, toch nog steeds iets met die ambitie tot ultraloopster. Over een week of vier staat de 12 uur van Deventer op de planning. En dus stond er voor vrijdag een 35km op de planning. Ik liep lekker en besloot redelijk impulsief om door te lopen tot de marathon. Voor vermoeidheid was geen ruimte. Met nog 2,5km te gaan haalde ik de kids uit school. Ik liep nog een klein lusje en kon dus bij thuiskomt meteen lunch gaan maken. Dan was er nog de was, het avond eten en training geven. Ik voelde me prima. Het is niet voor niks dat marathonlopers in de voorbereiding vaak niet verder gaan dan een km of 30 tot 35, daarna ga je echt in het rood. De vermoeidheid zaterdagochtend zat weer tegen het zieke gevoel aan, gelukkig herkende ik het nu.

Over 4 weken is mijn nieuwe uitdaging, 12 uur lang lopen. Ik heb mezelf 60km of meer als doel gesteld. En stiekem hoop ik richting de dubbele marathon te gaan. Maar ja, de vermoeidheid, hoe gaat dat zijn. We gaan lopen in de nacht, hoewel het me heerlijk lijkt, vrees ik het ook een beetje. Hoe gaat mijn lichaam voelen, protesteren. En kan ik mijn gedachten laten overheersen, waardoor het gevoel naar de achtergrond verdwijnt? Kan ik doorgaan en doorgaan, wat ik zo graag wil. Dat lijkt me zo fijn! Dat lijkt me een gevoel van vrijheid, als maar door kunnen gaan als een perpetuum mobile, voortdurend bewegend. Ik kocht op vakantie een kaartje om me hier aan te herinneren, als maar doorgaan, doorlopen, door sporten, zonder moe te worden en je vrij te voelen!

Lieve groet, Cobie

Life is a journey not a destination

Dat is lang geleden… nee, niet dat ik niets te melden heb, het kwam er gewoon even niet van. In mijn vorige blog refereerde ik naar een uitdrukking: “als je denkt dat je niet meer kan, zit je nog maar op 40%” Die heb ik daarna meermaals terug gehoord. En niet op de momenten dat alles zo lekker makkelijk ging 😉

Begin maart was er de eerste oriëntatie loop. Samen met een loopmaatje liepen we 19km over de posbank waarbij we zelf moesten navigeren. We zijn niet een keer verdwaald en hadden een mooie lange duurloop in de benen, al ging het bij mij niet vanzelf. Om wat kilometers in de benen te krijgen, liep ik eind mei samen met Afra naar een bootcamptraining op de UT en liepen we na de training met andere loopmaatjes een trailrondje. En werd de terugweg naar huis wat stiller, dat mag ook na 26,5km en een uur bootcamp.

Er waren verschillende hyroxtrainingen. Tegenwoordig iedere dinsdagavond bij de bootcampclub. Ik kan je vertellen dat dat trainingen zijn waar je u tegen zegt. Hardlopen wordt afgewisseld met allerlei oefeningen, en wat het vooral heel zwaar maakt, is dat het tempo zo hoog ligt. De trainer doet erg zijn best om iedereen wel tot het uiterste te laten gaan. Mijn horloge heeft mijn maximale hartslag bij deze trainingen al meerdere keren aangepast (naar 190). Ik loop als enige vrouw tussen allemaal sterke en snelle mannen, waarbij ik mezelf steeds toespreek dat ik mezelf niet gek moet laten maken. Ik bungel achteraan. Soms is het verstandiger om het iets in te korten en ook nog iets van pauze over te houden. Aan de andere kant wil ik ook graag mijn grenzen opzoeken en deze verleggen. Bij mezelf blijven dus! Twee keer met een loopmaatje een hyroxtraining gedaan en ook die waren pittig! Eind maart werd er vanuit de bootcamp een generale geregeld. Deze deed ik samen met een andere vrouw als dubbel. Gezellig samen geknald en we maakten afspraken om in oktober samen in Amsterdam aan de vrouwen dubbel mee te doen. Om mijn zwakke onderdelen te verbeteren, deed ik wekenlang burpee broadjumps door de woonkamer en regelmatig ook nog overhead walking lunges. Het harde trainen wierp zijn vruchten af. Bij de hyrox Maatstricht begin april wist ik 7,5min van mijn tijd af te halen. De burpees bleven een hel! Wel haalde ik daar de grootste winst, met een kotsmisselijk en duizelig gevoel als gevolg. Ook bij de lunges pakte ik behoorlijk winst, net als bij het lopen. Bij de wallballs vervloekte ik mezelf, tig waren niet diep genoeg en dat is zo zonde tijd. Zeker een leerpunt voor de volgende keer.

