Wie durft te verdwalen vindt nieuwe wegen

5 juli 2020 

Vorige week maakte ik vol overtuiging mijn doel kenbaar. Ik sliep die nacht weer eens slecht en besloot mijn mail te checken. Een e-mail van de organisatie, die woensdag zou de inschrijving openen. Dat had ik even nodig. Met een heerlijk gevoel vatte ik de slaap. In dezelfde zwijmeltoestand verkerend, openden ik de volgende morgen opnieuw mijn mail….TEUTOLAUF GECANCELD!!! De vorige mail was een foutje en moest als niet verzonden beschouwd worden. De organisatie gaf aan de loop niet zo te kunnen organiseren als ze zouden willen. Heel begrijpelijk, maar ik Baalde!!!

Ik had er rekening mee gehouden en daarom al lang gezien dat er in diezelfde periode in Nederland een aantal traillopen zijn over vergelijkbare afstand, dus ik kan altijd nog ergens lopen. Toch blijf ik het jammer vinden, de Teutolauf blijft speciaal voor me. En is het hebben van een doel dan zo belangrijk? Ik weet het eigenlijk niet, misschien moet ik daar eerst maar eens achter komen.

Toen de halve in april niet doorging en ik rond de periode dat dat bekend werd gemaakt de griep kreeg, had ik even helemaal geen zin om te lopen. Alles wat ik opgebouwd had, liet ik wegzakken. Wekenlang deed ik niets, geen zin, geen motivatie, geen doel. En nu? Ik ben heerlijk aan het lopen, heerlijk aan het sporten. En eigenlijk niet eens heel specifiek. Ik ben bezig op verschillende gebieden. Het geeft me een goed gevoel, het doet me mentaal goed en ik merk dat het me fysiek ook goed doet. Dus misschien is een concreet doel nu niet eens nodig. Mijn echte doel ligt verderop in de toekomst, daar ben ik nu nog lang niet. En alles wat ik nu doe, is mooi meegenomen richting dat doel. Voor nu is de reis belangrijker. En ik kan je vertellen; daar geniet ik met volle teugen van!!!

Even wat cijfertjes van de maand juni: 156 loopkilometers, waarvan 6 duurlopen, 6 intervaltrainingen, 1x een heuveltraining en 1x een tempoloop. Daarnaast 7x mijn eigen krachtcircuit van een half uur gedaan. Meegedaan met 4 strong nation lessen en met 8 zumbalessen. In statistieken samengevat; een mooie sportmaand!

En ook afgelopen week, was een fijne week.

Vandaag stond er een lange duurloop op de planning. Eigenlijk had ik niet heel veel zin, nog een kopje koffie om het vertrek uit te stellen. Een heel concreet plan had ik niet, ik noemde dat ik ergens tussen de 1 en 3 uren weg zou blijven… En de mensen die mij kennen, weten in welke richting ze dan moeten denken. Ik vond al snel een lekker ritme, ik liep lekker en kwam op prachtige plekken. Via de betoverende natuur van Hof Espelo kwam ik, totaal onverwachts (ik heb zo’n goed richtingsgevoel en weet zo perfect hoe alles ten opzichte van elkaar ligt ;-), bij het vliegveld. Even stoppen om mooie foto’s voor de jongens te maken. En daarachter stond een uitkijktoren. Ik besloot naar boven te gaan, in de hoop uit te kunnen vinden waar de Lonnekerberg zich bevond. Een schitterend uitzicht en een iets meer verantwoorde gok welke kant ik mijn weg het beste zou kunnen vervolgen. Het was een adembenemende route. De Lonnekerberg verscheen alleen nog steeds niet en dus begon ik te twijfelen aan de juistheid van mijn keuze. Eerlijk gezegd had ik er weinig vertrouwen in om een loop van meer dan drie uur tot een goed einde te brengen. Gelukkig vond ik een plattegrond en bleek mijn richtingsgevoel toch juist. Bij de Lonnekerberg besloot ik voor het smalle paadje te gaan en dat was prachtig!! Zo is de lange duurloop voor mij bedoeld. Het was modderig, het ging wat op en af, mijn voeten waren inmiddels nat en het miezerde. Het leek warempel een echte trail! Ik meende een paadje te herkennen uit het verleden, een man en zijn hond kwamen daar vandaan, dus hoefde ik me ook niet te laten weerhouden door het bordje; niet betreden. Dat had ik beter wel kunnen doen, want het was natuurlijk geen doorgaande route en kon ik hetzelfde stuk enige tijd later weer terug lopen. En even verderop het vermeende paadje alsnog vinden. Het bleef prachtig, springen over omgevallen bomen en crossen door de modder. En na de Lonnekerberg restte me nog de laatste etappe naar huis. Bij het passeren van de twee-uurs-grens werd het beduidend zwaarder. Tegenwind en de weg liep omhoog (heb ik al eens verteld dat ik van afzien hou..). Ik beloofde mezelf ieder kwartier een paar slokjes water. Tja, waar je op zo’n moment al niet blij mee kan zijn. En ik koos de kortste weg naar huis. Na dik twee en een half uur drukte ik mijn horloge in met 22,5 km op de teller. Het laatste stuk voelde zwaarder dan vorige week, maar ik heb mezelf met de route van vandaag dan ook absoluut niet ontzien. Bij thuiskomst deed ik mijn rekoefeningen en spoelde ik mijn benen af met koud water, wat ik altijd doe na een zware training om de spanning van mijn benen af te halen. En ik moet eerlijk zeggen dat ik me naderhand goed voelde, niet extreem moe en geen zware benen.

Gisteren stond er een tempoloop van 7,5 km op het schema. En dat was stiekem een behoorlijk tegenvaller, ik dacht er met een paar korte stukken voor weg te komen. Voor de zekerheid checkte ik het schema nog even en daar stond 7,5km tempoloop, ja, het stond er echt. En eigenlijk had ik geen excuus om het niet te doen… Ik liep een klein stukje in en stelde mijn horloge opnieuw in om precies de juiste afstand te kunnen bepalen. En ik moet eerlijk bekennen dat het goed ging. Ik vond een prettig ritme wat zwaar voelde. Mijn hartslag liep gestaag op van 153 naar 166 hartslagen per minuut en ik kon mijn tempo vlak houden. Ik check dat niet tussendoor, ik loop op gevoel en bekijk de gegevens naderhand. Dik tevreden met mijn tijd, mijn vijf kilometer tussentijd, was sneller dan de vijf kilometer tijden die ik de afgelopen maanden (jaren) heb gelopen. En ik heb constant gelopen. Dus tot de 7,5km hetzelfde tempo. Nu maar hopen dat de singelloop in september door gaat, 8 km. Dan moet ik een mooie hap van mijn tijd van vorig jaar af kunnen halen….

Dinsdagmiddag deed ik een intervaltraining; 8x 2 minuten met steeds 1 minuut pauze. Het ging lekker en ik liep voor mijn doen echt hard! Heel hoopgevend!

Dinsdagavond zou ik zumba doen. Op het laatste moment ging het niet door. Ik had mijn sportkleren aan…dan is er de keus…of op de bank voor de tv ploffen….of nog een keer lopen…. Het werd een dikke 9 kilometer in een tempo wat iets hoger ligt dan mijn duurlooptempo (D2). Dat was dan eigenlijk weer niet de bedoeling, maar het ging lekker en makkelijk en ik wilde nog even mijn hoofd leegmaken (ik weet het, het zijn allemaal excuses voor een minder verstandige actie). Ik bedacht me wel hoe blij ik moet zijn met mijn lijf, het accepteert alles wat ik bedenk, zonder noemenswaardig protesteren.

Verder deze week meegedaan met twee zumba lessen en een les strong nation. De zumba en strong les van donderdag waren weer binnen. Het was leuk, gezellig! En pittig! Als iemand iets noemt van: “daag jezelf uit” of “nog maar..keer”, tja dan ben ik daar wel voor in. En ook nog een keer mijn eigen krachtcircuit gedaan deze week.

