“Een utopist ziet het paradijs, een realist ziet het paradijs met slang” –Helmutt-Walters

7 juni 2020 

Lang geleden, heel lang geleden, ik zal een jaar of vijf geweest zijn, zag ik een kinderserie op een van de drie publieke zenders die we hadden. En wie kent het niet: Seabert! Dat kleine, lieve, witte, schattige zeehondje (ok zoveel jaar later is het diertje een beduidend stuk irritanter ;-). Ik heb geen idee meer waar de aflevering over ging, maar ze kwamen in het paradijs. Dat daar wat ik op onze dikke, kleine, storende (kabel hadden we nog niet, dus antenne it was) tv zag, was dus Het paradijs. Ik geloofde het meteen, het was prachtig, vredig, de mooist denkbare kleuren en de meest exotische diersoorten. Vooral de vogels maakten indruk, al zou ik niet meer weten hoe ze eruit zagen. Wel weet ik dat ik hier regelmatig aan terugdenk. Elke keer als ik een Vlaamse Gaai door de lucht zie gaan, denk ik aan de vogels van “het paradijs”. Voor mij staat de Vlaamse Gaai inmiddels symbool voor “het paradijs”. En geloof het of niet, maar ik kom ze regelmatig tegen. Vooral tijdens het hardlopen. En ik waan me dus met grote regelmaat in “het paradijs”.

De afgelopen twee weken zo veel moois mogen waarnemen en zo veel euforie momenten gehad tijdens het lopen. Volledige concentratie op een smal bospaadje om niet in aanraking te komen met het schrikdraad of de brandnetels, de schrik was groot toen ik vlakbij wat zag wegschieten. Het was een reetje, bijna op aai-afstand. Hij schoot het bos in, we stopten beide en keken elkaar even aan alvorens ik hem behendig zijn weg zag vinden in het bos. En dan de roofvogels, de fazant en de konijnen nog. Een hond die door het weiland naast me speels een stuk meerende. Een mountainbiker die schuilde voor de regen en met wie ik mijn sarcasme op dat moment even kon delen. Hij fietste verkeerd waardoor ik hem later nog een keer tegenkwam. En de bekende die ik tijdens mijn lange duurloop tegen het lijf liep en met wie ik na lange tijd weer even kon bijkletsen.

En ook het lopen als lichamelijke activiteit, of eigenlijk het sporten in het algemeen bracht me veel moois en goeds de afgelopen veertien dagen. Beide weken drie hardlooptrainingen kunnen doen. Vorige week een training met korte intervallen en een training met tempoblokken. En als afsluiter die week voor het eerst sinds lange tijd de halve marathon afstand gehaald. Impulsief plakte ik aan de achterkant van mijn ronde toch dat mooie stukje Duits bos aan. Dat bracht de teller op 20, en als “hardloper” zijnde, is het toch mooier om van de halve marathon te kunnen spreken, dus nog een stukje weg op en neer om 21,1 km vol te lopen. Het ging goed, wel voelde ik de training dinsdag nog in mijn benen. Daar kwam bij dat mijn rechterknie en kuit gevoelig waren en de temperatuur ’s middags hoog was, wat maakten dat ik de training met korte intervallen inruilde voor een herstelrondje. Ook ben ik bezig om een weg te vinden in het invoegen van wat krachttraining, mijn streven is om dat drie keer per week te doen. Vorige week wat trainingen gedaan via een app en ik vermoed dat de gevoeligheid in knie en kuit daar vandaan komen. Voor deze week had ik zelf een circuitje gemaakt, gericht op buik- en armspieren om mijn benen wat te ontzien. En deze week was de les strong nation er weer (op donderdag), waar ik me op verheugde. Ik was ontzettend moe, we hadden thuis de boel al vroeg aan kant en de les zou via zoom gegeven worden. Impulsief besloot ik in plaats van te wachten ook deel te nemen aan de les zumba, die daarvoor gegeven werd. Het was heerlijk om twee uurtjes bezig te zijn. De vrijdag werd rustdag en zodoende stonden er twee trainingsdagen na elkaar op de planning. Voor zaterdag een training met lange intervallen en nog een keer mijn eigen krachtcircuit. Met de rem erop de versnellingen gedaan, alles op souplesse en alleen de laatste interval aangezet om het tempo vast te kunnen houden. Dat ging lekker en ook de krachttraining ging goed. Ik zal eerlijk bekennen dat ik de trainingen van gisteren vandaag tijdens de lange duurloop wel voelde. Mijn benen waren zwaar en ik zou mezelf niet zijn als ik een niet wat zwaarder parcours bedacht had. Ik heb wederom de halve marathon afstand weten te halen, maar deze moest van verder komen dan die van vorige week.

