Regelmatig noem ik dat het lopen, het sporten therapie is voor mij. Even alles op een rijtje zetten. Gedachten laten gaan, ordenen, je hoofd leegmaken. Wat is er fijner dan uren zwerven en fris thuiskomen, er weer tegen kunnen. Alles op de paden achterlaten. En als je uren onderweg bent, of zelfs een hele nacht, dan raak je wel in gesprek met jezelf. Dan komen en gaan de emoties vanzelf. En dan kun je soms niet anders dan bepaalde gevoelens onder ogen zien, dan accepteren en bedenken hoe je verder gaat.
In het verleden trok ik op ieder lastig moment mijn schoenen aan. Na zware gesprekken op het werk, liep ik even alles van me af. Maar ook op de momenten dat ik me intens verdrietig voelde. Ik hoorde dat mensen in mijn omgeving ziek waren, al huilend liep ik dan mijn rondje en vaak stopte ik pas als de tranen ophielden. Toen de man van mijn moeder ongeneeslijk ziek bleek te zijn, hield ik mezelf voor dat ik voor hem liep. Elke keer als ik bij hem kwam, vroeg hij hoe ver ik had gelopen. En die keer dat ik een halve dag op de racefiets zat om hem te bezoeken, beide haalden we daar iets uit. Hij werd zieker en ik liep verder en harder en meer. Tot mijn lichaam me een stop toeriep, net nadat hij was overleden. Ik vluchtte voor mijn emoties in het lopen. En zo opeens kon ik even niet lopen en moest ik mijn gevoelens wel onder ogen zien.
En elke keer betrap ik mezelf daar weer op. Ik blijf het lastig vinden om om te gaan met mijn emoties. Als ik moet huilen, vlucht ik het liefst en deal ik er zelf mee. De afgelopen weken maak ik me zorgen om een goede vriendin, ze is ernstig ziek. De berichten zijn veelal negatief. Ze heeft het zwaar, ze heeft pijn, de situatie gaat lang duren. En ze mag amper bezoek ontvangen. Na een luchtweginfectie erbij zijn de regels verder aangescherpt en mag ze haar naasten ook niet meer knuffelen. En dat lezen, dat horen, doet pijn. Dat doet heel veel pijn. Ik wil er zo graag voor haar zijn, haar een knuffel geven. Maar ik kan niets, ik voel me machteloos. Ik durf haar bijna niet te appen, bang dat ik de verkeerde woorden kies. Als ze me belt vanuit het ziekenhuis en vertelt over haar ziek zijn, schrik ik. Ik snik zachtjes en wil me groot houden voor haar. Als ik ophang, barst ik in tranen uit. Mijn man en kinderen komen naar me toe en troosten me. Ik blijf maar huilen. Een van mijn kinderen noemt me, dat hij me nooit ziet huilen. Zo graag wil ik hun het voorbeeld geven, dat het kan, dat het verdriet er mag zijn. Ik spreek mijn zorgen uit naar hun. En doe dat ook de dagen erna steeds. Ik neem ze mee in wat er gebeurt, wat voor impact dat heeft op hun gezin. En ik benoem ze ook dat ik verdrietig ben, dat ik bezorgd ben. Maar hoe ik me verder echt voel, stop ik toch het liefste in het sporten. Ik ben namelijk bang, heel bang. Ik heb de afgelopen jaren veel mensen verloren aan deze verschrikkelijke ziekte. En alles komt weer terug. Ik mis ze allemaal, mijn schoonmoeder, de man van mijn moeder, 2 loopmaatjes en een tante, die op precies dezelfde afdeling lag als waar mijn vriendin nu ligt.
Daar komt nog een raar bericht bij wat ik eind vorig jaar kreeg. Iemand van vroeger, waar ik niets meer mee hoefde. Maar toch, ergens had ik in mijn hoofd dat het anders zou gaan dan hoe het nu was gegaan. En op dit punt was mijn vriendin de enige die me echt volledig begreep. We hebben er samen over gepraat, zij vroeg zich af hoe ik me erbij voelde en ik kon het haar allemaal vertellen.
Van die momenten dat alles door elkaar heen gaat, dat je soms zelf niet precies weet wat je voelt. Dan wil ik alleen maar sporten, heel hard sporten. Het liefst lopen, heel ver. Dan roept mijn lichaam dat een halt toe, natuurlijk roept mijn lichaam dat een halt toe. Even niet lopen. En voor mezelf weet ik dan wel dat het tijd is om toe te geven aan mijn emoties. Rust pakken, balans vinden.
Het lopen, het sporten is voor mij ook de plek waar de herinneringen aan kleven. Na het overlijden van mijn loopmaatjes heeft het een tijd geduurd voor ik de herinneringen om kon zetten naar fijne herinneringen. Overal zag ik wel een van hun of had ik wel iets met een hun mee gemaakt. Continu liep ik met een brok in mijn keel. De singelloop hier in Enschede loop ik niet meer, die voelt te beladen. Na de marathon twee jaar geleden kwam ik huilend thuis. En toch is dat achteraf wel het moment geweest dat ik de knop om kon zetten. Ze lopen nu met me mee in gedachten. En regelmatig voel ik ze bij me.
Na de emoties van de afgelopen weken, merk ik dat ik ook nu weer vooruit wil kijken. Moet kijken. De prognose van mijn vriendin is goed. Ze heeft een lange weg te gaan, maar ze is ontzettend sterk. Zij is erbij gebaat als mensen vol vertrouwen naast haar staan. Er voor haar zijn, positief zijn. Ik pak de trainingen weer op. Probeer het niet als een vlucht te gebruiken. Mijn lichaam protesteert nog wat. Ik zoek een balans met voeding en slaap. En ik accepteer de verwarrende emoties die er zijn, die er mogen zijn. Ik stop ze op een fijne manier in het sporten, zodat ik weer vooruit ga. En zodat ik er nu, straks, vol vertrouwen voor haar kan zijn.
Lieve groet, Cobie