Eind april was de Iron Viking, een obstacle run van 42km. Ik wist op voorhand dat de tijdslimiet erg krap was. Toch voelde ik me zo ontzettend teleurgesteld toen ik na 34km moest stoppen, omdat ik de cut off tijd niet had gehaald. Na het eerste uur wist ik het eigenlijk al, ik moest zeker dat tempo doorlopen en om zeker te zijn, zelfs nog versnellen. Er lag zo ongelofelijk veel modder en hoe meer mensen er overheen waren gegaan, hoe minder begaanbaar het werd. Hardlopen lukte amper nog. Maar toch.. daar ergens rond 30km verandert er iets in je gemoed. Emoties gaan opspelen en het enige wat ik wilde was doorgaan, de finish halen. Daar kwam bij dat ik net die dag ongesteld was geworden. Dus op het moment dat de man van de organisatie me gebaart dat ik moet stoppen, voel ik alleen maar tranen. Ik verbreek het oogcontact en wil alleen maar huilen. Hoe lief alle woorden ook waren van de mensen om me heen, die dag en de dagen erna, het voelde voor mij anders. Ik had gefaald. Eerst was ik ook boos, en dacht ik, dit nooit meer. Dat veranderde wel in dat ik ooit revanche wil. Ik heb zelf nog nooit hoeven opgeven in wat voor wedstrijd dan ook. En nu werd ik gedwongen om te stoppen. In de vijfde klas van het wvo ben ik blijven zitten. Er gebeurde veel dat jaar, ik was vooral met mezelf in gevecht. Mijn cijfers waren niet eens zo slecht; twee vijven, een zeven en de rest allemaal zessen. Een bespreekgeval, noemden ze me. Mijn mentor had me gevraagd wat ik wilde. Ik heb hem genoemd dat ik de beslissing aan hun liet, ik gaf eigenlijk mijn lot weg met die keuze. Het voelde als het beste. Maar toch, die middag dat het telefoontje kwam; “je bent gedoubleerd”, dat gevoel, het falen. En precies zo voelde ik me ook na de Iron Viking. Ik ben heel snel naar de auto gegaan. Op de terugweg hoorde ik het liedje van Meau; stukje van mij en zong ik keihard mee. Thuis huilde ik nog even uit bij mijn man, hij liet me gaan en vertelde later dat ik mezelf wel degelijk had overwonnen door er alleen met de auto naar toe te gaan. Ik had verder gereden dan ooit. En nu.. het voelt nog steeds als falen en dat zal ook zo blijven. De teleurstelling is wel weg. Ik accepteer dat het er soms bij hoort, het maakt me sterker, ik trek er mijn lessen uit. Op het vwo wist ik al dat ik niet naar de universiteit wilde. Toch wist ik toen ik de tweede keer de vijfde deed, ook dat ik het hoe dan ook ging halen. Niks zou me nog weerhouden. En waar wiskunde eerst een van die vijven was, pronkte op mijn eindlijst een mooie 8! En zo is het nu ook! Ik ben strijdlustiger dan ooit! Ik ga keihard trainen. Bedenken waar ik blij van wordt en daar ga ik vol voor. En ooit sta ik weer aan de start van de Iron Viking en loop ik weg met die medaille om mijn nek!

De dag na de deceptie was er de Enschede Marathon. Veel lopers van Running Miracle liepen mee met een afstand. Afra en Niek liepen hun eerste halve, samen met Vera deelde ik mee in hun blijdschap bij de finish. Met hun en de andere lopers vierden we ’s middags een feestje bij mij thuis. Wat een blijheid!

