Ik ga het doen!

Soms zijn er van die dingen, waarvan je weet dat je ze wilt doen, kan doen en gaat doen. Dan is er zo’n gevoel, diep van binnen. Je weet zeker dat dat voorbestemd is.

Ik was een meisje van een jaar of 10. Ik kwam bij familie vandaan en fietste naar huis. Het was maar een klein stukje, waarvan het eerste stukje een kaal landweggetje. Ik had de wind pal tegen. Ik zag m’n leven voor me, ik wist daar op dat moment waar ik van droomde. En weet je, mijn leven ziet er nu zo uit, zoals ik daar op dat moment hoopte. De wind was zo sterk, ik kon er amper tegenin komen. Ik mopperde inwendig. Tot er een stemmetje in me iets zei over dat ik dit ooit nodig zou hebben. Iets met een gevoel over doorgaan, alsmaar verder doorgaan, vechten tegen de elementen en tegen mezelf. Ik voelde me onoverwinnelijk.

Ik was in die tijd ook dat meisje dat bij gym vaak als laatste werd gekozen. Mijn enthousiasme was er, maar een natuurtalent ben ik nooit geweest. Toch heb ik me nooit ergens door laten weerhouden.

Toen ik bij de beginnersgroep van een hardloopvereniging startte, wist ik zeker dat ik ooit die marathon zou lopen. Met dat voor ogen liep ik twee jaar later mijn eerste marathon. Ik hoorde over langere afstanden. En ook toen was er iets in me dat zeker wist dat ik daar voor zou gaan. Mijn kinderen kwamen er als een soort van onderbreking tussendoor, het was een andere fase. Dat gevoel bleef, al was het even op de achtergrond. Om een paar jaar later nog sterker weer terug te komen.

Mijn blik werd breder dan het hardlopen alleen. Samen met een vriendin deed ik mee aan een 6km obstacle run. We wandelden alles en van de meeste obstakels maakten we ook niet veel. Naast ons startten de mensen van de 42km. En ik kon alleen maar denken, wat moet dat gaaf zijn, dat wil ik ook. En dus gebeurde dat een jaar later. Ik haalde de tijdslimiet en ik kwam zo blij over de finish. Daar stond een ervaren man, hij zag mijn ogen en voorspelde me dat ik verder zou gaan. Hij zag het vuur in mij en maakte me nog enthousiaster door te vertellen dat je verder kan.

Ik stuitte op de site van de Ultimate Warrior. Dit oogde minder commercieel. En daar stonden de afstanden, een 56km en een 24uurs. Ik schreef me meteen in voor de 56km, en weer was er dat stemmetje in mijn hoofd, ooit.. Maar wat was dit andere koek! Ik bakte weinig van de hindernissen, ze waren veel technischer. Ik kwam zowel techniek als kracht te kort. En mijn lichaam, werkelijk alles protesteerde. Ik voelde al mijn organen, zwalkend haalde ik de meet. Ik kreeg de medaille, mede omdat ze de tijdslimiet hadden verruimd. Maar dat stemmetje bleef. Die 56km moest toch ook wel “normaal” te doen zijn? Ik sloot me aan bij de survivalvereniging. Ik vroeg advies aan één van de organisatoren. En ik overlegde met één van de trainers van de bootcamp. Nog steeds begreep ik weinig van alles. Het advies was weinig praktisch. De ondertoon kwam neer op mindset, het mentale stuk. Gelukkig kon de trainer dat wel vertalen naar praktische trainingen. En toen was daar de tweede keer de 56km. En wat een verschil! Er lukten veel meer hindernissen. Ik kon blijven rennen tot het einde. Stralend kwam ik over de finish, 3 uur eerder dan het jaar ervoor. En toen wist ik het zeker: ik ga door!

Een half jaar had ik om me klaar te maken voor de 24uurs. Ik begon met een 24uurs hardloopwedstrijd om te erevaren hoe het is om de klok rond te gaan. Onderweg heb ik één flinke mentale dip gehad, daar heb ik mezelf uit weten te halen om als tweede vrouw te finishen. De nacht was prachtig, ik kon doorgaan zonder slaap. Dit was de motivatie die ik nodig had om verder te gaan.