Momenteel kan ik erg blij worden van het trainen. Het gaat goed, ik kan steeds dat doen wat ik graag wil en ik begin een kleine vooruitgang te voelen. Mijn lichaam wordt sterker en ik voel me fitter. Waarschijnlijk heb ik de weergoden wel eens ingefluisterd dat ik van (een beetje) afzien hou. Strijden tegen de elementen vandaag; halverwege kwam het met bakken uit de lucht. Binnen een paar minuten was ik volledig doorweekt en even later striemden dikke druppen op mijn armen. Veel wind, het was een groot buitenspeelparadijs. Grote plassen, veel modder, ik kan de verleidingen dan niet weerstaan. Ik hou van hard trainen zowel bij het lopen als ook bij de andere trainingen, ik zoek graag mijn grenzen op en probeer ze iets te verleggen. Ook dat is paradijs voor mij.

Afgelopen week las ik een artikel over het ontstaan van blessures. De schrijver concludeerde dat deze vooral het gevolg zijn van te veel zitten. En laat deze conclusie mij nu net goed van pas komen, de oplossing van mijn gevoelige knie en kuit hoefden dus niet gezocht te worden in extra rustdagen. Ik paste mijn trainingen aan, zodat bijna alles op souplesse ging en er tussendoor rust was.

En gisteravond viel mijn oog op een hardloopwedstrijd die, in alternatieve vorm, door lijkt te gaan. En wat denk je, in Het Paradijs. Trail des Fantomes, daar waar mijn mooiste hardloopherinneringen mee verbonden zijn. Ik ga nog even nadenken over het verschil tussen utopie en realiteit en wat nu eigenlijk het beste bij mij past…

Lieve groet, Cobie (voor nu een positieve realist)

Gevoel versus verstand

1 juni 2020

Zal ik wel gaan of zal ik niet gaan? Zal ik nu gaan of zal ik later gaan? Met horloge of zonder? Welk rondje wordt het? Wordt het een kleine ronde of een grote? Wat zal het tempo zijn?

Waar heb ik zin in? En wat is verstandig? Of moeten deze vragen in omgekeerde volgorde gesteld worden?

Die eeuwige tweestrijd bij het lopen, voor het lopen, tijdens het lopen. Het gevoel versus het verstand.

Ooit begonnen bij een beginnersgroep, ik wilde wel wat meer bewegen. Een half jaar daarvoor gestopt met roken en al enige tijd probeerde ik iets gezonder te eten. Eigenlijk zag ik weinig kans van slagen, maar ik kon mezelf dan tenminste voorhouden dat ik een poging had gewaagd. We kregen een schema met minuutjes hardlopen, afgewisseld met minuutjes wandelen. Zo simpel was het, ik hoefde alleen maar dat te volgen. Dus dat deed ik. Het ging makkelijk en stiekem gaf het me al snel een goed gevoel. Ik merkte ook dat ik al snel meer kon, dan wat het schema zei. En dat ook dat me een goed gevoel gaf.

Na de beginnersgroep werd ik lid van de vereniging, ik liep de trainingen daar mee. Gewoon omdat het leuk was, ik er zin in had en me er goed bij voelde. En ook liep ik zelf. Wanneer ik er zin in had deed ik mijn hardloopkleren aan en ging ik de deur uit. Ik liep daar naartoe waar het er mooi uitzag en ik keerde om wanneer ik vond dat het tijd was om naar huis te gaan. Of wanneer ik de weg weer terug had gevonden na een zoveelste verdwaal avontuur. Meestal was het keerpunt eigenlijk te laat, moe begon ik aan de terugweg. Het zal dan ook niemand verbazen dat de afstanden van mijn duurlopen in snel tempo opliepen.

En toen kwamen de dromen. Wat als ik me toch stiekem inschrijf voor die halve marathon. Ik noemde het enkele weken voor de wedstrijd op de club en de blikken zeiden me genoeg. Ik voegde er de afstanden van mijn lange duurlopen aan toe, waardoor de verbaasde blikken werden ondersteund met de woorden, dat ik iets rustiger aan moest doen en niet ieder weekend een halve marathon hoefde te lopen. Ik liep de halve een jaar na de start van de beginnersgroep in een tijd van 2 uur 12 minuten. Het laatste stukje was zwaar geweest. Maar het geheel zorgde dat mijn dromen alleen maar groter werden.

Wel realiseerde ik me op dat moment dat ik gerichter zou moeten trainen. Er zou meer “verstand” in mijn trainingen moeten. Het volgende doel werd de halve onder de twee uur. Gerichter trainen bracht me naar een halve net iets boven de twee uur. Op een mooie zomeravond liep ik in een pitoresque landelijk dorpje in Duitsland voor het eerst de halve onder de twee uur. Ik had alles losgelaten, was aan het genieten en pas in de laatste kilometer had ik door dat ik de grens moest kunnen verslaan en zette ik alles op alles. Nu had het “gevoel” me hier gebracht.