Dan is er nog een ander stuk waar ik me de afgelopen weken mee bezig heb gehouden; blueprint bodyplan. Na een boks training raakten we met een paar vrouwen en de trainer aan de praat over ooit eens een periode in je leven heel bewust bezig zijn met voeding/ lifestyle en alles in het teken stellen van doelen. De trainer gaf aan dat ze dit kunnen bieden met het blueprint bodyplan en met elkaar besloten we dit aan te gaan. Ik stelde drie doelen op; mijn bloedsuikerspiegel stabiel krijgen, 60km of meer lopen bij de 12 uur van Deventer en meer kunnen bij de Ultimate Warrior dan afgelopen jaar. 1 April was de kickoff. We werden gemeten, gewogen en er werd van alles ingevuld. We kregen uitleg over de voedingsapp. En aan de hand van onze gegevens werd voor iedereen persoonlijk bepaald hoeveel hij of zij mag of moet eten. Ja moet, het voelt soms wel als heel veel. We zijn nu een week of zes/zeven bezig en gaat erg goed! Ik ben inmiddels 5kg kwijt, ik durf te zeggen dat mijn bloedsuikerspiegel stabiel is. Ik voel me fit en ik barst van de energie. Ik heb geen honger, met feestjes is het echt wel opletten en ik weet inmiddels ook waar mijn valkuilen liggen. De terugweg van vakantie vond ik een ramp. En weet je waarom, dan zit je in de auto en heb je niks te doen. Ik heb vroeger een jaar of 9 gerookt, ieder loos momentje werd opgevuld met een sigaret. Toen ik stopte, waren het ook die momentjes waar ik moeite mee had. Wat resulteerde in dat ik gewoon niet meer stil ging zitten. Later vulde ik deze momenten op met koffie drinken en eten/snaaien. Koffie drink ik ook al een tijd niet meer, en dus bleef alleen het snaaien over. Ik hoor anderen die van eten houden, moeite hebben om geen tweede bord op te scheppen. Dat ken ik dus helemaal niet. Mij maak je niet blij met eten. Uit eten gaan, doe ik voor anderen. Maar ja, die loze momenten dus. Ik heb de terugweg overleefd zonder snaaien, dus het zal vast goedkomen. We hebben inmiddels de tweede bijeenkomst gehad en daarbij werd ook duidelijk dat ik 10cm kwijt ben bij mijn buik en evenredig ben afgevallen bij mijn armen, borst, benen en heupen. Ik kreeg als opdracht mee om wel echt het aantal calorieën wat moet, te gaan eten. De tip om dagelijks een eiwit shake te nemen. En ik werd geconfronteerd met waar ik al bang voor was, of eigenlijk al wist: rust! “Als je sneller wil gaan met alles, zul je meer rust moeten nemen”. En dat blijft een puzzel! Momenteel heb ik geen vaste rustdag meer in de week, elke dag heb ik wel iets en regelmatig ook wel meerdere trainingen op een dag. En nou wil ik zeggen: mijn lijf kan het prima aan. Maar dat is ook niet helemaal waar. Mijn kuiten voelen regelmatig stijf, gespannen en er zit een soort diepe spierpijn in. Wel een teken dat ik op de grens balanceer… maar ja, rust? Ik vind de trainingen bij de bootcamp erg leuk, bij de survival wil ik veel (techniek) leren en het is ook handig om met de trainingen die ik geef, zelf mee te doen. Daar komt nog bij dat ik voor Deventer eigenlijk mijn loopkilometers moet uitbreiden. Maar ja, hoe? Ik ben dit traject ook aan gegaan om het maximale eruit te halen en dus vind ik wel dat ik er iets mee moet. Het wordt een grote puzzel, maar wekelijks een rustmoment wordt er vanaf nu bij ingepland.

Met alles wat ik onderneem, merk ik dat ik vooruit ga. Korte stukjes lopen, gaan regelmatig sneller. Ik wordt sterker, ik merk vooruitgang met de pullup. En met de burpees en lunges dus. Bij de survival lukt steeds meer. Ik klim in de hoogste touwen, durf de bandenswingover alleen, de monkeybars lukken achter elkaar. Bij de laatste run, lukte het net onderlangs. En vandaag heb ik wederom mijn grenzen verlegd; de borstwaartsom lukte, ik kwam boven bij de wall (gelukkig dat ik wat sterker ben in mijn armen;-) en ik kwam bij de triangels tot halverwege. Ik heb het eten goed op de rit. En bovenal ik: ik voel me fit en energiek!

De komende weken staat het sporten met mijn kinderen centraal. Samen met Felix en mensen uit de loopgroep, loop ik de 7,6km bij de Bommelasloop. Met Willem en Felix doe ik mee met een 5uurs adventure race. En met Vera, Midas en Felix doe ik mee met een survivalrun. En weet je, misschien moet dat wel het uiteindelijke doel zijn van alles: dit samen met je kinderen kunnen doen. Dat is pas echt genieten!