Mijn trainingen richtten zich meer op kracht, sterker worden. Techniek leren bij de survival. Het mentale stuk door vervelende trainingen, veel te lange trainingen. En duur door tig trainingsuren op een dag te maken of dagenlang achter elkaar. Ik deed een generale voor mezelf, een dikke 30km met allemaal oefeningen tussendoor. Die ging erg lekker.

Mijn voeding had ik al redelijk op de rit, meer de focus op eiwitten voor de spieren. Aan de trainingen werd mobiliteit toegevoegd en ik merkte, mede daardoor, dat er steeds meer lukte. Ik werd weer vrienden met de foamroller en kocht er een andere bij. En voor herstel bracht ik een bezoek aan de (sport)masseur.

De laatste twee dagen voor de wedstrijd heb ik zo’n enorme buikpijn. Er gebeurt veel in mijn leven op dit moment. Veel wat de buikpijn kan verklaren. Toch denk ik dat het zenuwen zijn. Dit is wat ik zo graag wil, die medaille mee naar huis nemen. Ik weet dat ik mij niet beter voor had kunnen bereiden. Als ik er ooit klaar voor ben, dan is het nu!

Mijn oudste zoon blijft thuis. Hij heeft meer vertrouwen in me dan dat ik zelf heb op dat moment. “Mam, neem een katana mee naar huis”, fluistert hij. Dat is de prijs die de snelste 3 mannen en vrouwen krijgen. Ik fluister hem terug dat als ik er zicht op heb, ik alles zal geven, ik keihard zal vechten.

We komen op vrijdagavond aan. Daar tref ik Niels, de man van de organisatie die me steeds hielp met adviezen. Die ik eerder trof. Hij is ervaren. Wat fijn om hem daar te zien! Hij is druk met alles in orde maken. Toch heeft hij even de tijd voor een praatje. Hij vraagt wat mijn doel is. Ik denk dat hij mijn hele proces op social media wel voorbij heeft zien komen. Ik hoef hem weinig te vertellen. “De medaille, die wil ik mee naar huis nemen”. Hij zegt dat het goed is dat ik er zo insta. Geen verwachtingen hebben, het over me heen laten komen. En dat is wat ik van plan ben.

We zetten de vouwwagen op en gaan gezellig een hapje eten. Als we terugkomen worden we noodgedwongen vroeg naar bed gestuurd door vervelende kevers die maar op ons af blijven komen. Ik slaap veel te laat en slecht. Er is keiharde muziek. Ik geef me over aan alles.

Ik sta vroeg op. Verwen mezelf met pannenkoeken, vlecht m’n haar in en ik smeer me in met vaseline en zonnebrandcrème. Maak m’n tas en koelbox klaar en dan lopen we met z’n allen naar de start.

Ik krijg een 24uurs hesje, wat voelt het nu echt! We zetten de spullen in de tent. En ik bezoek nog tig keer de wc, de buikpijn is er nog steeds. Ik meld me in het vak voor de briefing. Naast me staat een andere vrouw, ze kijkt me aan en lacht naar me. Even later komt ze naar me toe, we slaan een arm om elkaar heen en gaan samen op de foto, nog niet wetende dat we later “tegen” elkaar zullen strijden. Mijn kinderen vragen of ik haar ken, nee, we zijn vrouwen in deze mannenwereld. En daardoor met elkaar verbonden.

Niels zorgt voor de briefing. Waarna de organisator nog even duidelijk maakt dat als een obstakel niet lukt, je 10 push-ups moet doen. Hij noemt en laat zien wat pus-ups zijn. Hierbij wordt geen ruimte voor twijfel over gelaten. Iedereen wil er voor gaan. Ik kijk om me heen, allemaal zelfverzekerde mannen. Sterk, breed en eigenzinnig. Ja, warriors, dat is hoe ze eruit zien. Ik tel 4 vrouwen tussen die mannen, waar ik er 1 van ben. Ik weet niet goed hoe ik mezelf zie. Ik voel me een beginneling. Maar aan de andere kant voel ik ook de rust over me komen. Ik ben overtuigd dat ik die medaille mee naar huis ga nemen.

Er volgt een korte warming-up en voor ik het doorheb wordt er afgeteld. We lopen langs de katana’s en klimmen de eerste hindernis in. We zijn gestart! De buikpijn is weg, ik voel me rustig. Zelfverzekerd. Dit is waar ik wil zijn. Dit is waar ik ooit van droomde, waar ik zo hard voor gewerkt heb. Ik ga het doen!

Lieve groet, Cobie