Ik wilde daaropvolgend in het najaar graag de Teutolauf gaan doen. Een kleine dertig kilometer met 600 hoogtemeters erbij. Dat werd dus de afstand uitbreiden en heuveltraining toevoegen. Ik maakte mijn eigen schema waarin ik rekening hield met alles. Ik trainde gedisciplineerd, deed dat wat het schema zei. Ik liep inmiddels bij de club in een andere groep en maakte ook daar mijn doel kenbaar. Kort voor de wedstrijd noemde de trainer mijn plan onverantwoord. Volgens hem was dit qua zwaarte vergelijkbaar met een marathon. Dat bracht me aan het twijfelen. Iemand sprak de wijze woorden: “wat je omhoog gaat, ga je ook weer naar beneden”. Hoe idioot en simpel het ook klinkt, het motiveerde enorm. Mijn verstand vertelde me wat ik had gedaan en dat ik er klaar voor was. Volgens mij heb ik zelden meer genoten van een wedstrijd dan van deze. Dat gevoel boven aan de hoogste heuvel, een windje erbij en het warm en koud tegelijk hebben. Na een dikke drie uur kwam ik met een grote glimlach over de finish.

Maar als dit vergelijkbaar was met een marathon…mijn volgende doel was snel gesteld. Een half jaar later, twee jaar na de start, zou ik mijn eerste marathon gaan lopen. Wederom maakte ik zelf een schema, nu kwam het commentaar sneller dan vlak voor de wedstrijd. Ik zou mezelf met dit schema naar de filistijnen helpen, de trainer maakte een goed opgebouwd schema. Er volgden heerlijke maanden van trainen. Ik ontmoette veel nieuwe mensen, liep veel samen met anderen en ook veel zelf. Ik kon enigszins schuiven met de trainingen op het schema en zo alles redelijk laten kloppen. Verstand en gevoel zaten vaak dicht bij elkaar. En in geval van twijfel, won het gevoel. Ik liep gewoon een flink stuk extra als ik daar zin in had en me goed voelde.

Tot tijdens een pittige training de vraag kwam hoe ik voor de rest met alles omging. Uhh, hijg, hoezo, hijg? Voeding, krachttraining, slaap en stress, daar had ik weinig antwoorden op en op dat moment ook niet de adem voor. Waarschijnlijk de perfecte timing om me aan het nadenken te zetten en in te spelen op mijn verstand. We kochten een huis en een maand voor de wedstrijd verhuisden we, het viel een beetje tegen waardoor we er eerst zaten met halve elektra, geen fornuis, geen internet en telefoon en eigenlijk een grote chaos- geen stress. Met de andere drie punten was ik eigenlijk niet bezig geweest. Slapen was over het algemeen geen probleem. Voeding, ik at redelijk gezond, maar daar was ook alles mee gezegd. En krachttraining, ik wilde lopen, geen stomme, zware oefeningen doen. Volgens de experts zou het me in het laatste stuk van de marathon helpen. Wanneer de vermoeidheid toe zou slaan zouden de gedane oefeningen helpen om beter rechtop te blijven lopen en zou het minder zwoegen zijn. En als ik er nu mee zou beginnen, dan zou het nog enig effect hebben. Dus toen kwam er toch een dosis extra verstand bij. Ik hield meer rekening met voeding en deed braaf dagelijks wat oefeningen. Vlak voor de marathon attendeerde een bekende me erop dat het ik het werk geleverd had en dat die marathon mijn feestje zou worden, mijn ereronde. Ik was de week voorafgaand ontzettend zenuwachtig. Bij de start kwam de rust, het vertrouwen. Het voelde inderdaad als een feestje! En dat gevoel bij het passeren van de finishlijn, het is onbeschrijfelijk. Het is ultiem geluk. En volgens mij heb ik daar mijn volgende plannen gemaakt. Het was zo gaaf, ik wilde meer.

In de periode die volgde heb ik veel op gevoel gedaan. Ik bleef profiteren van de basis die ik gelegd had en kon zodoende steeds dat doen waar ik zin in had. Ik merkte dat mijn lichaam twee zware trainingsdagen na elkaar aankon en dat een derde dag wel echt afzien werd. Er waren dus zeker nog wel grenzen, maar ik had ze inmiddels zo ver opgeschoven dat vrijwel alles wat ik wilde of waar ik zin in had mogelijk was. Ik had wel eens een kleine blessure, mijn lijf greep dan wel even in. Voor de tweede marathon in Enschede bijvoorbeeld. De periode daarvoor was emotioneel geweest en achteraf gezien, denk ik, dat ik nog niet alles een plekje had gegeven. Het schoot een week voor wedstrijd in mijn kuit, veel rust en fysio bezoeken. Een lekke band zorgde dat ik ging warmlopen naar de start, het voelde goed. Vol overmoed en veel te snel half hinkelend van start. Bij kilometer 13 was het leuke eigenlijk wel voorbij en vanaf 15 kilometer had ik echt geen zin meer en dan is 42 kilometer echt een heel eind! Vervolgens liep het parcours nog drie keer vlak langs mijn huis. Ik heb zelden zo afgezien, maar ik denk dat zowel mijn gevoel als mijn verstand die dag heel veel geleerd hebben.