Kortom: het was weer een volle, gevarieerde sportweek!

Op naar een nieuwe uitdagende week!

Lieve groet, Cobie

Lopen zoals het bedoeld is!!!

28 juni 2020 

Nog even wat euforie momentjes na mijn gedachtespinsels van gisteren;

Vandaag drukte ik de stopknop van mijn horloge in bij 23,5km. Ik heb heerlijk gelopen, echt zoals het bedoeld is. Het kostte tot de laatste meters aan toe weinig moeite. En naderhand bekeek ik de gegevens. Alle 5km tussentijden verschilden maximaal 7 seconden van elkaar. Tot 15 km was mijn hartslag vlak. Daarna liep het van 144 slagen per minuut naar 157. Wat voor mij echt prima is. Dus het voelde niet alleen goed, het ging ook goed!

Gisterochtend stond er een tempoloop over 5km op het schema. Het was al warm toen ik wegging. Ik besloot de 5km over een trailpad te lopen, twee rondjes landhuis. En op het gevoel, dat gevoel zoals een tempoloop hoort te voelen (en dat ken ik nog wel uit het verleden). Ik merkte dat ik op het stukje dat wat afliep, snel in herstel verviel. En dat was niet de bedoeling, doortrekken! Ik was onderweg allerlei excuses aan het bedenken om eerder te stoppen, een pauze in te lassen of het laatste stukje over de weg af te leggen. Ik kon mezelf streng toespreken en wist het de training te voltooien, zoals ik bedacht had. Het was minder dan een minuut langzamer dan mijn laatste 5km tempo tijd over de weg onder koele omstandigheden. Dik tevreden dus!

En ook dinsdag een goede training volbracht. Het was ontzettend warm, ik was dus blij dat het schema “maar” 6x 2 minuten voorschreef. Lekker gelopen.

Verder ook veel gedaan, ondanks dat niet alles makkelijk ging, heb ik het wel gedaan. Drie zumba lessen, een les strong nation en gisteravond een half uurtje kracht; armen en core.

De echte rustdag vrijdag was fijn en goed. Op alle fronten flink bij getankt en dat heeft me goed gedaan.

Ik ben afgelopen week prachtige dieren tegen het lijf gelopen. Tijdens mijn tempoloop eerst een reetje, nog geen meter voor me. En een kilometer verderop een eekhoorntje, bijna op aai afstand. Vandaag zag ik een specht, zich verstoppen aan de achterkant van een dikke tak. Een roofvogel die op jacht was naar muisjes in het veld. En reigers in meertje bij het Aamsveen.

En nu wacht de meest leuke activiteit van de hele week…het huishouden…of zal ik toch spelletjes blijven doen met de kids…

Lieve groet, Cobie

“Never be afraid to try something new, because life gets boring when you stay within the limits of what you already know”

27 juni 2020 

  • Chaos

” de chaos moet erkend en geleefd worden voordat hij nieuw geordend kan worden”– Herman Hesse

Whaaaa, wat wil ik nou eigenlijk? Wat vind ik leuk? Of wat vind ik het leukste? Wat is er mogelijk? Nu? En straks na de zomervakantie, als de spits weer begint? Wat wil ik opofferen? Wat kan mijn lichaam aan? Ik heb mezelf een hardloopdoel gesteld. Halverwege oktober. In de heuvels. Over een afstand van 30 km. Het moet haalbaar zijn, MAAR…. Ik zal er wel wat voor moeten doen. Ik zal er gericht wat voor moeten doen. Daar staat tegenover dat als ik wat bedenk, ik er volledig voor ga en ik er voor zal zorgen dat ik er in slaag. Is dit nu wat ik wil? Ja, ik wil dit wel heel graag! En dat wat ik er voor moet doen? Het zelfgemaakte schema van de eerste keer dat ik er liep, daterend uit 2009, schrijft vijf hardlooptrainingen in de week voor. Waarvan gemiddeld twee over een langere afstand. Is dat wat ik wil? Deels, misschien..Ik loop nu drie keer in de week, als ik loop, voelt het goed. Het gaat steeds beter, ik houd er naderhand een goed gevoel aan over. Maar ik haal er (nog) niet de voldoening uit die ik graag zou willen. Kan ik de frequentie dan opschroeven, wil ik dat? Nee, nu niet. En de club waar ik nog altijd lid van ben, wil ik daar de trainingen weer oppakken? Ik weet het niet. Hoe gaan de weken er na de vakantie uitzien? De lessen die ik nu volg, zumba en strong nation, wat kan ik daar nog van volgen na de vakantie? En wil ik dat? Ja, dat geeft me momenteel veel voldoening. En wat heb ik daar dan aan met het oog op mijn loopdoel? Whaaa, ik weet het niet! Waarom moet het zo ingewikkeld zijn?

  • Relativering

” sometimes a change of perspective is all it takes to see the light”- Dan Brown

Ok! Tijd om orde op zaken te stellen! Ik loop nu drie keer in de week. Dat is haalbaar en dat moet straks na de vakantie ook zeker lukken. Twee keer in het weekend en 1 keer door de weeks, op welke dag dan ook. De lange duurloop in ieder geval in het weekend. En vooral zorgen dat de trainingen kwalitatief goed zijn. De afstand moet worden uitgebreid, het liefst tot iets voorbij de 30 km. Er zal wat tempo aan toegevoegd moeten worden, dus in ieder geval iets met intervallen of een tempo loop. Misschien nog een wedstrijd tussendoor, maar dat is voor nu een onzekere factor. En ik zal heuveltraining moeten doen. Momenteel vind ik de strong nation les het fijnste sportmoment in de week. Dus misschien moet ik daar mijn prioriteit qua planning gaan leggen. Proberen of ik dat met het thuisschema rond krijg en dan de rest van mijn trainingsplanning daar op afstemmen. De les is een HITT, eigenlijk een krachttraining voor het hele lichaam. Dus ik ben ervan overtuigd dat het mijn loopprestatie ten goede zal komen. Zumba wordt op meerdere momenten aangeboden, dus wellicht blijft het mogelijk om ook daar aan deel te nemen (of zo nu en dan). En als ik dan kijk wat ik verder eigenlijk zou moeten doen, dan is een vierde looptraining wenselijk en wat extra krachttraining. Misschien lukt het mij niet om dit structureel in de plannen, maar moet ik dit toevoegen waar ruimte is. Of het koppelen aan andere trainingen, waardoor het minder tijd in beslag neemt. Alles zo beschouwend, lijkt het een stuk positiever en haalbaarder.

  • De weg

“jouw weg vind je op geen enkele kaart maar toont zich in de moed van elke stap”

Mijn weg? Ik denk dat deze reeds is begonnen. Ik ben al goed gestart. De eerste basis is gelegd. Het eerste zesweekse schema is al voltooid. De eerste week van mijn achtweekse halve marathon schema zit er bijna op. Mijn schema uit 2009 zal ik gaan aanpassen aan mijn mogelijkheden en wensen nu. Het was een tienweeks schema en heeft een week overlap met het schema dat ik nu volg. En wat de weg verder zal brengen…. we zullen het meemaken. Ik heb mezelf nog wel een ander doel gesteld en ik denk dat dat ook van invloed zal zijn op de weg naar naar mijn hardloopdoel. Bij elke verandering of bij alle het onverwachte, schiet ik in de weerstand. Mijn eerste reactie is standaard; “ja, maar…” En dat wil ik niet meer. Ik wil openstaan voor alles, kijken naar mogelijkheden in plaats van onmogelijkheden en dus reageren met; “is goed” of ” ik zal er over na denken”. Ik ben benieuwd wat (voor nieuws) dat me gaat brengen. Het maakt mijn weg naar mijn doel, vast avontuurlijker.