Lieve groet, Cobie

Ps en de titel; bij de hyrox kreeg ik een armbandje van iemand met deze tekst. Te mooi om goed te onthouden!

“Als je denkt dat je niet meer kan, zit je nog maar op 40 procent”- kamp van Koningsbrugge

Bij ons thuis kijken we Kamp van Koningsbrugge. Mijn oudste beide zonen zijn echt fan en de bovengenoemde uitspraak komt dan ook met regelmaat voorbij. Laat ik het zo zeggen: aanstellen wordt niet meer getolereerd 😉 Al is dat natuurlijk wel net hoe het uitkomt…

Het mentale stuk is bij sporten vaak zo belangrijk. Regelmatig heb ik het er met lopers van de groep over. Het ene moment doet het lichaam niet wat je wil; pijntjes, het tempo is laag, vermoeid, wat ziekjes of een blessure. En vaak is het moeilijk de vinger er precies op te leggen hoe het komt. Het andere moment loop je de sterren van de hemel, je loopt verder dan ooit, sneller, vaker of je kan die ene persoon die steeds net voor je loopt, bijhouden. En ook dan blijft het gissen hoe dit nu ineens kan. Ik weet zeker dat het mentale stuk hier een grote rol in speelt! Hoe zijn je gedachten? Hoe kijk je aan tegen de training? Hoe denk je over jezelf? Het is zo belangrijk dat je gedachten en gevoelens positief zijn. En dat je bereid bent om dat te doen wat nodig is. En soms is het nodig dat je gedachten om kan zetten van negatief naar positief. Hardlopen, en ik denk ook heel veel andere sporten, is voor voor een groot gedeelte mentaal. Het succes wordt in je hoofd bepaald.

En hoe is dat dan in de praktijk? Vaak is het makkelijker gezegd dan gedaan. Het ene moment lukt het om een knop om te zetten, weet je hoe je dat kan doen. En het andere moment krijg je het niet voor elkaar. En weet je, het is goed, ook dat hoort bij het sporten en moet je soms gewoon accepteren. Ook al is het absoluut niet leuk. En soms gaat het in periodes. Loop je een periode heerlijk, makkelijk en kun je de wereld aan. En een andere periode blijft het zwoegen, hoe hard je ook je best doet.

Blijf bij je plan, houd je doel voor ogen. Weet waar je het voor doet. En weet ook dat het weer beter zal gaan.

Wat ik hier omschrijf, zie ik terug bij de lopers uit mijn loopgroep. De euforie als er stappen worden gemaakt. Als het lukt, als alles op zijn plek valt. Het doel wordt gehaald. En de moed die in de schoenen zakt als het even niet lekker gaat. De vraag die wordt gesteld: hoe kan dat nou. En het antwoord wat vaak ergens in het midden blijft. Hoe frustrerend ook, het hoort erbij. Het is onderdeel van het lopen, onderdeel van het sporten.

En natuurlijk loop ik er zelf ook regelmatig tegen aan. Ik heb geen geduld. En dat breekt me vaak op, ook met het sporten. Ik kan keihard trainen, wil ook keihard trainen voor mijn doelen. Maar ergens verwacht ik dan ook succes. En snel ook. En hoe frustrerend is het als dat succes niet (meteen) komt. Balen van een training die niet lekker gaat. Ik ga alles waar het aan zou kunnen liggen, analyseren. Ik wil er van leren voor een volgende keer. Ik heb het sporten nu wat omgegooid, survivaltraining erbij, power hour bij de bootcamp en een iets andere weekindeling. Rationeel weet ik dat mijn lichaam er aan moeten wennen, fysiek en ook mentaal. Maar toch, wat knaagt het dan dat ik met de survivaltraining maar kleine stapjes zet en het meeste nog lang niet kan. En wat is het vervelend als mijn lijf tegensputtert, omdat het moe is, omdat het moet wennen. Mijn reactie opdat alles nog niet gaat zoals ik graag wil, is nog harder trainen. Werken aan wat nog niet goed gaat. Terwijl er ergens op een gegeven moment toch dat stemmetje wel komt en me vertelt dat het komt, dat dit erbij hoort. En natuurlijk zijn daar ook de mensen om me heen. De mensen die me kennen, die me zien vechten. Die weten wat ik altijd tegen anderen zeg. En zij zeggen datzelfde nu tegen mij. Het hoort erbij, het is onderdeel van het sporten. Houd je doel voor ogen. Weet waar je het voor doet!