De volgende “nieuwe” doelen die ik mezelf stelde waren gericht op het uitbreiden van de afstand. Ik vreesde om weer eens voor gek verklaard te worden, maar dat bleef me bespaard. De trainer hielp me informatie te krijgen en maakte een schema. Het bleef wel allemaal veel op gevoel. Ook merkte ik dat het lijntje tussen verstand en gevoel vaak dun was. Lopen op gevoel voelde goed, maar op tijd je verstand gebruiken. De veluwezoomtrail van 50 km was, ondanks de hitte, fantastisch! De hardloopvierdaagse (100 km in vier dagen verdeeld over 6 etappes) was afzien met een hoofdletter. Ik liep veel te hard, geblesseerde voet al in de tweede etappe. Tel daarbij op: gebrek aan koffie, te dunne slaapzak, kou, slecht slapen en niet naar de wc kunnen. En daarna mijn meest ultieme loop, Trail des Fantomes, 50 km door de Belgische Ardennen. Dat was een paradijs, alles klopte! Na 8 uren kwam ik moe, voldaan en intens gelukkig over de finish. Ik denk dat gevoel en verstand elkaar hier hadden gevonden. Ik liep met mijn hoofd op mijn gevoel.

Op sommige momenten wint het verstand en heb je dat ook nodig om je doelen te halen. Ooit wilde ik de 10 km onder de 50 minuten lopen. Ik heb mezelf hier volledig van overtuigd, ik heb het gevisualiseerd. Er was voor mij geen twijfel meer, ik zou zo hard lopen als ik kon en die grens gaan halen. Ik heb mezelf mentaal geconditioneerd op dat moment, maar of het verstandig was. Ik ben door alles heen gelopen, mijn blik was alleen op de finish gericht en op het doel om die zo snel mogelijk te bereiken. Ik vind het nog steeds een beetje beangstigend als ik terugdenk aan toen, ik mis het laatste stukje van de wedstrijd. Ik heb mensen niet gezien, niet gehoord wat ze zeiden. Opeens zat, lag, hing ik daar met een bekertje water voorbij de finishlijn. Ik was heel boos op alles en iedereen. Zo’n rare gewaarwording. Gelukkig was ik snel bij zinnen en kon ik genieten van mijn 48 minuut nog iets op de 10km.

Toch geven die keren hardlopen op gevoel mij de meeste voldoening. Gewoon gaan en voelen dat alles klopt. De gedachten de vrije loop laten. Die geluksmomenten in een wedstrijd, door de duinen van Terschelling het strand oplopen en je nietig voelen bij het zien van die grote zee.

Ik denk dat de combinatie van gevoel en verstand het lopen zo fascinerend maakt. Soms heb je meer behoefte aan het een en soms aan het ander. Als ze goed met elkaar in balans zijn, is er zo veel mogelijk!

“You dream. You plan. You reach. There will be obstacles. There will be doubters. There will be mistakes. But with hard work, with belief, with confidence and trust in yourself and those around you, there are no limits.” – Michael Phelps

Het raadsel van het lopen

24 mei 2020

Waarom hardlopen? – deze vraag blijf ik mezelf stellen en ik blijf zoeken naar het antwoord. Ik kan hier nu gaan verkondigen dat ik “het” antwoord heb gevonden en hier een uiteenzetting schrijven om iedereen tot het hardlopen te bekeren…

Maar nee, hoe meer ik me in de vraag verdiep, hoe ingewikkelder het antwoord lijkt te worden.

Als ik vriend google raadpleeg, komen de wetenschappelijke antwoorden. Ik vind informatie over dat langeafstandslopers meer verbindingen hebben tussen het frontale-pariëtale netwerk en andere hersengebieden die geassocieerd worden met zelfdiscipline en het werkgeheugen. Aerobische activiteit stimuleert de aanmaak van nieuwe hersencellen en verhoogt de cognitieve flexibiliteit, waardoor je sneller op onverwachte zaken kan inspelen. En natuurlijk de hormonen die een bijdrage leveren. Terwijl je loopt, verlaagt het stresshormoon cortisol en verhogen ‘feelgood’ stofjes als serotonine en endorfine. Hoe meer endorfines in het bloed en de hersenen, hoe gelukkiger mensen zijn. En hoe langer je loopt, hoe meer endorfines je aanmaakt. Al overtuigd om te beginnen? Grapje!
Dit is een antwoord, een waarheid. Voor mij is dit niet waarom ik hardloop of zeker niet alleen waarom ik hardloop.

Door het hardlopen ben ik meer in balans. Ik heb meer rust over me, waardoor ik me op andere momenten beter kan concentreren. Ik kan van mezelf nogal fel en opvliegend zijn, het hardlopen haalt hier zeker de harde randjes vanaf. Ik durf te stellen dat het hardlopen me flexibeler maakt, fijn dat dit door de wetenschap wordt ondersteund. Ook de wisselingen van de hoeveelheid hormonen ervaar ik tijdens en na het lopen aan den lijve. Stresserende situaties voelen tijdens en na het lopen ineens beduidend minder zwaar. En het lopen maakt me vaak gewoon heel blij! Lekker je hoofd leeglopen.