  • Zwaktes

“to become stronger you must first face your weakness”

Waar zal ik eens beginnen. Het sporten gaat lekker, maar alles er omheen drijf ik behoorlijk op de spits. Slapen, te weinig. Brandstof, zowel eten als drinken, te weinig. Activiteiten, veel te veel. Klinkt als een goede balans toch. Afgelopen week heb ik er een hele beroerde nacht bij gehad. Nu zijn mijn nachten sowieso niet erg lang, dus dat hakte er behoorlijk in. Ik blijf het lastig te vinden om het juiste te eten. Als ik de regelmaat van het werken heb, gaat het goed. De andere dagen moet ik er heel bewust bij stil staan, maar vaak krijg ik te weinig energie binnen. Mooie bijkomstigheid is wel dat ik begin af te vallen, maar dat is niet het doel. Deze week was het warm, vaak kan ik er redelijk tegen, mits ik mijn eten en drinken er op afstem. En dat deed ik te weinig. Ik deed mijn trainingen door, maar putte mezelf uit. Daar kwam nog bij dat ik veel heb gedaan de voorbije week. En afgelopen donderdag na twee lessen in de warmte, voelde ik me echt niet happy meer. Daar was toch echt mijn grens. Mijn spieren trilden en ik was opeens zo ontzettend moe. Ik viel als een blok in slaap en ook de vrijdag vond ik alles wel even welletjes. Mijn zwakte blijft het bewaken van mijn grens. Ik zal het onder ogen zien en proberen de balans te bewaken, of er in ieder geval minder extreem over heen te gaan.

  • Bestemming

“alles wat je meemaakt brengt je rijker op je bestemming”

Mijn bestemming… halverwege oktober hoop ik dat dat de finishlijn van de Teutolauf zal zijn. Fit en met een lach op mijn gezicht en met een nieuwe nog uitdagendere bestemming reeds in mijn gedachten….

Lieve groet, Cobie

” I’m not telling you it is going to be easy, I’m telling you it’s going to be worth it” – Art Williams

21 juni 2020 

Het was een heerlijke trainingsweek!!! Schreef ik vorige week nog dat het puzzelen was, deze week leek alles redelijk te kloppen.

Maandag een half uurtje kracht; armen en buik. Dinsdagmiddag interval, een piramideloop. Zeker niet mijn favoriet, maar niet klagen en gewoon doen. ’s Avonds meegedaan met zumba. Woensdag was een rustdag. Donderdag zumba en strong nation. Vrijdag wederom een rustdag. Zaterdag stond er 5x 6 minuten met steeds een halve minuut pauze op de planning, maar ik wilde ook heuveltraining doen. En dus combineerde ik het. 5x 6 minuten in een stevig tempo op en af de fietsbruggen en steeds 30 seconden pauze. Daarna een half uur kracht; armen en buik. En vandaag een lange duurloop; 19km.

Waarschijnlijk is het aan alle kanten niet geheel verantwoord, maar ik heb alles kunnen doen en mijn lijf heeft het volgehouden.

De half uurtjes krachttraining worden makkelijker, zes verschillende onderdelen. Steeds 45 sec, dan 15 sec om te wisselen. Na alle 6, 1 minuut pauze en de serie 4 x. Twee onderdelen vind ik pittig, maar het is steeds beter te doen.

De les strong nation van de donderdag is pittig. Alles gaat me steeds wat makkelijker af. Daarentegen gaat het niveau ook steeds iets omhoog, waardoor het geheel er steeds wel inhakt. Vandaar mijn keuze om zowel de woensdag als de vrijdag als rustdag te houden.

Ik heb gemerkt dat ik voor nu twee rustdagen fijn vindt. Ik combineer liever wat op andere dagen, zodat mijn lichaam ook echt twee dagen rust krijgt.

Bij de zumba lessen ben ik op een ontspannen manier lichamelijk actief. Ik word er vrolijk van en vind het leuk.

De piramideloop van dinsdag was goed te doen, gestaag gaat mijn tempo iets omhoog. De training van gisteren was moordend. Vooral de korte pauzes voelden heel wreed. Ik had me voorgenomen om niet op tempo te lopen, dat was niet te doen aangezien ik niet precies kon plannen waar ik op elk moment liep en wanneer omhoog en omlaag. Ik liep op gevoel; dat gevoel dat het zwaar is, dat je vrijwel doorlopend jezelf moet pushen om het vol te houden. De eerste drie series gingen redelijk. Bij de vierde werd het beduidend zwaarder. En in de vijfde serie ging mijn tempo omlaag en moest ik echt mijn best doen om door te trekken en om in de juiste houding te blijven lopen. Dat was ook niet erg. Ik heb hier de laatste tijd nog niet echt op getraind, ik kon doorlopen, ook omhoog en hoefde niet te wandelen. Ik denk dat de krachttraining/ strong nation hier zeker een positieve bijdrage aan leverde. Vandaag had ik mezelf voorgenomen om het maar als herstelloop te beschouwen en maar te zien hoe ver ik zou komen. Ik had buikpijn, waarschijnlijk spierpijn. Toch kon ik wel redelijk makkelijk doorlopen. Tot ongeveer 15 km heb ik lekker gelopen, tot 17,5 was het zwaar en de laatste 1,5 km waren echt niet leuk meer. Ik mocht van mezelf bij 19 km stoppen.

Ik blijf het lastig vinden om aan de goede kant van het dunne lijntje te blijven. Ik vind het heerlijk om hard te trainen, of eigenlijk te hard te trainen. In een ver verleden kon dat. De rest van de zondag deed ik dan helemaal niets meer. Of ik stuiterde na een zware intervaltraining of tempo loop nog uren na in mijn bed. Nu is dat allemaal iets minder verstandig. En dat woord haat ik dan weer in combinatie met trainen. Als ik thuiskom zijn daar mijn man en kinderen en allerlei klusjes in huis die moeten gebeuren. Ik moet nu zorgen dat ik niet volledig uitgeteld thuiskom, slechts een beetje… Zodat ik nog energie heb om er voor mijn kinderen te zijn en dat te doen wat nog gedaan moet worden. Maar soms is het zo fijn om daar toch even een beetje in de buurt te komen ?

Lieve groet, Cobie

Durven is even je evenwicht verliezen

14 juni 2020 

1. overmoed

Een uitdaging, de eerste stap snel gezet,
impulsief, vol van vertrouwen,
een grote sprong naar een onbekend terrein.

Zo dichtbij de kant blijf je makkelijk staan,
het touw hangt stil, verroert zich niet,
het immense vertrouwen onaangetast.

2. realiteit

En ook de tweede bracht totaal geen verzet,
dit als avontuur beschouwen,
in de richting waar je denkt te willen zijn.

Iets verderop nu, een vleug wind dient zich aan,
de lijn veert mee en je geniet,
het is een dynamisch geheel, opgepast!

3. twijfel

De volgende fase bederft die de pret?
Alert het gaat je benauwen,
ook een wankel evenwicht krijgt je niet klein.

Je kijkt achter je, daar kwam je toch vandaan?
Het is niet meer wat je verliet,
je bent nu veel verder, zo veel meer ballast.

4. herpakking

Nu is je doorzettingsvermogen aan zet,
afzien, herpakken, verstouwen,
problemen het hoofd bieden, de laatste pijn.

Je balanceert, probeert het lot te verslaan,
dat dunne koord, je doelgebied,
je overmoed was je wederom tot last.

5. overwinning

Je ziet de overkant, al bijna gered,
je gaat luchtkastelen bouwen,
concentratie, in de staart zit het venijn.

je hervindt jezelf, strekt je rug, rechtop staan,
de laatste pas, het is geschied,
je hebt jezelf weer eens ontzettend verrast!

