Vanmorgen liep ik terug naar huis. Hardlopend. Of wat daar voor door moest gaan. Ik was ’s ochtends op tijd van huis vertrokken. Of eigenlijk al iets later dan ik van plan was, met kinderen komt er altijd wel iets tussen. Het maakte ook niet uit, ik moest gewoon wat sneller gaan lopen. 5 Kilometer hardlopen voor de bootcamptraining, stond op de planning. Ondanks spierpijn en een gevoelige kuit, liep ik lekker. En makkelijk. Ik gooide het tempo na een rustige kilometer iets omhoog en ik kon doorlopen. Een extra lusje om de 5 te halen, binnen het half uur. Mijn hartslag verraadde me dat het toch niet zo makkelijk ging als ik hoopte, maar het voelde goed. De bootcamp was, zoals altijd, pittig en lekker. We mochten zelf oefeningen kiezen en aangezien ik met mezelf had afgesproken om me te blijven uitdagen, werden het in ieder geval push ups en jump lunges. Burpees, kettlebell swings en wat buikspieroefeningen zijn ook fijn. Tussendoor sprinten en daarna de hele rits oefeningen waarbij we zelf het aantal mochten kiezen. Dan maar maximaal. We sloten af met jumpsquats wallsit, waar ik geen fan van ben. Maar ja, ik wilde uitdaging, dus ik klaagde niet. En daarna liep ik dus terug naar huis.
De trainer vroeg nog wat ik ging doen, ik wist het eigenlijk niet precies. Richting huis lopen en dan onderweg maar kijken hoe het gaat. Bij de eerste afslag besloot ik daar al voor te gaan, het zonnetje scheen en ik had er gewoon zin in. Ik bedacht me dat ik jaren geleden samen met mijn loopmaatje iedere zondag een lange duurloop liep. Dit werd steeds verder uitgebreid, wat resulteerde in monstertrainingen. We liepen over de Lonnekerberg naar de achterkant van het Hulsbeek, 10km onverhard met hoogteverschillen. Op het Hulsbeek deden we samen met anderen een pittige intervaltraining. En daarna liepen we weer terug. Wat meestal niet vanzelf ging, ik heb wat lopen mopperen. Meestal was het ontzettend afzien. Soms daagden we elkaar uit met een sprintje, wat ik dik verloor en waar ik bij de aanzet al spijt van had dat ik hem was begonnen. Slechts één keer had ik meer over dan mijn loopmaatje. Ik was gemeen genoeg om dat er goed in te wrijven en om een feestje te maken van de terugweg. Wat werden we sterk van deze trainingen, zowel mentaal als fysiek. Ik had het gevoel de wereld aan te kunnen.
En terwijl ik vanmorgen terug liep en mezelf overtuigde dat mijn plannen haalbaar moeten zijn, moest ik opeens aan deze trainingen denken. Aan wat er toen allemaal lukte. Hoe mijn lichaam toen altijd moe voelde. Hoe ik zo vaak op mijn grens liep. Maar ook aan hoe ik progressie boekte. En hoe het mij lukte om lange afstanden te lopen.
Ik liep verder en ik merkte hoe ik nu eindelijk weer echt aan het genieten ben van het lopen. Ik heb zin om sportkleren aan te doen. En er stiekem iets eerder tussenuit te knijpen om wat extra te lopen. En zin om er naderhand wat extra’s aan te plakken. Ik kijk op inschrijven.nl welke wedstrijden er de komende tijd zijn, veel van de kalender van 11 jaar geleden is er nog. Ik krijg zin om op snelheid te gaan trainen. En ik kan mezelf regelmatig overtuigen om korte stukjes diep te gaan. Ik merk dat mijn basistempo omhoog gaat. En ik krijg weer zin om echt lange afstanden te gaan lopen, de kriebel is terug!
Afgelopen week las ik iets over marathontraining, dat je dat niet moet combineren met krachttraining. De twijfel sloeg even toe. Ik wil niet kiezen, ik wil het beide. Ik breng mijn omgeving voorzichtig op de hoogte van mijn plannen. Ik weet dat het veel vraagt van mijn gezin. Lange afstanden trainen, en dat naast de bootcamp, mijn werk, Running Miracle en dus naast mijn gezinsleven met vier kleine kinderen. Ik noem dat ik eerst ga trainen en dat ik dan ga kijken wat het wordt in april. De halve of de hele. Maar stiekem heb ik de keus al gemaakt. In mijn hoofd krijgen mijn plannen steeds meer vorm. En ik deel het met mijn man. Ergens weet hij wel dat hij me toch niet kan tegenhouden. Ik spreek met hem af dat ik veel loopkilometers ga koppelen aan onderweg zijn naar de trainingen. Zelf weet ik dat het zwaar wordt. Maar ik weet ook dat ik het kan en dat het me heel sterk gaat maken. Misschien kan ik mijn lange duurlopen doen als de kinderen op school zijn, of als we een keer een zaterdag niks hebben.
Ik besluit nog een extra lusje toe te voegen, dan kan ik nog net een stukje bos mee pakken. Het is er prachtig! De zon tussen de takken door, ik weet niet of ik er überhaupt mag lopen. Maar ook dat heeft charme. Ik ren tussen de dichte begroeiing door en voel de krassen op mijn benen, als vanouds. Het laatste stukje naar huis door de kuil, waar ik veel intervaltrainingen heb gedaan. Ik loop door tot mijn horloge 6.5km aangeeft. Bij de bootcamp kwam ik op 1,5 wat het totaal op 13km brengt. Heerlijk voldaan kom ik thuis.
In bad check ik de loopkalender nog eens, mijn oog valt op de 24km Posbanktrail eind oktober. Deze heb ik altijd al eens willen lopen, het lijkt me een mooi punt om van daaruit mijn lange afstanden verder uit te breiden. Ik heb er zo veel zin in!!
Lieve groet, Cobie