Maar als dit niet het antwoord of het volledige antwoord is, wat dan wel?

Laat ik het nu meer van de filosofische kant belichten. In het boek; Filosofie van de duurloop, geschreven door Mark Rowlands, staat de volgende passage:

“Ieder kind weet wat waarde is – ze weten wat er in het leven belangrijk is – hoewel ze van zichzelf niet weten dat ze dit weten. En ze weten het zoals kinderen nu eenmaal dingen weten, een soort weten waar volwassenen grote moeite mee hebben en dat ze helemaal opnieuw moeten leren. Ooit wist ik wat waardevol was. Omdat ik het in mijn lichaam en niet in mijn hoofd wist, wist ik niet dat ik het wist. Het hardlopen voert me terug naar dingen die ik eens wist maar heb moeten vergeten. Dankzij het hardlopen kom ik weer in aanraking met een soort waarde die in je volwassen leven gemakkelijk verdwijnt. Hardlopen is een manier om te herinneren – een manier waarop het lichaam zich herinnert wat de geest niet heeft kunnen onthouden. Tijdens een duurloop ervaar je een bijzonder gevoel van vrijheid – de vrijheid om tijd met je geest door te brengen. “

En ook hier zit, denk ik, een stukje van het antwoord in. Als ik tijdens het lopen mijn ritme heb gevonden, gaan mijn gedachten stromen. Het lopen, het lichaam verdwijnt naar de achtergrond. De gedachten, de geest neemt het over. De gedachten springen heen en weer, soms heeft het iets weg van dromen. Soms lijkt het iets weg te hebben van verwerken. En soms is het gewoon om alles even een plekje te geven. Als ik veel emoties voel, wat voor emoties dan ook. Dan is lopen fijn. Het laat de emoties er zijn, ik ervaar ze. Maar ik voel ze ook in balans komen. Ze krijgen een plekje.
De schrijver van het boek heeft het over wat belangrijk is in het leven en dat kinderen dat weten. En ook denk ik dat dat waar is. Ik voelde me als kind vaak zelfverzekerd, overtuigd van iets. Het was gewoon zo en er was geen plaats of ruimte voor twijfel. En vaak klopte dat ook. Ik denk dat het een gevoel is, een intuïtief iets. Ik zie het nu ook bij mijn eigen kinderen. Ze blijven bij zichzelf. Ze staan dicht bij de natuur. En ze weten gewoon bepaalde dingen niet, nog niet. En ook die onwetendheid maakt gewoon dat dat wat zij voelen, de waarheid is. Soms hoeft het niet zo heel ingewikkeld te zijn. Misschien dat het lopen me weer terugvoert naar het voelen. Het verstand loslaten en gewoon dat waarnemen wat er op dat moment is, wat er op dat moment toe doet. Niks meer en niks minder. Het komt als een soort berusting, berusting in de situatie. En die berusting neem ik mee naar het dagelijks leven, leven in het hier en nu.
Het doet me tevens denken aan een nummer van Boudewijn de Groot; Voor de overlevenden. Eigenlijk het hele nummer (de tekst staat onderaan deze blog), maar vooral de zin; “de poes kon ik niet meer verstaan”.

Als ik dan voor mezelf de balans op maak; waarom loop ik hard? Hardlopen is mijn psychiater, mijn huisarts, mijn diëtist. Hardlopen maakt me blij, het zorgt dat ik lekker slaap. Het zorgt dat ik in balans ben, dat ik een uitlaatklep heb. Het geeft me een moment voor mezelf. Het geeft me een doel, het geeft me regelmaat en houvast. Het leert me mijn lichaam kennen, het geeft me vertrouwen in mijn intuïtie. Het maakt me sterker, harder, fitter. Maar ook zachter, liever en geduldiger. Het geeft me vertrouwen…

“Having a true faith is the most difficult thing in te world. Many will try to take it from you”- Steve Prefontaine
Amen!

Tot zo ver mijn poging tot bekeren ?

Afgelopen week lekker getraind. Via een app op mijn telefoon drie keer krachttraining gedaan. Een training met korte intervallen, een met wat langere blokken en een duurloop vandaag. De intervallen gingen lekker. Tegen de duurloop vandaag zag ik wat op, waarschijnlijk door mijn overmoed van vorige week. Vandaag bedacht om iets korter te gaan, 15 km en een totaal andere ronde. Om het mentaal wat makkelijker te maken. Het ging van begin tot einde heerlijk! Rustig tempo, veel trail paadjes. Kikkers in een vijver gehoord, een reiger zien wegvliegen. De verleiding om aan te haken bij mijn “rodrigues” (de eeuwige niet te verslane concurrent van Benali in marathonloper) kunnen weerstaan. Verkoelende regen in mijn gezicht, een heerlijk windje erbij. Net de 15km niet gaan halen en dan toch de energie hebben om die prachtige nieuwe fietsbrug nog een keer af en op te lopen…en nog een keer om de 15 toch echt te halen. Dan wel van de andere kant, aangezien er nog iemand heuveltraining aan het doen was en hij net zo ongemakkelijk betrapt naar mij keek als ik me voelde. En dan de laatste 250meter kunnen versnellen en de allerlaatste 100meter kunnen sprinten. En dan de stopknop op je horloge indrukken en zien dat je toch echt sneller gelopen hebt dan alle voorgaande lange duurlopen de afgelopen periode. DAMN!!!! (Of nu alsnog overstag ;-p