Geschreven uit het hart! Regelmatig voel ik een wankel evenwicht, balanceer ik en zijn er twijfels waar naar toe. Het ging niet vanzelf deze week. Of misschien wil ik gewoon te veel… Maar dat is dan weer moeilijk toe te geven aan mezelf. Ik ben aan het puzzelen met de trainingen die ik wil doen en hoe ik het zo in een week kan stoppen, dat ik ook de beoogde kwaliteit kan halen. En anderzijds denk ik dat ik nu misschien blij moet zijn met een iets minder hoog niveau. Als het goed is (volgens de natuurwetten), past mijn lichaam zich aan aan de trainingen, waardoor het tot steeds meer in staat is en het over een korte periode wel de trainingen aankan op het niveau dat ik graag wil. Of, mezelf kennende, heb ik daarvoor de lat al weer omhoog gelegd. En blijft dit de realiteit waarmee ik het moet doen. Het moge duidelijk zijn, ik blijf puzzelen. En ik schrijf mijn frustratie middels een gedicht wel van me af ?

Maandag mijn eigen circuit krachttraining gedaan. Dinsdag korte intervallen. Woensdag rustdag. Donderdag zumba en strong nation. En eigenlijk ging dat allemaal lekker. Wel hakten de lessen van de donderdag er meer in dan ik aanvankelijk doorhad. Vrijdag rustdag. Zaterdag zou het 5x een km worden met 1min pauze. Het was benauwd, ik blies mezelf volledig op tijdens de eerste interval en hield het na 3x een km maar voor gezien. Later mijn eigen circuit krachttraining nog een keer gedaan. En vandaag stond er een lange duurloop op de planning. Ik had last van de hoge luchtvochtigheid. Het eerste half uur voelde loodzwaar. Daarna werd het iets makkelijker, maar ik kreeg het niet cadeau vandaag. Ik wist de 15km vol te lopen en ik denk dat ik daar voor vandaag tevreden mee moet zijn.

Daarnaast heb ik nagedacht over wat ik graag wil. De trail in de Ardennen wordt een hoop geregel en dan kan ik eigenlijk nog niet dat lopen wat ik graag wil. Vandaar dat ik iets anders bedacht heb. Maar ik ga het nog niet verklappen. Ik zal de komende tijd flink aan de bak moeten. De afstand moet omhoog en ik zal heuveltraining moeten opnemen in mijn planning. Dat wordt puzzelen… en vertrouwen op de adaptatie van mijn lichaam. Ik heb nog even de tijd, tot halverwege oktober. Eerst een goede basis en dan de rest. Wordt vervolgd…

Lieve groet, Cobie

“Een utopist ziet het paradijs, een realist ziet het paradijs met slang” –Helmutt-Walters

7 juni 2020 

Lang geleden, heel lang geleden, ik zal een jaar of vijf geweest zijn, zag ik een kinderserie op een van de drie publieke zenders die we hadden. En wie kent het niet: Seabert! Dat kleine, lieve, witte, schattige zeehondje (ok zoveel jaar later is het diertje een beduidend stuk irritanter ;-). Ik heb geen idee meer waar de aflevering over ging, maar ze kwamen in het paradijs. Dat daar wat ik op onze dikke, kleine, storende (kabel hadden we nog niet, dus antenne it was) tv zag, was dus Het paradijs. Ik geloofde het meteen, het was prachtig, vredig, de mooist denkbare kleuren en de meest exotische diersoorten. Vooral de vogels maakten indruk, al zou ik niet meer weten hoe ze eruit zagen. Wel weet ik dat ik hier regelmatig aan terugdenk. Elke keer als ik een Vlaamse Gaai door de lucht zie gaan, denk ik aan de vogels van “het paradijs”. Voor mij staat de Vlaamse Gaai inmiddels symbool voor “het paradijs”. En geloof het of niet, maar ik kom ze regelmatig tegen. Vooral tijdens het hardlopen. En ik waan me dus met grote regelmaat in “het paradijs”.

De afgelopen twee weken zo veel moois mogen waarnemen en zo veel euforie momenten gehad tijdens het lopen. Volledige concentratie op een smal bospaadje om niet in aanraking te komen met het schrikdraad of de brandnetels, de schrik was groot toen ik vlakbij wat zag wegschieten. Het was een reetje, bijna op aai-afstand. Hij schoot het bos in, we stopten beide en keken elkaar even aan alvorens ik hem behendig zijn weg zag vinden in het bos. En dan de roofvogels, de fazant en de konijnen nog. Een hond die door het weiland naast me speels een stuk meerende. Een mountainbiker die schuilde voor de regen en met wie ik mijn sarcasme op dat moment even kon delen. Hij fietste verkeerd waardoor ik hem later nog een keer tegenkwam. En de bekende die ik tijdens mijn lange duurloop tegen het lijf liep en met wie ik na lange tijd weer even kon bijkletsen.

En ook het lopen als lichamelijke activiteit, of eigenlijk het sporten in het algemeen bracht me veel moois en goeds de afgelopen veertien dagen. Beide weken drie hardlooptrainingen kunnen doen. Vorige week een training met korte intervallen en een training met tempoblokken. En als afsluiter die week voor het eerst sinds lange tijd de halve marathon afstand gehaald. Impulsief plakte ik aan de achterkant van mijn ronde toch dat mooie stukje Duits bos aan. Dat bracht de teller op 20, en als “hardloper” zijnde, is het toch mooier om van de halve marathon te kunnen spreken, dus nog een stukje weg op en neer om 21,1 km vol te lopen. Het ging goed, wel voelde ik de training dinsdag nog in mijn benen. Daar kwam bij dat mijn rechterknie en kuit gevoelig waren en de temperatuur ’s middags hoog was, wat maakten dat ik de training met korte intervallen inruilde voor een herstelrondje. Ook ben ik bezig om een weg te vinden in het invoegen van wat krachttraining, mijn streven is om dat drie keer per week te doen. Vorige week wat trainingen gedaan via een app en ik vermoed dat de gevoeligheid in knie en kuit daar vandaan komen. Voor deze week had ik zelf een circuitje gemaakt, gericht op buik- en armspieren om mijn benen wat te ontzien. En deze week was de les strong nation er weer (op donderdag), waar ik me op verheugde. Ik was ontzettend moe, we hadden thuis de boel al vroeg aan kant en de les zou via zoom gegeven worden. Impulsief besloot ik in plaats van te wachten ook deel te nemen aan de les zumba, die daarvoor gegeven werd. Het was heerlijk om twee uurtjes bezig te zijn. De vrijdag werd rustdag en zodoende stonden er twee trainingsdagen na elkaar op de planning. Voor zaterdag een training met lange intervallen en nog een keer mijn eigen krachtcircuit. Met de rem erop de versnellingen gedaan, alles op souplesse en alleen de laatste interval aangezet om het tempo vast te kunnen houden. Dat ging lekker en ook de krachttraining ging goed. Ik zal eerlijk bekennen dat ik de trainingen van gisteren vandaag tijdens de lange duurloop wel voelde. Mijn benen waren zwaar en ik zou mezelf niet zijn als ik een niet wat zwaarder parcours bedacht had. Ik heb wederom de halve marathon afstand weten te halen, maar deze moest van verder komen dan die van vorige week.

Momenteel kan ik erg blij worden van het trainen. Het gaat goed, ik kan steeds dat doen wat ik graag wil en ik begin een kleine vooruitgang te voelen. Mijn lichaam wordt sterker en ik voel me fitter. Waarschijnlijk heb ik de weergoden wel eens ingefluisterd dat ik van (een beetje) afzien hou. Strijden tegen de elementen vandaag; halverwege kwam het met bakken uit de lucht. Binnen een paar minuten was ik volledig doorweekt en even later striemden dikke druppen op mijn armen. Veel wind, het was een groot buitenspeelparadijs. Grote plassen, veel modder, ik kan de verleidingen dan niet weerstaan. Ik hou van hard trainen zowel bij het lopen als ook bij de andere trainingen, ik zoek graag mijn grenzen op en probeer ze iets te verleggen. Ook dat is paradijs voor mij.