En dus leg ik me neer bij de training die niet lekker gaat, ben ik blij met iedere kleine stap die ik zet bij de survival, accepteer ik de frustratie en ook de vermoeidheid die zo logisch is. Zet samen met mijn zonen een nieuwe aflevering van Kamp van Koningsbrugge aan. En zie hoe heldhaftig de deelnemers doorgaan tot 100 procent. Of hoe ook zij wel tegen hun mentale en fysieke grenzen aanlopen.

Lieve groet, Cobie

Ga je mee naar buiten je comfortzone?

De afgelopen tijd begeef ik me weer eens vaak buiten mijn comfortzone. Ik heb doelen, plannen en als ik me iets bedenk, dan ga ik er vol voor. Ook als dat inhoudt dat het spannend is. Dat het dus buiten mijn comfortzone ligt. Uit het verleden weet ik dat het me veel oplevert, doen wat je leuk lijkt en je niet laten weerhouden door angst.

Zo is Running Miracle ontstaan! Ik hielp twee vriendinnen met opbouwen en wilde eigenlijk wel meer. De ene vriendin gaf aan dat ik een bedrijf moest starten, het professioneel aanpakken. Ik zag alleen maar beren op de weg. Gelukkig was zij er om me te helpen en wist ook mijn man de beren wel aan de kant te zetten. Een bedrijf benaderde me met de vraag of ik trainingen voor hun wilde verzorgen. Ik riep altijd dat ik nooit trainingen zou gaan geven. Alle cursussen en workshops die op mijn werk gegeven moesten worden, wist ik handig te omzeilen. Maar ja nu deze vraag.. als ik wat wilde.. Impulsief zei ik ja. Wat vond ik het eng! Ik had geen idee, geen idee van alles. Buikpijn, misselijk, wat voelde ik me beroerd toen ik naar de eerste training reed. En toch heb ik het gedaan! Ik schreef me in bij de kamer van koophandel en zo ontstond stapje voor stapje Running Miracle. En spijt van al die stappen buiten mijn comfortzone? Nee nooit!! Het heeft me zo ontzettend veel gebracht!

Dan was er het terugkomen op de marathon, de mudmasters marathon, de ultimate warrior 57km, de wampex. Allemaal evenementen waarbij ik ook wel een stap (of meer) buiten mijn comfortzone moest zetten. En allemaal staan ze op het lijstje van wat gaaf, wat goed dat ik het gedaan heb. En dat deed me beseffen dat je vaak echt blij wordt als je dat doet wat je graag wilt, ook al is het heel eng!

Dat beseffende maakte ik nieuwe plannen; de hyrox, survival(trainingen), werken aan hardloopsnelheid, wedstrijden om snel te lopen en een lange ultra run. En als ik aan deze doelen denk, dan voel ik de spanning in mijn lijf.

Ik stel mezelf vragen als: kan ik dat wel? Heb ik wel genoeg tijd? Train ik wel goed genoeg? En soms dan weet ik het zeker: het lukt nooit! Het is onbegonnen werk! Je bent weer eens overmoedig! Of je bent knettergek met al je plannen!

Maar weet je wat ik me laatst bedacht, alles valt of staat met je veilig voelen. Grote doelen deel je op in kleine stappen. En als je het alleen niet overziet, dan zijn daar de mensen om je heen om je te helpen. Bij de trainingen die je doet, laat je een bepaalde kwetsbaarheid zien. Je geeft impliciet of expliciet aan waar je grens ligt. Soms zijn onderdelen eng om te doen, om te leren. En dan is het belangrijk dat je je veilig voelt. Veilig om je te laten zien, veilig om je te laten helpen. Soms zul je je bekeken voelen. Of veroordeeld. En ook dan is het fijn als je dat om kan zetten in een gevoel van veiligheid. Door je veilig te voelen, durf je jezelf te laten zien. Laat je anderen toe. Kun je geholpen worden. Ga je in je kracht staan, ga je stralen. En krijg je vertrouwen. En weet je, als je buiten je comfortzone wilt stappen, is dat zo belangrijk. Belangrijk dat je er vertrouwen in hebt. Belangrijk dat je je veilig voelt. Want buiten je comfortzone is zo veel moois te vinden! Ga je mee naar buiten je comfortzone?

Lieve groet, Cobie