Lieve groet, Cobie

Voor de overlevenden – Lennaert Nijgh / Boudewijn de Groot

Wie vertelt me van het leven?
Grote broer, die weet het best.
Als ik groot ben, wil ik even
groot en sterk zijn als de rest.
De poes vindt van niet.
Hij zegt: ik kan hem nu verstaan.
Als ik groot ben, is dat van de baan,
want grote mensen praten niet met poezen.

En nu ben ik groot
en belangrijk en student.
Grote broer, je bent nu dood,
ik heb je nooit als vriend gekend.
Je bent een zware man,
je bent een grote vreemde vader.
Een meneer die het weten kan.
Maar voor mij ben je alleen maar een verrader.

Vlinders zongen in de bomen,
vogels zaten op mijn hand.
Kleine man, je bent aan ’t dromen,
kom gebruik nu je verstand.
En dat heb ik nu gedaan.
Eerst was verstand een heel nieuw spel,
de poes kon ik niet meer verstaan,
de school werd na een week een hel.
Het paradijs is niet voor grote jongens.

Tot dusver heel normaal,
iedereen wordt eenmaal groot,
het overkomt ons allemaal
en een ieder sterft zijn kinderdood.
Je wordt een grote vent,
je wordt een trage lange jongen
die Tacitus en Wolkers kent
en al zijn dromen netjes heeft verdrongen.

Vlinders moeten rupsen worden,
vogels kruipen in hun ei.
Vliegen hoort niet in de orde
van de mensenmaatschappij.
Toch is er soms een weg.

Toch is er iets dat overleeft
en soms dan kan je even weg
omdat wie wil wel vleugels heeft,
al is het dan alleen maar om te dromen,
alleen maar om te dromen.

“Zichzelf te overwinnen is de beste en grootste van alle overwinningen”- plato

17 mei 2020 

Het plan ligt er, met meer regelmaat en wat meer gestructureerd trainen. Ik heb internet afgestruind naar een schema, wat enigszins paste bij wat ik voor ogen heb. Dit om mezelf wat meer houvast te geven, als een stok achter de deur. Ik vond een acht-weeks schema voor de halve. Gebaseerd op drie trainingen in de week, wat haalbaar moet zijn met mijn gezin. Een interval training, een tempoloop en een lange duurloop. Goede combinatie van afstand en snelheid. Op dezelfde pagina stond ook een zes-weeks schema voor tien kilometer, de tempolopen waren daar de eerste weken intervaltrainingen met wat langere blokken op een hoger tempo. Aangezien mijn tempo echt 0,0 is en ik weet dat ik mezelf snel opblaas, sprak dat me meer aan. Wel heb ik een enorme behoefte om wat langere afstanden te gaan lopen. Conclusie; ik heb beide schema’s achter elkaar geplakt en met mezelf afgesproken dat ik de lange duurloop langer maak dan het schema aangeeft.

Maar ik wilde mezelf weer lekker in mijn lijf voelen en ik denk dat daar meer voor nodig is. Mijn slaappatroon is knudde en in eerste instantie schoof ik het steeds op de kinderen af. Regelmatig voelde ik me een wandelende zombie. Nu denk ik dat ik het vooral bij mezelf moet zoeken. Of ik val nooit in slaap, of ik lig uren wakker midden in de nacht, of ik ben idioot vroeg wakker. Het voelt voor mij als een vicieuze cirkel die doorbroken moet worden. Moe worden door het sporten en in (ieder geval voor korte periodes) in een diepere slaap komen. Een paar weken geleden heb ik op dit gebied de knop omgezet. Als ik wakker ben (en het is na vijven), ga ik uit bed. Ik ben vrijwel elke ochtend als eerste op, de hele dag ligt nog voor me. Nu, na een paar weken begin ik er de vruchten van te plukken. Rustig de dag opstarten met een documentaire of even lekker netflixen. En dan nog op een redelijk vroeg tijdstip met werken of sporten beginnen. Ik slaap dieper en beter door en ook de periodes die ik slaap zijn inmiddels beduidend langer dan een paar maanden terug.

Tevens probeer ik wat gezonder te eten. Het lukt me om verleidingen te weerstaan. Wel vind ik het lastig om het juiste te eten. Een hongergevoel overvalt me regelmatig, ik vergeet een tussendoortje of ik stem mijn eetpatroon onvoldoende af op wat ik van plan ben te gaan doen of gedaan heb. Voor de lange duurloop deze week heb ik hier bewust bij stilgestaan. Nu moet ik dit doortrekken naar de hele week.