Afgelopen week las ik een artikel over het ontstaan van blessures. De schrijver concludeerde dat deze vooral het gevolg zijn van te veel zitten. En laat deze conclusie mij nu net goed van pas komen, de oplossing van mijn gevoelige knie en kuit hoefden dus niet gezocht te worden in extra rustdagen. Ik paste mijn trainingen aan, zodat bijna alles op souplesse ging en er tussendoor rust was.

En gisteravond viel mijn oog op een hardloopwedstrijd die, in alternatieve vorm, door lijkt te gaan. En wat denk je, in Het Paradijs. Trail des Fantomes, daar waar mijn mooiste hardloopherinneringen mee verbonden zijn. Ik ga nog even nadenken over het verschil tussen utopie en realiteit en wat nu eigenlijk het beste bij mij past…

Lieve groet, Cobie (voor nu een positieve realist)

Gevoel versus verstand

1 juni 2020

Zal ik wel gaan of zal ik niet gaan? Zal ik nu gaan of zal ik later gaan? Met horloge of zonder? Welk rondje wordt het? Wordt het een kleine ronde of een grote? Wat zal het tempo zijn?

Waar heb ik zin in? En wat is verstandig? Of moeten deze vragen in omgekeerde volgorde gesteld worden?

Die eeuwige tweestrijd bij het lopen, voor het lopen, tijdens het lopen. Het gevoel versus het verstand.

Ooit begonnen bij een beginnersgroep, ik wilde wel wat meer bewegen. Een half jaar daarvoor gestopt met roken en al enige tijd probeerde ik iets gezonder te eten. Eigenlijk zag ik weinig kans van slagen, maar ik kon mezelf dan tenminste voorhouden dat ik een poging had gewaagd. We kregen een schema met minuutjes hardlopen, afgewisseld met minuutjes wandelen. Zo simpel was het, ik hoefde alleen maar dat te volgen. Dus dat deed ik. Het ging makkelijk en stiekem gaf het me al snel een goed gevoel. Ik merkte ook dat ik al snel meer kon, dan wat het schema zei. En dat ook dat me een goed gevoel gaf.

Na de beginnersgroep werd ik lid van de vereniging, ik liep de trainingen daar mee. Gewoon omdat het leuk was, ik er zin in had en me er goed bij voelde. En ook liep ik zelf. Wanneer ik er zin in had deed ik mijn hardloopkleren aan en ging ik de deur uit. Ik liep daar naartoe waar het er mooi uitzag en ik keerde om wanneer ik vond dat het tijd was om naar huis te gaan. Of wanneer ik de weg weer terug had gevonden na een zoveelste verdwaal avontuur. Meestal was het keerpunt eigenlijk te laat, moe begon ik aan de terugweg. Het zal dan ook niemand verbazen dat de afstanden van mijn duurlopen in snel tempo opliepen.

En toen kwamen de dromen. Wat als ik me toch stiekem inschrijf voor die halve marathon. Ik noemde het enkele weken voor de wedstrijd op de club en de blikken zeiden me genoeg. Ik voegde er de afstanden van mijn lange duurlopen aan toe, waardoor de verbaasde blikken werden ondersteund met de woorden, dat ik iets rustiger aan moest doen en niet ieder weekend een halve marathon hoefde te lopen. Ik liep de halve een jaar na de start van de beginnersgroep in een tijd van 2 uur 12 minuten. Het laatste stukje was zwaar geweest. Maar het geheel zorgde dat mijn dromen alleen maar groter werden.

Wel realiseerde ik me op dat moment dat ik gerichter zou moeten trainen. Er zou meer “verstand” in mijn trainingen moeten. Het volgende doel werd de halve onder de twee uur. Gerichter trainen bracht me naar een halve net iets boven de twee uur. Op een mooie zomeravond liep ik in een pitoresque landelijk dorpje in Duitsland voor het eerst de halve onder de twee uur. Ik had alles losgelaten, was aan het genieten en pas in de laatste kilometer had ik door dat ik de grens moest kunnen verslaan en zette ik alles op alles. Nu had het “gevoel” me hier gebracht.

Ik wilde daaropvolgend in het najaar graag de Teutolauf gaan doen. Een kleine dertig kilometer met 600 hoogtemeters erbij. Dat werd dus de afstand uitbreiden en heuveltraining toevoegen. Ik maakte mijn eigen schema waarin ik rekening hield met alles. Ik trainde gedisciplineerd, deed dat wat het schema zei. Ik liep inmiddels bij de club in een andere groep en maakte ook daar mijn doel kenbaar. Kort voor de wedstrijd noemde de trainer mijn plan onverantwoord. Volgens hem was dit qua zwaarte vergelijkbaar met een marathon. Dat bracht me aan het twijfelen. Iemand sprak de wijze woorden: “wat je omhoog gaat, ga je ook weer naar beneden”. Hoe idioot en simpel het ook klinkt, het motiveerde enorm. Mijn verstand vertelde me wat ik had gedaan en dat ik er klaar voor was. Volgens mij heb ik zelden meer genoten van een wedstrijd dan van deze. Dat gevoel boven aan de hoogste heuvel, een windje erbij en het warm en koud tegelijk hebben. Na een dikke drie uur kwam ik met een grote glimlach over de finish.

Maar als dit vergelijkbaar was met een marathon…mijn volgende doel was snel gesteld. Een half jaar later, twee jaar na de start, zou ik mijn eerste marathon gaan lopen. Wederom maakte ik zelf een schema, nu kwam het commentaar sneller dan vlak voor de wedstrijd. Ik zou mezelf met dit schema naar de filistijnen helpen, de trainer maakte een goed opgebouwd schema. Er volgden heerlijke maanden van trainen. Ik ontmoette veel nieuwe mensen, liep veel samen met anderen en ook veel zelf. Ik kon enigszins schuiven met de trainingen op het schema en zo alles redelijk laten kloppen. Verstand en gevoel zaten vaak dicht bij elkaar. En in geval van twijfel, won het gevoel. Ik liep gewoon een flink stuk extra als ik daar zin in had en me goed voelde.

Tot tijdens een pittige training de vraag kwam hoe ik voor de rest met alles omging. Uhh, hijg, hoezo, hijg? Voeding, krachttraining, slaap en stress, daar had ik weinig antwoorden op en op dat moment ook niet de adem voor. Waarschijnlijk de perfecte timing om me aan het nadenken te zetten en in te spelen op mijn verstand. We kochten een huis en een maand voor de wedstrijd verhuisden we, het viel een beetje tegen waardoor we er eerst zaten met halve elektra, geen fornuis, geen internet en telefoon en eigenlijk een grote chaos- geen stress. Met de andere drie punten was ik eigenlijk niet bezig geweest. Slapen was over het algemeen geen probleem. Voeding, ik at redelijk gezond, maar daar was ook alles mee gezegd. En krachttraining, ik wilde lopen, geen stomme, zware oefeningen doen. Volgens de experts zou het me in het laatste stuk van de marathon helpen. Wanneer de vermoeidheid toe zou slaan zouden de gedane oefeningen helpen om beter rechtop te blijven lopen en zou het minder zwoegen zijn. En als ik er nu mee zou beginnen, dan zou het nog enig effect hebben. Dus toen kwam er toch een dosis extra verstand bij. Ik hield meer rekening met voeding en deed braaf dagelijks wat oefeningen. Vlak voor de marathon attendeerde een bekende me erop dat het ik het werk geleverd had en dat die marathon mijn feestje zou worden, mijn ereronde. Ik was de week voorafgaand ontzettend zenuwachtig. Bij de start kwam de rust, het vertrouwen. Het voelde inderdaad als een feestje! En dat gevoel bij het passeren van de finishlijn, het is onbeschrijfelijk. Het is ultiem geluk. En volgens mij heb ik daar mijn volgende plannen gemaakt. Het was zo gaaf, ik wilde meer.

In de periode die volgde heb ik veel op gevoel gedaan. Ik bleef profiteren van de basis die ik gelegd had en kon zodoende steeds dat doen waar ik zin in had. Ik merkte dat mijn lichaam twee zware trainingsdagen na elkaar aankon en dat een derde dag wel echt afzien werd. Er waren dus zeker nog wel grenzen, maar ik had ze inmiddels zo ver opgeschoven dat vrijwel alles wat ik wilde of waar ik zin in had mogelijk was. Ik had wel eens een kleine blessure, mijn lijf greep dan wel even in. Voor de tweede marathon in Enschede bijvoorbeeld. De periode daarvoor was emotioneel geweest en achteraf gezien, denk ik, dat ik nog niet alles een plekje had gegeven. Het schoot een week voor wedstrijd in mijn kuit, veel rust en fysio bezoeken. Een lekke band zorgde dat ik ging warmlopen naar de start, het voelde goed. Vol overmoed en veel te snel half hinkelend van start. Bij kilometer 13 was het leuke eigenlijk wel voorbij en vanaf 15 kilometer had ik echt geen zin meer en dan is 42 kilometer echt een heel eind! Vervolgens liep het parcours nog drie keer vlak langs mijn huis. Ik heb zelden zo afgezien, maar ik denk dat zowel mijn gevoel als mijn verstand die dag heel veel geleerd hebben.

De volgende “nieuwe” doelen die ik mezelf stelde waren gericht op het uitbreiden van de afstand. Ik vreesde om weer eens voor gek verklaard te worden, maar dat bleef me bespaard. De trainer hielp me informatie te krijgen en maakte een schema. Het bleef wel allemaal veel op gevoel. Ook merkte ik dat het lijntje tussen verstand en gevoel vaak dun was. Lopen op gevoel voelde goed, maar op tijd je verstand gebruiken. De veluwezoomtrail van 50 km was, ondanks de hitte, fantastisch! De hardloopvierdaagse (100 km in vier dagen verdeeld over 6 etappes) was afzien met een hoofdletter. Ik liep veel te hard, geblesseerde voet al in de tweede etappe. Tel daarbij op: gebrek aan koffie, te dunne slaapzak, kou, slecht slapen en niet naar de wc kunnen. En daarna mijn meest ultieme loop, Trail des Fantomes, 50 km door de Belgische Ardennen. Dat was een paradijs, alles klopte! Na 8 uren kwam ik moe, voldaan en intens gelukkig over de finish. Ik denk dat gevoel en verstand elkaar hier hadden gevonden. Ik liep met mijn hoofd op mijn gevoel.

Op sommige momenten wint het verstand en heb je dat ook nodig om je doelen te halen. Ooit wilde ik de 10 km onder de 50 minuten lopen. Ik heb mezelf hier volledig van overtuigd, ik heb het gevisualiseerd. Er was voor mij geen twijfel meer, ik zou zo hard lopen als ik kon en die grens gaan halen. Ik heb mezelf mentaal geconditioneerd op dat moment, maar of het verstandig was. Ik ben door alles heen gelopen, mijn blik was alleen op de finish gericht en op het doel om die zo snel mogelijk te bereiken. Ik vind het nog steeds een beetje beangstigend als ik terugdenk aan toen, ik mis het laatste stukje van de wedstrijd. Ik heb mensen niet gezien, niet gehoord wat ze zeiden. Opeens zat, lag, hing ik daar met een bekertje water voorbij de finishlijn. Ik was heel boos op alles en iedereen. Zo’n rare gewaarwording. Gelukkig was ik snel bij zinnen en kon ik genieten van mijn 48 minuut nog iets op de 10km.

Toch geven die keren hardlopen op gevoel mij de meeste voldoening. Gewoon gaan en voelen dat alles klopt. De gedachten de vrije loop laten. Die geluksmomenten in een wedstrijd, door de duinen van Terschelling het strand oplopen en je nietig voelen bij het zien van die grote zee.

Ik denk dat de combinatie van gevoel en verstand het lopen zo fascinerend maakt. Soms heb je meer behoefte aan het een en soms aan het ander. Als ze goed met elkaar in balans zijn, is er zo veel mogelijk!

“You dream. You plan. You reach. There will be obstacles. There will be doubters. There will be mistakes. But with hard work, with belief, with confidence and trust in yourself and those around you, there are no limits.” – Michael Phelps

Het raadsel van het lopen

24 mei 2020

Waarom hardlopen? – deze vraag blijf ik mezelf stellen en ik blijf zoeken naar het antwoord. Ik kan hier nu gaan verkondigen dat ik “het” antwoord heb gevonden en hier een uiteenzetting schrijven om iedereen tot het hardlopen te bekeren…

Maar nee, hoe meer ik me in de vraag verdiep, hoe ingewikkelder het antwoord lijkt te worden.

Als ik vriend google raadpleeg, komen de wetenschappelijke antwoorden. Ik vind informatie over dat langeafstandslopers meer verbindingen hebben tussen het frontale-pariëtale netwerk en andere hersengebieden die geassocieerd worden met zelfdiscipline en het werkgeheugen. Aerobische activiteit stimuleert de aanmaak van nieuwe hersencellen en verhoogt de cognitieve flexibiliteit, waardoor je sneller op onverwachte zaken kan inspelen. En natuurlijk de hormonen die een bijdrage leveren. Terwijl je loopt, verlaagt het stresshormoon cortisol en verhogen ‘feelgood’ stofjes als serotonine en endorfine. Hoe meer endorfines in het bloed en de hersenen, hoe gelukkiger mensen zijn. En hoe langer je loopt, hoe meer endorfines je aanmaakt. Al overtuigd om te beginnen? Grapje!
Dit is een antwoord, een waarheid. Voor mij is dit niet waarom ik hardloop of zeker niet alleen waarom ik hardloop.

Door het hardlopen ben ik meer in balans. Ik heb meer rust over me, waardoor ik me op andere momenten beter kan concentreren. Ik kan van mezelf nogal fel en opvliegend zijn, het hardlopen haalt hier zeker de harde randjes vanaf. Ik durf te stellen dat het hardlopen me flexibeler maakt, fijn dat dit door de wetenschap wordt ondersteund. Ook de wisselingen van de hoeveelheid hormonen ervaar ik tijdens en na het lopen aan den lijve. Stresserende situaties voelen tijdens en na het lopen ineens beduidend minder zwaar. En het lopen maakt me vaak gewoon heel blij! Lekker je hoofd leeglopen.

Maar als dit niet het antwoord of het volledige antwoord is, wat dan wel?