Het leek me een goed idee om ook wat structureler oefeningen te gaan doen. Op de site waar ik de schema’s vond, kwam ik twee series oefeningen tegen voor beenspieren en core stability. Ik puzzelde hier wat mee en op datzelfde moment kwam een appje binnen met de zoomles van mijn kinderen, en per ongeluk ook de andere lessen die dag gegeven zouden worden. Ik grapte hier wat over dat dansen niet echt mijn ding is, waarop de reactie kwam dat er ook een les Hitt training is. En aangezien ik niet echt in toeval geloof, besloot ik mee te doen. Dat heb ik geweten! Werkelijk alle spieren kwamen aan bod, maar wat een heerlijk gevoel gaf het. Het leverde twee dagen behoorlijke spierpijn op, gelukkig beperkte dat zich deze week al tot een dag en tot eigenlijk alleen armen en schouders.

Deze week heb ik een interval training gedaan met 10 x 2 minuten. Ik vond het op dat moment erg zwaar, maar ik voelde me naderhand als herboren. En ook heb ik een training gedaan met blokken van 6 minuten, gevolgd door 3 minuten rust en dat 5 x. Ik keek hier eerlijk gezegd behoorlijk tegenop. Ik loop momenteel rustig of snel en heb moeite om daar een tempo tussen in te vinden, wat eigenlijk wel gewenst is voor wat langere intervallen. De training is volbracht en ook deze gaf me een goed gevoel. Hopelijk helpen deze trainingen me om mijn tempo wat omhoog te krijgen en weer wat tempogevoel te ontwikkelen.

Vandaag gelopen zoals lopen bedoeld is. Of tenminste, hoe het voor mij bedoeld is. Waterfles mee, winegums mee, muziekje op en de tijd hebben. Zwerven, mezelf verwonderen, alles wat ik waarneem in me opnemen. De natuur is prachtig!!

Ok, nu de realiteit. De periode tussen ongeveer een half uur en een uur en een kwartier voelde zo. Ik kon de wereld aan, ik zweefde en genoot van alles om me heen. Het eerste half uur was ik bezig met in mijn ritme komen. Ik las een tijdje geleden iets over “de 12-minuten regel”. Dat houdt in dat als je geen zin of puf hebt om te gaan hardlopen, je toch gewoon moet gaan en het na 12 minuten nog eens moet overwegen. Dan zou het een stuk aangenamer zijn. Dat gaat voor mij niet op. Het eerste half uur is zoeken naar het juiste tempo en vooral mijn hartslag en ademhaling onder controle krijgen. Na een half uur was ik op een adembenemend stukje aarde en voelde ik me goed.

Zonder concreet plan ging ik verder. Aangename temperatuur, zonnetje erbij, helemaal perfect! De weggetjes liepen net iets anders dan ik mij herinnerde, het maakte niet uit. Ik had de tijd en ik voelde me top. Daar in de verte lonkte de Lonnekerberg. Jaren geleden liep ik daar vaak met mijn hardloopmaatje. Als ik geen gekke extra paadjes insla, moet het toch kunnen om dit rondje te gaan maken. Het was er schitterend. Hoewel het gevoel waarmee ik er nu overheen liep toch niet helemaal hetzelfde was als toen. Rustig aan, dit is de lange duurloop. Het gaat niet om snelheid, alleen om genieten. Dat hield ik nog een poosje vol. Ik weet van mijzelf dat als ik op deze manier ga lopen, ik altijd verder loop dan ik aanvankelijk van plan ben. Thuis had ik genoemd tussen de anderhalf en twee uur weg te zullen zijn. Gelukkig kent mijn man mij inmiddels goed genoeg om te weten dat het die twee uur wordt, plus nog een beetje extra (en hij daar ook maar beter op kan hopen, want als dat het niet wordt, ik waarschijnlijk thuis kom en ontzettend….ah fijn, dat hoef ik vast niet uit te leggen). Met nog een kilometer of vijf te gaan, werd het beduidend zwaarder. Regelmatig een paar slokken water en een winegum, om mezelf te motiveren voor het laatste stuk. Ik sprak met mezelf af door te lopen tot 18 km en dan uit te wandelen. Ik heb mezelf weer eens overtroffen in een perfecte opbouw van kilometers en zeer verantwoord trainen. Dit is hoe ik in het verleden ook steeds verder ben gaan lopen, en misschien is dit wel hoe lopen voor mij bedoeld is…Ik ben blij met mijn lijf, dat het al die impulsieve acties goed verteert.

Al met al ben ik zeer tevreden over afgelopen week. Blij dat het me lukte om alle trainingen in de week te krijgen. En vooral blij met hoe ik me nu voel en de afgelopen week heb gevoeld. Voldaan en vol energie!

Dit weekend ben ik begonnen in een boek dat ik nog had liggen en waarvan het stukje van de auteur zelf over het boek, wel heel toepasselijk is:

Ik durf er een stevig paar pinten op te verwedden dat u na een halve of hele marathon of de beklimming van de Mont Ventoux de volgende vraag krijgt: ”En, in welke tijd hebt u dat gedaan?” Zelden zal iemand in een eerste reactie peilen naar uw subjectieve beleving met een vraag waarop u zou kunnen antwoorden: ”Genoten, mens, genoten dat ik heb! Seks is het niet, maar het lijkt er verdorie toch goed op.” Ziet u al het podium waarop de grootste genieters bekroond worden?’
– Marc Van den Bossche in Sport als levenskunst

De ironie van mijn imaginaire lat

12 mei 2020 

Ik kijk omhoog,
daar, net iets boven mijn reikwijdte,
daar ligt hij op mij te wachten,
ik kan er bijna bij….
nog iets,
iets hoger,
iets sneller,
beter, dieper of meer afzien,
bijna, en dan…

Hij ontglipt me net,
hij gaat omhoog,
weer boven me,
ik ga nog sneller,
nog beter en dieper,
zie nog meer af, lijd pijn,
ik wil, ik zal,
ik klim omhoog,
strek mijn hand,
mijn vingertoppen, bijna…

Maar weer, weer omhoog,
nog meer eisen, nog meer verwachtingen,
teleurstellingen aan de kant en vechten,
ik moet, ik kan het,
ga steeds dieper, verder, ik ga door.
Door tot wat?
Wanneer ben ik er?
Niet aan denken! Omhoog kijken!
En grijp! Grijp beet! Grijp die lat!

Aan jezelf opgelegd,
je eigen eisen, je eigen verwachtingen,
en de ironie ervan,
je weet het, diep van binnen,
nooit, nooit zul je het bereiken,
de lat steeds zien, maar er steeds niet bij kunnen.

Maar dan, dan heb je beet…
Je voelt het in je vingertoppen.
Pak het vast! Trek het naar je toe!
Maar hoe ironisch…
Nee niet de lat, die ligt daar nog.
daar net boven je,
het is het broertje,
het is de uitdaging,
…en het is hij die je, ironisch genoeg, steeds op de been houdt!

Lieve groet,
Cobie (2010)

Herstart

10 mei 2020 

Welkom op mijn blog! Ik hoop hier een inspirerend verslag te plaatsen van een mooie reis die ik van plan ben te gaan maken. Een reis naar nieuwe avonturen op sportgebied; op hardloopgebied. Mijn hart ligt daar (of eigenlijk een stukje ervan, want ik heb meer grote liefdes).

Ik sta nu aan het begin, mijn herstart. De kriebels zijn er nog steeds, hoewel er wat jaren voorbij zijn gegaan, zit het stukje verslaving er nog steeds. Ik slurp alle nieuwe informatie die ik vind op en het liefst wil ik dit delen met de hele wereld. Tijdens mijn trainingen ervaar ik euforie momenten of kom ik tot grote inzichten (waarschijnlijk voelt dat alleen voor mijzelf zo op zo’n moment). En in mijn hoofd maak ik plannen, voor ooit ergens in de toekomst of over de weg daar naar toe.

En natuurlijk, ik droom. Ik droom over wat ik graag ooit zou willen. Waar ik naar toe hoop te gaan. Hoe ik daar hoop te komen. Misschien blijft het bij dromen, maar misschien, ooit, op een dag…

Voor nu wil ik graag weer wat meer regelmaat krijgen in mijn trainingen. Me weer wat fitter voelen. Ik had een doel bedacht. Een doel van 21 km halverwege april. Maar helaas.. Het kostte me moeite om de draad weer op te pakken. De motivatie ontbrak me. En eigenlijk, ken ik dat niet.

Ik kijk altijd vooruit. Met een positieve blik naar de toekomst. En ook dat wil ik nu weer. Dit is de eerste stap. Mijzelf middels deze blog motiveren voor een plan. Alles wat me inspireert, bezighoudt, motiveert en uitdaagt, bundelen op een pagina. Zodat ik bewuster kies voor mezelf. Bezig ga met dat wat ik graag wil.

Het blijft lastig voor mij om nu een doel te stellen. Maar wanneer lukt het dan wel? Het grote doel wat verder in de toekomst leggen, dat biedt nieuwe perspectieven. Graag zou ik die magische afstand van 42,195km nog eens lopen. Nu is het puzzelen met de tijd, puzzelen met de mogelijkheden om even tijd en ruimte voor mezelf te hebben. Maar wat als ik dat nu gebruik voor een goede basis. Genieten van het sporten, mezelf weer lekker in mijn lijf voelen en een goed uitgangspunt creëren. En dan stiekem april 2022 in mijn hoofd nemen. Een kleine twee jaar verder. Mijn jongste is dan 4, gaat naar school. En in plaats van huilend op het schoolplein staan, mijn sentiment omzetten in de harde, laatste en lange trainingen van mijn marathontraining. Het lijkt voor nu de perfecte droom!

Lieve groet, Cobie