Laat ik het nu meer van de filosofische kant belichten. In het boek; Filosofie van de duurloop, geschreven door Mark Rowlands, staat de volgende passage:

“Ieder kind weet wat waarde is – ze weten wat er in het leven belangrijk is – hoewel ze van zichzelf niet weten dat ze dit weten. En ze weten het zoals kinderen nu eenmaal dingen weten, een soort weten waar volwassenen grote moeite mee hebben en dat ze helemaal opnieuw moeten leren. Ooit wist ik wat waardevol was. Omdat ik het in mijn lichaam en niet in mijn hoofd wist, wist ik niet dat ik het wist. Het hardlopen voert me terug naar dingen die ik eens wist maar heb moeten vergeten. Dankzij het hardlopen kom ik weer in aanraking met een soort waarde die in je volwassen leven gemakkelijk verdwijnt. Hardlopen is een manier om te herinneren – een manier waarop het lichaam zich herinnert wat de geest niet heeft kunnen onthouden. Tijdens een duurloop ervaar je een bijzonder gevoel van vrijheid – de vrijheid om tijd met je geest door te brengen. “

En ook hier zit, denk ik, een stukje van het antwoord in. Als ik tijdens het lopen mijn ritme heb gevonden, gaan mijn gedachten stromen. Het lopen, het lichaam verdwijnt naar de achtergrond. De gedachten, de geest neemt het over. De gedachten springen heen en weer, soms heeft het iets weg van dromen. Soms lijkt het iets weg te hebben van verwerken. En soms is het gewoon om alles even een plekje te geven. Als ik veel emoties voel, wat voor emoties dan ook. Dan is lopen fijn. Het laat de emoties er zijn, ik ervaar ze. Maar ik voel ze ook in balans komen. Ze krijgen een plekje.
De schrijver van het boek heeft het over wat belangrijk is in het leven en dat kinderen dat weten. En ook denk ik dat dat waar is. Ik voelde me als kind vaak zelfverzekerd, overtuigd van iets. Het was gewoon zo en er was geen plaats of ruimte voor twijfel. En vaak klopte dat ook. Ik denk dat het een gevoel is, een intuïtief iets. Ik zie het nu ook bij mijn eigen kinderen. Ze blijven bij zichzelf. Ze staan dicht bij de natuur. En ze weten gewoon bepaalde dingen niet, nog niet. En ook die onwetendheid maakt gewoon dat dat wat zij voelen, de waarheid is. Soms hoeft het niet zo heel ingewikkeld te zijn. Misschien dat het lopen me weer terugvoert naar het voelen. Het verstand loslaten en gewoon dat waarnemen wat er op dat moment is, wat er op dat moment toe doet. Niks meer en niks minder. Het komt als een soort berusting, berusting in de situatie. En die berusting neem ik mee naar het dagelijks leven, leven in het hier en nu.
Het doet me tevens denken aan een nummer van Boudewijn de Groot; Voor de overlevenden. Eigenlijk het hele nummer (de tekst staat onderaan deze blog), maar vooral de zin; “de poes kon ik niet meer verstaan”.

Als ik dan voor mezelf de balans op maak; waarom loop ik hard? Hardlopen is mijn psychiater, mijn huisarts, mijn diëtist. Hardlopen maakt me blij, het zorgt dat ik lekker slaap. Het zorgt dat ik in balans ben, dat ik een uitlaatklep heb. Het geeft me een moment voor mezelf. Het geeft me een doel, het geeft me regelmaat en houvast. Het leert me mijn lichaam kennen, het geeft me vertrouwen in mijn intuïtie. Het maakt me sterker, harder, fitter. Maar ook zachter, liever en geduldiger. Het geeft me vertrouwen…

“Having a true faith is the most difficult thing in te world. Many will try to take it from you”- Steve Prefontaine
Amen!

Tot zo ver mijn poging tot bekeren ?

Afgelopen week lekker getraind. Via een app op mijn telefoon drie keer krachttraining gedaan. Een training met korte intervallen, een met wat langere blokken en een duurloop vandaag. De intervallen gingen lekker. Tegen de duurloop vandaag zag ik wat op, waarschijnlijk door mijn overmoed van vorige week. Vandaag bedacht om iets korter te gaan, 15 km en een totaal andere ronde. Om het mentaal wat makkelijker te maken. Het ging van begin tot einde heerlijk! Rustig tempo, veel trail paadjes. Kikkers in een vijver gehoord, een reiger zien wegvliegen. De verleiding om aan te haken bij mijn “rodrigues” (de eeuwige niet te verslane concurrent van Benali in marathonloper) kunnen weerstaan. Verkoelende regen in mijn gezicht, een heerlijk windje erbij. Net de 15km niet gaan halen en dan toch de energie hebben om die prachtige nieuwe fietsbrug nog een keer af en op te lopen…en nog een keer om de 15 toch echt te halen. Dan wel van de andere kant, aangezien er nog iemand heuveltraining aan het doen was en hij net zo ongemakkelijk betrapt naar mij keek als ik me voelde. En dan de laatste 250meter kunnen versnellen en de allerlaatste 100meter kunnen sprinten. En dan de stopknop op je horloge indrukken en zien dat je toch echt sneller gelopen hebt dan alle voorgaande lange duurlopen de afgelopen periode. DAMN!!!! (Of nu alsnog overstag ;-p

Lieve groet, Cobie

Voor de overlevenden – Lennaert Nijgh / Boudewijn de Groot

Wie vertelt me van het leven?
Grote broer, die weet het best.
Als ik groot ben, wil ik even
groot en sterk zijn als de rest.
De poes vindt van niet.
Hij zegt: ik kan hem nu verstaan.
Als ik groot ben, is dat van de baan,
want grote mensen praten niet met poezen.

En nu ben ik groot
en belangrijk en student.
Grote broer, je bent nu dood,
ik heb je nooit als vriend gekend.
Je bent een zware man,
je bent een grote vreemde vader.
Een meneer die het weten kan.
Maar voor mij ben je alleen maar een verrader.

Vlinders zongen in de bomen,
vogels zaten op mijn hand.
Kleine man, je bent aan ’t dromen,
kom gebruik nu je verstand.
En dat heb ik nu gedaan.
Eerst was verstand een heel nieuw spel,
de poes kon ik niet meer verstaan,
de school werd na een week een hel.
Het paradijs is niet voor grote jongens.

Tot dusver heel normaal,
iedereen wordt eenmaal groot,
het overkomt ons allemaal
en een ieder sterft zijn kinderdood.
Je wordt een grote vent,
je wordt een trage lange jongen
die Tacitus en Wolkers kent
en al zijn dromen netjes heeft verdrongen.

Vlinders moeten rupsen worden,
vogels kruipen in hun ei.
Vliegen hoort niet in de orde
van de mensenmaatschappij.
Toch is er soms een weg.

Toch is er iets dat overleeft
en soms dan kan je even weg
omdat wie wil wel vleugels heeft,
al is het dan alleen maar om te dromen,
alleen maar om te dromen.

“Zichzelf te overwinnen is de beste en grootste van alle overwinningen”- plato

17 mei 2020 

Het plan ligt er, met meer regelmaat en wat meer gestructureerd trainen. Ik heb internet afgestruind naar een schema, wat enigszins paste bij wat ik voor ogen heb. Dit om mezelf wat meer houvast te geven, als een stok achter de deur. Ik vond een acht-weeks schema voor de halve. Gebaseerd op drie trainingen in de week, wat haalbaar moet zijn met mijn gezin. Een interval training, een tempoloop en een lange duurloop. Goede combinatie van afstand en snelheid. Op dezelfde pagina stond ook een zes-weeks schema voor tien kilometer, de tempolopen waren daar de eerste weken intervaltrainingen met wat langere blokken op een hoger tempo. Aangezien mijn tempo echt 0,0 is en ik weet dat ik mezelf snel opblaas, sprak dat me meer aan. Wel heb ik een enorme behoefte om wat langere afstanden te gaan lopen. Conclusie; ik heb beide schema’s achter elkaar geplakt en met mezelf afgesproken dat ik de lange duurloop langer maak dan het schema aangeeft.

Maar ik wilde mezelf weer lekker in mijn lijf voelen en ik denk dat daar meer voor nodig is. Mijn slaappatroon is knudde en in eerste instantie schoof ik het steeds op de kinderen af. Regelmatig voelde ik me een wandelende zombie. Nu denk ik dat ik het vooral bij mezelf moet zoeken. Of ik val nooit in slaap, of ik lig uren wakker midden in de nacht, of ik ben idioot vroeg wakker. Het voelt voor mij als een vicieuze cirkel die doorbroken moet worden. Moe worden door het sporten en in (ieder geval voor korte periodes) in een diepere slaap komen. Een paar weken geleden heb ik op dit gebied de knop omgezet. Als ik wakker ben (en het is na vijven), ga ik uit bed. Ik ben vrijwel elke ochtend als eerste op, de hele dag ligt nog voor me. Nu, na een paar weken begin ik er de vruchten van te plukken. Rustig de dag opstarten met een documentaire of even lekker netflixen. En dan nog op een redelijk vroeg tijdstip met werken of sporten beginnen. Ik slaap dieper en beter door en ook de periodes die ik slaap zijn inmiddels beduidend langer dan een paar maanden terug.

Tevens probeer ik wat gezonder te eten. Het lukt me om verleidingen te weerstaan. Wel vind ik het lastig om het juiste te eten. Een hongergevoel overvalt me regelmatig, ik vergeet een tussendoortje of ik stem mijn eetpatroon onvoldoende af op wat ik van plan ben te gaan doen of gedaan heb. Voor de lange duurloop deze week heb ik hier bewust bij stilgestaan. Nu moet ik dit doortrekken naar de hele week.

Het leek me een goed idee om ook wat structureler oefeningen te gaan doen. Op de site waar ik de schema’s vond, kwam ik twee series oefeningen tegen voor beenspieren en core stability. Ik puzzelde hier wat mee en op datzelfde moment kwam een appje binnen met de zoomles van mijn kinderen, en per ongeluk ook de andere lessen die dag gegeven zouden worden. Ik grapte hier wat over dat dansen niet echt mijn ding is, waarop de reactie kwam dat er ook een les Hitt training is. En aangezien ik niet echt in toeval geloof, besloot ik mee te doen. Dat heb ik geweten! Werkelijk alle spieren kwamen aan bod, maar wat een heerlijk gevoel gaf het. Het leverde twee dagen behoorlijke spierpijn op, gelukkig beperkte dat zich deze week al tot een dag en tot eigenlijk alleen armen en schouders.

Deze week heb ik een interval training gedaan met 10 x 2 minuten. Ik vond het op dat moment erg zwaar, maar ik voelde me naderhand als herboren. En ook heb ik een training gedaan met blokken van 6 minuten, gevolgd door 3 minuten rust en dat 5 x. Ik keek hier eerlijk gezegd behoorlijk tegenop. Ik loop momenteel rustig of snel en heb moeite om daar een tempo tussen in te vinden, wat eigenlijk wel gewenst is voor wat langere intervallen. De training is volbracht en ook deze gaf me een goed gevoel. Hopelijk helpen deze trainingen me om mijn tempo wat omhoog te krijgen en weer wat tempogevoel te ontwikkelen.

Vandaag gelopen zoals lopen bedoeld is. Of tenminste, hoe het voor mij bedoeld is. Waterfles mee, winegums mee, muziekje op en de tijd hebben. Zwerven, mezelf verwonderen, alles wat ik waarneem in me opnemen. De natuur is prachtig!!

Ok, nu de realiteit. De periode tussen ongeveer een half uur en een uur en een kwartier voelde zo. Ik kon de wereld aan, ik zweefde en genoot van alles om me heen. Het eerste half uur was ik bezig met in mijn ritme komen. Ik las een tijdje geleden iets over “de 12-minuten regel”. Dat houdt in dat als je geen zin of puf hebt om te gaan hardlopen, je toch gewoon moet gaan en het na 12 minuten nog eens moet overwegen. Dan zou het een stuk aangenamer zijn. Dat gaat voor mij niet op. Het eerste half uur is zoeken naar het juiste tempo en vooral mijn hartslag en ademhaling onder controle krijgen. Na een half uur was ik op een adembenemend stukje aarde en voelde ik me goed.

Zonder concreet plan ging ik verder. Aangename temperatuur, zonnetje erbij, helemaal perfect! De weggetjes liepen net iets anders dan ik mij herinnerde, het maakte niet uit. Ik had de tijd en ik voelde me top. Daar in de verte lonkte de Lonnekerberg. Jaren geleden liep ik daar vaak met mijn hardloopmaatje. Als ik geen gekke extra paadjes insla, moet het toch kunnen om dit rondje te gaan maken. Het was er schitterend. Hoewel het gevoel waarmee ik er nu overheen liep toch niet helemaal hetzelfde was als toen. Rustig aan, dit is de lange duurloop. Het gaat niet om snelheid, alleen om genieten. Dat hield ik nog een poosje vol. Ik weet van mijzelf dat als ik op deze manier ga lopen, ik altijd verder loop dan ik aanvankelijk van plan ben. Thuis had ik genoemd tussen de anderhalf en twee uur weg te zullen zijn. Gelukkig kent mijn man mij inmiddels goed genoeg om te weten dat het die twee uur wordt, plus nog een beetje extra (en hij daar ook maar beter op kan hopen, want als dat het niet wordt, ik waarschijnlijk thuis kom en ontzettend….ah fijn, dat hoef ik vast niet uit te leggen). Met nog een kilometer of vijf te gaan, werd het beduidend zwaarder. Regelmatig een paar slokken water en een winegum, om mezelf te motiveren voor het laatste stuk. Ik sprak met mezelf af door te lopen tot 18 km en dan uit te wandelen. Ik heb mezelf weer eens overtroffen in een perfecte opbouw van kilometers en zeer verantwoord trainen. Dit is hoe ik in het verleden ook steeds verder ben gaan lopen, en misschien is dit wel hoe lopen voor mij bedoeld is…Ik ben blij met mijn lijf, dat het al die impulsieve acties goed verteert.

Al met al ben ik zeer tevreden over afgelopen week. Blij dat het me lukte om alle trainingen in de week te krijgen. En vooral blij met hoe ik me nu voel en de afgelopen week heb gevoeld. Voldaan en vol energie!

Dit weekend ben ik begonnen in een boek dat ik nog had liggen en waarvan het stukje van de auteur zelf over het boek, wel heel toepasselijk is:

Ik durf er een stevig paar pinten op te verwedden dat u na een halve of hele marathon of de beklimming van de Mont Ventoux de volgende vraag krijgt: ”En, in welke tijd hebt u dat gedaan?” Zelden zal iemand in een eerste reactie peilen naar uw subjectieve beleving met een vraag waarop u zou kunnen antwoorden: ”Genoten, mens, genoten dat ik heb! Seks is het niet, maar het lijkt er verdorie toch goed op.” Ziet u al het podium waarop de grootste genieters bekroond worden?’
– Marc Van den Bossche in Sport als levenskunst

De ironie van mijn imaginaire lat

12 mei 2020 

Ik kijk omhoog,
daar, net iets boven mijn reikwijdte,
daar ligt hij op mij te wachten,
ik kan er bijna bij….
nog iets,
iets hoger,
iets sneller,
beter, dieper of meer afzien,
bijna, en dan…

Hij ontglipt me net,
hij gaat omhoog,
weer boven me,
ik ga nog sneller,
nog beter en dieper,
zie nog meer af, lijd pijn,
ik wil, ik zal,
ik klim omhoog,
strek mijn hand,
mijn vingertoppen, bijna…

Maar weer, weer omhoog,
nog meer eisen, nog meer verwachtingen,
teleurstellingen aan de kant en vechten,
ik moet, ik kan het,
ga steeds dieper, verder, ik ga door.
Door tot wat?
Wanneer ben ik er?
Niet aan denken! Omhoog kijken!
En grijp! Grijp beet! Grijp die lat!

Aan jezelf opgelegd,
je eigen eisen, je eigen verwachtingen,
en de ironie ervan,
je weet het, diep van binnen,
nooit, nooit zul je het bereiken,
de lat steeds zien, maar er steeds niet bij kunnen.

Maar dan, dan heb je beet…
Je voelt het in je vingertoppen.
Pak het vast! Trek het naar je toe!
Maar hoe ironisch…
Nee niet de lat, die ligt daar nog.
daar net boven je,
het is het broertje,
het is de uitdaging,
…en het is hij die je, ironisch genoeg, steeds op de been houdt!

Lieve groet,
Cobie (2010)